[ABORAiVORIUM \100 l:oegepfos"fn GE() QGI EN HYDROGEOlli061 BEPALING VAN DE INVLOED OP DE GRONDWAT,ERSTAND. VEROORZAAKT DOOR DE BEMALINGEN VOOR DE

Vergelijkbare documenten
LAeO ATO IILJrv1 VOOR f01:61ëpaste GEOlOGIE EN HJ DROGIEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE..

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORII:JM VOOR jjiqeg PA5ll: GEOlOGIE EN lni DROGE0 061É

rijksuniversiteit gent

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VFRSLAG VAN DE VERKENNINGSBORING VOOR DE CENTRALE LINNENDIENST VAN DE VERENIGING VAN OPENBARE VERZORGINGSINSTELLINGEN TE EREMBODEGEM

rijksuniversiteit gent

IJllil RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORAlfORI M VOOR li0et3epasté Ç3EQLOGIE EN H ROGEOtOGI.E

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VERKENNING IN VERBAND MET EEN GRONDWATERVOORZIENING VAN DE G.U.S.B.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Uitwerking van maatregelen voor milderen van verzilting in aangrenzende polders bij uitbreiding ZWIN (hydrogeologische deelaspect) Startvergadering

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

rijksuniversiteit gent

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Horafrost te Staden (Fase 1)

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

UNIVERSITEIT GENT

ij) IJlJIJ UNIVERSITEIT GENT TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE .AL. BEPALING VAN DE HISTORISCHE VERONTREINIGING

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE.GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

rijksuniversiteit gent

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

SJ:t I ct Gj TOESE_PASTE GEOLOGIE N HYOROGEÖLOGIE UNIVERSITEIT. ..55L. lillil - GENT- -

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

Zoet-zout verdeling onder het strand: niet zo evident als het lijkt.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

233.- H e t h y d r o g e o l o g i s c h a s p e c t v a n o n t g i n n i n g s p l a a t s e n e n h u n n a b e s t e m m i n g

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de N.V. Latexco te Tielt (Fase 2)

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

lillil UNIVERSITEIT GENT

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

\ LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. Prof, 0' W. OE BREUCt< RIJKSUNIVERSITEIT GENT GRONDWATERONDERZOEK "NOBEL5-PEELMAN"

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Titel van de presentatie :24

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

rijksuniversiteit gent

Is verzilting een dreigend probleem aan onze kust? Toelichting geactualiseerde verziltingskaarten Dieter Vandevelde, VMM

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

STAD I GENT. rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGtOLOGIE

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Nota Infiltratie: aanvullend op rapport Algemene nota regenwaterafvoer Groot Molenveld dd. 05/12/2017

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

HYDROGEOLOGISCHE STUDIE NABIJ HET ZWEMBAD "DE NOORDZEE" TE BLANKENBERGE

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

rijksuniversiteit gent

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Bodemdaling door grondwaterwinning

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM

1 Inleiding en projectinformatie

Geometrisch ontwerp. Geometrische aspecten van wegen Lesgever: Prof. Dr. Ir. H. De Backer

Transcriptie:

[ABORAiVORUM \100 l:oegepfos"fn GE() QG EN HYDROGEOlli061 - - 1 j J [ BEPALNG VAN DE NVLOED OP DE GRONDWAT,ERSTAND VEROORZAAKT DOOR DE BEMALNGEN VOOR DE ROLERNGSWERKEN N DE WESTHOEK PROJEKTNUMMER 92541 ALBERT -LAAN - OOSTLAAN TE OOSTDUNKERKE AFL 111111 RJKSUNVERSTET GENT

