Voortoets t.b.v. realisatie appartementencomplex Oude Haven te Colijnsplaat. Oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet

Vergelijkbare documenten
Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Bijlage 7: Verstoringsgevoeligheden per habitattype en soorten

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

R02e Bijlage 5B

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

4 Vermesting Kenmerk: Interactie andere factoren: Relevantie: 5 Verzoeting Kenmerk Interactie andere factoren Relevantie: 6 Verzilting Kenmerk

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

omgevingsdienst HAAGLANDEN

De Marne. Bestemmingsplan Lauwersoog e.o. Bijlage 4. Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet

Natura 2000 gebied Markiezaat

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni (handout)

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

Bijlage aanvraag vergunning Wet natuurbescherming. Bosstraat, Hegelsom. Afbeelding voorblad hier invoegen!

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Programma publieke avond 26 januari 2012

Reimerswaal. Jachthaven Yerseke. Voortoets definitief. ir. H.G. van der Aa. mw. drs. L.M. de Ruijter

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Voortoets Natura Duinweg 2-4 in Hellevoetsluis. In opdracht van Buro Ontwerp & Omgeving

Effectenindicator Natura 2000-gebieden Aanvulling bij het Alterra-rapport 1375 uit 2005.

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlage 1: Ontwikkelingen en trends

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Aanmeldnotitie Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Voortoets mijnbouwlocatie Wijk en Aalburg Provincie Noord-Brabant

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Bijlage II Voortoets Natuur

Natura essentietabellen Leeswijzer

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle

Quickscan flora en fauna. Zuid Willemsvaart te s-hertogenbosch. Rapportnummer

Natura 2000 gebied Grevelingen

Quickscan en voortoets t.b.v. kantoor en opslag Natuurmonumenten aan de Hollandsekade 23 te Woerdense Verlaat

Voortoets Wet natuurbescherming

Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling. Documentcode: 14M3041.RAP001.AC

Ecologische toetsing dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nee, tenzij-toets functiewijziging Hydeparklaan 7-9 te Driebergen

Voortoets Natura 2000 Deest Zuid

Notitie Quickscan Gasthuisweg 1 te Herwijnen

Wösten juridisch advies

Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Stappenplan vergunningaanvraag

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Opdrachtgever: Vos Holding BV Sprang-Capelle. September Antonie van Diemenstraat CW Tilburg

Nederlandse Aardoliemaatschappij bv T.a.v.: dhr. J.P. van de Water Postbus HH ASSEN. Leeuwarden, 23 december 2010 Verzonden,

Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.

- Natuurbeschermingswet NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DORDRECHT

Kampen, uitbreiding t Haasje

Effectenanalyse FBP Noord-Holland Natura 2000-gebieden. Oktober 2009

Quick scan ecologie woningen op Marken

Vogels en Vleermuizen

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

Voortoets Natuurbeschermingswet Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Sluis. Gemeente Sluis

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Projectnummer: C Opgesteld door: drs. A.J.J. Schoenmakers. Ons kenmerk: :0.4. Kopieën aan:

Analyse mogelijke effecten varkenshouderij L. Verhaegh, Industrieweg 22 Sevenum, in het kader van aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning

Bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' Bergen op Zoom Passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Evaluatie Voortoets Natura 2000 Lage Heide. Gemeente Valkenswaard

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS)

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Natuurtoets Zonnepark Ceresweg Tholen Toetsing in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en Natuurnetwerk Nederland

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Wijzigingsplan Waterfront-Zuid Boulevard-West - Strandeiland V A S T G E S T E L D

VOORTOETS NATUURBESCHERMINGSWET IN VERBAND MET DE AANLEG VAN EEN RESTSTOFFEN ENERGIECENTRALE TE HARLINGEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Westvoorne. Langeweg 7 Rockanje. bestemmingsplan. identificatiecode: datum: status: nvt 11 november 2010 definitief. projectnummer:

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natuurtoets Vispassage Gemaal Krassekeet Texel

bijlage Inhoud 4 INHOUDELIJKE BEOORDELING 4 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

UITBREIDING GASSTATION ZUIDWENDING NATUURASPECTEN NUON ZUIDWENDING GASUNIE ZUIDWENDING. 18 september 2009 B01053/CE9/075/300023/ws

QUICKSCAN NATUURWETGEVING LANGBROEKERDIJK 29

Recente trends in de vogelstand nabij de Eerste Bathpolder en mogelijke effecten van verlengde assimilatiebelichting

Gebiedsbescherming Camping Lauwersoog herziening

Voortoets realisatie hondenpension aan de Verlengde Molenstraat 12a in Winssen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ico)j'rp.aëti~ ~ ::f:;; jp";:,g;';::;r:;'",----~-4-!

