Bultrug, Megaptera novaeangliae, Massachusetts, USA, WWF-Canon / William W. ROSSITER De vier dagen van vastlopende debatten, politieke zetten en verhitte discussies op de 56ste jaarlijkse bijeenkomst van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) - die van 19 tot 22 juli plaatsvond in het Italiaanse Sorrento - droegen maar weinig bij tot een betere bescherming van de walvissen. De angstige vraag dit jaar was of Japan uiteindelijk zijn doel zou bereiken en de meerderheid van de stemmen in de IWC op zijn hand zou krijgen, door zijn slinkse gebruik van ontwikkelingshulp waarmee het bepaalde landen uit de hand laat eten. Dat gebeurde gelukkig niet, maar de Commissie bleef ook dit jaar, zoals al enkele jaren het geval is, in de greep van een impasse. Want op walvissen jagen of ze beschermen voorstanders en tegenstanders zijn ongeveer even talrijk. Hierdoor boekten een aantal initiatieven om de walvissen beter te beschermen geen vooruitgang, zoals de erkenning van nieuwe walvisreservaten in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan en het zuiden van de Stille Oceaan. Sorrento 2004 wat onthouden we? Geen walvisreservaat in de zuidelijke Stille Oceaan De IWC verwierp het voorstel van Nieuw- Zeeland om een walvisreservaat in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan op te richten. Het is al de derde keer dat het voorstel om een 26 miljoen km 2 groot walvisreservaat ten zuiden van de evenaar op te richten niet aan de vereiste 3/4-meerderheid geraakt. Al sinds 2001 hebben wetenschappers, de internationale natuurbehoudsorganisatie WWF, andere NGO s, regionale instellingen en regeringen hun hoop op zo n reservaat gezet. Talrijke walvispopulaties in de Stille Oceaan hebben zich namelijk nog niet kunnen herstellen na de decennialange jacht. Het reservaat zou niet alleen de walvissen maar ook de lokale gemeenschappen ten goede komen. Helaas vindt de wens van deze regio 26 ARGUS Milieumagazine jaargang 2 nr. 4
Ingrid Adams is redactiemedewerker bij WWF-België Hoeveel walvissen halen het einde van de 21ste eeuw? nog geen gehoor. Japan kelderde het voorstel, samen met zijn pro-jacht -genoten: kleine landen waarvan de economie nooit van de walvisvangst afhankelijk was, maar die in ruil voor hun stem Japanse ontwikkelingshulp mogen verwachten. De absurde wetenschap van Japan Japan probeerde het moratorium op de commerciële walvisjacht aan Antarctica te laten opheffen, een gebied dat door de IWC werd aangeduid als walvisreservaat. Bovendien kondigde het land aan er zijn walvisjacht in de toekomst te willen uitbreiden en de opbrengst ervan te willen delen met ontwikkelingslanden. Het Japanse voorstel werd gelukkig verworpen. Japan vangt jaarlijks 440 dwergvinvissen in de Zuidelijke Oceaan voor zijn wetenschappelijk walvisprogramma en stelde een bijkomende commerciële vangst van 3000 dwergvinvissen voor. Het land beweerde dat er volgens zijn onderzoeken nog bijna 750000 dwergvinvissen in dit gebied leven - een getal dat door de IWC niet erkend wordt. Volgens de Japanners maakt deze overvloed aan dwergvinvissen het andere walvissoorten - zoals de bultrug en de blauwe vinvis - onmogelijk weer in aantal toe te nemen. De dwergvinvissen zouden hun voedsel opeten! Verder beweerde Japan dat niet de overbevissing maar het te grote aantal grote walvisachtigen de oorzaak is van de alarmerende instorting van gecommercialiseerde visvoorraden wereldwijd. Geen van beide uitspraken is