- U J UNVERSTET GENT laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie BEPALNG VAN DE NVLOED OP DE GRONDWATERSTAND VEROORZAAKT DOOR DE BEMALNGEN VOOR DE ROLERNGSWERKEN N DE WESfHOEK PROJEKTNUMMER 92541 ALBERT -LAAN- OOSTLAAN TE OOSTDUNKERKE geologisch instituut S 8 krijgslaan 281 8-9000 gent telefoon 091/644647 fax 091/64 49 97 Opdrachtgever N V AQUAFN Dijkstraat 8 2630 AARTSELAAR Leiding : Prof Dr W DE BREUCK Studie en verslag : Lic M MAHAUDEN Dr L LEBBE Projektnummer : TGO 92/46 Datum : februari 1993

NHOUD LUST DER FGUREN 1 NLEDNG 1 2 GEOLOGSCH-HYDROGEOLOGSCHE BOUW 2 3 VERLAGNGEN TEN GEVOLGE VAN DE BEMALNGEN 3 1 Weiding 32 Aard van de bemalingen 33 ngevoerde gegevens 34 Resultaten 5 5 5 5 6 4 NVLOED OP DE NABUGELEGEN GROENGEBEDEN 15 5 KANS OP VERZLTNG 18 6 ALGEMEEN BESLUT 20 REFERENTES 21

LUST DER FGUREN Fig Ligging van het kollektortracé en de beschikbare boringen in de omgeving Fig2 Geologisch-hydrogeologische bouw ter hoogte van het kollektortracé Fig3 Hydrogeologische typeprofielen langs het kollektortracé met aanduiding van de ingevoerde hydraulische parameters Fig4 Berekende verlagingen in tijd- en afstandsgrafieken voor één pomping in laag 5 a rato van 24 m3/d FigS Berekende verlaging in funktie van de tijd in een vertikale doorsnede doorheen het freatisch grondwaterreservoir Fig6 Berekende invloed na 3 weken kontinu bemalen door middel van 2 puttenlijnen van 41 pompputten elk voor een te realiseren verlaging van 4,1 m Fig 7 Berekende invloed na 3 weken kontinu bemalen door middel van 2 puttenlijnen van 41 pompputten elk voor een te realiseren verlaging van 1,0 m Fig8 Detail van de "verlagingsellips" voor een kontinne bemaling van 3 weken door middel van 2 puttenlijnen van 41 pomputten elk en een te realiseren verlaging van 4,1 m Fig9 Ligging van het kollektortracé ten opzichte van het Gewestplan Fig lo Watertafelverlaging die kan veroorzaakt worden ter hoogte van de groengebieden in de omgeving van het kollektortracé Fig11 Schematisch vertikaal profiel die de grondwaterkwaliteitsverdeling ter hoogte van het kollektortracé en de nabijgelegen grondwaterwinning "St André" illustreert

-1-1 NLEDNG Met haar schrijven van 25 november 1992, kenmerk ENG/V/92540-92/541/GVDE/5-22, gaf de NVAQUAFN aan het LABORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLO GE EN HYDROGEOLOGE ( LTGH) van de Universiteit Gent de opdracht een studie uit te voeren over de invloed van de grondwaterverlaging die zal optreden ten gevolge van de bemalingen voor de aanleg van een kollektor in de Leopold -laan vanaf de Albert -laan tot aan de Oostlaan te Oostduinkerke Onderhavig verslag omvat de resultaten van de studie Hierbij werden konform de bestelling volgende punten bestudeerd: -de mogelijke invloed op de (eventueel) nabijgelegen groengebieden -de verandering van het niveau van het zout grondwater, maw de kans op verzilting n de volgende hoofdstukken wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: - hoofdstuk 2: de geologisch-hydrogeologische bouw -hoofdstuk 3: de verlagingen ten gevolge van de bemalingen -hoofdstuk 4: de invloed op de nabijgelegen groengebieden - hoofdstuk 5: de kans op verzilting - hoofdstuk 6: het algemeen besluit