Natuurtoets Windpark Landtong Rozenburg Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming en Natuurnetwerk Nederland

Pondera Consult t.a.v. mw. M. de Sain Nooitgedacht AN Zeist. met opdracht, d.d. 12 april 2017

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie:

Voortoets t.b.v. realisatie appartementencomplex Oude Haven te Colijnsplaat Oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1

Colofon Status: Definitief Project: BE/2016/321 Datum: 8 december 2016 Samensteller(s): dhr. ing. C.J. Blom Opdrachtgever: Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV Lekdijk 44 2967 GB Langerak Contactpersoon: dhr. R. de Groot Disclaimer Blom Ecologie is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit toepassing van de resultaten van werkzaamheden en/of gegevens verkregen van Blom Ecologie. Blom Ecologie / Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV Niets uit deze rapportage mag zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en Blom Ecologie worden gebruikt door derden. Onder gebruik worden alle vormen van kopie, openbaarmaking en elke andere toepassing begrepen. Deze rapportage mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het is samengesteld. 2

Voorwoord Voor u ligt de rapportage Voortoets t.b.v. realisatie appartementencomplex Oude Haven te Colijnsplaat. Deze rapportage is opgesteld in opdracht van Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV. De voortoets is uitgevoerd ten behoeve van een bestemmingsplanwijziging voor de realisatie van een appartementencomplex van 12 appartementen aan de Oude Haven te Colijnsplaat. Ten behoeve van de beoogde realisatie wordt een voormalige aardappelsorteerschuur gesloopt en een deel van de terreininrichting (m.n. verharding) verwijderd. Op de locatie van de schuur worden 12 appartementen gerealiseerd. Tevens wordt een deel van het terrein ingericht als oppervlaktewater. Het plan is planologisch bekend als Aedes Maritima. Omdat de planlocatie is gelegen nabij het Natura2000-gebied Oosterschelde is, middels een voortoets, beoordeeld of de beoogde ontwikkeling leidt tot effecten in het kader van de Natuurbeschermingswet. In opdracht van een initiatiefnemerscollectief stelt van Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV een nieuw bestemmingsplan op. Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV heeft Blom Ecologie BV verzocht om de betekenis van het plangebied voor beschermde soorten en habitattypen te beoordelen en de effecten van de voorgenomen handelingen daarop. In deze rapportage worden de bevindingen beschreven en geadviseerd hoe deze te interpreteren en in de praktijk te hanteren. 3

4

Inhoud 1 Inleiding... 7 1.1 Aanleiding en doel 7 1.2 Wettelijk kader Natuurbeschermingswet 7 2 Plangebied en voorgenomen ingreep... 9 2.1 Gebiedsbeschrijving 9 2.2 Huidige situatie plangebied 9 2.3 Voorgenomen ingreep 11 3 Beoordeling Natuurbeschermingswet... 13 3.1 Gebiedsbescherming 13 3.2 Natura2000 gebied Oosterschelde 13 3.3 Effectenindicator 15 3.4 Storingsfactoren 16 3.5 Beoordeling 23 4 Literatuur... 25 5

