Orthopedie. Knieprothese. www.catharinaziekenhuis.nl

Vergelijkbare documenten
Revisie van een knieprothese

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale knieprothese

Orthopedie. Knieprothese.

Verwijderen van bevestigingsmateriaal na een botbreuk operatie

Totale knieprothese polikliniekversie Orthopedie

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Totale knieprothese Vervanging van het kniegewricht Intensief oefenprogrammabehandeling volgens Rapid Recovery

Orthopedie. Behandeling. Een nieuwe knie

Verwijderen van de sternumdraden

De unicompartimentele knieprothese

Operatie bij hamer- of klauwtenen

TOTALE KNIE OPERATIE

Inleiding 3. Informatiebijeenkomst 3. App en portal Knieprothese 3. Operatie 4. Risico s van de operatie 4. Na de operatie 5.

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Orthopedie. Enkelprothese

Verwijderen van een blaassteen

TOTALE HEUP OPERATIE

Orthopedie. Tibiakop osteotomie / correctie van de beenstand

MTP 1 arthrodese (vastzetten grote teen)

Ganglion, een gezwollen slijmbeurs

Orthopedie. Een gebroken heup.

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale heupprothese (nieuwe heup)

Halve knie-prothese (hemiknie)

Ontslag na een totale knieprothese

Een totale knieprothese

De totale knieprothese

Voorhuidplastiek of besnijdenis

Ontslag na een totale heup- of kophalsprothese

Opheffen van een darmstoma

Operatie om stand van het been te veranderen

Schoonmaken van het grote teengewricht: cheilectomie bij hallux rigidus

Plastische chirurgie. Wenkbrauwlift.

Orthopedie. Artrotische knie / correctie kniestand. Afdeling: Onderwerp:

H Een nieuwe knie

Maatschap Orthopedie. Voorste kruisband reconstructie

Correctie afstaande oren

Borstreconstructie: wisselen van weefselexpander naar definitieve borstprothese

Scheefstand van de grote teen (Hallux valgus)

Weer naar huis na een orthopedische operatie Afdeling Orthopedie

Totale heupprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Schouderprothese. Orthopedie

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE HEUP OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Liften van de bovenarm

Standscorrectie artrotische knie

Operatie bij ulnaris neuropathie

Totale heupprothese polikliniekversie

Operatie aan de voet

Schouderprothese voor een schouderbreuk. Poli Orthopedie

Carpaal tunnelsyndroom

Plastische chirurgie. Bovenbeenlift.

Trigger finger (spring vinger)

Revisie knieprothese

Operatieve verwijding van de gehooringang (meatoplastiek)

Orthopedie. Schouderprothese

Chirurgie. Ganglion.

Correctie van de grote teen Hallux rigidus

Een nieuwe knie (totale knieprothese) Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsdelen verwijderd en vervangen door kunstgewrichtsdelen.

De Totale Knieprothese

Schouderprothese wegens artrose. Poli Orthopedie

Plastische chirurgie. Neuscorrectie.

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstheup

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstknie

Revisie van een heupprothese

Carpale tunnelsyndroom

Schouderprothese Radboud universitair medisch centrum

Totale heupprothese (nieuwe heup)

Liposculpture: correctie van de contouren van het lichaam

Standscorrectie van de artrotische knie

Plastische chirurgie. Schaamlipverkleining.

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Correctie van de grote teen Hallux valgus

Informatie. Knieprothese

Elleboogprothese Radboud universitair medisch centrum

Standscorrectie van de versleten knie

Correctie van de kniestand

Hallux Valgus (scheefstaande grote teen)

Urologie. Dubbel-J katheter.

Kijkoperatie (artroscopie) van de heup

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Revisie totale heupprothese

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Een nieuwe knie. rapid recovery

Behandeling van een overactieve blaas met Botoxinjecties

Standscorrectie van de (artrotische) knie

Behandeling van een overactieve blaas met botoxinjecties (op de operatiekamer)

Schouderprothese. Orthopedie. Operatieve ingreep. Inleiding

H Arthroscopie (kijkoperatie) van de enkel

Hydrocele of spermatocele operatie

Standscorrectie knie (tibiakoposteotomie)

Correctie van de grote teen

Arthroscopie (kijkoperatie) van het kniegewricht

Met een nieuwe knie zonder pijn en hulpmiddelen weer verder leven

Plastische chirurgie. Neusfractuur.

4. Totale knieprothese

Heupoperatie. Peri-acetabulaire osteotomie en triple osteotomie van het bekken

Gewrichtsdistractie van de Knie

Medicatiespreekuur De apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. Neem hiervoor een actueel medicatieoverzicht (AMO) mee.