-2-2GEOLOGSCH-HYDROGEOLOGSCHE BOUW Aan de hand van de beschikbare gegevens (boringen) werd de geologisch-hydrogeologische bouw ter hoogte van het kollektortracé afgeleid De beschikbare gegevens zijn afkomstig van: - de archieven van het LTGH - de archieven van de BELGSCHE GEOLOGSCHE DENST (BGD) -de archieven van de NV AQUAFN Op figuur 1 zijn het kollektortracé en de beschikbare boorgegevens aangeduid Het kollektortracé is 1078 m lang en ligt volledig in de Duinstreek Het maaiveld varieert van + 9,30 1 aan het begin van het kollektortracé (Albert -laan) tot + 7,14 aan het einde van het tracé (Oostlaan) Vanaf het maaiveld tot op ca - 21 komen kwartaire afzettingen voor Ze bestaan overwegend uit zand Meestal is dit zand fijn (d50 ca 0,200 mm) tot op het peil -5,5 en wordt het grover naar onder toe (middelmatig tot grot) Onderaan bevat het grint- en schelpfragmenten n de kwartaire zanden komen tussen de peilen -5,5 en -8,5 fijnere afzettingen (leemhoudend fijn tot zeer fijn zand) voor Dit werd vastgesteld tijdens boringen uitgevoerd in de nabije omgeving (MAHAUDEN et al, 1981) Met deze vaststellingen werd rekening gehouden bij de berekeningen van de grondwaterverlagingen (zie hoofdstuk 3) De kwartaire afzettingen rusten op een dikke laag van tertiaire ouderdom die hoofdzakelijk kleihoudende sedimenten omvat waaronder de zgn eperse Klei n figuur 2 is de geologische bouw ter hoogte van het kollektortracé aangegeven Voor deze studie is hydrogeologisch enkel het freatisch reservoir van belang Het wordt op 27 tot 30 m diepte begrensd door de kleihoudende tertiaire sedimenten; deze kunnen in dit bestek als ondoorlatend beschouwd worden De kwartaire zanden zijn doorlatend; de zeer fijne tot fijne leemhoudende zanden zijn slecht doorlatend De watertafel komt volgens de vaststellingen, gebeurd tijdens de uitvoering van de verkenningsboringen langsheen het kollektortracé (oktober 1991), voor op ca + 4,7 Bij het begin van het tracé is dit op ca 4,5 m diepte, op het einde op ca2,5 m diepte Hydraulische parameters zijn ter plaatse van het kollektortracé niet gekend; in de omgeving werden door het LTGH echter in gelijkaardige afzettingen verschillende pompproeven uitgevoerd en de hieruit afgeleide parameters werden bij de berekeningen (zie hoofdstuk 3) gebruikt De schematische hydrogeologische bouw kan uit figuur 2 worden afgeleid alle peilen in dit rapport zijn in m tov het referentievlak van de Tweede Algemene Waterpassing (TAW)

c") 1 boring met archiefnummer B=archlef Belgische Geologische Dienst L=archlef Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie ' V=archief NV Aquafin (boringen NV Laboratoria Van Vooren) Fig 1 - Ligging van het kollektortracé en de beschikbare boringen in de omgeving

i peil in mtaw +10 0 100 200 300 400 500 600 700 800 Oostlaan Kluislaan l v 11 V? ' V3 v 14 --- -,- ---l T 900 1000 1100m Albert l-aan J 0 V :archief NV Aquafin fijn zand fijn zand + steengruis fijn zand + steengruis fijn zand+ steengruis, weinig leemhoudend fijn zand leem en klei -!22, el!lly z 'l!l_ n leem ouden ]in z yteinjg_ leemhoudend_ _ - middelma!'!' middelmati and zar mlddelmatig zand schelpen, _ + schelpen wemig leemhoudend we1mg leemhoudend weinig leem udend middelmatig zand kollektortracé doorlatend fijn tot middelmatig zand TJn zand weinig leemhoudend fijn zand midd - el-;rurtig zand ' +schelpen weinig leemhoudend - "':""wat ertafel - 5-10 middelmatig tot grof zand met basisgrint doorlatend - 15-20 zeer slecht doorlatend tertiaire kleihoudende afzettingen X X X X Y X Y Y Y V X Y Fig 2 - Geologisch-hydrogeologische bouw ter hoogte van het kollektortracé

