Jeremia (1) Roeping Lezen: Jeremia 1:1-3 - 627-586 voor Christus - Assyrië verslagen. Bloei Juda, maar onzeker: Medië, Babel, Egypte - Anatot - Persoon van Jeremia in beeld - Jeremiëren - Ballingschap Belangrijke noties: 722 is Israël (tienstammenrijk) verslagen; Jeruzalem valt in 597 (Sedekia als vazal op troon gezet). Veel ballingen (Jeremia 29 bijv.). Definitieve verwoesting van Jeruzalem is: 586. Jeremia wordt dan meegenomen naar Egypte. Anatot: ligt niet ver van Jeruzalem, op de grens van de woestijn van Juda. Wildernistaal van Jeremia beeldend. Persoon van Jeremia: we krijgen een diep inzicht in zijn zielenroerselen. Grootste profeet (qua omvang). Wereldbeschouwing. Onzekere tijd, kruispunt, Jeremia wijst de weg. Weggezet als landverrader. Zwaar leven. Enige profeet waar we een Nederlands woord aan overgehouden hebben: Jeremiëren. 1 Ballingschap is het einde van de profetie van Jeremia. Geen chronologische profetie, maar meer een verzameling van uitspraken van deze profeet. Wordleposter van Jeremia Thema s die we zullen behandelen de komende tijd. Vandaag beginnen we met roeping. Laten we daarover eerst zingen. Zingen: Psalm 40:3 Preek Gemeente van Jezus, Roeping Wat is roeping? Vaak werd en wordt daar heel verheven over gedaan. Een predikant kent een roeping. En andere ambtsdragers. En de koning en koningin. En misschien ook artsen en burgemeesters.
En rechters. Alsof de term roeping bij een bepaald soort beroep hoort. Iets voor de elite. Voor wat vroeger wel een ambt genoemd werd. Is dat roeping? Ik denk zeker dat je voor die ambten geroepen moet zijn. Maar als je roeping daartoe beperkt. Dan maak je het veel te exclusief. Roeping, dat heb jij en ik en wij allemaal hier in de kerk. Je bent geroepen je taken die je krijgt. Je leven dat je leeft. Je bent geroepen dat te leven als christen. Niks verhevens. Gewoon, daar waar jij functioneert. Roeping is dus: Jezus volgen. God dienen op de plek waar je bent. Met de weg die jou gegeven wordt. Je huwelijk, je opvoeding, je werk, je vrije tijd, je lijf, je eten, je ontspanning, je gesprekken, je omstandigheden. In al die dingen Jezus volgen. Dienstbaar zijn. De heilige Geest door je laten werken. God op de eerste plaats zetten. Ik las bij Tim Keller in het boek Goed werk dat het woord roeping weer opnieuw gewaardeerd moet worden. Want roeping is een dienst aan iets wat onze eigen belangen ontstijgt. Je bestaan is groter dan jij zelf bent. En dus ben je geroepen. Om niet alleen jezelf te dienen. 1 Korintiërs 7:17 Daar gaat het over mensen die christen worden. Zich bekeren. Moeten ze dan ineens met iets hogers bezig zijn? Nee. Op de plek waar ze altijd al geroepen zijn om te werken en te zijn. Op die plek moeten ze de Heer volgen en dienen. Dus je bent geroepen op de plek waar je bent. Daar vorm geven aan het dienen van je Heer en je naaste. 2 Ik hoop dat we vanuit Jeremia daar wat invulling aan kunnen geven. Jeremia 1:4-7 Mijn broeder en mijn zuster, zojuist heb ik beweerd dat roeping iets algemeens is. Maar als je nu naar Jeremia kijkt. Hij wordt geroepen tot een heel specifieke taak. De taak van profeet. Hij komt uit een priestergeslacht, maar wordt geroepen tot profeet. Kun jij jezelf daar wel mee vergelijken? Nou, in zondag 12 van de catechismus staat dat jij christen bent. Christen dat betekent letterlijk: gezalfde. Jij bent gezalfd tot profeet, priester en koning. Christenen volgen Christus. En dus ben jij wel degelijk geroepen. Net als Jeremia. Maar ja, dat is wel lastig, zo n roeping. In alles christen zijn!? Steeds weer strijden tegen de zonde. Opkomen voor de zwakkere. Van jezelf afzien. Dienen. Gods naam hoog houden. Kan je dat zomaar? Wil je dat wel? Jeremia niet. Jeremia is een somber type. Dat zullen we nog wel zien in het verdere verloop van deze serie. Maar hij krijgt ook wel een forse opdracht mee. Gods woorden spreken. En als God dan ook nog eens zegt: ik heb je al van voor je geboorte aan mij gewijd. Dan kun je er niet onderuit. God heeft een plan met het leven van deze jonge man. En zomaar ineens sta je er voor. Je bent gedoopt. En Jezus wil dat je hem volgt. Daar ben je voor voorgesorteerd. Maar kan je dat wel?
