STUDIEGEBIED HANDEL Opleiding Bedrijfsbeheer INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. De evaluatiemodaliteiten 3. De evaluatievorm 4. De evaluatieorganisatie 4.1. Evaluatietijdstip 4.2. Evaluatiedeelname 4.3. Afwezigheid bij evaluatie 4.4. Inhaalevaluaties 4.5. Bespreking van de resultaten en inzagerecht 4.6. Bewaren van de evaluatiekopijen 5. Vrijstellingen 5.1. Algemeen 5.2. Grond van vrijstellingen 5.2.1. Op grond van een reeds gevolgde opleiding erkend door het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 5.2.2. Op grond van aantoonbare kennis verworven in een andere opleidings- of vormingsinstelling 5.2.3. Op grond van beroepservaring 5.2.4. Op grond van een vrijstellingsproef 5.3. Aanvraagprocedure 5.3.1. studiebewijzen 5.3.2. kennis 5.3.3. beroepservaring 5.3.4. evaluatie 5.4. Antwoordprocedure 5.5. Beroepsprocedure 6. De evaluatiecommissie 6.1. De samenstelling 6.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 6.3. Wijze van beraadslaging 6.4. Beslissing van de evaluatiecommissie 6.5. Bekendmaking van de evaluatieresultaten 7. Beroepsprocedure 7.1. Procedure voor conflicten vóór de beraadslaging 7.2. Procedure bij vermoede materiële vergissingen na het afsluiten van de beraadslaging 8. De ombudspersoon -1-
1. Inleiding Dit reglement is opgesteld om de evaluaties in onze opleiding Bedrijfsbeheer in optimale sfeer te laten verlopen. Het evaluatiereglement maakt u duidelijk dat er niet alleen regels zijn waaraan u zich moet houden maar dat u als cursist ook een aantal rechten hebt, vb. het recht op een correcte behandeling m.b.t. het afleggen van evaluaties en de beoordeling ervan. 2. De evaluatiemodaliteiten De evaluatie gebeurt op basis van permanente evaluatie. Als centrum kiezen wij voor meerdere evaluatiemomenten tijdens de looptijd van de module. De beoordelingscriteria worden afgeleid uit de doelstellingen en leerinhoud vermeld in de leerplannen. Permanente evaluatie is het resultaat van de continue beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel tijdens de organisatieperiode van de opleiding. Het betreft dus een gespreide evaluatie, op verschillende tijdstippen. Kennis, vaardigheden en attitudes worden getoetst tijdens praktische oefeningen en toepassingen; de evaluatie gebeurt a.d.h.v. observaties en/of kennistoetsen en/of opdrachten en/of verslagen bij didactische uitstappen. De concrete evaluatiemodaliteiten en de betekenis van de score worden per module in de cursus opgenomen en telkens bij de aanvang van de module toegelicht. Er wordt voor geen enkele module een tweede zittijd voorzien. 3. De evaluatievorm Per module bepaalt de campusdirecteur, onder toezicht van de directeur, na raadpleging van de betrokken leerkrachtenexaminatoren en rekening houdende met de te beoordelen competenties, de vorm van de evaluatie. Bij een mondelinge evaluatie wordt bovendien op verzoek van de cursist een schriftelijke voorbereidingstijd toegestaan. In geval van overmacht kan de campusdirecteur een mondelinge evaluatie schriftelijk laten afleggen of omgekeerd. 4. De evaluatieorganisatie 4.1. Evaluatietijdstip De tijdstippen van de verschillende evaluatiemomenten binnen de permanente evaluatie worden door de leerkracht in samenspraak met de cursisten bepaald. 4.2. Evaluatiedeelname Om voor een module beoordeeld te kunnen worden moet de cursist: - voldoen aan de toelatingsvoorwaarden (cfr. Infobrochure); - het cursusgeld volledig betaald hebben; - voldoen aan de door het studieprogramma opgelegde verplichtingen zoals verwerkings- en toepassingsopdrachten (o.a. maken van verslagen, eindwerken, ) en competentiegerichte opdrachten. - de onderwijsactiviteiten van de module waarvoor werd ingeschreven, regelmatig gevolgd hebben, d.w.z. per module van 8 lesweken max. 1 X onwettig afwezig en 1 X gewettigd afwezig zijn. In het totaal mag men niet meer dan 2 X afwezig zijn. per module van 16 lesweken max. 2 X onwettig afwezig en/of 3 X gewettigd afwezig zijn. In het totaal mag men niet meer dan 4 X afwezig zijn. -2-