Standscorrectie bij slijtage knie mbv een plaat. Orthopedie

De totale heupprothese

Orthopedie. Enkelartrodese of triple artrodese

Transcriptie:

Orthopedie Knieprothese www.catharinaziekenhuis.nl

Inhoud De knie en knieslijtage... 3 Behandeling van knieartrose... 5 Wat is een totale knieprothese?... 6 Voor uw opname... 7 Voorbereiding thuis... 9 Uw opname... 10 De operatie... 11 Na de operatie... 11 Mogelijke risico's en complicaties... 14 Ontslag... 14 Na uw opname... 15 Wanneer neemt u contact op?... 19 Controle... 19 Registratie van operatiegegevens... 20 Meest gestelde vragen na de operatie... 20 Vragen... 21 Contactgegevens... 21 Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ORT004 / Knieprothese / 18-07-2014 2

Knieprothese De orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om uw knie te laten vervangen door een knieprothese (kunstgewricht van de knie). In deze folder kunt u de informatie over deze operatie nog eens rustig doorlezen. Het herstel vraagt veel wilskracht en inspanning van u en uw familieleden. Om goed voorbereid te zijn, is het belangrijk dat u voldoende kennis heeft over het kniegewricht, slijtage van het kniegewricht en de operatieve vervanging van dit gewricht door een kunstknie. Daarnaast is het belangrijk dat u, wanneer u weer thuis bent, zich houdt aan de gegeven instructies en leefregels. In deze folder vindt u hierover meer informatie. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. De knie en knieslijtage De knie is een ingewikkeld gewricht, bestaande uit het onderste deel van het dijbeen (bovenbeen), kraakbeen (glijlaag), meniscussen (stootdempers) en een deel van het scheenbeen (onderbeen). Het kniegewrichtkapsel wordt versterkt door kniebanden. Het kraakbeen in de knie zorgt ervoor dat de knie glad en soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch en kan schokken en stoten opvangen. Bij artrose is het kraakbeen in het kniegewricht versleten. Het oppervlak is niet mooi glad meer, maar ruw. De gewrichtsoppervlakken kunnen niet goed meer bewegen ten opzichte van elkaar. Kniebuigingen en lopen gaan dan niet meer soepel en soms hoort men het gewricht kraken. U kunt ook het gevoel hebben door de knie te zakken. 3

Bij een beschadigde of versleten knie treedt pijn meestal op bij lang staan en (trap)lopen. Het lopen van langere afstanden wordt steeds pijnlijker, dit kan de bewegingsvrijheid erg beperken. Ook startpijn en startstijfheid komen voor. In een gevorderd stadium treedt verstijving op; er ontstaan bewegingsbeperkingen waardoor strekking van de knie onmogelijk wordt. Door de slijtage kan er zich verder een X- of O-beenstand ontwikkelen, waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel aanvoelt. Vaak treedt er ook zwelling op. De ernst van de aandoening wordt vastgesteld door het doen van lichamelijk onderzoek en het maken van röntgenfoto s. Als een kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, is vervanging door een knieprothese vaak de enige oplossing. Bij de beslissing om een knieprothese te plaatsen, zijn uw klachten en beperkingen doorslaggevend. U bepaalt uiteindelijk zelf of u toe bent aan de operatie. 4

Behandeling van knieartrose Wanneer er sprake is van knieartrose (gevorderde slijtage), is het nodig dat u eerst uw leefgewoonten aanpast zodat u de aangedane knie of beide aangedane knieën minder belast (zie de paragraaf 'Leefgewoonten'). Verder kunnen uw klachten behandeld worden met medicijnen (tabletten of injectie) en fysiotherapie. In een verder gevorderd stadium kan er ook een knieoperatie uitgevoerd worden waarbij de beschadigde oppervlakken worden vervangen en er een knieprothese wordt geplaatst. De knieprothese is bedoeld ter bestrijding van de pijn. Leefgewoonten Omdat de pijn bij knieartrose toeneemt bij lopen en belasten, is dit een reden om lange wandelingen, tillen en dergelijke te vermijden. Laat echter niet alles, want het is belangrijk om in beweging te blijven. Let u hierbij op het volgende: Zorg er voor dat u uw pijngrens niet overschrijdt: kleine stukjes lopen is dus beter dan één lange afstand. Voor grotere afstanden is het beter om te fietsen. Gebruik bij het lopen een wandelstok aan de kant van de goede knie, hierdoor wordt de pijnlijke knie ontlast. Zwemmen is voor u een sport bij uitstek, want u gebruikt hierbij namelijk alle spieren zonder dat er teveel belasting in de knie plaatsvindt. Een aantal zwembaden beschikt over een therapeutisch bad (water 30 Celsius, lucht 32 Celsius), wat veel mensen met artrose aangenaam vinden. Warme kleding, een elektrische deken en een warm bad kunnen een gunstig effect hebben op de pijn. Overgewicht is een extra belasting voor de knie. Afvallen is dan noodzakelijk. Bovendien is het operatierisico als u slank bent veel minder groot dan als u te zwaar bent en na de operatie verloopt de revalidatie dan vaak makkelijker. Ook slijt een knieprothese door overgewicht harder. 5