-5-3 VERLAGNGEN TEN GEVOLGE VAN DE BEMALNGEN 3 1 nleiding De verlagingen van de watertafel ten gevolge van de bemalingen werden berekend dmv een axiaal symmetrisch model (LLEBBE, 1988) Het laat oa toe voor een willekeurig grondwaterreservoir verlagingen te berekenen ten gevolge van pompingen De pompingen kunnen willekeurig gekozen worden zowel wat betreft plaats (X, Y,Z - coördinaat) als tijd De verlagingen kunnen op elke plaats in het reservoir worden berekend Het model werd aangepast om de invloed te berekenen van pompputtenlijnen of -batterijen 32 Aard van de bemalingen De bemalingen voor het droogmaken van de bouwsleuf (konform typebestek 200) voor de kollektor hebben volgende kenmerken: - filterbatterij van vacuümfilters - verlagen watertafel tot 1 m onder niveau kollektor - geschat pompdebiet ca 500 m3/d (afhankelijk van de te veroorzaken verlaging en de hydraulische parameters) - lengte van de filters voor een diepte van 2,5 tot 3,5 m: 5 à 6 m voor een diepte van 3,5 tot 4,5 m: 7 m - diameter van de zuigleiding: 3" -diameter van de filters: 5/4 11 - aard van de pompen: dubbelwerkende zuigerpompen, capaciteit 20 à 25 m3/h - aantal uren pompen: 24 h/d en 7 d/week - lengte werktracé 100 m - duur bemaling 3 weken Door het verhang van het kollektortracé enerzijds en het verschil in maaiveldpeil anderzijds (zie figuur 2) dient de watertafel, rekening houdend met de opgemeten grondwaterstanden -zie 2- maximaal 4,1 m verlaagd te worden nabij het einde van de kollektor (Oostlaan) Nabij de Albert -laan zou de kollektor boven de watertafel liggen en zou geen of slechts een geringe watertafelverlaging noodzakelijk zijn 33 ngevoerde gegevens Gelet op de geologisch-hydrogeologische bouw langs het kollektortracé (zie hoofdstuk 2) werd één typeprofiel bestudeerd Het profiel 1 is representatief voor de bouw ter hoogte van het ganse tracé De geologisch-hydrogeologische bouw komt overeen met deze zoals gekend uit de beschikbare boringen (zie fig 2); hierbij werd rekening gehouden met de vaststellingen van het LTGH bij de terreinwerkzaamheden uitgevoerd in de Plaatsduinen (voorkomen van leemhoudende fijne tot zeer fijne zanden in het kwartair reservoir) De diepte van de watertafel teri opzichte van het maaiveld werd bepaald uit de vaststellingen volgens de verkenningsboringen (zie 32) De ingevoerde hydraulische parameters:

-6- -hydraulische doorlatendheden k -hydraulische weerstanden c -specifieke elastische berging S ', - bergingscoëfficiënt nabij de watertafel So zijn waarden die representatief zijn voor de afzettingen ter hoogte van het kollektortracé Ze stemmen overeen met de resultaten van verschillende _pompproeven uitgevoerd in gelijkaardige grondwaterreservoirs in de omgeving De geologisch-hydrageologische bouw, de hydraulische parameters en de overeenkomstige lagenbouw zoals ingevoerd in het model, zijn voor het typeprofiel in figuur 3 afgebeeld De anisotropie tussen de horizontale en vertikale doorlatendheid /kv bedraagt steeds 4 Rekening houdend met de ingevoerde gegevens werd berekend hoe door middel van puttenlijnen langs de bouwsleuf de te realiseren watertafelverlaging kon bekomen worden Voor het model werden 2 puttenlijnen ingeplant langs weerszijden van de bouwsleuf Op elke lijn komt om de drie meter een pompput voor; de afstand tussen de lijnen bedraagt steeds 5 meter (deze afstand houdt rekening met het type dwarsprofiel zoals door de NVAQUAFN opgegeven) Gelet op een werktracé van 100 m werd in het model gerekend met een totale tracélengte van 120 m, dus met 2 lijnen van elk 41 pompputten 34 Resultaten n een eerste fase zijn met het model de verlagingen berekend die optreden ten gevolge van een pomping op één pompput n figuur 4 zijn deze berekende verlagingen uitgezet in funktie van tijd en afstand voor een pomping in laag 5 van het grondwaterreservoir met een debiet van 24 m3/d n figuur 5 zijn deze verlagingen in funktie van de tijd uitgezet in een vertikale doorsnede doorheen het freatisch grondwaterreservoir Vervolgens is berekend hoe door Jniddel van 2 puttenlijnen (lengte 120 m) van respektievelijk 41 pomputten elk, de vooropgestelde verlagingen ter hoogte van de kollektorsleuf kunnen worden gerealiseerd n figuur 6 zijn de verlagingen voorgesteld in enerzijds de aangepompte laag en anderzijds nabij de watertafel ter hoogte van de kollektorsleuf waar een verlaging van 4, 1 m vereist is Hierbij wordt kontinu bemalen gedurende 30240 minuten (3 weken) Uit de figuur blijkt dat de watertafelverlaging op het einde van de pompperiode maximaal 0,1 m bedraagt op ca 100 m van het kollektortracé; in het verlengde van de sleuf is een analoge verlaging tot op ca 70 m van de buitenste pomputten merkbaar Het pompdebiet nodig om de gewenste verlaging te bekomen is beduidend hoger dan de vooropgestelde waarde en bedraagt ca 2200 m3/d n figuur 7 zijn op analoge wijze de verlagingen voorgesteld in het geval dat een verlaging moet gecreëerd worden van 1,0 m De keuze van deze waarde is als volgt te verantwoorden: op de plaats waar een natuurgebied op de kortste afstand van het kollektortracé gelegeil is moet de watertafel één meter verlaagd worden (op ca 350 m van de Albert -laan - zie 4) Hiertoe dient het pompdebiet ca 550 m3/d te bedragen Na drie weken kontinu bemalen zou de watertafelverlaging maximaal 0, 1 m bedragen tot op ca 70 m van de kollektorsleuf; een analoge verlaging is merkbaar tot op ca40 m in het

t"'" 11' mtaw +10 proflel einde tracfl proflel begin tract! + 9,3 r- - Lagenbouw n model +5 0 + 7 1 r---- basis : : watertafel 1- --- +4,7 kollektor : +1,64- +0,64- : te creêren verlaging 4,1 m fijn tot mlddelmatig zand basis kollektor +5,34- watertafel :=- 't-= +4, 7 +4 34-1 1 te creêren variaging 0,4m 50-0,15 +0,7 1,3 Laeg 11 Llleg! Llleg 4 filter S'A s steeds 0,000Snr1 + 4, 7 W atertafel k 8m/d ksm/d k 8m/d c-1,05d -5 ", "_ ; leemhoudend fijn tot zeer fijn zand " :; ;,, Llleg3 k 01m d c-61d c-61d -10 fijn tot middelmatig zand Laeg :Z k 20m d -15-20, 0 0 0 mlddelmatig tot grof zand +grint en schelpen " 0 "' Laag1 k 25m d c-1,16d A klei Fig 3 - Hydrogeologische typeprofielen langs het kollektortracé met aanduiding van de ingevoerde hydraulische parameters