per module van 32 lesweken max. 4 X onwettig afwezig en/of 6 X gewettigd afwezig zijn. In het totaal mag men niet meer dan 8 X afwezig zijn. In uitzonderlijke gevallen kan de directie hierop een afwijking toestaan. De beslissing van de directie kan in geen geval door de cursist betwist worden. 4.3. Afwezigheid bij evaluaties In alle modules wordt je geëvalueerd volgens het systeem van permanente evaluatie. Een cursist dient aan alle evaluaties van de module(s) waarvoor hij/zij is ingeschreven deel te nemen. Een cursist die tijdens een vooraf doorgegeven evaluatiemoment afwezig is en hierdoor ongewettigd afwezig is, krijgt een 0 op dit onderdeel binnen de permanente evaluatie. Indien hij/zij een geldige reden heeft om afwezig te zijn op een vooraf doorgegeven evaluatiemoment, deelt hij/zij dit uiterlijk binnen de 48 uur na het evaluatietijdstip mee aan de campusdirecteur. Hij/zij dient dit dan wel te staven door bij de campusdirecteur een medisch attest of een ander bewijsstuk in te leveren. In dit geval kan laatstgenoemde een inhaalevaluatie toestaan. 4.4. Inhaalevaluaties De campusdirecteur kan een cursist toestaan binnen dezelfde evaluatieperiode een evaluatie af te leggen op een ander tijdstip dan voorzien in de evaluatieregeling. Indien een cursist meent recht te hebben op een inhaalevaluatie, dient hij/zij dit te vragen bij de campusdirecteur. Inhaalevaluaties worden steeds binnen de betreffende evaluatieperiode, in het centrum en na overleg tussen de campusdirecteur en de betrokken lesgever georganiseerd. Inhaalevaluaties worden enkel toegestaan indien de cursist een geldige reden heeft voor zijn/haar afwezigheid op een evaluatie. Een geldige afwezigheid houdt echter niet automatisch het recht op een inhaalevaluatie in. De campusdirecteur oordeelt over een mogelijke verplaatsing van de evaluatie. Hij/zij treft dan in overleg met de betrokken lesgever een nieuwe regeling welke aan de cursist wordt medegedeeld. 4.5. Bespreking van de resultaten en inzagerecht Uiterlijk één week voor het beëindigen van de cursusperiode wordt aan de cursisten kenbaar gemaakt waar en wanneer de contactavond wordt georganiseerd waar de evaluatieresultaten meegedeeld worden en waar het deelcertificaat wordt uitgedeeld. Tijdens de contactavond kunnen cursisten vrijblijvend hun examenkopijen inkijken en bespreken met de betrokken leerkracht. 4.6. Bewaren van de evaluatiekopijen Kopijen van schriftelijke evaluaties worden gedurende 3 jaar volgend op de bekendmaking van de beraadslaging door het CVO bewaard. Voor de evaluaties waarvoor in de context van dit reglement door de cursist een formele klacht is ingediend of waarvoor de voorzitter de evaluatiecommissie opnieuw bijeen riep, bewaart de opleiding de kopijen gedurende 5 jaar. 5. Vrijstellingen 5.1. Algemeen De directeur van het centrum kan vrijstelling van opleidingsonderdelen verlenen. Deze vrijstellingen impliceren zowel de lessen als de bijhorende evaluatieactiviteiten en kunnen leiden tot studieduurverkorting. De directeur kan bepaalde opleidingsonderdelen uitsluiten van de mogelijkheid tot vrijstelling. -3-
5.2. Grond van vrijstellingen 5.2.1. Op grond van een reeds gevolgde opleiding erkend door het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap De cursist volgde reeds opleiding ( waarvan een studiebewijs) die naar niveau, inhoud en omvang in voldoende mate overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd. 5.2.2. Op grond van aantoonbare kennis verworven in een andere opleidings- of vormingsinstelling De directeur beoordeelt in welke mate de vooropleiding van de cursist overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel. 5.2.3. Op grond van beroepservaring De directeur beoordeelt in welke mate de beroepservaring van de cursist overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel. 5.2.4. Op grond van een vrijstellingsproef De directeur beoordeelt een eventuele vrijstelling op basis van een examen. Deze evaluatie bepaalt in welke mate de aanwezige kennis en vaardigheden het verlenen van een vrijstelling rechtvaardigen. 5.3. Aanvraagprocedure Bij inschrijving worden aan de cursisten documenten ter beschikking gesteld voor de aanvraag van eventuele vrijstelling(en). De cursist motiveert zijn verzoek tot vrijstelling op basis van hoger vermelde gronden en door voorlegging van de volgende stavingdocumenten. De directeur beoordeelt of de voorgelegde documenten voldoen. -4-
