Besluit op handhavingsverzoek

Vergelijkbare documenten
Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 2.70, 6.13, eerste lid, aanhef en onder c, en het tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008,

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 2.70, 6.13, eerste lid, aanhef en onder c, en het tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008,

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Besluit op handhavingsverzoek

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

5. Met van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

2. Bij faxbericht van 8 september 2014 heeft Tele2 haar verzoeken om ontheffing nader toegelicht.

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

gezien het advies van Provinciale Staten van Groningen van 24 april 2013;

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beschikking op handhavingsverzoek

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Bestuurlijk rechtsoordeel

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien de adviezen van de raden van de gemeenten Boxmeer, Grave, Sint Anthonis en Cuijk, van respectievelijk 30 juni, 5 juli, 7 juli en 11 juli;

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Gevolgde procedure. Kenmerk: /703258

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Beslissing op bezwaar

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb);

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting PopUpTv als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Schiedam, bij brief van 4 mei 2016;

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien de aanvraag tot aanwijzing van SLOAD als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten, bij brief van 15 augustus 2016;

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

strekking van de regeling

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

gezien de aanvraag tot aanwijzing van GennepNews als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Gennep, bij van 31 maart 2017;

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

gezien het advies van de raad van de gemeente Rozendaal, van 15 september 2015;

4. Nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag van ZOO heeft het Commissariaat ontvangen bij bericht van 26 februari 2015.

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

gezien de adviezen van de gemeenteraden van Alblasserdam, Hardinxveld-Giessendam, Molenwaard en Sliedrecht;

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Beslissing op bezwaar

Afwijzing verzoek om handhaving

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage.

Transcriptie:

Besluit op handhavingsverzoek Kenmerk: 664954/672921 Betreft: Bestuursrechtelijke handhaving Het Commissariaat voor de Media, gezien het verzoek van 23 februari 2016 van de Stichting Lokale Media Heumen en Mook en Middelaar om bestuursrechtelijke handhaving jegens Ziggo B.V. van het bepaalde in artikel 6.13, derde lid, aanhef en onder d, en vierde lid, aanhef en onder c, van de Mediawet 2008, gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 6.12, eerste lid, 6.9a, 6.13, derde lid, aanhef en onder d, en het vierde lid, onder c, 7.11 en 7.12 van de Mediawet 2008, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, overweegt als volgt, A. De gevolgde procedure 1. Bij brief van 23 februari 2016, ingekomen bij het Commissariaat op 24 februari 2016, heeft Stichting Lokale Media Heumen en Mook en Middelaar (hierna: GL8) het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) verzocht om Ziggo B.V. (hierna: Ziggo) te wijzen op haar verplichting om één televisieprogrammakanaal en één radioprogrammakanaal van GL8 door te geven die bestemd zijn voor de abonnees in de gemeente Mook en Middelaar. 2. Op grond van het bepaalde in artikel 4:7 en artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het Commissariaat GL8 en Ziggo op 7 april 2016 gehoord. Het verslag van de hoorzitting is bijgevoegd. Opbouw besluit 3. Dit besluit heeft de volgende opbouw. Hierboven is al ingegaan op het verloop van de procedure (onder A). Hieronder worden eerst de relevante feiten opgesomd (onder B). Daarna wordt verwezen naar het juridisch kader (onder C). Vervolgens worden het standpunt van GL8 (onder D), het verweer van Ziggo (onder E) en de overwegingen van het Commissariaat (onder F) weergegeven, alsmede zijn conclusie (onder G). Voorts wordt ingegaan op de openbaarmaking van dit besluit (onder H). Ten slotte volgt het besluit (onder I). B. Relevante feiten 4. Bij besluit van 13 januari 2015 is GL8 voor vijf jaar aangewezen om het mediaaanbod voor de gemeenten Heumen en Mook en Middelaar te verzorgen. 5. Ziggo is een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008, in de gemeente Mook en Middelaar. Kenmerk: 664954/672921 1

