Protestantse Gemeente Heerhugowaard Orde van dienst voor 29 maart 2018 Witte Donderdag Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd Annie Vallotton 1
voorganger ambtsdrager organist : ds. Jacqueline Geertse : Diny Kotterer : Jeannette Zuidema 2
OP DE DREMPEL Welkom door de ambtsdrager (Dit welkom geldt voor de drie diensten van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Deze horen zo bij elkaar, dat elk begin verder bouwt op waar we de vorige dag zijn gebleven). Voorganger: Dit is de avond dat wij gedenken dat God zijn volk uitredding brengt uit het land van angst en verdrukking en Hij gebiedt een maaltijd te eten van bevrijding en verlossing. Dit is de avond dat wij gedenken dat Jezus met zijn leerlingen de maaltijd viert en in zijn lichaam en bloed de verlossing verbeeldt en zo ons tot heilbrenger wordt. Hij die de minste wil zijn voor zijn eigen vrienden. stilte Bemoediging voorganger : Onze hulp is in de Naam van de Heer gem. : DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT voorganger : Die trouw blijft tot in eeuwigheid gem. : DIE NIET LOSLAAT HET WERK VAN ZIJN HANDEN Drempelgebed Heer, onze God, op de drempel van het feest, gekeerd naar wat komen gaat, staan wij gereed. Het licht van de nieuwe toekomst verschijnt aan de horizon. Ga Gij ons voor, Gij Gezegende! Bevrijd ons van alles dat knecht en tot slaaf maakt. Maak los de boeien die we ons lieten aanleggen en maak ons tot Paasgangers. Door Jezus Christus, onze Heer. Amen. 3
De Psalm van de Witte Donderdag: Psalm 67 : 1 RONDOM HET WOORD Gebed voor de Witte Donderdag Lezing uit het Oude Testament: Exodus 12 : 1 8 en 11 Zingen: 395 : 1 Lezing uit het Nieuwe Testament: Johannes 13 : 1-15 Zingen: 395 : 2 Verkondiging Zingen: 558 : 1, 4, 8 en 9 Inzameling van de gaven GAVEN EN GEBEDEN Voorbeden DIENST VAN DE TAFEL Zingen: 395 : 3 en 4 Wij vormen een kring binnen de pilaren. 4
Tafelgebed v. De Heer zal bij u zijn A. DE HEER ZAL U BEWAREN v. Verheft uw harten A. WIJ ZIJN MET ONS HART BIJ DE HEER! v. Laten wij danken de Heer onze God A. HET PAST ONS DE HEER TE DANKEN... v. Levensbrood dat onze vragen stilt, van hand tot hand. Zo leven wij van uw liefde in een liefdeloze wereld. En bij zoveel wat sterft en doodloopt houdt dat onze hoop levend. Daarom is het uw Naam die wij hoog houden, danken en zegenen wanneer wij tot U zingen: Zingen: Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen word' U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. v. U zegenen wij om uw lieve Zoon die ons deze liefde in levende lijve werd, die de hoop belichaamde als afgezant van Kanaän, als hemels brood, als eersteling van een grote oogst. Hem gedenken wij hoe Hij in de nacht waarin Hij verraden werd 5
het brood nam daar de dankzegging over uitsprak, het brak en aan zijn discipelen gaf met de woorden: Neemt en eet, dit is mijn lichaam voor u doet dit tot mijn gedachtenis. En de beker nam daar de dankzegging over uitsprak, hem rondgaf en zei: Drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit zo dikwijls gij die drinkt tot mijn gedachtenis. v. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij het geheim van zijn dood en opstanding totdat Hij komt. A: KOM, HEER JEZUS, KOM! v. Zend uw Geest in ons midden en geef ons elkaar tot onderdak van vrede, tot vindplaats van het visioen. En hoor ons wanneer wij tot U bidden met de woorden die Jezus ons geleerd heeft: ONZE VADER Vredesgroet v. De vrede van Christus met u allen! A. ZIJN VREDE MET U! Wij wensen elkaar de vrede van Christus Brood en wijn worden gedeeld. 6
Dankgebed Slotlied: 556 : 1 en 5 1. Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, alle geboden worden thans voldragen, alle beproeving van de wildernis. 5. Dit is uw opgang naar Jeruzalem waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisigt Hem! Heenzending v. Laten wij de levende God loven! G. LOOFT GOD! v. Dat de Eeuwige u vervulle met zijn Geest. G. OM ONZE VOETEN TE ZETTEN OP DE WEG VAN VREDE. AMEN. v. En nadat zij de lofzang gezongen hadden gingen zij de stad uit naar de Olijfberg. Wij verlaten in stilte de kerk. 7
8