Jeremia vindt van niet. Hij vindt zichzelf te jong. Dat is een smoes om de roeping voor zichzelf uit te schuiven. God een beetje aan het lijntje houden. Dat doen we vaak. Morgen. Niet vandaag alstublieft. Ik heb nu nog even wat andere dingen te doen. Wie altijd zegt morgen, die komt er nooit aan toe. Zo reageert Jeremia ook. Het is ook nogal wat als God je roept om hem te vertegenwoordigen in je omgeving. Het kan je met angst vervullen. Jeremia 1:8-10 Maar God belooft zichzelf. Ik sta je terzijde. God heet JHWH. Hij is er. En hij zal er zijn. Dat hebben we met oudjaar gezien. De HEER, hoofdletters, raakt zelfs de lippen van Jeremia aan. God heeft bij de doop aan je beloofd mee te gaan. Water op je voorhoofd. Gods hand raakt je aan. Leef voor mij. Jeremia is profeet en priester. Hij wordt hier als het ware ook geroepen tot koning. Hij krijgt van de HEER gezag over alle koninkrijken en volken. Zeggenschap. Wat hij zegt, wat hij gaat profeteren, dat heeft op alle terreinen van het leven zeggingskracht. God belooft dat de woorden van Jeremia ook wat zullen doen. Wat zullen uitwerken. Gods woorden worden hem in de mond gelegd. Gods daden worden hem in het hart gelegd. Christen zijn is Jezus representeren in deze wereld. Profeet, priester en koning zijn. Dat kan heel lastig zijn. Soms moet je tegen de gevestigde cultuur in. Soms kun je aan dingen niet meedoen. Jeremia moest dat heel erg ervaren. Hij wordt geroepen om vooral uit te rukken, te verwoesten, te vernietigen en af te breken. Hij moet heel erg confronterend zijn. Voor Gods volk. Voor de machthebbers er om heen. En hun legers. En zeker, hij mag ook opbouwen. Maar in verhouding is dat minder zijn taak dan die eerste vier dingen. 3 Een zware opdracht is het, om Jezus te volgen. Onze Heiland noemt het niet voor niets kruisdragen. Een knecht staat niet boven zijn heer. De boodschap van leven kost Jezus de dood. Bij ons loopt het vaak zo n vaart niet. Maar het kost je wel wat. Offers worden gevraagd. Dat vinden we vaak moeilijk. En dat is voorstelbaar. Jezus weet dat ook. Maar de HEER belooft zelf mee te gaan. Jezus zegt het later: ik ben met jullie, alle dagen. Iedere dag. Iedere keer als het tegenvalt. Jeremia krijgt dat ook te horen. Ik zal je terzijde staan. Ik zal je redden. Ik zal je de woorden in de mond leggen. De daden in je hart. Durf je daar op te vertrouwen? Durven wij met onze daden een statement te maken? Of buigen we liever mee met de wereld om ons heen. Ik weet het: het is moeilijk concreet te maken. Maar denk er wel over na. Hoe stel ik me op, als een personeelsfeestje niet gaat zoals het zou moeten? Als er zaken gebeuren die tegen de rand aan zitten? Of er over heen? Durf je christen te zijn? Ook als je dat wat kost? Jeremia durft eigenlijk niet. Maar God is sterker. Jeremia 20:7-9 Jeremia krijgt het niet gemakkelijk in het vervolg. Als je dit hoofdstuk 20 leest. Maar ook dat hij later in de gevangenis gegooid wordt. Het volgen van zijn roeping brengt hem menselijk gesproken niet veel goeds. Niet meteen resultaat.