Pijnstillende medicijnen De kniepijn kan door een groot aantal medicijnen worden onderdrukt. Het slijtageproces wordt er echter niet door geremd. Pijnstillers kunnen het leven echter aanzienlijk aangenamer maken. Het is verstandig om het gebruik van pijnstillers te beperken, bijvoorbeeld alleen bij nachtelijke pijn of bij een belangrijke gebeurtenis waarvoor u graag pijnvrij wilt zijn. Wat is een totale knieprothese? De meest gebruikte knieprothese is de totale knieprothese. Deze vervangt al het kraakbeen van zowel het dijbeen (bovenbeen) en het scheenbeen aan de binnen- en buitenzijde van de knie. De totale knieprothese Een totale knieprothese bestaat uit vier onderdelen: 1. Metalen component voor de onderkant van het dijbeen (bovenbeen). 2. Metalen component voor de bovenkant van het scheenbeen. 3. Plastic (polyethyleen) inlay die wordt bevestigd op de component van het onderbeen met een klik systeem. 4. Plastic (polyethyleen) knieschijf. Zo nodig wordt de knieschijf ook vervangen. Alle delen worden vastgezet met botcement. Botcement is een soort twee componentenlijm (polymethylmetacrylaat), die de prothese aan het bot verankert. 6

Wat mag u verwachten van een totale knieprothese? Een totale knieprothese is een kunstgewricht en geen nieuwe knie. Dit zal u aan een aantal zaken merken: Tijdens het lopen en opstaan kunt u de knie voelen en soms zelfs horen. Dit komt doordat de knieprothese bestaat uit kunstmaterialen die met elkaar in aanraking komen tijdens het bewegen. Dit is een normaal verschijnsel. De knie zal langdurig (3-6 maanden) en soms zelfs blijvend reageren op inspanningen. Deze reactie uit zich door zwelling en warm worden van de knie. Vaak komt de geopereerde knie pas na één jaar volledig tot rust. De knieprothese wordt geplaatst ter bestrijding van uw pijn. Vaak zullen er toch nog beperkte klachten blijven bestaan. Bij patiënten onder de leeftijd van 60 jaar komt dit vaker voor. Buigen zal beperkt zijn tot 110-120 graden; voldoende om te kunnen fietsen en traplopen. De prothese is gemaakt om u weer in staat te stellen te lopen en te fietsen. Wanneer u zwaardere (sport)inspanningen doet, bestaat er het risico op versnelde slijtage en loslating van de prothese. Voor uw opname Het intakegesprek Op de dag dat u samen met uw behandelend arts heeft besloten om een knieprothese te laten plaatsen, proberen we met u een afspraak te plannen voor een intakegesprek. In dit gesprek bespreekt een intakeverpleegkundige verschillende zaken met u zoals uw eerdere ziekenhuiservaringen, ziektebeloop en uw actuele medicijngebruik. Mogelijk komen er bijzonderheden naar boven waarmee rekening kan worden gehouden tijdens uw opname. Vervolgens wordt uw thuissituatie in kaart gebracht. Als na uw ontslag thuis problemen worden verwacht, wordt de transferverpleegkundige ingeschakeld (mits haalbaar). Deze zorgt dan dat thuiszorg wordt geregeld, of dat u (tijdelijk) naar een verpleeg- of verzorgingshuis kunt. Verder wordt de algemene gang van zaken tijdens een opname uitgelegd. De intakeverpleegkundige beantwoordt uw vragen, geeft u informatiefolders en licht deze toe. Hierin staat onder meer beschreven 7

wat u zelf thuis aan voorbereiding moet doen. Daarom is het belangrijk dat u deze folders thuis goed doorneemt en eventuele zaken van tevoren regelt. Pre-operatieve screening en anesthesie U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico s met zich meebrengt. Dit noemen we pre-operatieve screening. Tijdens dit gesprek komen een aantal onderwerpen aan bod. Dit zijn onder andere de soort verdoving (anesthesie) en pijnstilling. Ook bespreekt u waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast maakt u afspraken over hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Bespreek het gebruik van bloedverdunners ook altijd met uw behandelend arts. Als u medicijnen gebruikt, neem dan een actueel medicijnoverzicht of medicijnpaspoort mee. Op de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u zonder afspraak terecht. U kunt ook een afspraak maken. De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.15 en 16.30 uur via telefoonnummer 040-239 85 01. Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder Anesthesie. Fysiotherapie vóór de operatie Het doel van fysiotherapie is het kniegewricht goed beweeglijk te houden. Daarnaast is het belangrijk om uw spieren in goede conditie te krijgen. U blijft hierdoor zo lang mogelijk op de been, zonodig met een loophulpmiddel. Als voorbereiding op een knieoperatie wordt u geleerd om met krukken te lopen. Dit geeft na de operatie een bekend en vertrouwd gevoel. Als eenmaal bekend is dat een totale knieprothese voor u de beste oplossing is, wordt u uitgenodigd voor onze verplichte informatiebijeenkomst waarbij u aanvullende uitleg krijgt over de behandeling in het ziekenhuis en de voorbereidingen voor thuis. Deze voorbereiding bestaat uit: 8