6. GL8 levert de signalen van haar televisie- en radioprogrammakanaal (hierna RTV-signaal) aan via Media Choice Playout Technologies B.V. (hierna: Media Choice) bij de Media Gateway in Hilversum. Tevens levert Media Choice het RTV-signaal aan bij het hoofdstation van Ziggo in Amsterdam. 7. In het onderhavige geval moet Ziggo het RTV-signaal van GL8 transporteren van Hilversum (of Amsterdam) naar de gemeente Mook en Middelaar. Ziggo gebruikt voor dit transport de zogeheten Audio Video-transitdienst (hierna: AVtransitdienst). De kosten van de AV-transitdienst bedragen 199,- (exclusief BTW) per maand. Ziggo brengt dit bedrag bij GL8 in rekening. 8. Ten behoeve van de omzetting van het digitale RTV-signaal naar analoog brengt Ziggo een eenmalige bijdrage van 3.500,- (excl. BTW) in rekening bij GL8. Ziggo is echter bereid voor GL8 dit bedrag te verlagen naar 1.000,- (excl. BTW). 9. De kosten van het transport van het RTV-signaal over het netwerk van Ziggo van het lokale centrum naar het regionale centrum en in de gebundelde vorm weer terug naar de abonnees van Ziggo in Mook en Middelaar, zijn voor rekening van Ziggo. C. Juridisch kader 10. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit besluit. D. Standpunt GL8 11. GL8 legt aan haar verzoek ten grondslag dat Ziggo in strijd handelt met de verplichte doorgifte als bedoeld in artikel 6.13, derde lid, aanhef en onder d en het vierde lid, onder c van de Mediawet 2008. Ter toelichting heeft GL8 het volgende aangevoerd. 12. GL8 is van mening dat zij aan haar aanleverplicht voldoet door haar RTV-signaal aan te leveren via Media Choice bij het zogeheten handover punt met Ziggo op de Media Gateway in Hilversum (en bij het handover point met Ziggo in Amsterdam). Volgens haar levert de lokale publieke media-instelling van de gemeente Wijchen, de Wijchense Omroep, op dezelfde wijze haar RTV-signaal aan bij Ziggo en hoeft deze lokale publieke media-instelling voor het transport naar die gemeente geen kosten te betalen aan CAIW en KPN. 13. Tevens voert GL8 aan dat de pakketaanbieders CAIW en KPN gebruik maken van de aanlevering van het RTV-signaal via Media Choice en voor het transport van het RTV-signaal naar de gemeente Heumen geen kosten in rekening brengen. 14. GL8 meent dat door de kosten die Ziggo berekent, Ziggo een belemmering opwerpt voor GL8 en dat Ziggo daarmee niet voldoet aan must carry - verplichting als bedoeld in artikel 6.13 van de Mediawet 2008. Kenmerk: 664954/672921 2

