Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi

Vergelijkbare documenten
Het Nederlandse bos in cijfers

Het Nederlandse bos in cijfers

METEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer

Beuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot

De ontwikkeling van massatabellen voor eik, beuk, es en berk

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Op Kroondomein Het Loo

Gelders Project geïntegreerd bosbeheer

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD

Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren

Esdoorn een probleem??

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Drones in Bos- en Natuurbeheer. David Borgman Mei 2016

Flora van naaldbossen,

5 Meting van hout op stam

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Geïntegreerd Bosbeheer tussen droom en daad. 1 ;l 40% 20% 0% Een succesverhaal? Op het eerste gezicht is de invoering


Jan Kolsters Correlaties en oorzaken

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Resultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Dik hout vraagt kwaliteitsbeheer

Ontwikkeling van gemengde natuurlijke bosverjonging

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

Kerngegevens Bos en Hout in Nederland

Meetnet Functievervulling bos Het Nederlandse bos G.M. Dirkse W.P. Daamen H. Schoonderwoerd J.M. Paasman

Fauna en terreinkenmerken van bos

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond

Bossen saai? Hoezo saai. 150 jaar geleden: zand en droogte

Kerngegevens Bos en Hout in Nederland

Rol van planning in bosbeheer

Kerngegevens Bos en Hout in Nederland

Geïntegreerd bosbeheer op de landgoederen Menthenberg en Meindersveen

Kerngegevens Bos en Hout in Nederland

Landgoed Lijftogtsheide

Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015

Verjonging in douglasbos neigt weer

5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017

Prognose mastverwachting 2013

Bosontwikkeling na het stopzetten van houtoogst

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen:

Dood hout in multifunctioneel bos

Groeimetingen eik op zware kleigrond in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten

Beheerplan Hazennest-Boerenbos Tilburg

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : RZ Datum :

Investeringsagenda Dansende bomen

Pro Silva Nederland jubileert

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos

Verjonging en ontwikkeling van oude bossen op Landgoed Middachten

Gemeente Geldrop-Mierlo. Kadernota bos- en natuurbeheer Maart In opdracht van:

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014

BOS+ Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Stichting Probos. Inleiding

STICHTING BEHEER LANDGOED DE KALENBERG

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

Geïntegreerd bosbeheer: de discussie woedt voort

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Integraal Beheerplan Bosgebied Berg

Buitenplaats De Dennehoek

Staatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een ouddirecteur. Ze maken mooie bossen lelijk

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout

1. ecologische functie

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Revitalisering laag-productieve bossen

Inventarisatie van kleinschalig bos

Door de bomen het bos zien

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit

Werkblad Naut Thema 1: De wereld om je heen

Datum 12 juni 2019 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen over het bericht "Zware kritiek van oud-directeur Staatsbosbeheer op houtkap"

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden

REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM)

Bijlagen. 6 Bijlagen

Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel

Beheerstrategie Golfclub Driene

Meet- en rekenprincipes

Wijziging van de bospakketten in de Subsidieregeling Natuurbeheer

Scan Bos & Hout Noord-Brabant

5 Jaar voorbeeldbedrijven Geïntegreerd bosbeheer in Gelderland

VERORDENING (EG) Nr. 1545/1999 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 1999

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Kerngegevens Bos en Hout in Nederland

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Omdat de weg en het landschap bij elkaar horen. Landschapsplan Amsterdamseweg

2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 2013

De beuk er in. evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor. Simon Klingen, oktober Vooraf. 1 Analyse: globale beschrijving bestaande situatie

Vincent Kint Studiedag over houtbevoorrading in Vlaanderen 12 Oktober 2011

Transcriptie:

Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi foto s Henny Schoonderwoerd Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd Sinds 1990 wordt Woodstock (Staatsbosbeheer gebruikt dit systeem onder de naam Syhi) gebruikt om in een object de bosontwikkeling te meten. De aard van de informatie is anders dan die van de vroeger gebruikte methodes en dat heeft gevolgen voor de interpretatie en de toepassing van die informatie. De verzamelde informatie heeft namelijk nadrukkelijk niet de individuele opstanden als onderwerp, maar het bos als geheel of samenhangende delen daarvan, bijvoorbeeld de opstanden die tot hetzelfde bostype behoren. Wij hebben nu zo n 15 jaar ervaring met de bosmonitoring via Woodstock. In de eerste jaren uiteraard vooral met het vastleggen van de nulsituatie, maar sinds een jaar of vijf ook met herhalingsinventarisaties. Een Woodstockinventarisatie of een Syhi-inventerisatie bij Staatsbosbeheer bestaat uit metingen op steekproefpunten. Die steekproefpunten zijn systematisch over het bos uitgelegd (figuur 1). Steekproefpunten krijgen in het veld een cirkel, waarbinnen de metingen plaatsvinden. De waarnemingen die binnen de grenzen van de steekproefcirkel worden uitgevoerd, betreffen bomen (soort, dbh, hoogte, stamkwaliteit), de struiklaag (soorten, bedekking), de verjonging (soorten, aantallen) en dood hout (staand en liggend). Deze waarnemingen worden regelmatig gecombineerd met vegetatieopnames en waarnemingen aan humusprofielen. De Woodstock-opname geeft dus een kwantitatieve beschrijving van het bos op steekproefcirkels. Deze beschrijvingen worden via een aantal rekenregels omgewerkt tot een kwantitatieve beschrijving van het gehele bos. Als het betreffende bos is onderverdeeld in plan- of andere eenheden, dan worden de resultaten uitgesplitst naar die eenheden. Met Woodstock zijn vooral eigenschappen te volgen die met de status en de ontwikkeling Deze foto is een illustratie van de in de tekst beschreven bosmonitoring over grotere stukken bos, dus geen kleine opstandjes. van de populatie bomen te maken hebben: soortensamenstelling, mengingsstatus, de dichtheid van het bos, het voorkomen van dikke bomen, het voorraad- en bijgroeiniveau, de kwaliteit van stammen, hoogte-diameterverhouding, verjonging. Naast de traditioneel met de houtproductie geassocieerde eigenschappen van het bos worden er ook eigenschappen gekwantificeerd die verweven zijn met de natuurfunctie: de voorraad dood hout, aspecten van de structuur van het bos zoals het aandeel open bos, het aandeel bos met een struiklaag, het aandeel bos met dikke, oude bomen, maar ook het aandeel inheemse boomsoorten en de mengingsgraad. De bosmonitoring vindt plaats door de vergelijking van de resultaten van twee inventarisaties (momentopnamen). Daarom wordt zoveel mogelijk gewerkt met strak gedefinieerde veldprocedures en wordt gebruik gemaakt van gekwa- 21 januari

Figuur 1 Een steekproefpuntenkaart met daarin aangegeven het voorkomen van dikke bomen lificeerde en ervaren meters. Controles in het veld, controles via de computer en ervaring met de verwerking zorgen er dan tenslotte voor dat er een relevante vergelijking kan plaatsvinden tussen de eigenschappen van het bos ten tijde van de vastlegging van de twee verschillende metingen. Onze ervaringen met oogschattingen of met vaag gedefinieerde veldprocedures zijn zeer slecht: vanuit de wens om daadwerkelijke veranderingen te detecteren gaan we uit van de noodzaak om te meten volgens een vast protocol. Toepassen in het bosbeheer In het bosbeheer speelt monitoring een belangrijke rol. De informatie over het bos verschaft inzicht in de effecten van het gevoerde beheer en geeft aanwijzingen voor de ontwikkeling die verwacht kan worden. Daarmee is een beheerder in staat de richting van zijn ingrepen te bepalen. Vaak wordt een inventarisatie gekoppeld aan een beheerplan. Hieronder is een aantal voorbeelden gegeven van praktijksituaties waarin het beheer getoetst is en de Woodstockresultaten gebruikt worden om het beheer bij te stellen. Door vaker fors in te grijpen wordt de variatie in dichtheid vergroot (voorbeeld 2) Voorbeeld 1: Dennenbos met onderbegroeiing van Amerikaanse eik. Aan de hand van een eerste meting is in dit object vastgesteld dat de toekomstige samenstelling van het bos compleet zal afwijken van de huidige samenstelling. De beheerders schrokken van de mate waarin de Amerikaanse eik deel uit maakt van de toekomstige generatie (figuur 2). De beheerders besloten het beheer meer te richten op de soortensamenstelling van de volgende generatie. In figuur 2 zijn de gemeten bomen geclassificeerd naar boomsoort en toekomstperspectief. Voorbeeld 2: Bosbedrijf gericht op houtproductie, geen kaalkap meer, uitkap gericht op gevarieerde structuur. De beheerder constateerde in een eerste meting een hoge houtvoorraad en weinig variatie in dichtheid. Hij besloot daarop om de voorraad omlaag te brengen om daarmee ruimte te scheppen voor verjonging en een betere bosstructuur. Na tien jaar bleek uit de tweede meting dat deze beslissing niet het gewenste effect heeft. De beheerder heeft hieruit de consequentie getrokken dat er veel steviger moet worden gekapt. Voorbeeld 3: Bosgebied met mengingen van naaldsoorten en inheemse loofbomen. Op grond van een eerste inventarisatie werd bepaald dat het beheer gericht zou worden op 22