Uitleg over de revalidatie tijdens de opname en na het ziekenhuis. Instellen van de krukken. Leren lopen met krukken. Traplopen en opstaan uit de stoel. Belang van koeling. Voorbereiding thuis Het is belangrijk dat u thuis het volgende regelt voordat u wordt opgenomen: Regel eventuele hulp van een mantelzorger (mensen die als het nodig is, tijdelijk voor u kunnen zorgen wanneer u weer thuis bent). Regel de volgende hulpmiddelen: twee krukken, een toiletverhoger, een helping hand en een lange schoenlepel. U kunt hiervoor terecht bij een thuiszorgwinkel. Zorg dat obstakels in huis uit de weg zijn, zodat u zich gemakkelijk en veilig thuis kunt bewegen met krukken. Denk hierbij aan zaken waar u over kunt struikelen of tegenaan kunt lopen. Plaats eventueel (tijdelijk) een bed op de begane grond. U mag niet zelf naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand anders u komt ophalen wanneer u weer naar huis mag. Overige voorbereidingen Onthaar uw knie niet zelf, dit kan wondjes of uitslag veroorzaken en een reden zijn om u niet te kunnen opereren. Als dit nodig is, gebeurt dit op de operatiekamer. Smeer uw benen in de 24 uur voor de operatie niet in met bodylotion of andere producten aangezien deze de werking van ontsmettingsmiddelen beïnvloeden. Wij adviseren u dringend om 4 weken vóór tot 4 weken na de operatie niet te roken. Dit om de duidelijk toegenomen complicatierisico s bij rokers te verminderen. Bloedverdunners Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Bespreek dit dan van tevoren met uw behandelend arts en/of de anesthesist. Deze medicijnen kunnen tijdens en na de operatie meer bloedverlies geven. Om deze reden dient u, wanneer u bekend bent bij de 9

trombosedienst, een aantal dagen voor de operatie te stoppen met uw bloedverdunnende medicijnen. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis? In de folder Informatie over uw opname leest u wat u meeneemt naar het ziekenhuis. Neemt u daarnaast het volgende mee: Gemakkelijke kleding voor ten minstens vier dagen. Het is de bedoeling dat u vanaf de eerste dag na de operatie uw eigen kleding en schoenen draagt. Stevige schoenen die ruim zitten vanwege het tijdelijk dikker worden van de voet na de operatie. Twee krukken, de lange schoenlepel en helping hand. Uw opname Algemene informatie over een opname in het Catharina Ziekenhuis, vindt u in de folder Informatie over uw opname. De dag van de opname Meestal wordt u op de dag van de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Orthopedie. Wanneer uw behandelend arts of anesthesist u uitgebreider wil onderzoeken of voorbereiden, kan het nodig zijn u eerder op te nemen. Een verpleegkundige voert met u een opnamegesprek. In dit gesprek wordt de informatie uit het intakegesprek nog eens met u doorgenomen op mogelijke veranderingen. Als u overgevoelig bent voor een bepaalde stof, dan moet u dit laten weten aan de verpleegkundige van de afdeling. Als u wondjes of infecties heeft, is het belangrijk dat u dit doorgeeft aan de verpleegkundige. Hierdoor kan de operatiewond geïnfecteerd raken. De operatie moet dan mogelijk worden uitgesteld. Op het been dat geopereerd moet worden wordt een pijl gezet. De dag van de operatie De verpleging treft de laatste voorbereidingen. Uw bed wordt op een speciale manier opgemaakt. Ook krijgt u een operatiejasje aan, een armbandje met uw gegevens en (indien afgesproken) 10