E. Verweer Ziggo 15. Het verweer van Ziggo komt zakelijk weergegeven op het volgende neer. 16. Volgens Ziggo is het niet voldoende dat het RTV-signaal van GL8 beschikbaar is bij Media Choice in Hilversum (of bij Ziggo in Amsterdam) om het RTV-signaal te verspreiden naar haar abonnees in Mook en Middelaar. Ziggo moet van daaruit het RTV-signaal van GL8 nog transporteren naar de gemeente Mook en Middelaar en het RTV-signaal daar op haar omroepnetwerk zetten. Daarvoor gebruikt Ziggo de AV-transitdienst. Hiervoor brengt Ziggo een eenmalig bedrag van 3.500,- aan installatiekosten en een maandelijks bedrag van 199,- in rekening. Volgens Ziggo zijn de kosten voor het gebruik van deze dienst voor de lokale publieke media-instelling, omdat het hier gaat om de aanlevering van het RTV-signaal naar een lokaal centrum in de desbetreffende gemeente en dient die lokale publieke media-instelling deze kosten te dragen. 17. Ziggo wenst van de lokale publieke media-instellingen dat zij bij de aanlevering van de digitale signalen gebruik maken van een uniforme techniek als het gaat om de te gebruiken verbinding en de bijbehorende hardware. De kosten die daarmee gemoeid gaan, zijn door Ziggo zo laag mogelijk gehouden en dienen als alleszins redelijk te worden aangemerkt. Ziggo heeft ervoor gekozen om het totaal van de bedoelde kosten om te rekenen naar een gemiddeld bedrag per media-instelling, met als oogmerk de kosten voor elke individuele lokale publieke media-instelling zoveel mogelijk te beperken. 18. Volgens Ziggo dragen andere lokale publieke media-instellingen die via het omroepnetwerk van Ziggo verspreid willen worden, dezelfde kosten voor aanlevering van het RTV-signaal. Ziggo vindt dat zij hiermee geen onredelijke belemmeringen voor doorgifte opwerpt. F. Standpunt Commissariaat Algemeen 19. Op grond van artikel 7.11 van de Mediawet 2008 is het Commissariaat belast met het toezicht op de naleving van artikel 6.13 van de Mediawet 2008. 20. Als een pakketaanbieder een of meer digitale programmapakketten verspreidt of laat verspreiden, dan dienen op grond van artikel 6.13, eerste lid, van de Mediawet 2008 alle abonnees die met hem een overeenkomst met betrekking tot de ontvangst van een of meer digitale programmapakketten hebben gesloten, in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket te ontvangen. 21. Artikel 6.13, derde lid, aanhef en onder d, en het vierde lid, aanhef en onder c, van de Mediawet 2008 verplicht een pakketaanbieder om één televisieprogramma-kanaal en één radioprogrammakanaal van de lokale publieke mediadienst met programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.70, dat bestemd is voor de gemeente waarbinnen de abonnees van die pakketaanbieder woonachtig zijn, in haar digitale standaardprogrammapakket op te nemen. 22. Waar voor de pakketaanbieder de verplichting rust de radio- en televisieprogrammakanalen van de lokale publieke media-instellingen naar haar abonnees in het desbetreffende verzorgingsgebied in het standaardpakket te verspreiden ( must carry ), rust op de lokale publieke media-instellingen de verplichting de signalen van deze programmakanalen in haar verzorgingsgebied Kenmerk: 664954/672921 3

