Infoavond SVAL 24 mei 2011 De RANDVOORWAARDEN in het GLB Ir. Frank Steyaert ALV MIB Buitendienst Oost-Vlaanderen 1 Programma Inleiding Verschillende controlepunten Behoud areaal blijvend grasland Controle praktisch Aansprakelijkheid en gevolgen 2 1
Historiek GLB subsidieregeling KOPPELING STEUN AAN PRODUCTIE 1993: Plan Mac Sharry 2000: Agenda 2000 2005: MTR : ONTKOPPELING BEDRIJFSTOESLAG PER LANDBOUWER 2011 blijven gekoppeld: Zoogkoeienpremie Slachtpremie Kalveren ontkoppeling 01/01/2012 Verwerking Vlasvezel ontkoppeling 01/01/2012 3 Waarom RVW Bij het invoeren van de bedrijfstoeslag werd beslist om de uitbetaling van de steun te koppelen aan voorwaarden inzake leefmilieu, volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn Randvoorwaarden Doel: Evenwicht landbouw leefmilieu Maatschappelijke verantwoording voor Europese steun aan de landbouwers 4 2
Randvoorwaarden Bestaan uit 1) Beheerseisen 18 richtlijnen en verordeningen m.b.t. Volksgezondheid Diergezondheid Gezondheid van planten Milieu Dierenwelzijn 2) Normen om de landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie te houden 3) verplichting behoud areaal blijvend grasland 4) bijkomende minimumeisen PDPO II (sinds 2008): fytolokaal 5 Randvoorwaarden Voor ELKE landbouwactiviteit Op ALLE landbouwgronden van het landbouwbedrijf (ongeacht of er TR worden geactiveerd of niet) ENKEL de vermelde voorwaarden kunnen invloed op de uitbetaling hebben Zie ook checklist randvoorwaarden op de website www.vlaanderen.be/landbouw 6 3
Checklist randvoorwaarden 7 Brochure 2009 Nieuwe brochure randvoorwaarden is eind februari 2009 aan alle landbouwers met toeslagrechten of agromilieumaatregelen bezorgd 8 4
Wijzigingen 2010 Aanvulling op de brochure randvoorwaarden werd begin 2010 aan alle landbouwers bezorgd 9 Wijzigingen 2011 Per mail naar diegene met emailadres Op papier naar de andere premievragers Binnenkort zal een gecoördineerde volledige brochure beschikbaar zijn via website 10 5
Wie voert de controles uit? ALV voert in principe zelf de volledigecontrolesuit op de bedrijven Uitzonderingen voor randvoorwaarden Gebruik van hormonen Meldingsplicht dierziekten Berekening mestbalans (administratief) Bepaalde aspecten van voedselveiligheid cel en kiemgetal van de melk Controle op de residu s in voedsel Ad hoc vaststelling (VLM, FAVV, LNE, ANB) 11 Betrokken externe beheersdiensten Randvoorwaarden FAVV VLM Mestbank nitraat- en slibrichtlijn OVAM slibrichtlijn dier- en plantgezondheid dierenwelzijn Vlaams Betaalorgaan vogel- & habitatrichtlijn Agentschap Natuur en Bos Departement LNE grondwaterrichtlijn Milieu- Inspectie goede landbouw & milieuconditie Dienst Land & Bodembescherming 12 6
Programma Inleiding Verschillende controlepunten Behoud areaal blijvend grasland Controle praktisch Aansprakelijkheid en gevolgen 13 Vogel- en Habitatrichtlijn Instandhouding natuurlijke vegetatie en kleine landschapselementen ( ANB) Voor wijzigen van landschapselementen en bepaalde vegetaties: altijd natuurvergunning nodig (afgeleverd door college van burgemeester en schepenen) Haag of heg (> 25 m lang en < 2 m breed) Bomenrij (> 50 m en minstens 4 bomen) Poel (> 100 m²) Houtkant (> 100 m² en tussen 2 en 10 m breed) Hoogstamboomgaard 14 7