medicatie om rustig te worden en pijnstilling voor na de operatie. Als u een gebitsprothese heeft of piercings draagt, moet u deze uitdoen. Eventuele make-up moet u verwijderen. Daarna brengt een verpleegkundige u in bed naar de operatieafdeling. U gaat eerst naar de voorbereidingskamer, waar een verpleegkundige u opvangt en u verder voorbereidt. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer. De operatie In de operatiekamer legt men u op de operatietafel. Vervolgens brengt een anesthesieverpleegkundige een infuus bij u in. Via het infuus krijgt u vocht en medicijnen toegediend. Vervolgens krijgt u antibiotica en mogelijk medicijnen die u rustig maken. U wordt verdoofd door middel van een ruggenprik, eventueel gecombineerd met een slaapmiddel zodat u weinig merkt van de operatie. Uw knie en been worden bestreken met een ontsmettingsmiddel (chloorhexidine) en er komen steriele doeken over u heen te liggen, behalve over uw knie. Er wordt een verticale snee gemaakt van ongeveer 20 cm over de voorkant van de knie. Tijdens de operatie verwijdert de orthopedisch chirurg de aangetaste gewrichtsvlakken. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor er een goede verankering mogelijk is. Een kunststof laag tussen de metalen delen van de prothese zorgt er voor dat het scharnieren soepel verloopt. Daarna wordt de wond dichtgemaakt met nietjes. Aan het eind van de ingreep plaats de orthopeed plaatselijke verdoving in meerdere lagen van de knie. Door deze pijnbestrijding kunt u snel na de operatie uit bed wat de kans op complicaties als trombose verkleint. Ook heeft u minder last van bijwerkingen en krijgt u sneller weer vertrouwen in uw been. Duur van de operatie De operatie duurt 1,5 tot 2 uur. Na de operatie In principe gaat u na de ingreep naar de uitslaapkamer. Uw bloeddruk, polsslag en ademhaling worden regelmatig gecontroleerd. Na één tot twee uur gaat u, als u goed hersteld bent, weer terug naar uw kamer op 11

de verpleegafdeling Orthopedie. Als de ruggenprik is uitgewerkt zorgt de verdoving in de wond voor goede pijnstilling, in combinatie met pijnstilling in tabletvorm. Na de operatie heeft u kortdurend een infuus. Enkele uren na de operatie krijgt u bloedverdunnende middelen door middel van tabletten of spuitjes. Hiermee dient u 5 weken (tabletten) of 6 weken (spuitjes) na de operatie mee door te gaan. U krijgt hierover instructies op de verpleegafdeling van de verpleegkundige. Bloedverdunnende middelen gaan de vorming van stolsels (trombose) in de bloedvaten tegen. De belangrijkste manier om trombose te voorkomen is snel weer in beweging komen. Op de verpleegafdeling Orthopedie wordt uw toestand geregeld gecontroleerd. In uw arm zit een infuus om vocht of medicijnen te kunnen toedienen als dit nodig is. Verder krijgt u koeling door middel van een manchet (cryo-cuff) om het been. Dit zorgt er voor dat u minder pijn en zwelling heeft. Als de ruggenprik is uitgewerkt en u heeft weer goed gevoel in uw benen is het belangrijk dat u direct vertrouwen in uw geopereerde been krijgt. Met hulp van de verpleegkundige en fysiotherapeut gaat u staan en zet u de eerste passen. De knieprothese is direct goed belastbaar. De fysiotherapeut begeleidt u, geeft u praktische tips en doet oefeningen met u. De fysiotherapeut leert u hoe u in en uit bed en in en uit een stoel moet komen. U mag tijdens en na de opname geen rolletje of kussentje onder de knie leggen. Dit om trombose te voorkomen en te voorkomen dat uw knie niet goed recht gemaakt kan worden. Er wordt dagelijks bekeken of u de knie al verder kan buigen. Het beste resultaat wordt behaald wanneer u binnen 3 dagen 80 of meer kunt buigen. Uw fysiotherapeut helpt en ondersteunt u hierbij. Naast het buigen van de knie is ook de strekking van de knie belangrijk. Als u de knie niet voldoende kunt strekken krijgt u na de operatie, in overleg met de fysiotherapeut, mogelijk een strekspalk gedurende de nacht. 12

Fysiotherapie tijdens de opname Na de operatie krijgt u dagelijks fysiotherapie. Hierbij wordt aandacht besteed aan de beweeglijkheid van uw knie en het lopen en traplopen met krukken. Om met ontslag te kunnen moet u: Uw knie volledig kunnen strekken en deze 80 kunnen buigen. Een snel herstel van deze beweeglijkheid heeft vaak namelijk een positief effect op het verloop van uw revalidatie. Goed zelfstandig kunnen (trap)lopen met krukken. Vanaf de eerste dag na de operatie werken we hiernaar toe. Twee tot vier uur na de operatie wordt (zo mogelijk) gestart met het lopen. Het lopen wordt per dag uitgebreid. Tijdens uw opname oefent u met de fysiotherapeut en krijgt u uitleg over situaties die u tegen kunt komen bij het naar huis gaan (bijvoorbeeld in en uit de auto stappen en drempels opstappen). Hulpmiddelen Het hele behandelteam streeft ernaar u zo zelfstandig mogelijk te maken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse hulpmiddelen. Dit zijn de helping hand, een lange schoenlepel en/of elastische veters en/ of een tenenwasser. Mogelijke risico s en complicaties Infecties Infecties komen in minder dan 1% van de gevallen voor. Om infecties te voorkomen krijgt u tijdens en de eerste dag ná de operatie antibiotica. Trombose en longembolie Bij trombose ontstaan er bloedstolsels in de bloedvaten. Als bloedstolsels een bloedvat afsluiten, ontstaat een embolie. Het weefsel dat door dit bloedvat wordt voorzien van zuurstof krijgt dan te weinig bloed. Hierdoor kan schade aan dat weefsel ontstaan. Om dit te voorkomen krijgt u een bloedverdunnend medicijn, tenzij uw arts u iets anders voorschrijft. Wanneer u bloedverdunnende 13