aan te bieden (de brengplicht ). De zogeheten must carry-regel gaat immers niet zover dat pakketaanbieders de signalen bij de lokale publieke media-instelling moeten ophalen (de haalplicht ). 23. Het Commissariaat hanteert in zijn beschikkingenpraktijk het bestendige beleid dat de lokale publieke media-instellingen verantwoordelijk zijn voor het transport van de RTV-signalen van het programma-aanbod vanaf de studio van de desbetreffende lokale publieke media-instelling tot aan het lokale centrum, ook wel inkoppel- of handoverpunt genoemd, van het desbetreffende omroepnetwerk. De kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn voor rekening van de lokale publieke media-instellingen. Het lokale centrum is de voor de lokale publieke mediainstelling dichtstbijzijnde gelegenheid die de structuur van het omroepnetwerk biedt het RTV-signaal te behandelen ten behoeve van de uitzending naar de abonnees. De aanlevering van de signalen dient te geschieden op een voor dat moment gebruikelijke en adequate wijze. Dit betekent dat het signaal dat door de lokale publieke media-instelling wordt aangeleverd bij het lokale centrum, van een zodanige kwaliteit dient te zijn dat de pakketaanbieder in staat wordt gesteld het RTV-signaal van de lokale publieke media-instelling tegen een redelijke kwaliteit door te geven aan zijn abonnees. De pakketaanbieder is vanuit het lokale centrum verantwoordelijk voor de verdere distributie van de RTV-signalen naar zijn abonnees. 24. De kosten voor de distributie van de RTV-signalen van lokale publieke mediainstellingen van de studio naar het lokale centrum in het verzorgingsgebied maken integraal deel uit van de totale kosten, die voor rekening komen van de instellingen zelf dan wel van gemeenten. Laatstgenoemden zijn immers primair verantwoordelijk voor (de bekostiging van) de lokale publieke media-instellingen. De bekostiging betreft ook de kosten die verband houden met het verzorgen van de lokale publieke omroepdienst. Bij de bekostiging gaat het om kosten die te maken hebben met de productie en distributie van het RTV-signaal van de studio naar het lokale centrum en de autonome ontwikkelingen daarin. De ontwikkelingen betreffen bijvoorbeeld digitalisering, technologische veranderingen op het gebied van media of nieuwe distributieplatforms (zie ook de brief van de Staatssecretaris van OCW aan de Tweede Kamer van 5 december 2011, met nummer 348455). 25. Het Commissariaat is van oordeel dat de pakketaanbieder niet zodanige belemmeringen mag opwerpen dat het recht op doorgifte van het programmaaanbod van een lokale publieke media-instelling wordt bemoeilijkt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. 26. Op grond van artikel 7.12, eerste lid, van de Mediawet 2008 is het Commissariaat bevoegd bij overtreding ter zake een boete op te leggen van ten hoogste 225.000,- per overtreding. Op grond van het derde lid van voormeld artikel kan het Commissariaat aan de overtreder van genoemd artikel 6.13 een last onder dwangsom opleggen. De zaak ten gronde 27. GL8 is bij besluit van 15 januari 2015 door het Commissariaat aangewezen als lokale publieke media-instelling voor het verzorgen van de publieke mediadiensten voor de gemeenten Heumen en Mook en Middelaar. Kenmerk: 664954/672921 4

28. Ziggo is een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008, in de gemeente Mook en Middelaar. 29. De kwestie die thans voorligt, is of Ziggo door het in rekening brengen van de kosten van transport van Hilversum (of Amsterdam) naar de gemeente Mook en Middelaar, de doorgifte van het programma-aanbod bemoeilijkt dan wel onmogelijk maakt. 30. Het Commissariaat overweegt ten aanzien hiervan het volgende. 31. Zoals hiervoor aangegeven, hanteert het Commissariaat in zijn beschikkingenpraktijk het standpunt dat een lokale publieke media-instelling verantwoordelijk is voor de aanlevering van het RTV-signaal bij het, voor de lokale publieke media-instelling, dichtstbijzijnde, door de pakketaanbieder aangewezen, lokale punt in het verzorgingsgebied van die instelling. Het verzorgingsgebied waar het in het onderhavige geval om gaat is de gemeente Mook en Middelaar. Voor dit gebied heeft Ziggo een zogeheten regionaal centrum aangewezen. 32. Het Commissariaat is van oordeel dat GL8 door haar RTV signaal aan te leveren via Media Choice bij een handover point met Ziggo op de MediaGateway in Hilversum (en bij een handover point bij Ziggo in Amsterdam) niet voldoet aan haar aanleverplicht. Het Commissariaat licht dit als volgt toe. 33. Vastgesteld kan worden dat GL8 haar RTV-signaal niet aanlevert in het voor het onderhavige geval relevante deel van haar verzorgingsgebied, te weten de gemeente Mook en Middelaar, maar in Hilversum (en Amsterdam). 34. Om het signaal te verspreiden naar de abonnees van Ziggo moet het RTVsignaal nog worden getransporteerd van Hilversum (of Amsterdam) naar de gemeente Mook en Middelaar. Hieraan zijn kosten verbonden. Zoals hiervoor in randnummer 22 aangegeven is het Commissariaat van oordeel dat de lokale publieke media-instelling, in casu GL8, verantwoordelijk is voor de aanlevering van haar RTV-signaal bij een lokaal centrum in haar verzorgingsgebied en dat de kosten daarvan voor rekening komen van die lokale publieke media-instelling. 35. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat GL8 derhalve nog voor het transport dient te zorgen van de MediaGateway in Hilversum (of van Ziggo in Amsterdam) tot aan een inkoppel- of handoverpunt in de gemeente Mook en Middelaar. Dit behoort naar het oordeel van het Commissariaat nog tot de aanleverplicht van GL8. De kosten die daarmee gemoeid dienen dan ook te worden gedragen door GL8. De voorgeschreven aanlevering van het RTV-signaal en de daarvoor in rekening gebrachte kosten door Ziggo 36. Sinds 2010 hanteert Ziggo als uitgangspunt dat elke lokale publieke mediainstelling zijn RTV-signaal aanlevert bij het regionale centrum van Ziggo binnen het verspreidingsgebied van die instelling, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een gestandaardiseerde verbinding tussen de studio en de infrastructuur van Ziggo via een digitale onderbandverbinding en bijbehorende hardware, waaronder een door Ziggo geselecteerde encoder. In het regionale centrum wordt de verbinding rechtstreeks aangesloten op het distributienetwerk van Ziggo. Voor de aanlevering via dit systeem rekent Ziggo de onder randnummers 7 en 8 genoemde bedragen. Kenmerk: 664954/672921 5