Vogel- en Habitatrichtlijn In bepaalde gebieden is er verbod tot wijziging van de natuurlijke vegetatie of KLE In VEN-gebied HPG en poelen in de polders en in groen-, park-, buffer-of bosgebied Een afwijking kan toegestaan worden door de minister bevoegd voor natuurbehoud (met advies van ANB) of individuele ontheffing kan toegestaan worden door ANB. -Momenteel zijn discussies aan de gang ivm de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en vastlegging van Historisch Permanent Grasland (HPG) 15 Vogel- en Habitatrichtlijn Bescherming van vogels Opzettelijk vangen, doden of betekenisvol verstoren van in het wild voorkomende vogels is verboden Nesten niet verstoren, wegnemen of vernietigen NIEUW vanaf 2010 (nav nieuw soortenbesluit van 15/05/2009): afwijkingen mogelijk voor bestrijding spreeuwen, eksters, gaaien, kauwen en zwarte kraai om landbouwschade te voorkomen eenvoudige melding bij ANB & burgemeester 16 8
Bescherming van vogels Trechterval 17 Bescherming van vogels Larssen-kooi 18 9
Grondwaterrichtlijn - Slibrichtlijn Bescherming van de kwaliteit van het grondwater tegen verontreiniging door gevaarlijke stoffen lozen van fytoproducten, oliën, brandstoffen, Afdekken van verlaten grondwaterwinningen Reglementair gebruik van zuiveringsslib Gebruiksvoorwaarden voor zuiveringsslib 19 Slib voorwaarden OK? 20 10
Nitraatrichtlijn Voldoende opslagcapaciteit Opslag van dierlijke mest conform voorwaarden Correcte mestbalans Naleving uitrijverbod voor mest Geen mestspreiding op drassige, ondergelopen, bevroren cultuurgrond op op hellingen Geen mestspreiding nabij oppervlaktewater Emissiearm mestgebruik Geen mestlozing 21 Mestopslagvoorwaarden 22 11
Mestopslagvoorwaarden 23 Mest op kopakker (tijdelijk) = OK Mesthoop 24 12
Nitraatrichtlijn Nieuw MAP en mestopslagcapaciteit Nog geen duidelijkheid over nieuwe MAP en eventuele wijziging van verplichtingen ihkv de nitraatrichtlijn Ten laatste op 31/12/2011 moet landbouwer beschikken over mestopslag voor Mengmest 9 maanden voor dieren die steeds op stal staan (nu: 6 mnd) 6 maanden voor dieren met buitenloop Stalmest 3 maanden 2011 = overgangsjaar bijkomende capaciteit voorzien 25 Identificatie en registratie van dieren Bijhouden van correct register (runderen, varkens, schapen/geiten) Aanwezigheid van voorgeschreven oormerken(runderen, varkens, schapen/geiten) Aanwezigheid van correct runderpaspoort Correcte melding aan Sanitel (runderen) 26 13
Aandachtspunten I&R Rundvee Nieuw KB I&R Rundvee in voege vanaf 25/04/2011 (wijzigingen zijn zeer beperkt) Rund zonder OM: vastzetten en onmiddellijk FAVV verwittigen Pasgeboren kalf: binnen 7 dagen merken en inschrijven in register Paspoort moet binnen 21 dagen na geboorte aanwezig zijn Steeds zorgen voor voorraad oormerken (leveringstermijn 4 wkn!) Geboortes en bewegingen: binnen 7 dagen melden aan Sanitel Register: bewegingen inschrijven binnen de 3 dagen (aankoop, verkoop, sterfte, uitvoer) Bij sterfte van een rund: Sterfte melden aan Sanitel binnen 7 dagen (via veeportaal/vrs/post) Paspoort van dood rund: binnen 7 dagen opsturen nr Sanitel Correct geslacht melden!! 27 Koe zonder oormerken 28 14
Kalf met 2 verschillende oormerken 29 Voedselveiligheid en Traceerbaarheid 3 registraties registratie 1 : minimale informatie over alle in- en uitgaande producten registratie 2 : registratie van gebruik diergeneesmiddelen registratie 3 : gegevens over gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (14d) Indien certificaat sectorgids aanwezig, afgeleverd door erkende OCI, met startdatum minder dan 12 maanden geleden OK G-012 Autocontrole Primaire Plantaardige Productie (VEGAPLAN) G-037 Autocontrole Primaire Dierlijke Productie (CODIPLAN) Verbod om levensmiddelen op de markt te brengen ongeschikt voor humane consumptie of om diervoeders te voederen ongeschikt voor gebruik Naleven algemene hygiënevoorschriften: melkhuisje, koeling melk (6 ) 30 15
Gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn Verbod op het gebruiken / of aanwezigheidvan gewasbeschermingsmiddelen die niet erkend of niet toegelaten zijn Lijst staat op www.fytoweb.be Tweejaarlijkse ophaling vervallen procucten door Phytophar Vervallen vóór 01/01/2009: product mag niet meer aanwezig zijn Vervallen ná 31/12/2008: product mag wel nog aanwezig zijn, mag niet meer gebruikt worden en moet apart staan bij de vervallen producten Beschikken over een geldig keuringsbewijs voor spuittoestellen 3-jaarlijks 31 Bijkomende minimumeis PDPOII Bestrijdingsmiddelen (klassen A en B) worden opgeslagen in een specifiek lokaal (of kast) die - Uitsluitend bestemd voor de opslag van bestrijdingsmiddelen Geen andere producten bestemd voor (menselijke of dierlijke) voeding, geen brandstoffen, geen meststoffen, - Slotvast afgesloten en gescheiden van andere ruimtes Niet in woonplaats, stallen en voeder of verwerkingsruimten - Droog en goed onderhouden Geen omgevallen of lekkende producten, - Vervallen middelen of middelen voor privégebruik staan apart Om mee te geven met Phytophar 32 16
Opslag sproeistoffen 33 Opslag sproeistoffen OK 34 17
Hormonen en TSE-richtlijn Verbod op het gebruik van bepaalde stoffen (hormonen) respecteren Naleven van bepaalde regels betreffende de preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde TSE (o.a. BSE, scrapie, ) - geen verwerkt dierlijk eiwit in diervoeders - maatregelen naleven in geval van verdacht dier en bij vaststelling TSE, o.a. melden aan het FAVV - geen dierlijke producten verkopen van verdachte dieren 35 Kennisgeving van dierziekten Melding van elk verdacht dier aan de bevoegde autoriteit Het gaat om de volgende dierziektes: Mond- en klauwzeer (MKZ) Pest bij kleine herkauwers Enzoötische hemorragische ziekte bij herten Schapen- en geitenpokken Teschener ziekte Rift Valley Fever. Runderpest Vesiculaire varkensziekte Blue Tongue Vesiculaire stomatitis Nodulaire dermatose 36 18
Dierenwelzijn kalveren Kalveren : alle runderen jonger dan zes maanden! kalveren mogen niet aangebonden worden kalveren jonger dan twee weken moeten strooisel hebben kalveren in groep moeten over voldoende vrije ruimte beschikken (1,5m² per kalf) (niet van toepassing voor bedrijven met minder dan zes kalveren of voor kalveren die door hun moeder gezoogd worden) individuele huisvesting van kalveren moet voldoende afmetingen hebben (min. breedte = schofthoogte, min. lengte = 1,1 x lengte kalf) (niet van toepassing voor bedrijven met minder dan zes kalveren of voor kalveren die door hun moeder gezoogd worden) ingeval van kunstmatige ventilatie, moet er voor noodvoorziening worden gezorgd en moet er zeker een alarmsysteem zijn. geen verontreiniging van voeder en drinken Indien buiten gehouden tsn 15/11 15/03: mogelijkheid tot schuilen Geen aanraking mogelijk met schadelijke materialen 37 Aangebonden kalf zonder oormerken 38 19
Aangebonden kalf 39 Dierenwelzijn varkens Controlepunten (deel 1) Varkens moeten permanent over vers water kunnen beschikken De dieren kunnen tegelijk liggen, rusten, zich uitrekken en normaal opstaan Huisvesting van beren: voldoende vrije vloeroppervlakte (6 m²) waarvan een deel bestaat uit dichte vloer, een mat, stro, Huisvesting van vleesvarkens: voldoende vrije vloeroppervlakte Het aanbinden van zeugen en gelten is verboden In geval van kunstmatige ventilatie, moet er voor noodvoorziening worden gezorgd en moet er zeker een alarmsysteem zijn. Geen aanraking mogelijk met schadelijke materialen Alle varkens die in groep worden gehouden moeten kunnen beschikken over los materiaal (speelgoed) Deze aandachtspunten zijn van toepassing op alle varkensstallen 40 20