wetenschappelijk onderbouwd. En dat zijn maar twee voorbeelden van conclusies uit 15 jaren van Japans wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek dat tot geen enkele publicatie in een internationaal erkend wetenschappelijk magazine leidde. De wetenschap van het Japanse Instituut voor Walvisonderzoek heeft namelijk geen goede reputatie. Ze wordt steeds vaker beschouwd als van slechte kwaliteit, misleidend of zelfs ronduit vals. Dit instituut werd overigens niet toevallig opgericht in 1987, vlak nadat het moratorium op de commerciële walvisjacht van kracht werd en het Japanse jachtprogramma rond Antarctica dreigde te ondermijnen. In veel gevallen verwerpt Japan geloofwaardige wetenschappelijke gegevens als die niet in zijn kraam (en dus jachtplannen) passen. Betere maatregelen tegen bijvangst Elk jaar komen 300000 walvisachtigen om in visnetten. Dit probleem van bijvangst is zo wijd verspreid dat wetenschappers het vandaag als de grootste bedreiging voor de walvisachtigen beschouwen. De IWC aanvaardde de aanbevelingen van zijn wetenschappelijk Comité om het bijvangstprobleem aan te pakken. Zo volgen er het komende jaar een reeks regionale workshops om in verschillende gebieden de bijvangst te beperken. Het Revised Management Scheme niet te overhaast! Een controversieel voorstel om een nieuw beheersysteem voor de walvissen te ontwikkelen, het zogenaamde Revised Management Scheme (RMS), veroorzaakte enige commotie. Veel landen waren tegen omdat zij niet betrokken waren geweest bij het ontwerp en zij kloegen het gebrek aan transparantie aan. Vooral zorgwekkend was de motie om het RMS al tijdens de volgende IWC-bijeenkomst, in 2005, te laten aannemen. Dit zou het einde van het moratorium op de commerciële walvisjacht kunnen betekenen. Het voorstel werd gelukkig herzien en NGO s zullen bij de ontwikkeling van het RMS hun zegje kunnen doen. De motie om het RMS volgend jaar al te aanvaarden werd omgezet in een verzoek om het in overweging te nemen. Olie of grijze walvissen? Groot-Brittannië, Zuid-Afrika, Duitsland en België dienden een kritisch rapport en een resolutievoorstel in over een plan van Shell, Mitsubishi, Mitsui, Exxon Neftagas Ltd. en British Petroleum om hun activiteiten uit te bouwen in de kustgebieden langs het Russische eiland Sakhaline. Het rapport beschrijft de plannen van de oliemaatschappijen als een bedreiging voor de nu al ernstig bedreigde grijze walvissen in dit gebied. Het zeeleven, en dus ook het voedsel van de walvissen, zou er ernstig lijden onder de vervuiling. En dan hebben we het nog niet over de geluidshinder en andere problemen. Sinds 2001 al trekt het wetenschappelijke comité van de IWC aan de alarmbel voor de grijze walvissen in de westelijke Stille Oceaan. Deze populatie grijze walvissen is afgenomen tot een honderdtal dieren. ARGUS Milieumagazine jaargang 2 nr. 4 27
Walvisjacht, walvisbehoud en de IWC: 80 jaar in een notendop 1925 Verschillende naties erkennen de overexploitatie van de walvissen. 1930 Oprichting van een Bureau voor Internationale statistieken over de walvisjacht. 1931 Eerste internationale overeenkomst ter regulering van de jacht 1931 De Groenlandse walvis wordt beschermd. 1935 Noordkaper en zuidkaper worden beschermd. 1937 De grijze walvis wordt beschermd. 1946 De Internationale Conventie ter Regulering van de Walvisjacht ziet het levenslicht. 1949 De Internationale Walvisvaart Commissie wordt opgericht. 