-8 - wo -----+----_,----+----+---- U'l 100 +----r----4----- 10-1+----r----4----- 10 'i TtDt/Hl 10 3 W5TfKJ01l LFFG3 100 +----r----+----r---- 10 +----r----+----+---- 1 100 +----r----+----r---- LFffi 2 10-3 -_ 1\ T 10"ti!N lu Ml/'1, T-10t tiin 102 10 3 'STFKl01l l0-1-t-----r----+----+---- LAAG 1 w-3 -_ 1\ T 10" 111N Tlot 1N 101 102 10 3 'ST!Kl011 Fig 4 - Berekende verlagingen in tijd- en afstandsgrafiekeli voor i in pomping in laag 5 a rato van 24 m3 /d

-9- t----4----1-----_,-----r---- w o tddt-----t-----+-----4----- +----------4----4----- LAAG 6 VElliR>GCHl W 3 FFSTFNOU w o wd+----- -----4---- W" TU:H111Nl 10 3 FFSTFNCU LAAG 5 +-----+-----+-----+----- todt-,, _, -------r------_,!0 0 1D T1H1!Nl LAAG J 103 WSTFWC11l Fig 4 - vervolg 1

-10- o mrprton S 2S Ff"STJ(] ) 11JD ro l ro2 roj LllöFRTl'f VR VERLJiiOO UN 10-31) N'l 10n20 lll TEN f'()ffil 0 Dlf:Pif:Otl D DlfPTlOil 15 U 115 DU ro S 15 25!KJOH 2S lf"stnjc,,l 111o 101 102 10J wo 101 102 wj tmmlll'f VA' VERLJiiOO (fn 10,-31) N'l 10wdO 11nTEN!'()f'EN U;:JUTE VE!lRiOO (fn 10n-31l N'l looo'!o 11nTEN Pilf'EN 0 ll!u' OU D DirPEllil ss 10 S ls 25 ffs 11>011 25 lrsnjoil 10o rol ro2 roj roo rol 1112 rol lcgllne VJ> VERtFlöltG CN 10o-31l N'l lowouu tll EN P!Jf'EN l(l;m!tl'f Vftl YERRil"' CN 10u-31l N'l 10,Jl 111NJTEN P!H'EN Fig 5 - Berekende verlaging in funktie van de tijd in een vertikale doorsnede doorheen het freatisch grondwaterreservoir

-11- T L---------,----,----r----- lid Verlaging inm1n laag 5 T-----,----,----,----,----- 1lXl :m Watertafelverlaging in m Fig 6 - Berekende invloed na 3 weken kontinu bemalen door middel van 2 puttenlijnen van 41 pompputten elk voor een te realiseren verlaging van 4, l m

-12- c _L_------------r----J n m s m Verlaging in min laag 5 lw Zll JD:) Watertafelverlaging in m Gtn Fig 7 - Berekende invloed na 3 weken kontinu bemalen door middel van 2 puttenlijnen van 41 pompputten elk voor een te realiseren verlaging van 1,0 m

-13- verlengde van de buitenste pompputten Ter illustratie is in figuur 8 een detail uit de "verlagingsellips" voorgesteld nabij het kollektortracé, en dit voor het geval van pomping op 2 puttenlijnen van elk 41 pompputten voor een te realiseren verlaging van 4,1 m De voorgestelde verlaging komt voor in de aangepompte laag Uit deze figuur blijkt dat de te realiseren verlaging van 4, 1 m ter hoogte van de kollektorsleuf bereikt wordt

- 14-0 10 20 30 - kollektortracé pompput Fig 8 - Detail van de "verlagingsellips" voor een kontinue bemaling van 3 weken door middel van 2 puttenlijnen van 41 pompputten elk en een te realiseren watertafelverlaging van 4, 1 m