Dierenwelzijn varkens Controlepunten (deel 2) Huisvesting van zeugen * verplichte groepshuisvesting voor (drachtige) zeugen * voldoende vrije vloerruimte(2,25 m² per zeug), waarvan voldoende deel uit volle vloer bestaat (1,3 m²) Huisvesting van gelten * verplichte groepshuisvesting voor gelten * voldoende vrije vloerruimte (1,64 m² per gelt), waarvan voldoende deel uit volle vloer (0,95m²) Minimale balkbreedte (8 cm voor varkens van meer dan 10 weken) en maximale spleetbreedte (2 cm voor mestvarkens, 2,2 cm voor zeugen en gelten) bij betonnen roostervloeren Deze aandachtspunten zijn enkel van toepassing in stallen vanaf 01/01/2003 41 Dierenwelzijn varkens 42 21
Aangebonden zeug 43 Dierenwelzijn andere landbouwhuisdieren o.a. Runderen (> 6 mnd), schapen, geiten, Aandachtspunten: Algemene goede verzorging van de dieren Geen verontreiniging van voeder en drinken Indien buiten gehouden tsn15/11 15/03: mogelijkheid tot schuilen Geen aanraking mogelijk met schadelijke materialen In geval van kunstmatige ventilatie, moet er voor noodvoorziening worden gezorgd en moet er zeker een alarmsysteem zijn 44 22
Dierenverwaarlozing? 45 Dierenwelzijn Aandachtspunten m.b.t. dierenwelzijn Extra controlepunten: Beschikbaarheid van geschikt en voldoende voeder en water Aanwezigheid van materialen in stallen of op percelen die dieren kunnen kwetsen (bv. oud en verroest materiaal, bouwafval, scherpe voorwerpen, ) Gevolg: waarschuwing (= 0% sanctie) en 1 maand tijd om op te ruimen 46 23
Dierenwelzijn?? 47 Goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) Bodemerosie tegen gaan Organische stof in de bodem en bodemstructuur Teeltrotatie aardappelen (nieuw 2011) Verbod op afbranden van stoppels Minimaal onderhoud van de percelen Vergunning voor irrigatie Behoud van het areaal BLIJVEND GRASLAND 48 24
Organische stof en bodemstructuur Analyses koolstofgehalte (C) en zuurtegraad (ph) Geen uitzondering meer indien <10 ha akkerland Afh. van totaal areaal excl. Grasland < 20 ha : 1 20 30 ha: 2 30 40 ha: 3 40 60 ha: 4 60 100 ha: 5 > 100 ha: 6 Analyses zijn 3 jaar geldig vanaf datum staalname Datum staalname moet voor controle zijn 49 Teeltrotatie aardappelen Verplichte teeltrotatie voor aardappelen (nieuw 2011 -GLMC) Wetgeving FAVV van 1987: teeltrotatie 1-op-3, dus: geen aardappelen in 2011 als op zelfde perceel in 2010 of 2009 aardappelen werden geteeld let op: 1-op-4 teeltrotatie voor certificering pootgoed Status A1 en A2 op de VA: op deze percelen mogen dus geen aardappelen worden geteeld in 2011 Uitzondering voor primeuraardappelen gerooid vóór 20 juni gewascode 905: primeuraardappelen gerooid vóór 20/6 (gewascode 904 = vroege aardappelen gerooid na 19/6) Uitzondering zowel voor verleden als toekomst 50 25
Teeltrotatie aardappelen Verplichte teeltrotatie aardappelen(glmc) 100% administratieve controle Specifieke gewascontroles rond 20/6 op primeuraardappelen Verantwoordelijke = gebruiker op 21/04 Sanctie: 3% (afh. van oppervlakte evt. 1 of 5%) 51 Stoppelverbranding 52 26
Minimaal onderhoud van percelen Minimaal onderhoud - geen gebruik onverenigbaar met landbouw - onkruidverspreiding voorkomen - verwildering voorkomen (distels verbossing) Uitzondering minimaal onderhoud bij grassen in natuurbeheer (9823 niet subsidiabel) grasland (61/62) onder beheerovereenkomst ENKEL UITZONDERING VOOR ONKRUID MOGELIJK, NOOIT VOOR DISTELS!!! 53 Uitzondering minimaal onderhoud Situatie in 2011 Perceel aangegeven als grassen in natuurbeheer (I) Uitzondering voor minimaal onderhoud (veronkruiding) Perceel aangegeven als blijvend of tijdelijk grasland (A of I) met beheerovereenkomst VLM (VNA/PRB/WV/BB/BN) Controle voor 15 juni : uitzondering voor minimaal onderhoud Controle tussen 15 juni en 15 augustus : landbouwer krijgt twee weken tijd om te maaien (+ nacontrole) Controle tussen 15 augustus en 31 augustus : landbouwer krijgt tot 1 september om te maaien (+ nacontrole) Controle na 1 september : geen uitzondering voor minimaal onderhoud Geen uitzondering voor grasland zonder beheerovereenkomst Wel uitzonderingen mogelijk ihkv specifieke projecten en milieudoelstellingen (bv. bloeiende akkerranden) 54 27