het vergroten van het aandeel inheemse loofboomsoorten. Na acht jaar bleek dit aandeel juist gedaald te zijn (figuur 3). De beheerder is nagegaan wat de oorzaak zou kunnen zijn. Het bleek dat in het veld de beslissing toch vaak uitviel in het voordeel van een mooie naaldboom. Het beheer is nu bijgestuurd en er wordt op toegezien dat veel vaker de voorkeur wordt gegeven aan een inheemse loofboom. Voorbeeld 4: Natuurbos van grove den en loofsoorten. Uit de diameterstamtalverdeling per soort (figuur 4) is af te lezen dat de bossamenstelling verschuift naar de inheemse loofsoorten. Van deze soorten nemen de stamtallen in de lichtste diameterklassen toe terwijl die van grove den afneemt. Deze ontwikkeling is geheel en al volgens de verwachtingen. Overigens bleek uit dezelfde inventarisatie wel dat dit bos veel dichter is dan men dacht. Voorbeeld 5: Een bosbedrijf wil na een cyclus weten hoe het gesteld is met de dunningstoestand van het bos. Het aanzienlijke areaal jong bos (ontstaan door de stormen van 1972) blijft daarbij buiten beschouwing. De gemeten grondvlakken worden getoetst aan praktijkvoorbeelden waaraan een aantal deskundigen een oordeel heeft gegeven. De dunningstoestand van dit bos is goed te noemen. Ongeveer 25% van het bos staat te dicht (figuur 5). Dat is de oppervlakte die in het komende jaar volgens de dunnningscyclus van 4 jaar aan dunning toe is. Het sturen van de soortensamenstelling vereist het maken van keuzes; de effecten daarvan worden duidelijk door de monitoring (voorbeeld 3) Figuur 2 Soortensamenstelling van huidige en toekomstige generatie (AE = Amerikaanse eik; BE = Berk; BU = Beuk; DG = Douglas; EI = Eik; FS = Fijnspar; GD = Grove den; JL = Japanse lariks; NO = Naald overig; LO = Loof overig; TK = Tamme kastanje) Tabel1 Voorbeeld van een wijzigingstabel van een planeenheid volgens planning SBB. Verantwoording en communicatie Naast de technische toepassingen in het beheer blijkt de Woodstockinventarisatie een prachtige basis te zijn voor de communicatie over het bos. Een bosbeheerder zal de resultaten van zijn werk willen of moeten verantwoorden. Zonder ondersteuning van op metingen gebaseerde monitoring is dit bijna niet te doen. De beheerder kan niet volstaan met de mededeling dat het bos vroeger anders was. Verantwoorden betreft het realiseren van beheersdoelstellingen. Een beheerder moet kunnen aantonen welke criteria hij in het bosbeheer hanteert en de mate waarin dit beheer effect heeft gehad. En daarbij gaat het uitdrukkelijk niet om die ene plek waar dingen zo goed gelukt zijn, maar over het bos als geheel. Het gaat ook over tendensen over langere periodes. Een goed voorbeeld daarvan is de wijze waarop Staatsbosbeheer verantwoording aflegt aan het Ministerie van LNV. Aan de hand van de inventarisatieresultaten laat Staatsbosbeheer 23 januari

