Handboek T-Mix V 1.20-nl

Handboek T-Mix V 1.20-nl

Product handleiding MPS statische menger systemen Uitleg mengsysteem Met de systemen van MPS statische mixers is het mogelijk om zowel drievoudige mixen (Trimix, Heliar) als tweevoudige mixen (Heliox, Nitrox) te maken. Ze zijn eenvoudig te installeren en zijn zeer gebruiksvriendelijk. Hun vorm, gepatenteerd over de hele wereld, garandeert wiskundige berekende mengsels (dankzij specifieke software), met een minimaal drukverlies. De mixer is samengesteld uit een reeks mix elementen in serie geplaatst in buisvorm. Het mengen is gebaseerd op de verdeling en radiale afwijking van de vloeistof door elk element. Bij de inlaat van het systeem wordt de lucht aangezogen via een stofafvangend filter (F). De lucht wordt getransporteerd naar de eerste mixer (M1), hier vindt de injectie van zuurstof plaats. Na de eerste mixer wordt de dan verkregen Nitrox getransporteerd naar de tweede mixer (M2). Hier vindt, indien gewenst, de injectie van Helium plaats. De verkregen Trimix wordt uiteindelijk overgebracht naar het aanzuigpunt van de compressor via een hiervoor geschikte buis (P). 2

Instellen systeem Zowel de helium als de zuurstofvoorziening circuit zijn uitgerust met een zeer nauwkeurig te regelen klep, geplaatst in het bovenste gedeelte van de mixer voor regelbare injectie van de gasstroom (zie CV1 voor zuurstof en CV2 voor helium). De kleppen moeten worden voorzien van gas met een maximale druk van 8 bar. Deze druk kan worden geregeld met de kleppen (DV1 en DV2) de reduceerkleppen van de zuurstof en helium cilinders. Analyse systeem DV1 - DV2 DRUK REDUCEERKLEPPEN Het systeem is uitgerust met een zuurstof analyzer met 3 brandstofcellen en een helium-sensor (optioneel). Op het display van het toestel is het mogelijk de uitlezing, van de Nitrox zuurstof cel (S1), geproduceerd door de eerste mixer, af te lezen. Alsmede de uitlezing van de Trimix zuurstof cel (S2), aan de uitlaat van de tweede mixer. Deze aanwijzingen geven een beeld van de waarden van het gewenste mengsel. In het onderste deel van de mixer is een jack-aansluiting (S3) voorzien, die kan worden gebruikt voor het analyseren van de mix in de tank. NB Door het gedrag van de zuivere gassen, is het altijd verplicht het verkregen mengsel te analyseren, om mogelijke verschillen te kunnen corrigeren en vervolgens het systeem te calibreren. 3

Control Panel en Mengsel Display (MCU) Veiligheids System Een zeer efficiënt veiligheidssysteem is beschikbaar op de mixer. Het is voorzien van twee elektro kleppen (SV1 en SV2), die normaal gesloten zijn en voorkomen dat de zuurstof en helium ongewenst het systeem in stromen. De kleppen kunnen alleen geopend worden door het inschakelen van de sleutelschakelaar K. Bovendien is op de Mixer een kabel aangesloten die voorkomt dat de mixer bediend wordt als de compressorschakelaar uit staat. Dit zorgt er voor dat de zuurstofklep uitsluitend geopend kan worden als de compressor werkt. Dit veiligheidssysteem voorkomt allereerst het gebruik van de mixer door het personeel zonder sleutel (maar de compressor zal ook zonder sleutel werken), ten tweede, het voorkomt dat het systeem met pure gassen wordt gevuld, daar dit gevaarlijk is voor gebruiker en compressor. Bovendien, als de grenswaarde wordt overschreden schakelt het veiligheidssysteem van de mixer de compressor uit. (Contact NO gelegen in de mixer). Een verdere mogelijkheid is het aanbrengen van een signaallamp dat de verlaging van de aanzuigdruk constateert zodra de compressor in bedrijf is. NB: Alle elektrische aansluitingen dienen gedaan te worden door een gekwalificeerde technicus. Veiligheidssysteem 4