Minimaal Onderhoud 55 Minimaal Onderhoud 56 28
Minimaal Onderhoud 57 Minimaal Onderhoud 58 29
Minimaal Onderhoud 59 Minimaal Onderhoud uitz. BN 60 30
Vergunning irrigatie Vergunning voor het gebruik van water voor irrigatiedoeleinden (sedert 2010 - GLMC) Grond- of oppervlaktewater Voldoen aan vergunningsvoorwaarden: Het hebben van een vergunning Voorwaarden opgenomen in vergunning 61 Vergunning irrigatie Grondwater Vergunning is onderdeel van milieuvergunning Drie klassen: Klasse 3: debiet < 500m³/j melding Klasse 2: 500 m³/j < debiet < 30 000 m³/j vergunning Klasse 1: debiet > 30 000 m³/j vergunning Milieuvergunning wordt opgevraagd en er wordt nagegaan of de vergunning en de bijhorende voorwaarden worden gerespecteerd 62 31
Vergunning irrigatie Oppervlaktewater Onbevaarbare waterlopen Vaste constructie: vergunning Polders en wateringen: afh. reglement Bevaarbare waterlopen debiet < 500m³/j: melding debiet > 500m³/j: vergunning http://geo-vlaanderen.agiv.be 63 Vergunning irrigatie 64 32
Programma Inleiding Verschillende controlepunten Behoud areaal blijvend grasland Controle praktisch Aansprakelijkheid en gevolgen 65 Behoud areaal blijvend grasland EU-regelgeving: elke lidstaat moet het aandeel blijvend grasland in de totale oppervlakte landbouwgrond behouden Blijvend grasland:grond met natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen (of kruidachtige voedergewassen) die minstens 5 jaar wordt aangehouden Instandhoudingsplichtigelandbouwer:Alle LB met rechtstreekse steun of agomilieumaatregelen en beschikken over IRA Individueel referentieareaal blijvend grasland (IRA): basis: aangifte blijvend grasland in aangifte 2003 na wijzigingen door jaren: opp. BG die elke landbouwer minstens moet aangeven in verzamelaanvraag Status blijvend grasland: status = aantal jaar reeds aangifte als BG Status voorgedrukt op kopie verzamelaanvraag & fotoplan Enkel perceel met status P mag worden gescheurd LET OP: niet in uitzonderingsgebieden (bv. VEN-gebied) en geen historisch permanent grasland 66 33
Behoud areaal blijvend grasland Binnen een landbouwbedrijf is scheuren van blijvend grasland mogelijk: indien status perceel = P + indien compensatie door inzaai op ander perceel + behoud gedurende 5 jaar Tussen landbouwbedrijven wordt referentieareaal overgedragen: - Mét overdracht percelen = (definitieve) overdracht van referentieareaal Formulier 4 - Zonder overdracht percelen = tijdelijke overdracht van instandhoudingsplicht Formulier 5 67 Behoud areaal blijvend grasland BLIJVEND GRASLAND UIT LANDBOUW Formulier 4 ingevuld : o BG naar particulier / LB zonder steun maar VA o Deel verloren door bebouwing (silo, stal, ) / ONTeigening o Referentieareaal LB (overlater) daalt Percelen komen in aparte databank = groen gearceerde oppervlakte op papieren fotoplannen oranje gearceerde oppervlakte op e-loket Wanneer andere LB (met bedrijfstoeslag of PDPOIIsteun) later gearceerd perceel aangeeft stijgt zijn referentieareaal opnieuw 68 34
Blijvend grasland uit landbouw 69 Programma Inleiding Verschillende controlepunten Behoud areaal blijvend grasland Controle praktisch Aansprakelijkheid en gevolgen 70 35