1961 Er wordt een recordaantal walvissen gedood (66000!). 1963 De bultrug in het zuidelijk halfrond wordt beschermd. 1967 De blauwe vinvis in het zuidelijk halfrond wordt beschermd. 1979 Het walvisreservaat in de Indische Oceaan wordt erkend. Er komt een moratorium op het gebruik van industriele walvisvaarders (behalve voor dwergvinvissen). De Noordse vinvis wordt beschermd (met enkele uitzonderingen) 1981 De potvis wordt beschermd (met enkele uitzonderingen) 1982 Het IWC-moratorium op de commerciële walvisjacht wordt gestemd 1986 Het IWC-moratorium op de commerciële walvisjacht treedt in werking 1987-1988 Japan start zijn wetenschappelijke walvisprogramma 1989 Laagste aantal gedode walvissen (326) 1992 Oprichting van de Noord-Atlantische Commissie voor Zeezoogdieren (NAMMCO) 1993 Noorwegen herneemt de commerciële walvisvangst door zich te beroepen op een uitzondering op het moratorium. 1994 Het walvisreservaat in de Zuidelijke Oceaan wordt erkend. 1997 Het aantal dwergvinvissen, gedood door Japan en Noorwegen om commerciële en wetenschappelijke redenen, overstijgt de 1000 dieren. 1999 Het walvisreservaat in de Ligurische Zee wordt opgericht. 2000: Japan breidt zijn wetenschappelijk walvisprogramma uit en jaagt ook op Bryde s vinvissen, potvissen, noordelijke en Antarctische dwergvinvissen 2001 Noorwegen kondigt aan de internationale handel in walvisvlees en -spek te hernemen (hoewel dit niet gebeurt). 2002 Japan breidt zijn wetenschappelijk walvisprogramma uit en jaagt nu ook op Noordse vinvissen. 2002 IJsland slaagt erin weer tot de IWC toe te treden met een voorbehoud op het moratorium, geldig vanaf 2006. 2003 IJsland start zijn wetenschappelijke vangst van dwergvinvissen. 2004 België treedt toe tot de IWC. De IWC aanvaardde het kritische rapport en het resolutievoorstel, en roept op tot dringende maatregelen om deze populatie grijze walvissen te beschermen. De IWC van jagersclub tot wetenschappelijk beheersorgaan De vroege jaren In 1930 beginnen de walvisjagende landen te beseffen dat de walvissen met uitsterven bedreigd zijn en in 1949 komt de IWC voor de eerste keer samen. De IWC is het diplomatieke orgaan van de Internationale Conventie voor de Regulering van de Walvisjacht (ICRW - International Convention for the Regulation of Whaling), opgericht in Washington in 1946. De Conventie wil de wereldwijde uitputting van de walvispopulaties onderzoeken en deze populaties in stand houden om een gereguleerde walvisindustrie mogelijk te maken. Gedurende 15 jaar is de IWC een genootschap van walvisjagers die zichzelf zo weinig mogelijk beperkingen willen opleggen. Tijdens het jachtseizoen 1961-1962 worden 66000 walvissen gedood. Het aantal resterende walvissen bereikt een historisch dieptepunt. Beslissingen gestemd en omzeild Pas in 1979 is er sprake van een eerste overwinning voor de walvissen: de erkenning van het eerste walvisreservaat, dat heel de Indische Oceaan omvat, en een moratorium (een tijdelijke opschorting) op het gebruik van industriële schepen voor de walvisjacht. In 1982 wordt dan eindelijk het moratorium op de commerciële walvisjacht gestemd, met 25 stemmen voor en 7 stemmen tegen. Het treedt in werking vanaf 1986. Noorwegen beroept zich op een uitzondering en blijft wel om commerciële redenen op walvissen jagen. Japan omzeilt het moratorium dan weer door een achterpoortje in de Conventie te gebruiken en trekt op wetenschappelijke walvisjacht. IJsland - dat in 2003 na jarenlange