Op de foto hieronder ziet u de knoppen voor zuurstof en helium van de electro kleppen gevoed met 24 V / AC transformator binnen de analyzer. De processor is ook geprogrammeerd om de zuurstoftoevoer te stoppen en de installatie uit te schakelen als het percentage zuurstof hoger dan 40% wordt, om schade aan de compressor ten geveolge van een te hoog zuurstofgehalte, te voorkomen. In deze situatie zal een zoemer afgaan, een rode led aangaan en tegelijkertijd de zuurstoftoevoer gesloten worden. Op het display kunt u kiezen het systeem te resetten of door te gaan met mengen na het zuurstofniveau verlaagd te hebben met klep CV1. (In de tussentijd blijft de klep gesloten). Dit alarm is ingesteld voor beide Zuurstof cellen. Het scherm geeft een perfecte beeld door de achtergrondverlichting. Gevoegd bij deze handleiding vindt u een schema met een stroomdiagram om het gebruik van de mixer gemakkelijker te maken. Gebruik van het systeem "OFF" POSITION Als de sleutel in positie "OFF" (niet in bedrijf) staat of wanneer u wilt uitschakelen, moeten de volgende voorwaarden gecontroleerd wordem: Er is geen elektrische voeding van de Mixer De sleutelschakelaar K staat in de uit-stand De kleppen van de zuurstof en helium flessen zijn gesloten De reduceerkleppen van de gasstroom CV1 en CV2 zijn gesloten (draai in klokrichting naar het eind). De S1 en S2 brandstofcellen zijn verwijderd en opgeslagen op een droge en koele plaats; geschikte doppen zijn in hun montageposities. 5

LUCHTFLESSEN HERVULLEN Bij het hervullen van de flessen met lucht, zijn geen verdere handelingen nodig. Controleer alleen de bij de OFF-stand genoemde voorwaarden. De compressor kan worden bediend op de gebruikelijke wijze. Opmerking: het starten van de compressor betekent dat er electriciteit wordt geleverd aan de mixer. Maar zolang de sleutelschakelaar in de OFF positie staat krijgen de kleppen SV1 en SV2 geen stroom, bovendien zorgt het sluiten van de kleppen SV1 en SV2 dat er geen toevoer van zuurstof en helium naar het systeem komt. Controleer het systeem en voorkom potentiële lekkage voor het gebruik van het systeem. NITROX FLESSEN HERVULLEN (ZUURSTOF tussen 22% en 40%). Voor het vullen van de flessen met Nitrox, controleer eerst het benodigde percentage van de zuurstof. Analyseer de fles met de mixer analyzer, controleer de druk van de fles en voer dan deze waarden in de Mixer-software in ANALYSIS POSITIE NITROX RELOAD POSITIE IP iean FP Aanvangsdruk Aanvangs Zuurstof% Gewenste einddruk O2% In te stellen percentage zuurstof bij hervulling De waarden van de zuurstof die wordt aangegeven op de rechterbovenhoek van het scherm tijdens het bijvullen, zijn de waarden die gecontroleerd dienen te worden gedurende het hervullen om de gewenste mix te verkrijgen. 6

Opmerking: indien de resultaten van de berekening van het gewenste percentage 21% is, kan de fles direct uit de compressor worden gevuld. Indien de gevonden waarde lager dan 21% is, betekent dit dat er te veel zuurstof in de fles is, dus dient u de fles gedeeltelijk leeg te laten lopen. Om dit te berekenen is het voldoende om de waarde van de aanvangsdruk in de software te wijzigen tot u 21% in de onderste regel op het display afleest. VOORBEREIDING Zodra het gewenste percentage van de zuurstof is berekend, kunt u de navulling starten. Werk met inachtneming van de volgende volgorde: Zorg ervoor dat alle bovengenoemde voorwaarden voor de stand OFF wordt voldaan. Sluit de te vullen fles op de compressor slang aan met de kraan gesloten. Zorg ervoor dat één van de slangen van de compressor wordt geopend met uitstroming naar de atmosfeer. Plaats de zuurstof cel S1 op zijn positie en sluit de kabel aan de connector C1. Doe hetzelfde voor de cel S2 in de C2-positie. Zet de mixer aan en ijk de zuurstof sensoren door vanuit het hoofdmenu naar de stand CALIBRATE te gaan. In deze functie zijn de door de brandstofcellen gemeten millivolt waarden zichtbaar en worden de mogelijke storingen weergegeven. Doormidel van de omhoog en omlaag ^ v knoppen kunt u de gewenste PO2 waarde instellen en de software toont MOD en EAD waarden voor uw uiteindelijke mix. Door de linker knop < komt u in het NITROX RELOAD berekening programma en op dit punt kunt u eenvoudig de nieuwe waarden om het gewenste Nitrox mengsel te verkrijgen instellen. De waarde van het nodige percentage zuurstof, wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het scherm tijdens het gehele bijvulperiode. 7