Uitvoeren controle RVW in praktijk In principe GEEN aankondiging 1) veldcontrole op de percelen Controle toepassing GLMC en milieurichtlijnen (minstens 50 % van ALLE percelen zowel A als I) Minimaal onderhoud Afbranden stoppels Instandhouding kleine landschapselementen en vegetatie Maatregelen op sterk erosiegevoelige percelen mestuitrijregeling Afdekken verlaten grondwaterwinningen Verbod lozen stoffen 71 Uitvoeren controle RVW in praktijk 2) Controle op het bedrijf, bedrijfsgebouwen en stallen Milieu: Capaciteit en mestopslag Dierenwelzijn: Kalveren, varkens, runderen, schapen, Volksgezondheid, diergezondheid en gezondheid planten: Spuittoestellen Erkenning gewasbeschermingsmiddelen Fytolokaal, melkhuis Identificatie en registratie runderen, varkens, schapen en geiten 72 36
Uitvoeren controle RVW in praktijk 3) Administratief luik van de controle Volksgezondheid, diergezondheid en gezondheid planten Traceerbaarheid: registers, teeltfiches, facturen Dierregisters Keuringsbewijs spuittoestel Gewasbeschermingsmiddelenregister Diergeneesmiddelenregister GLMC Analyseresultaten C en ph milieuvergunning Milieu Documenten gebruik slib 73 Programma Inleiding Verschillende controlepunten Behoud areaal blijvend grasland Controle praktisch Aansprakelijkheid en gevolgen 74 37
Aansprakelijkheid Vanaf 1 januari 2010: aansprakelijkheid bij niet naleving anders beoordeeld: Verantwoordelijke = landbouwer die de niet-naleving deed, niet meer diegene die het op 21 april in gebruik had Praktisch is de persoon die het perceel op het moment van de controle in gebruik heeft volgens de aangifte verantwoordelijk Uitzondering als niet-nalever geen steun ontvangt of geen landbouwer is Bij een vaststelling : wie is gebruiker op dat moment Landbouwer met steun? Vaststelling registreren bij deze landbouwer Landbouwer zonder BT/ZK Vaststelling registreren bij de gebruiker op 21 april 75 Gevolgen Evaluatie op basis van ernst / omvang / permanent karakter (sanctietabel) Verlaging : 0 % (waarschuwing) -1 % -3 % -5 % Opzet : 5 % -20 % -100 % Meerdere niet nalevingen : (beperkt) optelbaar Herhalingvan een niet naleving = zelfde niet-naleving binnen 3 opeenvolgende jaren: verlaging maal drie 76 38
Opvolgingscontrole waarschuwingen enkel mogelijk indien: kleine inbreuk en fout hersteld wordt follow-up vereist zowel administratief opvolgingscontrole ter plaatse 77 Waarschuwing mogelijk Voldoende mestopslagcapaciteit Mestopslagvoorwaarden Analyseresultaten C en ph Register runderen Paspoort runderen Oormerken runderen Sanitel runderen Oormerken varkens Oormerken schapen en geiten Dierenwelzijn varkens Dierenwelzijn kalveren Dierenwelzijn andere landbouwhuisdieren Aanpassing / rechtzetting binnen 6 maand 6 maand Opsturen bewijs binnen de maand 1 maand mits opsturen bewijs 1 maand mits bewijs (kopie paspoort) 1 maand FAVV onmiddellijk verwittigen 1 maand 1 week (merken biggen) 1 maand FAVV onmiddellijk verwittigen 6 maand voor: vers water kunstmatige ventilatie met alarmsysteem speelgoed 6 maand voor: Kunstmatige ventilatie met alarmsysteem 6 maand voor: 78 Kunstmatige ventilatie met alarmsysteem 39
Gevolgen 79 Gevolgen 80 40
Gevolgen 81 RANDVOORWAARDEN Grootste problemen 2010 I&R Runderen Traceerbaarheid Dierenwelzijn varkens GLMC: analyses organische stof en bodemstructuur GLMC: minimaal onderhoud DISTELS!!!! Nitraatrichtlijn: mestopslag, uitrijperiode, uitrijvoorwaarden en mestbalans 82 41
RANDVOORWAARDEN 83 Wat brengt de toekomst? Toekomst GLB Mededeling EC nov. 2010: zeer vaag, beperkt tot formuleren van algemene doelstellingen nieuw GLB moet groener, eerlijker, efficiënter en effectiever Concrete voorstellen volgen in zomer 2011 Discussie in 2012 Nieuwe wetgeving in 2013 CONCLUSIE: Huidig systeem (TR, ZKP, AM, BO): blijft tem 2013 Vanaf 2014:??????? 84 42
ZIJN ER NOG VRAGEN???? 85 43