5.3.1. Studiebewijzen Met name: - kopie van het studiebewijs (diploma, getuigschrift of certificaat uit het onderwijs) die als basis van de vrijstelling geldt; - een overzicht van de afgelegde evaluaties en bijhorende evaluatieresultaten of cijferlijsten; - een beknopte inhoud van de opleidingsonderdelen die als basis voor de vrijstelling gelden; - een document 8 (wekelijkse lessentabel) van de gevolgde opleiding op grond waarvan de vrijstelling wordt aangevraagd; 5.3.2. Kennis Met name: - een attest van de gevolgde opleiding op grond waarvan de vrijstelling wordt aangevraagd; - een opgave van de opleidingsinhoud en de opleidingsduur; 5.3.3. Beroepservaring Met name: - een verklaring van de werkgever, waarin uitvoerig wordt beschreven voor welke taken de cursist instaat en over welke competenties hij/zij beschikt. 5.3.4. Evaluatie De campusdirecteur van het centrum richt een evaluatie in uiterlijk de vijfde dag na het einde van de inschrijvingstermijn. De directeur oordeelt op basis hiervan autonoom of de vereiste kennis en vaardigheden voor het starten in een module bereikt zijn. 5.4. Antwoordprocedure De campusdirecteur van het centrum deelt na ontvangst van de stavingdocumenten en uiterlijk zeven dagen na de inschrijvingstermijn schriftelijk zijn beslissing mee. De beslissing van de campus directeur wordt gemotiveerd en opgenomen in het dossier van de cursist. 5.5. Beroepsprocedure Wanneer de cursist niet akkoord gaat met de beslissing van de directie wat betreft de toegestane vrijstellingen kan hij/zij binnen de 3 werkdagen, volgend op de bekendmaking van de genomen beslissing, per aangetekend schrijven beroep aantekenen bij de voorzitter van de Raad van Bestuur, Halmstraat 6, 3600 Genk. Niet tijdig ingediende bezwaarschriften worden onontvankelijk verklaard. De interne beroepscommissie bestaat uit minstens drie leden van de Raad van Bestuur; de directeur kan er ambtshalve geen lid van uitmaken. De interne beroepscommissie behandelt het beroep binnen de 5 werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Ze onderzoekt de klacht grondig en hoort de aanvrager. Ter zitting wordt ervan een procesverbaal opgemaakt, dat onverwijld wordt overgemaakt aan de directeur van het centrum. Uiterlijk 2 werkdagen na ontvangst van het proces-verbaal van de interne beroepscommissie neemt de directeur een definitieve en duidelijk gemotiveerde beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de cursist. 6. De evaluatiecommissie 6.1. De samenstelling -5-
De directeur van het centrum richt voor de opleidingen van het studiegebied voeding per opleiding een evaluatiecommissie op. Iedere evaluatiecommissie kan bestaan uit volgende stemgerechtigde leden: - de directeur of op zijn aanwijzing de adjunct-directeur bevoegd voor de betrokken afdeling. Hij/zij neemt het voorzitterschap waar; - de leden van het onderwijzend personeel, belast met de onderwijs- en andere studieactiviteiten van de cursist; - eventueel een aantal niet stemgerechtigde leden, al dan niet (externe) deskundigen De voorzitter van de evaluatiecommissie duidt onder de leden een secretaris aan. 6.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden De evaluatiecommissie beoordeelt de evaluatieresultaten van de tijdens de organisatieperiode regelmatig ingeschreven cursist. De evaluatiecommissie beslist over de toe te kennen graad nadat de cursist alle modules van de volledige opleiding heeft afgelegd en vermeldt per module of de cursist al dan niet geslaagd is. In geval van fraude, gepleegd door de cursist, beslist de evaluatiecommissie tot uitsluiting van de cursist. De evaluatiecommissie ziet bij de uitreiking van studiebewijzen toe op de regelmatigheid van eventueel buiten het centrum verleende vrijstellingen, de regelmatigheid van de uitgereikte deelcertificaten en overtuigt er zich van dat het geheel van de verworven studiebewijzen voldoet voor de studiebekrachtiging. 6.3. Wijze van beraadslaging De stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie hebben de plicht de beraadslaging bij te wonen. Enkel in geval van overmacht kan hiervan worden afgeweken. Om geldig te beraadslagen moet tenminste de helft van de stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie aanwezig zijn. Een lid van de evaluatiecommissie is niet stemgerechtigd m.b.t. cursisten die bloed- of aanverwant zijn. De evaluatie mag enkel afgenomen worden in bijzijn van een collega die deze verwantschap niet heeft en vertrouwd is met het vakgebied. De evaluatiecommissie neemt haar beslissingen bij unanimiteit van de stemgerechtigde leden. Wanneer er geen unanimiteit is, legt de voorzitter de stemming op. De leden van de evaluatiecommissie stemmen bij handopsteken. Als tenminste twee stemgerechtigde leden zich hiertegen verzetten, gebeurt de stemming schriftelijk en geheim. De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. De leden van de evaluatiecommissie zijn dus tot geheimhouding over de beraadslaging en de stemming verplicht. Het proces-verbaal van de beraadslagingen van de evaluatiecommissie vermeldt de samenstelling van de evaluatiecommissie en de aanwezigen bij de beraadslagingen. Het bevat bovendien per cursist het evaluatieresultaat van de module. De voorzitter en de leden van de evaluatiecommissie ondertekenen het proces-verbaal. 6.4. Beslissing van de evaluatiecommissie De beslissing van de evaluatiecommissie gaat over de leerstof van de ganse organisatieperiode en over alle modules waarvoor de cursist ingeschreven is. -6-