Figuur 3 Grondvlak per soort in 1991 en 1998 Figuur 4 Stamtal diameterverdeling per boomsoort zien of er op belangrijke aspecten vooruitgang is geboekt. Of dat bepaalde gewenste kwaliteiten gehandhaafd blijven in het bos. Voor het multifunctionele bos (een areaal van 60.000 ha) is een set van criteria ontwikkeld die gebruikt wordt bij de beoordeling van het bos. Men toetst dan het bos aan operationele doelen op de middellange en lange termijn (zie tabel 1). De kencijfers uit tabel 1 komen uit de periodieke Syhi-metingen: voor alle grote(re) boswachterijen en beheerseenheden zijn Syhigrids geïnstalleerd die in een 10-jaars rotatie worden gemeten. In het project Stimulering Geïntegreerd Bosbeheer van de Provincie Gelderland zijn acht van dit soort vergelijkingen gemaakt. Bij aanvang en na afloop van dit voorlichtingsproject is in de deelnemende bosbedrijven geïnventariseerd met Woodstock en de ontwikkeling van de bossen is vergeleken met de wenselijke ontwikkelingen. Ter illustratie noemen we hier de dichtheidsverdeling van het oudere bos (ofwel bos in de boomfase). Algemeen wordt gesteld dat in het Nederlandse bos te veel Figuur 5 Verdeling van steekproefpunten over dichtheid. De grenzen tussen de verschillende klassen zijn per boomsoort verschillend en zijn hier dus niet weergegeven. De figuur laat zien dat na acht jaar het aantal dichte plots is afgenomen en het aantal ruime en normale plots is toegenomen. Aandeel ouder ruim bos (%) Figuur 6 Verandering in het aandeel ruim staand bos bij acht deelnemers aan het project Stimulering Geïntegreerd Bosbeheer 24

dichte bossen voorkomen. Een ruimere stand is gewenst: voor de ontwikkelingsmogelijkheden van de blijvende (lees: kwalitatief goede) bomen, voor de verjonging en de struiken en voor de bodemvegetatie. Uit de Woodstockmetingen blijkt dat ten tijde van het project op verschillende bedrijven dunningen zijn uitgevoerd die tot een significante wijziging in het aandeel ruim staand bos hebben geleid (figuur 6). Ook voor aspecten als het aandeel inheemse soorten, menging, structuurkenmerken en dood hout geven de metingen inzicht in de ontwikkelingen. Daarmee fungeert de monitoring als een soort graadmeter voor het succes van het stimuleringsproject. Er zijn diverse andere voorbeelden te geven van het gebruik van Woodstock als verantwoording en als communicatiemiddel: bij de overdracht van de Loenermark van de gemeente Apeldoorn aan Het Geldersch Landschap zijn destijds de eigenschappen van het bos vastgelegd via een Woodstockinventarisatie. In 1999 heeft het Geldersch Landschap die inventarisatie herhaald. Woodstockinventarisaties zijn verder bijvoorbeeld ook gebruikt om de effecten van een ingreep in de waterhuishouding te kwantificeren. De gemeente Den Haag gebruikt de inventarisaties om beter over haar bosbeheer te kunnen communiceren. Kortom, Woodstock is niet alleen van belang voor het bosbeheer zelf, maar ook als communicatiemiddel met derden. Nieuwe mogelijkheden We zien de laatste jaren dat zich nieuwe mogelijkheden voordoen voor de benutting van het systeem en van de resultaten. Zo blijft de monitoring niet beperkt tot aaneengesloten complexen van bos. Er zijn verschillende projecten uitgevoerd waarbij het te monitoren bos zich uitstrekt binnen een bepaalde regio of zelfs min of meer landelijk, zoals in de groepscertificering van de Unie van Bosgroepen. Deelnemers aan de groepscertificering vormen in dat laatste project een super-beheerseenheid, waarvan het bos in de loop van de tijd moet gaan voldoen aan de eisen die door FSC gesteld worden (soortensamenstelling, menging, dood hout). Regionale kencijfers van bossen kunnen ook samengesteld worden door het combineren van verschillende inventarisaties die in het betreffende gebied zijn uitgevoerd. Dit zou een waardevolle toevoeging kunnen zijn aan de eventuele regionalisering van het Meetnet Functievervulling. Zo heeft het MFV enkele honderden punten op de Veluwe liggen, terwijl er duizenden Woodstock- en Syhi-plots zijn gemeten. De uitgebreide Woodstock- en Syhi-database heeft ons inziens nogal wat potentie als basisdocumentatie voor allerlei studies zoals studies naar de CO2-vastlegging, de verkenningen naar het functioneren van bossen, ontwikkelingssimulaties op landschapsschaal etc. Mogelijk kan in de toekomst bij dergelijke studies gebruik worden gemaakt van de Woodstock/Syhi gegevens. Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd werken bij bureau Silve Literatuur: Klein, de J.P.G. 2005. Woodstock laat zien: actief bosbeheer al na 6 jaar effect. In: B. Claessens (red.). De erfenis van een stimuleringsproject: 10 jaar geïntegreerd bosbeheer Gelderland. Schoonderwoerd, H. en J.P.G. de Klein. 1993. Inventarisatie van kleinschalig bos. Nederlands Bosbouwtijdschrift 65 (2), 100-109. advertenties 25 januari