37. In eerdere (onherroepelijke) besluiten, inzake soortgelijke handhavingsverzoeken van Stichting Stad Schagen, Stichting Heusdense Televisie & Radio Stichting Airplay Media Stichting en Lokale Omroepstichting Alphen aan den Rijn 1, heeft het Commissariaat geoordeeld dat het van Ziggo niet onredelijk is te achten, dat zij voor de aanlevering van de RTV-signalen door lokale publieke mediainstellingen voornoemd uniform systeem hanteert. Het Commissariaat is tot dit oordeel gekomen na onderzoek naar de opbouw van de tarieven van Ziggo, ook in vergelijking met UPC en CAIW. 38. Het Commissariaat is in voormelde besluiten tot de conclusie gekomen dat de kosten die Ziggo in rekening brengt voor het uniforme systeem, niet zodanig hoog zijn dat daardoor het recht van doorgifte van het radio- en televisieprogrammakanaal door deze kosten wordt bemoeilijkt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt. In voormelde besluiten heeft het Commissariaat vastgesteld dat het eenmalige bedrag van 3.500,- ruim onder de werkelijke kosten ligt die Ziggo zelf maakt. In het onderhavige geval is het bedrag zelfs verlaagd tot 1.000,-. 39. Het Commissariaat is tot voornoemde conclusie gekomen omdat Ziggo in haar verzorgingsgebied te maken heeft met 170 lokale publieke media-instellingen. Dit aantal is sindsdien door de recente fusie van Ziggo met UPC alleen maar toegenomen. Ziggo dient niet alleen rekening te houden met de belangen van deze media-instellingen, maar ook met de belangen van haar abonnees en andere (media-)instellingen die gebruik maken van het omroepnetwerk van Ziggo. Gelet op de omvang en de technische aanpassingen van de infrastructuur van Ziggo, acht het Commissariaat het niet onaannemelijk dat in het geval dat al die lokale publieke media-instellingen verschillende systemen gaan gebruiken voor het aanleveren van de digitale signalen, wat er ook van de kwaliteit van deze systemen zij, dit van negatieve invloed kan zijn op de infrastructuur van Ziggo. Door verschillende systemen toe te laten en toe te passen in het technisch complexe omroepnetwerk van Ziggo is het aannemelijk dat eerder storingen kunnen ontstaan, die niet alleen het signaal van de lokale publieke mediainstelling treffen, maar ook die van de andere (media-)instellingen die gebruik maken van het omroepnetwerk van Ziggo. De aangeslotenen zullen hiervan uiteindelijk de meeste hinder ondervinden. 40. Ziggo heeft, naar het oordeel van het Commissariaat, in dat kader de redelijkheid en de noodzaak van het gebruik van de verbinding (van de studio van de lokale publieke media-instelling naar het regionale centrum) en van de hardware aangetoond. Tevens heeft Ziggo aannemelijk gemaakt dat alternatieve vormen van aanlevering van het signaal, met eigen specificaties en voorzieningen, niet slechts leiden tot een significante vertraging van het proces, maar bovendien kunnen leiden tot een verhoging van de aanleverings- en beheerskosten. 1 Zie besluiten van het Commissariaat inzake Stichting Stad Schagen van 12 april 2011 en 4 december 2012, kenmerk 23557/2011002840 respectievelijk 25523/2011013352, inzake Stichting Heusdense Televisie & Radio Stichting van 26 april 2011 en 4 december 2012, kenmerk 23689/2011004243 respectievelijk 25592/2012011319, inzake Airplay Media Stichting van 13 september 2011, kenmerk 25172/2011004447 en inzake Lokale Omroepstichting Alphen aan den Rijn van 4 december 2012 en 4 juni 2013, kenmerk 25508/2012011251 respectievelijk 29025/2013007393 Kenmerk: 664954/672921 6