afwezigheid weer tot de IWC toetreedt - trekt eveneens de kaart van de wetenschappelijke walvisjacht en heeft al aangekondigd vanaf 2006 de commerciële walvisjacht te zullen hernemen, moratorium of geen moratorium. Werking In mei of in juni houdt de IWC, die ondertussen 57 lidstaten telt, zijn jaarlijkse bijeenkomst, in één van de lidstaten of in Groot-Brittannië, waar het Secretariaat gevestigd is. Ieder land ter wereld dat de Conventie voor de Regulering van de Walvisjacht uit 1946 ondertekent, kan lid van de IWC worden. Elke lidstaat wordt vertegenwoordigd door een commissaris, die zich laat bijstaan door experten en adviseurs. Voorzitter en Ondervoorzitter worden voor een periode van drie jaar verkozen. De Commissie beschikt over vier comités: een wetenschappelijk, een technisch, een financieel-administratief en één dat zich toelegt op het behoud van de walvissen. Het Wetenschappelijk Comité speelt een alsmaar belangrijkere rol binnen de IWC. Het werd opgericht omdat de Conventie voor de Regulering van de Walvisjacht bepaalt dat ingrijpende beslissingen gebaseerd moeten zijn op wetenschappelijk onderzoek. Ondertussen maken zo n 200 van s werelds meest gerenommeerde walvisbiologen deel uit van dit comité. Ook wetenschappers in andere vakgebieden worden regelmatig geraadpleegd. Het Wetenschappelijk Comité komt samen gedurende de twee weken die de eigenlijke IWC-bijeenkomst voorafgaan maar belegt ook tijdens het jaar vergaderingen om allerlei onderwerpen te bespreken. Jaarlijks publiceert het Comité een overzicht van de belang- 28 ARGUS Milieumagazine jaargang 2 nr. 4
Potvis, Physeter macrocephalus, dood aangespoeld, gebroken kaak als gevolg van een ontsnappingspogingen, Westhampton, New York, USA, WWF-Canon / William W. ROSSITER Grijze walvis, Eschrictius robustus, Baja California, Mexico WWF-Canon / Gustavo YBARRA rijkste oorzaken die een impact hebben op de walvissen. Elke stem telt Vandaag zijn de voorstanders en de tegenstanders van de walvisjacht in de IWC ongeveer even talrijk. Deze situatie zorgt voor een politieke impasse want voor elke ingrijpende beslissing of wijziging is een 3/4-meerderheid vereist, die nu vaak niet gehaald wordt. De conclusie is duidelijk: elke stem voor het behoud van de walvissen telt! Eén stem maakte al vaker het verschil, zoals in 1999, toen IJsland, ook pro-jacht, na enkele jaren afwezigheid weer tot de IWC toetrad, met een voorbehoud op het moratorium op de walvisjacht. Daarom is het goed nieuws dat België nu eindelijk ook tot de IWC toegetreden is. Zuidkaper, Eubalaena australis, Valdés Peninsula, Chubut Province, Patagonia, Argentinië, UNESCO World Heritage Site, WWF-Canon / Michel GUNTHER Harpoen van walvisjager, Noorwegen, WWF-Canon / Morten LINDHARD Hoe bedreigd zijn de verschillende walvissoorten? Soort Huidige toestand Geschatte populatie Noordkaper Eubalaena glacialis Met uitsterven bedreigd Noordwesten van de Atlantische Oceaan: 300-350 Noordoosten van de Atlantische Oceaan: vrijwel uitgestorven Pacifische kaper Eubalena japonica Met uitsterven bedreigd Minder dan 1000 Zuidkaper Eubalaena australis Licht bedreigd Ongeveer 7000 Groenlandse walvis Balaena mysticetus Licht bedreigd Minder dan 8500 Zwaar met uitsterven (de populatie groeit) bedreigd in Svalbard (minder dan 100) Met uitsterven bedreigd in de zee van Okhotsk (minder dan 300) en in de Baai van Baffin (minder dan 400) Blauwe vinvis Balaenoptera musculus Met uitsterven bedreigd Minder