De evaluatiecommissie verklaart een cursist geslaagd of niet geslaagd. Een cursist die als eindresultaat 50% per module behaalt is geslaagd. De cursist is geslaagd voor de totale opleiding indien hij/zij tenminste 60% behaalde op het totaal aantal punten van de opleiding. 6.5. Bekendmaking van de evaluatieresultaten De evaluatieresultaten worden na beraadslaging in de evaluatiecommissie tijdens een contactavond op het einde van elke cursusperiode meegedeeld. De aan deze resultaten verbonden studiebewijzen worden dan ook telkens uitgereikt. Tijdens de contactavond kunnen de cursisten vrijblijvend hun evaluatieuitslagen met de betrokken leerkrachten bespreken. 7. Beroepsprocedure 7.1. Procedure voor conflicten vóór de beraadslaging Als de cursist tijdens of onmiddellijk na de evaluatie meent dat er tijdens de evaluatie onregelmatigheden zijn gebeurd, dan moet de cursist tot één werkdag na de evaluatie klacht indienen bij de directeur. Deze stelt een onderzoek in en beslist autonoom of de evaluatie opnieuw moet worden gedaan. 7.2 Procedure bij vermoede materiële vergissingen na het afsluiten van de beraadslaging De beslissing die de evaluatiecommissie neemt, is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie, in het belang van de cursist. Bij eventuele betwistingen van een beslissing van de evaluatiecommissie, moet de betrokken cursist uiterlijk binnen de 2 werkdagen, volgend op de bekendmaking, een persoonlijk onderhoud aanvragen bij de directeur van het centrum. Deze aanvraag dient schriftelijk te worden gedaan. Dit onderhoud kan ertoe leiden dat: 1. de cursist ervan wordt overtuigd dat de genomen beslissing gegrond is. Er is geen betwisting meer. Dit wordt schriftelijk bevestigd door de cursist; 2. de directeur oordeelt dat de door de cursist aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de evaluatiecommissie rechtvaardigen en dat de eerste beslissing behouden blijft. Dit wordt door de directeur schriftelijk bevestigd. De cursist is het hier niet mee eens en de betwisting blijft bestaan; 3. de directeur oordeelt dat de door de cursist aangebrachte redenen voor betwisting het overwegen waard zijn. De evaluatiecommissie wordt dan opnieuw samengeroepen en de beslissing wordt nogmaals overwogen. Het resultaat van deze bijeenkomst wordt schriftelijk, per aangetekende zending, aan de cursist meegedeeld. Als de betwisting blijft bestaan -in situatie 2 of 3- kan de cursist schriftelijk beroep instellen bij de inrichtende macht, binnen de 5 werkdagen na bekendmaking van de beslissing, met een aangetekend schrijven. Niet tijdig ingediende bezwaarschriften worden onontvankelijk verklaard. Een beroepscommissie samengesteld uit minstens 3 leden van de inrichtende macht onderzoekt de klacht grondig. De directeur kan ambtshalve geen lid zijn van deze beroepscommissie. De betrokken cursist wordt gehoord door de beroepscommissie waarvan ter zitting een proces-verbaal wordt opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt overgemaakt aan de directeur van het centrum, die het op zijn beurt voorlegt aan de samengeroepen betrokken evaluatiecommissie. -7-
De definitieve, duidelijk gemotiveerde beslissing wordt door de directeur aangetekend aan de betrokken cursist overgemaakt. Indien de cursist met deze beslissing niet akkoord is, kan deze externe middelen aanwenden om de genomen beslissing aan te vechten. 8. De ombudspersoon De ombudspersoon voor de campus Sint-Martinus is de Campus directeur (mevr. Marleen Kauffmann) of bij haar afwezigheid de Technisch Adviseur /coördinator (dhr. Wim Leemans ) De ombudspersoon treedt op als bemiddelaar tussen de cursist en de evaluatiecommissie. Hij/Zij onderzoekt alle klachten in verband met de evaluatieregeling, het verloop van de evaluaties en de deliberatie. Om zijn/haar taken zo goed mogelijk te vervullen heeft hij/zij het recht om aan de leden van de evaluatiecommissie inlichtingen te vragen over de evaluaties. Hij/zij is tot discretie verplicht. Dit evaluatiereglement werd op 16 september 2015 door het centrumbestuur goedgekeurd en treedt in voege vanaf 16 september 2015. -8-