Dan denk je: waarom kapt Jeremia er dan niet mee? Nou, dat wil hij ook bijna. Als je even verder leest. Jeremia 20:14-15 en 18 (vorige tekst blijft ook staan) Hij vervloekt zijn geboortedag. Was ik er maar niet. Zo zwaar heeft Jeremia het met het leven dat God van hem vraagt. Bij hem komt dat door zijn roeping. Bij Job lezen we dezelfde woorden. Dan komt het door zijn omstandigheden. En dat kun je hebben. Dan kun je er misschien niet meer tegenop. Je kan God niet vasthouden. Je begrijpt niet waarom het zo moet. Je wil er mee kappen. Met geloven allereerst. Maar zelfs soms ook met leven. Het heeft voor jou geen zin meer. Zo ver is Jeremia gekomen. Zijn roeping heeft hem alleen maar ellende gebracht. Wat moet je dan? Nou, weet je, je kan niet anders. Dat is het hele lastige. Je moet door. Jeremia ook. Hij wil niet. Maar God is sterker. God is te sterk voor je. Zijn Geest kan zo n kracht in je leven veroorzaken. Dat je er niet meer onderuit kan. Dat het te sterk in je opkomt. Je moet wel geloven. Je moet wel gehoorzamen. God heeft ook verleidingstactieken. U hebt mij verleid, staat er. En er laait een vuur in hem op. Je kunt het niet binnenhouden. God kan je in bezit nemen. En dan kun je er niet onderuit. Ik zei net al, dat dat lastig is. Want soms wil je gewoon niet. Dat is een reactie die we allemaal wel kennen: verzet. Zo wil ik het niet. Jeremia heeft dat hier. Heftiger dan bij zijn roeping. Nu hij een tijdje bezig is die uit te voeren. Nu hij weet hoeveel het kost. Nu wil hij eigenlijk niet meer. Hij wil weg bij God. Weg uit dit leven. God, u bent te sterk en daar baal ik van. Ik heb er gewoon geen zin meer in. Ik word bespot en uitgelachen. Niemand neemt me serieus, nu ik me als christen profileer. Wat kan het soms lastig zijn om het vol te houden. 4 Een andere manier van reageren is: vertrouwen. Bij Jeremia proef je dat in dit hoofdstuk niet zo erg. Maar het kan ook een motivatie zijn. God is zo groot. Hij is sterker dan tegenstand. Sterker dan omstandigheden. Ook sterker dan mijn verzet, zeker. Maar ook sterker dan satan, die mij aanvalt. Dan mensen die mij belachelijk maken. Wat er ook gebeurt, God staat daar boven en staat mij bij. Het leven kan tegenvallen. Het leven als christen ook. Dat je er moe van wordt om altijd maar christen te moeten zijn. De satan knaagt dan aan je vertrouwen. Waarom zou je God niet vaarwel zeggen? Dat maakt het een stuk gemakkelijker! Maar satan liegt. God belooft mee te gaan. Hij is de almachtige. Hij laat je niet los. Ook als jij het zwaar hebt niet. Daarom moeten we van Jeremia vertrouwen leren. God heeft hem steeds weer geholpen. Zelfs in de diepte van zijn depressie, hier in dit hoofdstuk. Waar hij geen uitweg meer ziet. Was ik maar dood. Daar ziet God die uitweg wel. Daar biedt God die uitweg. Hij zegt: het loopt mij niet uit de hand. Ik zorg dat het licht wordt. Hou vol. Jezus roept
In het Oude Testament zie je altijd veel van Jezus. Ook hier. Jezus roept zijn leerlingen. Hij roept zijn schapen om hem te volgen. En Jezus is eerlijk. Achter hem aan gaan is kruis dragen. Soms gaat jouw leven, net als het zijne, door een dal van diepe duisternis. Ik zei net al: een knecht staat niet boven zijn heer. Leven met Jezus brengt lijden met zich mee. Omdat de vijandschap vaak diep is. En daar kun je voor weglopen. Natuurlijk. Het is onze natuurlijke neiging. Om de gemakkelijkste weg te kiezen. Maar het is niet de meest heilzame weg. Jezus ging de duisternis door. En toen hij opstond uit de dood. En zijn leerlingen opzocht. Toen blies hij op hen. Ontvang mijn Geest. Hij wil je kracht geven. En belooft: ik ben met je, tot aan de voleinding van de wereld. En het mooie is: hij gaat voor je uit. Zoals een goede herder dat doet. Wij hoeven geen weg te gaan die hij ons niet is voorgegaan. Hij weet wat het is, dat wij meemaken. Hij weet dat leven als christen soms lastig is. Tegelijk blijft hij zijn Geest geven. Om je te inspireren. Hij is sterker dan jij. Jij redt het niet, maar hij wil je helpen. Als Jezus jou in zijn greep gekregen heeft. Dan is de beste manier: je laten vastpakken. Hij grijpt je namelijk niet in je nekvel. Maar neemt je bij de hand. Sluit je in zijn armen. Bij hem ben je veilig. Daarom kun je gerust achter hem aan. Amen 5