dan 5000 Gewone vinvis Balaenoptera physalus Met uitsterven bedreigd Tussen 50000 en 90000 Noordse vinvis Balaenoptera borealis Met uitsterven bedreigd Ongeveer 50000 Bryde s vinvis Balaenoptera brydei Te weinig informatie Tussen 40000 en 80000 beschikbaar Grijze walvis Eschrichtius robustus Licht bedreigd Ongeveer 27000 Zwaar met uitsterven bedreigd in het noordwesten van de Stille Oceaan (tussen 100 en 200) Bultrug Megaptera novaeangliae Kwetsbaar Ongeveer 28000 Dwergvinvis Balaenoptera acutorostrata Licht bedreigd Tussen 103000 en 204000 Antarctische dwergvinvis Balaenoptera bonaerensis Licht bedreigd Geen schattingen Potvis Physeter macrocephalus Kwetsbaar Niet bekend Wellicht maximum 1 à 2 miljoen ARGUS Milieumagazine jaargang 2 nr. 4 29
Walvissen: wie, waar en hoeveel? Om te begrijpen hoe belangrijk de rol en de beslissingen van de IWC zijn, volstaat het eens te kijken hoe de verschillende soorten grote walvissen eraan toe zijn. Walvisachtigen zijn warmbloedige zeezoogdieren met een horizontale vin. Zij worden opgedeeld in twee categorieën: de Mysticeti (baardof baleinwalvissen) en de Odontoceti (tandwalvissen, dolfijnen, bruinvissen). Er zijn 86 soorten walvisachtigen waarvan 13 soorten grote walvissen. Op één na zijn alle grote walvissen baardwalvissen, alleen de potvis heeft tanden. De baarden van een walvis hangen van boven in de mond neer en lijken op een kam. Ze zijn gemaakt van keratine een stof die lijkt op die van de nagels van de mens. Met deze baleinen kan de walvis zijn voedsel uit het water filteren: kleine visjes en plankton. De walvissen voeden zich met kleine diertjes, krill. Een volwassen blauwe vinvis kan wel tot 4 ton krill per dag verorberen. De beschuldiging dat walvissen de commerciële visvoorraden doen instorten, zoals bv. Japan graag verkondigt, is dus absurd. Zeven van de dertien soorten grote walvissen zijn nog steeds bedreigd of kwetsbaar, zelfs na enkele decennia van beschermingsmaatregelen. WWF meer dan 40 jaren van strijd voor de walvissen WWF zet zich als internationale natuurbehoudsorganisatie al sinds zijn ontstaan in voor de walvissen, met talrijke projecten wereldwijd. Sinds 1961 om precies te zijn, het jaar waarin het grootste aantal gedode walvissen werd genoteerd (66090). Al meteen met één van zijn eerste campagnes, Save the Whales, lanceert WWF een oproep om walvisreservaten op te richten en een moratorium op de commerciële walvisjacht in te stellen. WWF woont trouwens steeds de bijeenkomsten van de IWC bij, als waarnemer. WWF hanteert verschillende strategieën om de walvissen te beschermen. Eén hiervan is de instelling en bescherming van reservaten waarin alle jacht verboden is, en de uitbreiding van de bestaande beschermde zones. Een van de grootste successen van WWF bestond erin de Zuidelijke IJszee te laten uitroepen als een zone die beschermd is door de IWC. WWF wil ook de Noordelijke IJszee tot beschermde zone laten verklaren. WWF werkte verder mee aan de oprichting van een internationaal walvisreservaat in de Ligurische Zee in 1999. Dit reservaat is 84000 km 2 groot en strekt zich uit over Toulon (Franse Rivièra), Capo Falcone (West-Sardinië, Italië), Capo Ferro (Oost-Sardinië, Italië) en Fosso Chiarone (Toscane, Italië). Ook in België neemt WWF het op voor de walvissen. Al in december 2001 riep WWF-België onze toenmalige ministers van Leefmilieu en Buitenlandse Zaken op om België lid te maken van de IWC, zodat ook ons land zijn