41. De keuze van Ziggo om de lokale publieke media-instellingen via een gestandaardiseerde oplossing aan te sluiten op het omroepnetwerk van Ziggo, teneinde de continuïteit en kwaliteit van signaallevering en dienstverlening te waarborgen, acht het Commissariaat dan ook redelijk en gerechtvaardigd. Het Commissariaat heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat Ziggo uitvoerig en zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de geschikte en beschikbare technieken met betrekking tot de aanlevering van signalen ten behoeve van digitale distributie. 42. Het Commissariaat ziet in het onderhavige geval geen feiten of omstandigheden die hem tot een ander oordeel nopen. Het Commissariaat is van oordeel dat Ziggo in redelijkheid van GL8 (en alle andere lokale publieke media-instellingen in haar gebied) kan verlangen dat de RTV-signalen op uniforme wijze dienen te worden aangeleverd. 43. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat Ziggo GL8 geen technische of financiële drempels opwerpt om over te gaan tot doorgifte van haar RTV-signaal aan de abonnees in Mook en Middelaar. G. Conclusie 44. Gelet op het vorenstaande en alle betrokken belangen afwegende, ziet het Commissariaat dan ook geen aanleiding om handhavend op te treden en wijst het verzoek om handhaving van GL8 dan ook af. H. Publicatie 45. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Awb voorgeschreven wijze is bekendgemaakt 2. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 2 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende. Kenmerk: 664954/672921 7

I. Besluit Het Commissariaat I. wijst het verzoek van GL8 om bestuursrechtelijke handhaving jegens Ziggo van het bepaalde in artikel 6.13, derde lid, aanhef en onder d, en vierde lid, aanhef en onder c, van de Mediawet 2008 af; II. maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. Hilversum, 6 december 2016 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een bezwaarschrift indienen bij het Commissariaat voor de Media. Kenmerk: 664954/672921 8

Bijlage: Juridisch kader Wettelijke bepalingen Artikel 2.61 Mediawet 2008 1. Voor de verzorging van de publieke mediadiensten op regionaal en lokaal niveau kan het Commissariaat regionale respectievelijk lokale instellingen als publieke media-instellingen aanwijzen volgens de bepalingen van deze paragraaf. 2. Voor aanwijzingen komen slecht in aanmerking instellingen die: a. rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid zijn; b. zich volgens de statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel stellen het op regionaal respectievelijk lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht os op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een provincie, een gemeente of een deel van de provincie waarop de instelling zich richt leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen; en c. volgens de statuten een orgaan hebben dat het beleid voor het mediaaanbod bepaalt en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende provincie of gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. 3. Aanwijzing geschiedt nadat provinciale staten hebben dan wel de gemeenteraad heeft geadviseerd over de vraag of de instelling aan de eisen, bedoeld in het tweede lid, voldoet. Artikel 2.170b van de Mediawet 2008 1. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de bekostiging van het functioneren van de lokale publieke media-instelling als de gemeenteraad een advies als bedoeld in artikel 2.61, derde lid heeft uitgebracht en daarbij positief heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c. 2. De bekostiging betreft vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het verzorgen van de lokale publieke mediadienst, voor zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat op lokaal niveau in een toereikend media-aanbod kan worden voorzien en continuïteit van bekostiging is gewaarborgd. 3. Als twee of meer gemeenteraden gezamenlijk een advies als bedoeld in artikel 2.61, derde lid hebben uitgebracht, en daarbij positief hebben geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c, zorgen de colleges van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeenten gezamenlijk voor de bekostiging, bedoeld in het eerste lid. 4. Aan de bekostiging worden geen voorschriften verbonden die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens deze wet. 5. Onze Minister zendt telkens na drie jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het bepaalde in dit artikel in de praktijk. Artikel 6.9a van de Mediawet 2008 In deze afdeling wordt verstaan onder: Kenmerk: 664954/672921 9