middelen gebruikt en al bekend bent bij de trombosedienst, is dit waarschijnlijk anders. Beschadiging aan de zenuw Dit treedt slechts zelden op, maar kan aanleiding geven tot gevoelsstoornissen en krachtverlies in de voet. Dit geneest doorgaans geheel of grotendeels. Omdat er een snee in de huid wordt gemaakt, kunnen uw huidzenuwen beschadigd raken. Dit geeft een dof of dood gevoel in de huid rondom het litteken. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd. Soms zijn ze echter blijvend. Nabloeding Hiervoor krijgt u na de operatie gedurende 24 uur een strak verband om de knie. Het niet goed sporen van de knieschijf Dit geeft pijn bij het buigen; traplopen en fietsen kunnen dan moeizaam zijn. Na enkele jaren kan de prothese los gaan zitten. De prothese kan dan eventueel vervangen worden. Beperkte functie Soms gaat de revalidatie moeizaam en herstelt de functie van de knie traag. Het risico hierop is groter indien u voor de operatie al een duidelijk beperkte buig- en/of strekfunctie had. Er kan dan besloten worden om de knie onder verdoving door te buigen. Roken Roken kan aanleiding geven tot vertraagde wondgenezing of het risico op infecties sterk vergroten. Ontslag Als de specialist en de fysiotherapeut vinden dat uw toestand goed genoeg is, kunt u naar huis. Dit is meestal rond de derde dag van uw opname. U krijgt dan de volgende papieren mee: Afspraak op de polikliniek Orthopedie met de verpleegkundig specialist/arts-assistent voor 2 weken na de operatie. Een controle afspraak met de orthopeed op de polikliniek Orthopedie, voor ongeveer zes weken na de operatie. Een verwijsformulier voor het maken van een röntgenfoto. Deze foto moet u laten maken vóórdat u de controle afspraak heeft met de 14

orthopeed, zes weken na de operatie. Dit kan zonder afspraak maar u moet hiervoor wel een half uur eerder komen dan uw afspraaktijd bij de orthopeed. De verwijzing voor fysiotherapeutische behandeling en een overdracht voor uw fysiotherapeut. Een recept voor medicijnen. Vervoer U mag niet zelf naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand anders u op komt halen. De makkelijkste manier om in de auto te stappen is om eerst op de stoel te gaan zitten en daarna de benen één voor één naar binnen te zetten. Bij het in- en uitstappen is het raadzaam om de auto een klein stukje van de stoeprand af te zetten, zodat de inen uitstap niet zo laag zijn. Na uw opname Fysiotherapie ná de opname Thuis werkt u verder aan uw revalidatie, waarbij u door uw fysiotherapeut wordt begeleid. Hoe lang de revalidatie duurt, is sterk afhankelijk van een aantal persoonlijke factoren, zoals uw conditie vóór de operatie, de wondgenezing, uw leeftijd en het soort inspanning dat van u wordt verwacht. Globaal moet u rekening houden met een herstelperiode van vier tot zes maanden, waarbij u de eerste zes weken de meeste beperkingen zult ondervinden. Vaak is er pas na een jaar sprake van een eindtoestand, zelfs na deze tijd kan er nog langzaam enige verbetering optreden. Na het ontslag kunt u gaan revalideren bij een fysiotherapeut bij u in de buurt. Houdt u er rekening mee dat niet alle zorgverzekeraars een eventuele taxi vergoeden. Let op: Het is belangrijk dat u de beweeglijkheid van de knie en de spierkracht onderhoudt. Het is goed om regelmatig te bewegen en te lopen en dit af te wisselen met voldoende rust. Het kan zijn dat uw knie op het 15