stem voor de walvissen kon laten horen en de landen kon steunen die zich verzetten tegen een herneming van een grootschalige en ongecontroleerde walvisjacht. Sindsdien volgden verschillende acties, Dwergvinvis, Balaenoptera acutorostrata, Great Barrier Reef Marine Park, Queensland, Australië, waaronder een petitie WWF-Canon / Jürgen FREUND met 40000 handtekeningen. Op de valreep kon België op de 56ste IWCbijeenkomst zijn stem laten gelden. Een andere actie van WWF-België had als doel de toeristische sector in IJsland te steunen. Voor WWF staat het buiten kijf dat walvistoerisme - het zogenaamde whalewatching - een economisch volwaardig alternatief is voor de walvisjacht. Door voor de jacht te kiezen vernietigt IJsland zijn eigen toeristische sector. De walvissen die zich met het meeste vertrouwen aan geïnteresseerde toeristen laten zien, zullen ook de eerste zijn die nietsvermoedend sneuvelen door de harpoenen van de jagers. Andere WWF-projecten hebben als doel botsingen tussen walvissen en schepen te beperken door de zones af te bakenen waar walvisachtigen leven en voedsel zoeken. Om het probleem van de bijvangst op te lossen wil WWF de omvang van de netten en de zones waarin die worden gebruikt, beperken en geluidsbakens laten plaatsen om de walvissen te waarschuwen voor obstakels. Ten slotte ijvert WWF ook voor oplossingen voor de klimaatverandering en blootstelling aan schadelijke chemische stoffen: twee problemen waar ook de walvisachtigen niet aan ontsnappen. De klimaatverandering kan hun migratiepatroon rechtstreeks beïnvloeden en chemische stoffen verzwakken hun immuunsysteem of bemoeilijken hun voortplantingsvermogen. Bedreigingen, verantwoordelijkheid en hoop Toen de Conventie voor de Regulering van de Walvisjacht in 1946 werd onderhandeld, wisten en begrepen we nog maar weinig van de vele gevaren die de walvisachtigen bedreigen. Nu, meer dan 50 jaar later, is het zinloos geworden de verschillende bedreigingen voor de walvissen - de jacht, de vervuiling van de zee, bijvangst in visnetten, de klimaatverandering - afzonderlijk te bekijken. Of een walvis nu verdrinkt omdat hij verstrikt raakt in een visnet of sterft door een harpoen, het resultaat is hetzelfde: alweer een walvis minder! De Internationale Conventie voor de Regulering van de Walvisvangst en de IWC zijn de enige beschikbare internationale instrumenten om de bedreigingen voor de walvissen te onderzoeken. En om de nodige maatregelen te treffen, zodat we de meest bedreigde soorten misschien een kans kunnen geven om te overleven. Weinig dieren roepen zoveel bewondering en ontzag op als de walvisachtigen. En weinig dieren hebben door toedoen van de mens zoveel geleden. Het is schrijnend te moeten vaststellen dat veel landen zich kennelijk het lot van de walvisachtigen niet aantrekken. Hoewel de EU een standpunt tegen de walvisjacht heeft ingenomen, zijn verschillende EU-lidstaten nog geen IWC-lid. Ook een honderdtal landen die wel lid zijn van de Conventie over de Biodiversiteit, lieten de IWC tot nu toe links liggen. Het pro-jachtkamp in de IWC, geleid door IJsland, Noorwegen en vooral Japan, is aan een opmars bezig. Het is dus belangrijker dan ooit dat de landen die nog geen lid zijn van de IWC hun verantwoordelijkheid opnemen en nú hun stem voor de walvissen laten horen, voor het te laat is. Voor meer informatie en relevante links surf naar w w w. a r g u s m i l i e u. b e 30 ARGUS Milieumagazine jaargang 2 nr. 4