Open de klep van de zuurstoffles en controleer of de druk voldoende is voor de komende hervulling. Controleer of het medium druk DV1 regulering van de druk reduceer van de zuurstoffles goed is ingesteld (medium druk ongeveer 4 bar). Start de compressor en wacht enkele seconden. Druk op ENTER op het Mixer-paneel, nu wordt de berekening die u hebt gedaan opgeslagen en begint de kalibratie van de sensoren. Nu zet u door het bedienen van de pijlknoppen op de display de gewenste hervulling in. Bevestig de gewenste hervulling. Hierna toont het display een waarde tussen 20,8 en 21,0 al naar gelang de beide sensoren meten aan de aanzuig en de leveringzijde, dit is het percentage zuurstof in de omgevingslucht. HET VULLEN Open langzaam de Zuurstof regelkraan (CV1); u ziet het Zuurstofpercentage stijgen op het display. Wanneer het zuurstof percentage is bereikt, wacht een paar minuten, zodat de waarde op het display stabiel is. Sluit de vrije uitstroom op de andere slang van de compressor (dit was nodig om het juiste mengsel te verkrijgen). Nu kunt u beginnen met het vullen van de fles(sen), controleer het percentage van de zuurstof bij de leverzijde van de compressor. Dit kunt u doen met behulp van de sensor gemonteerd in het onderste deel van de mixer, op het display zal deze waarde verschijnen bij de aanduiding OUT O2. Hiermee controleert u direct het mengsel in de fles. Ga door het vullen, maar controleer voortdurend de siplaywarde en stel het gewenste percentage zonodig bij met CV1 Controleer de druk van de zuurstoftank. 8

Trimix Flessen Hervullen Om flessen met Trimix te vullen, controleer eerst het benodigde percentage O2 en He. Analyseer de tank met de mixer analyser, controleer de tank druk en voer deze waarden in, in de software van de Mixer. ANALYSE INVOER Trimix Hervul Invoer IP io2 IHE FP aanvangsdruk aanvangs Zuurstof% aanvangs Helium% gewenste einddruk fo2 gewenste O2% fhe gewenste Helium% O2% zuurstof% te gebruiken voor gewenste hervulling Hij% helium% te gebruiken voor gewenste hervulling De waarden van zuurstof en helium die zijn aangegeven op de rechterbovenhoek van het scherm tijdens het bijvullen zijn de waarden die moeten worden ingesteld en gecontroleerd om het gewenste mengsel te verkrijgen. Opmerking: indien het resultaat van de berekening van het O2% dat nodig is, 21% is, kan de tank rechtstreeks worden gevuld met lucht, indien het resultaat lager is dan 21%, betekent dit dat er te veel zuurstof in de tank zit, dus als u wilt vullen, moet U de fles het gedeeltelijk legen. Om dit te berekenen past u de waarde van de aanvangsdruk van de fles naar beneden aan in de software tot u 21% in de onderste regel op het display afleest. 9

VOORBEREIDING Zodra het gewenste O2 percentage is berekend, kunt u met het navullen beginnen. Houdt echter het volgende in acht : Zorg ervoor dat aan alle bovengenoemde voorwaarden voor de stand OFF wordt voldaan. Sluit de te vullen fles aan op de vulslang met de klep gesloten. Zorg ervoor dat één van de slangen van de compressor wordt geopend met uitstroming naar de atmosfeer. Plaats de zuurstof cel S1 op zijn positie en sluit de kabel aan op de connector C1. Doe hetzelfde voor S2. Zet de mixer aan en ijk de zuurstof sensoren door vanuit het hoofdmenu naar de stand CALIBRATE te gaan. In deze functie zijn de door de brandstofcellen gemeten millivolt waarden zichtbaar en worden de mogelijke storingen weergegeven. Door de omhoog ^ en omlaag v knoppen kunt de gewenste PO2 waarde instellen en de software toont u de MOD en EAD voor uw gewenste mengsel. Door de knop rechts > komt u in het Trimix vulberekenings programma. Voer de flesgegevens in en de waarden van het gewenste mengsel en druk in te stellen met behulp van de onderste Λ V knoppen de gegevens te selectern, en <> om de waarden te wijzigen. Nu krijgt u meteen de voor uw gewenste mengsel noodzzaklijke waarden op het display. De nieuw verkregen waarden voor O2 en He worden zichtbaar op de rechterbovenzijde van het display gedurende de gehele vulperiode. Open de klep van de zuurstoffles en controleer of de druk genoeg is voor het vullen. Controleer of het medium druk DV1 regulering van de druk reduceer van de zuurstoffles goed is ingesteld (medium druk ongeveer 4 bar). 10