oefenen reageert met zwellen of warm aanvoelen. Overleg dan met de fysiotherapeut welke activiteiten u eventueel moet aanpassen. De toekomst Na plaatsing van een knieprothese is de pijn meestal na 3 tot 6 maanden sterk afgenomen en de loopfunctie duidelijk verbeterd. Meestal kunt u de knie verder dan 90 graden (haaks) buigen. Fietsen is meestal weer mogelijk na een aantal maanden. Wij raden u af de nieuwe knie in werk en sport zwaar te belasten; de kans op beschadiging is dan immers groot. De orthopedisch chirurg kan u hierover adviseren. Knieprothesen zijn van hoogwaardige kwaliteit en er wordt voortdurend gewerkt aan perfectionering. De levensduur bedraagt gemiddeld tien tot vijftien jaar. Voorzichtigheid blijft echter geboden, bijvoorbeeld als u sporten anders dan wandelen en fietsen beoefent. U blijft gedurende lange tijd onder controle staan. Dit is nodig omdat er altijd een kans bestaat op loslating van de prothese. Een belangrijk onderdeel van deze controle is een röntgenfoto van de knie. Leefregels voor de eerste zes weken thuis Gaan zitten en weer opstaan Als u wilt gaan zitten is het voor uw veiligheid belangrijk dat u het bed of de stoel tegen de achterkant van de benen voelt. Zet eerst de krukken aan de kant of plaats ze om de polsen en steun met beide handen op de leuningen van de stoel of op het bed. Gemakkelijk is een hoge stoel met armleuningen. In een lage stoel kunt u eventueel een stevig kussen leggen, zodat u wat hoger zit. Als u wilt gaan staan, verplaatst u zich eerst naar de rand van de zitting, dus naar voren toe. Drukt u zich dan met beide armen naar voren vanaf de armleuningen. De eerste tijd, totdat de hechtingen zijn verwijderd, dient u als u gaat zitten of staan het geopereerde been iets naar voren te plaatsen. Lopen U loopt na de operatie 6 weken met twee krukken. Als u met krukken loopt, doe dit in een goede houding. Kijk niet naar de grond, maar vooruit. Als u naar de voeten kijkt, verhoogt dit het risico op struikelen of vallen. Bovendien raakt u hiervan ook meer vermoeid. Loop rustig. Het is niet nodig dat u zich haast. Kijk uit voor natte 16

en/ of gladde vloeren. In overleg met uw fysiotherapeut mag u binnenshuis eventueel kleine afstanden met 1 kruk lopen. Traplopen U oefent het traplopen met de fysiotherapeut. Trap op: eerst het niet geopereerde been neerzetten, dan het geopereerde been en de kruk bijzetten. Trap af: eerst de kruk met het geopereerde been neerzetten, dan het niet geopereerde been bijzetten. Een stevige trapleuning is nodig. Als u thuis gaat traplopen doe dit dan de eerste keren onder begeleiding. Slapen Wij raden u aan om op uw rug te slapen en geen kussen onder de knie te leggen. Zo strekt u uw knie goed wat erg belangrijk is! Kunt u de knie niet goed strekken dan dient u s nachts met een strekspalk te slapen. Als deze voor u nodig is, krijgt u deze tijdens uw opname. Wilt u toch op de zij gaan liggen om de stuit te ontlasten, dan kan het prettig zijn om een kussen tussen de benen te leggen. Hechtingen De wond is gesloten met nietjes. Deze worden tijdens de afspraak na twee weken verwijderd. Nadat de hechtingen zijn verwijderd en de wond goed gesloten is, mag u douchen. Wilt u zittend douchen? Zet dan bijvoorbeeld een keukenstoel met leuningen in de douche. Zwemmen U mag nog niet zwemmen. Tijdens uw controleafspraak met de orthopeed (6 weken na de operatie) kunt u vragen wanneer dit weer mag. Autorijden U mag de eerste 6 weken niet zelf autorijden, omdat u hiervoor dan niet verzekerd bent. In overleg met uw behandelend arts mag u na 6 weken meestal weer proberen auto te rijden, als de kracht in het been voldoende is. Lees vooraf de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij door. Fietsen Na het verwijderen van de hechtingen mag u voorzichtig beginnen met oefenen op de hometrainer bij de fysiotherapeut. In overleg met uw fysiotherapeut en arts kunt u vanaf ongeveer 8 tot 10 weken na de operatie ook voorzichtig buiten fietsen. Gebruik bij voorkeur een fiets met een lage instap (damesfiets). 17