«abonnee»: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een pakketaanbieder met betrekking tot de ontvangst van een of meer programmapakketten; «pakketaanbieder»: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een of meer programmapakketten tegen betaling verspreidt of laat verspreiden door middel van een omroepnetwerk of een omroepzender; «programmapakket»: een door een natuurlijk persoon of rechtspersoon samengesteld geheel van televisie- en radioprogrammakanalen die hoofdzakelijk door derden zijn geproduceerd; «standaardprogrammapakket»: een programmapakket als bedoeld in artikel 6.13 of in artikel 6.14. Artikel 6.12 van de Mediawet 2008 1. Deze paragraaf is van toepassing op pakketaanbieders die een of meer programmapakketten naar ten minste 100.000 abonnees in Nederland verspreiden of laten verspreiden. 2. (..) 3. (..) Artikel 6.13 van de Mediawet 2008 1. Als een pakketaanbieder een of meer digitale programmapakketten verspreidt of laat verspreiden, ontvangen alle abonnees die met hem een overeenkomst met betrekking tot de ontvangst van een of meer digitale programmapakketten hebben gesloten, in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket. 2. Het standaardprogrammapakket bestaat uit ten minste dertig televisieprogrammakanalen en een door de pakketaanbieder met inachtneming van het vierde lid te bepalen aantal radioprogrammakanalen. De programmakanalen worden ongewijzigd verspreid. Bij ministeriële regeling kunnen diensten worden aangewezen waarvan het signaal als integraal onderdeel van de programmakanalen moet worden doorgegeven en kunnen nadere regels worden gesteld voor de doorgifte van deze diensten. 3. Voor zover het betreft televisieprogrammakanalen, bevat het standaardprogrammapakket in elk geval: a. (..); b. (..); c. (..); d. één televisieprogrammakanaal van de lokale publieke mediadienst met programma aanbod als bedoeld in artikel 2.70, dat bestemd is voor de gemeente waarbinnen de abonnees woonachtig zijn; e. ten hoogste twee televisieprogrammakanalen van de lokale publieke mediadienst met ander programma-aanbod dan bedoeld in onderdeel d, dat een lokale publieke media-instelling verzorgt en dat is gericht op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen waaronder minderheden; en f. (.). 4. Voor zover het betreft radioprogrammakanalen, bevat het standaardprogrammapakket in elk geval: a. (.); b. (.); c. één radioprogrammakanaal van de lokale publieke mediadienst met programmaaanbod als bedoeld in artikel 2.70, dat bestemd is voor de gemeente waarbinnen de abonnees woonachtig zijn; Kenmerk: 664954/672921 10

d. ten hoogste vijf radioprogrammakanalen van de lokale publieke mediadienst met ander programma-aanbod dan bedoeld in onderdeel c, dat een lokale publieke media-instelling verzorgt en dat is gericht op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen waaronder minderheden; en e. (.). Artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. 2. ( ). Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: ( ) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ( ) 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: ( ) d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; 1. ( ) 2. g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de Aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. ( ) Kenmerk: 664954/672921 11