-15-4 NVLOED OP DE NABUGELEGEN GROENGEBEDEN n figuur 9 is de ligging van het kollektortracé ten opzichte van het gewestplan aangegeven Het tracé dat in het wegdek van de Leopold 11-laan gepland is ligt volledig in woongebied Zowel ten westen s ten oosten van de Leopold ll-laan komen groengebieden voor Ten westen ligt een uitloper van het duinengebied "St André" tot op ca 70 m van de Leopold ll-laan op 350 m van het begin van het tracé Verder zuidwaarts komt een natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat voor tot op ca 310 m van het kollektortracé De uitbreiding van dit gebied stemt overeen met een waterwinningsgebied (in uitbating zijnde waterwinning "St André" van de ntercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht -WV A) Tenslotte is op 200 m ten zuiden en zuidwesten van het einde van het tracé een duingebied "Witte Burg" als natuurgebied aangegeven Ten oosten van de Leopold J-laan komt nabij het begin van het tracé een parkgebied voor tot op ca 50 m afstand Verder zijn op ca220 m van het einde van het tracé de "Plaatsduinen" als natuurgebied gerangschikt Uit figuur 10 blijkt dat voor een bemalingstracé van 120 m en een te realiseren verlaging van 4,1 m nabij het einde van het tracé na 3 weken onafgebroken pompen met een debiet van ca 2200 m3/d geen verlaging van de watertafel in de nabijgelegen groengebieden zal optreden Nabij het begin van het tracé, waar slechts kleine verlagingen moeten gerealiseerd worden zal tevens nauwelijks een invloed merkbaar zijn Na 3 weken ononderbroken pompen zouden aan de uiterste randen van het natuurgebied St André (ten westen van het tracé) en het parkgebied (ten oosten van het tracé) minieme watertafelverlagingen van hoogstens enkele centimeters ( < < 0, 1 m) kunnen optreden Langere tracés en langere bemalingsperloden zullen op dezelfde natuur- en/of parkgebieden een grotere invloed veroorzaken

; ; : ::::-> 6 N " 4 - ' ''" o Legende: E3 natuurgebleden N 1 m rïätüiirgebleden met wetenschappelijke waaide- of natuurreservaten R l parkgebleden p

Fig 10 - Watertafelverlaging die kan veroorzaakt worden ter hoogte van de groengebieden in de omgeving van het kollektortracé (in m)

-18-5 KANS OP VERZLTNG Uit diverse studies uitgevoerd door het LTGH in de omgeving van het kollektortracé blijkt dat het freatisch grondwaterreservoir er over de ganse dikte gevuld is met zoet water Ter illustratie is in figuur 11 de zoet - zoutwaterverdeling ter hoogte van het tracé en ter hoogte van de grondwaterwinning "St André'' (ca 1 km ten westen van de Leopold 11- laan ) in een representatieve vertikale doorsnede loodrecht op de kustlijn voorgesteld Uit de figuur blijkt dat ook ter hoogte van de waterwinning het freatisch grondwaterreservoir volledig met zoet water gevuld is Gelet op deze vaststellingen en op de resultaten van de modelberekeningen kan men aannemen dat de bemalingen voor de aanleg van de kollektorsleuf geen gevaar voor verzilting inhouden De redenen hiervoor zijn: -er is geen zout water in het freatisch grondwaterreservoir aanwezig - de bemalingsduur bedraagt per werkprofiel in normale omstandigheden slechts 3 weken Gelet op de nabijheid van het waterwinningsgebied van de WV A (op ca 310 m van de zuidelijke helft van het kollektortracé) enerzijds en de goede kwaliteit van het op te pompen water (zoet duinwater) anderzijds wordt aanbevolen om het water, dat dient opgepompt te worden VQ9r het droogmaken van dit tracégedeelte, te infiltreren in het waterwinningsgebied Deze werkwijze werd reeds toegepast tijdens bemalingen voor het tracé Koksijde dorp - Koksijde bad Op deze manier wordt enerzijds vermeden dat ca 15 00 m3 water van goede kwaliteit uit het gebied wegvloeit en wordt anderzijds relevante informatie verzameld omtrent de infiltratiemogelijkheden in het gebied