Start de compressor en wacht enkele seconden. Druk op ENTER op het Mixer-paneel, nu wordt de berekening die u hebt gedaan opgeslagen en begint de kalibratie van de sensoren. Nu zet u door het bedienen van de pijlknoppen op de display de gewenste hervulling in. Selecteer het gewenste mengsel. Hierna toont het display een waarde tussen 20,8 en 21,0 al naar gelang de beide sensoren meten aan de aanzuig en de leveringzijde, dit is het percentage zuurstof in de omgevingslucht. Open langzaam Helium toevoerklep (CV2); u ziet het Zuurstof% dalen op het display. Wanneer het gewenste Helium% is bereikt, wacht dan enkele seconden, zodat de data op het display stabiliseren. Open nu langzaam de Zuurstof toevoerklep (CV1); u ziet het Zuurstof% stijgen op het display, regelen beide toevoerkleppen tot de gewenste percentages op het display bereikt zijn. Sluit de vrije uitstroom op de andere slang van de compressor (dit was nodig om het juiste mengsel te verkrijgen). Wacht tot de compressor druk stijgt en open dan de kleppen van de fles(sen) die gevuld moeten worden. Controleer dat het Zuurstof% aan de leverzijde gelijk is aan het gewenste via de analyzer op het onderste gedeelte van de mixer, deze waarde kunt u aflezen op het display met de aanduiding: OUT O2. Op de versie met Helium-sensor kunt u ook het Helium% aflezen. Op deze manier kunt U kleine aanpassingen doen voor de uitlaat-waarden van het mengsel, zonder noodzaak de correctietabellen ( voor vochtigheis en temperatuur) te raadplegen, omdat het mengsel wordt geanalyseerd aan de uitgang. Ga door met vullen. Maar check of het display de gevraagde mengselwaarden blijft aangeven, indien nodig pas de instelwaarden aan met een kleine aanpassingen van de Zuurstof toevoerklep (CV1). Denk er om dat er en kleine vertraging tussen aanpassen en uitlezing zal zitten. Controleer dat in de zuurstoffels genoeg gas zit. (Controleer manometer op het reduceertoestel). 11

Na het vullen Schakel de compressor uit (dit stopt ook de gasstroom in de mixer) of wacht tot het stoppen van de compressor door de instelling van de einddruk hier op. Analyseer de fles. (kies de stand ANALYSIS op de display). Druk op ENTER in d stand ANALYSIS en het display geeft de volgende uitlezingen : 1. O2% 2. MOD 3. EAD voor Nitrox tank (ANALYSIS NITROX) 4. Het percentage (optioneel) (ANALYSIS Trimix) derde gas (He). 5. EINDE Zorg ervoor dat de juiste waarde voor PO2 in de functie CALIBRATE wordt gezet alvorens de fles te analiseren. Op dit moment kunt u beslissen een analyse sticker voro de fles af te drukken. Draai de sleutelschakelaar in de "OFF" stand. Sluit de Zuurstof toevoerklep CV1 door deze met de klok mee te draaien tot het einde. Sluit de kleppen van de zuurstof en helium flessen. Verwijder de zuurstof brandstofcellen S1 en S2 en bewaar ze op een koele en droge plaats, zet de dop op de celpositie van de mixer. 12

Omgevings Zuurstof Test In het model B-Mix is een omgevings zuurstoftest voorzien. Dit om te voorkomen dat een zuurstof lek van de installatie de omgeving kan verrijken met zuurstof en daarmee de werking van deze mixer negatief beïnvloeden. (Dit is voor gesloten ruimte met voorraadflessen). De sensoren kunnen een lager of een hoger niveau van zuurstof in de werkomgeving signalern (instellingen zijn laag 18% en hoog 23%). De brandstofcel wordt samen met de andere cellen automatisch gecalibreert wanneer de functie CALIBRATE geactiveerd is. De waarde Zuurstof in de omgeving wordt gedurende 10 seconden getoond, maar werkt ook als deze niet getoond. Wanneer het niveau van zuurstof afwijkt van de ingestelde waarden, geeft de mixer een waarschuwing om de gastoevoer af te sluiten en de installatie af te sluiten. AFDRUK PROGRAMMA Omgevings Zuurstof Niveau (optioneel) Samen met de kabel voor de seriële verbinding met een pc, wordt software meegeleverd, die labels kan afdrukken vanuit de functie ANALYSIS. Dit is het testmoment van de fles na het vullen. Op de print staan 2 strepen met daartussen de MOD, EAD, het percentage zuurstof voor Nitrox, de datum, de naam van het duik- of vulstation en een plek voor het merkteken van de vulmedewerker of de gebruiker. Op Trimix analyse staan in plaats van MOD en END de O2%, He%, de datum, het naam van het duik- of vulstation en een plek voor het merkteken van de vulmedewerker of de gebruiker. Één sticker wordt geplaatst op de tank en de andere in de vulstation logboek. Het is mogelijk ook een bestand op te slaan als logboek op de pc. 13

Alle Software-upgrades zijn beschikbaar op het internet of worden kostenloos op aanvraag verstuurd naar de eigenaar van het vulstation. In de versie MCU is het mogelijk om de Helium sensor optioneel het mengsel te laten controleren de uitlaat van de compressor, gedurende het bijvullen en tevens deze controle na het vullen te doen met de mogelijkheid de analyse af te drukken. 14