Douchen/baden U mag weer douchen zodra de nietjes zijn verwijderd, dit is na 14 dagen. In bad gaan mag na drie weken. Geslachtsgemeenschap Na de operatie en de herstelperiode (6 tot 8 weken) kunt u voorzichtig weer proberen hoe geslachtsgemeenschap voor u is. In principe zijn er geen belemmeringen meer. Wondverzorging De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom de nietjes kan er wat rood of geïrriteerd uitzien. Als na veertien dagen de nietjes verwijderd zijn, neemt deze roodheid af, tot die tijd is een pleister ter bescherming van de hechtingen voldoende. Oefeningen U krijgt van de fysiotherapeut oefeningen om uw beenspieren te versterken en om de beweeglijkheid van uw knie te verbeteren. Dit doet u door regelmatig te bewegen en te lopen en dit af te wisselen met voldoende rust. Het kan zijn dat door het oefenen de knie reageert door wat dikker te worden of door warm aan te voelen. Overleg dan met de fysiotherapeut welke activiteiten u eventueel moet aanpassen. Bij zwelling kunt u de knie koelen met de manchet van de cryo-cuff koeler of met een ijspakking. Voorkomen van infectie van de knieprothese Als knieprothesedrager blijft de kans op infectie van de prothese ook in de toekomst bestaan. U moet uw huisarts, tandarts of specialist van tevoren inlichten over uw knieprothese als tanden en kiezen getrokken worden, tandwortelbehandelingen plaatsvinden, operaties of andere inwendige ingrepen verricht worden. Het is noodzakelijk dat u tijdens deze ingrepen beschermd wordt met antibiotica om zo het gevaar van infectie te voorkomen. In sommige gevallen leidt een infectie ergens anders in het lichaam tot een ernstige infectie rond de prothese. Hetzelfde geldt ook als u ontstoken wonden heeft. Een infectie kan de oorzaak zijn dat een prothese loslaat. Neem contact op met uw huisarts als u denkt dat u een infectie of een ontstoken wond heeft. 18

Wanneer neemt u contact op? U dient contact op te nemen met het ziekenhuis als een van de volgende problemen ontstaat: Als de wond gaat lekken. Als de wond/knie rood of dik wordt en/of meer pijn gaat doen. Als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl dit daarvoor goed mogelijk was Als u temperatuurverhoging krijgt hoger dan 38,5 Celsius en als u zich hierbij niet lekker voelt. Neem tijdens kantooruren telefonisch contact op met de polikliniek Orthopedie. Buiten kantooruren neemt u telefonisch contact op met de Spoedeisende Hulp. De telefoonnummers vindt u onder Contactgegevens. Controle Twee weken na de operatie heeft u een controle afspraak met de verpleegkundig specialist/arts-assistent op de polikliniek Orthopedie. Zes weken na de operatie heeft u een controle afspraak met de orthopeed op de polikliniek Orthopedie. Laat voorafgaande aan deze controle een röntgenfoto van uw knie maken. 19

Registratie van operatiegegevens Uw operatiegegevens worden opgenomen in de landelijke 'Registratie Orthopedische Implantaten' onder vermelding van uw burgerservicenummer. Door registratie van deze gegevens kunnen we een beter beeld krijgen van de levensduur van protheses. Hiermee kunnen we de kwaliteit van zorg verder verbeteren. Meest gestelde vragen na de operatie Hoe lang blijft mijn knie pijnlijk? De pijn na het plaatsen van een knieprothese wordt geleidelijk aan minder. Na twee of drie maanden treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen. Startpijn kan nog een tijdje aanhouden, dit betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit! Hoe lang blijven mijn been en knie dik? De zwelling van uw been vermindert meestal gedurende 6 weken na ontslag. Het dik worden van uw knie kunt u verminderen door uw knie te koelen en uw been hoog te leggen. De hele knie blijft gedurende 6 tot 8 maanden iets dikker en warmer dan normaal. De zwelling is over het algemeen s avonds het grootst en neemt geleidelijk af in de loop van de tijd. Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik of ik teveel geoefend heb? Drie keer per dag 10 tot 15 minuten oefenen is voldoende. Voert u de oefeningen serieus uit, maar overdrijf niet. Wanneer u te veel heeft geoefend merkt u dit aan uw knie: deze wordt dan dik, rood of gloeiend. U kunt uw knie dan het beste koelen. Hoe lang moet ik bloedverdunnende medicijnen blijven gebruiken? Wanneer u tijdens deze opname gestart bent met het gebruik van bloedverdunnende medicijnen, dan blijft u deze gebruiken zolang uw arts dit heeft voorgeschreven. Deze medicijnen worden daarna gestopt. Mocht u al bloedverdunnende middelen gebruiken vóór de operatie, 20

dan moet u met uw arts overleggen wanneer u hiermee weer moet beginnen. Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u die stellen aan uw behandelend arts, of tijdens het telefonisch spreekuur van 12.30 tot 13.00 uur. Tijdens kantooruren kunt u ook contact opnemen met de verpleegkundigen van de verpleegafdeling Orthopedie. Contactgegevens Catharina Ziekenhuis Telefoon 040-239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040-239 96 00 Polikliniek Orthopedie 040-239 71 80 (telefonisch spreekuur van 12.30 tot 13.00 uur) Verpleegafdeling Orthopedie 040-239 80 00 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Orthopedie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/orthopedie. 21

22

23

Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 5602 ZA Eindhoven