i A mtaw 10 lttfn ZEE -- NATTE STRAND!DROGE ---- \STRAND! Legende: zout E;;:S:Jbrak c::jzoet - stromingsrichting - - grondwaterscheidingslijn _ watertafel DUNEN A' 0 10 LLw ' ', ", ' \, \,, \ -,! \ -20-30 0 300 400 Grondwatetkwaliteitsverdeling ter hoogte van het kollektortracé soom 0 500 1500 3000m r - to B WATERWNNNG ST-ANDRE POLOERS B' Langgeleed mtaw 10 1 ZEE NATTE STRAND 0-10 \ \ --- 1 \ ' ', ' : 1111111111111, ;, - ', ' -20 VVV'JVV <, -30 0 100 200 300 400 SOOm 0 500 1000 1500 2000 2500 3000m Grondwatetkwaliteitsverdeling ter hoogte van de grondwaterwinning "St André" Fig 11 - Schematisch vertikaal profiel die de grondwaterkwaliteitsverdeling ter hoogte van het kollektortracé en de nabijgelegen grondwaterwinning "St André" illustreert

-20-6ALGEMEEN BESLUT ndien gewerkt wordt volgens tracés van ca 100 m lengte, waarbij de bemalingsduur per tracé 3 weken bedraagt, dan zullen de bemalingen voor het droogmaken van de kollektorsleuf vanaf de Albert -laan tot de Oostlaan nagenoeg geen watertafelverlagingen in groengebieden veroorzaken n het uiterste westen van het natuurgebied "St André" en het uiterste oosten van het parkgebied nabij het begin van het kollektortracé zijn op het einde van de pompenode watertafelverlagingen van hoogstens enkele centimeters ( < < 0, 1 m) te verwachten De bemalingen op het einde van het kollektortracé nabij de Oostlaan, waar verlagingen van 4, 1 m nodig zijn, zullen geen watertafelverlagingen in de nabijgelegen groengebieden veroorzaken Deze waarden houden rekening met de ingevoerde hydraulische parameters, de hydrageologische bouw van het freatisch grondwaterreservoir en de grondwaterstanden zoals waargenomen tijdens de uitvoering van de boringen in oktober 1991 Langere werktracés die langere bemalingsperloden vereisen zullen grotere watertafelverlagingen in grotere delen van het natuurgebied veroorzaken Ter hoogte van het geplande kollektortracé is het freatisch grondwaterreservoir over de volledige dikte opgevuld met zoet water Hierdoor zullen bemalingen van ca 3 weken over werktracés van ca 100 m voor het droogmaken van de bouwsleuf geen gevaar voor verzilting opleveren Korte werktracés (ca 100 m), die tevens een kort bemalingsduur inhouden, zijn aan te bevelen; naast het feit dat aldus slechts kleine gebieden beïnvloed worden en het gevaar op verzilting het kleinst is, zal ook het op te pompen debiet beperkt worden

-21- REFERENTES LEBBE, L en PEDE, K (1986) Salt-fresh waterflow beneath old dunes and low polders influenced by pumpage and drainage in the Western Belgian coastal plain SWM 9 Delft, p 199-220 LEBBE, L (1988) Uitvoering van pompproeven en interpretatie door middel van een invers model Proefschrift voorgelegd tot het verkrijgen van de graad van Geaggregeerde voor het Hoger Onderwijs Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie Universiteit Gent LEBBE, L, DAMEN, B en MAHAUDEN, M (1993) Hydrologische en hydrogeologische studie in het bestek van het landinrichtingsprojekt "De Westhoek" Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij VLM MAHAUDEN, M en LEBBE, L (1982) Hydrogeologische studie van en rondom het gebied van de geplande waterwinning Ter Yde te Koksijde (Oostduinker ke) Studie uitgevoerd in opdracht van het MiDisterie van de Vlaamse Gemeenschap Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie Universiteit Gent MAHAUDEN, M en LEBBE, L (1993) Bepaling van de invloed op de grondwaterstand veroorzaakt door de bemalingen voor de rioleringswerken in de Westhoek Projektnummer 92540 Groenendijk- RWZ Wulpen Studie uitgevoerd in opdracht van de NV Aquafin