6

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Aan de Oude Haven te Colijnsplaat staan twee schuren die voorheen gebruik werden om aardappels te sorteren. De schuren staan in het verlengde van elkaar en zijn verdeeld in drie compartimenten welke in gebruik zijn als: opslag en reparatie van boten, opslag van auto en privégoederen en de opslag van allerhande huisraad t.b.v. handel. Diverse partijen zijn voornemens om de schuren en het omliggend terrein te saneren om vervolgens een appartementencomplex met vijver te realiseren, planologisch bekend als Aedes Maritima. Ter onderbouwing van de beoogde ontwikkeling dient de juridische haalbaarheid te worden onderzocht ten aanzien van de Natuurbeschermingswet (Natura2000). Middels voorliggende toets wordt geïnventariseerd of de beoogde ontwikkeling een negatief effect heeft op het Natura2000-gebied Oosterschelde. Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer BV begeleidt de ruimtelijke procedure en heeft Blom Ecologie BV verzocht het plangebied te onderzoeken op aanwezige beschermde natuurwaarden en vervolgens deze te toetsen aan de effecten van de werkzaamheden en vigerend beleid. Onderzoeksdoel Middels dit oriënterende onderzoek worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: Leiden de werkzaamheden, gelet op de verwachtte negatieve effecten, tot overtreding van de Natuurbeschermingswet? 1.2 Wettelijk kader Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) beschermt gebieden in Nederland met een bijzondere ecologische betekenis. De belangrijkste gebieden die door de Nb-wet worden beschermd zijn de Natura 2000 gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en wetlands. Activiteiten waarvan de kans bestaat dat er een verslechtering/significant negatief effect optreed in een door de Nb-wet beschermd gebied, zijn vergunningplichtig en dienen getoetst te worden middels de Habitattoets. De Habitattoets is de procedure tot vergunningverlening en bestaat uit de voortoets en verslechteringstoets (geringe effecten) of de passende beoordeling (significante effecten). Als uit de voortoets blijkt dat geen effecten optreden behoeft geen vergunning aangevraagd te worden in het kader van de Natuurbeschermingswet. 7

8

2 Plangebied en voorgenomen ingreep 2.1 Gebiedsbeschrijving De planlocatie is gelegen tussen de Oude Haven (noord- en westzijde) en de Voorstraat (zuidzijde). Aan de oostzijde grenst een parkeerterrein en een restaurant. De Oude haven ligt aan de voet van een dijk (Visserijweg), de Voorstraat is een deel van de havendijk en ligt in het verlengde van de West-Zeedijk. Ten noorden en noordwesten van de Oude Haven en Visserijweg ligt een haven voor pleziervaartschepen. Ten zuiden van de planlocatie ligt de oude kern van Colijnsplaat. Op een afstand van ca. 175 m van de noordgrens is het Natura2000 gebied Oosterschelde gelegen. Figuur 1 De rode omlijning weergeeft de ligging van de planlocatie aan de Oude Haven te Colijnsplaat (bron: ruimtelijkeplannen.nl). 2.2 Huidige situatie plangebied De planlocatie bestaat uit twee voormalige aardappel(sorteer)schuren. De schuren staan in het verlengde van elkaar en zijn verdeeld in drie compartimenten welke in gebruik zijn als: opslag en reparatie van boten, opslag van auto en privégoederen en de opslag van allerhande huisraad t.b.v. handel. De schuren bestaan deels uit steense muren en een golfplatendak. In de meest westelijke schuur is het dak van binnenuit geïsoleerd. Het omliggende terrein bestaat uit een gazon of is verhard met klinkers en kasseien. Behoudens het opschot van enkele kruiden en struiken langs de schuren is er op de locatie geen vegetatie aanwezig. 9

Figuur 2 Fotografische indruk van het plangebied. 10

2.3 Voorgenomen ingreep De beoogde ingrepen betreft de sloop van de schuren en realisatie van een appartementencomplex met vijver. Onderstaand volgt een korte opsomming van de ingrepen en effecten: sloop schuren: sloopwerkzaamheden en afvoer materiaal. verwijderen terreininrichting, m.n. verharding: graafwerkzaamheden, transport (afvoer) van materiaal en groen; terrein bouwrijpmaken en graven vijver: vergraven, aanbrengen puin, aanleg nutsvoorzieningen; bouw appartementencomplex: allerhande bouwwerkzaamheden; revitalisatie terrein en vijver; allerhande (straat- en hoveniers)werkzaamheden. Alle thans aanwezige (ecologische) functies van de planlocatie komen geheel of deels te vervallen. Negatieve effecten die op kunnen treden voor beschermde soorten zijn: vernietiging en/of afname van geschikt leefgebied (permanent of tijdelijk) en opzettelijke verstoring (tijdelijk). Figuur 3 Impressie van de beoogde situatie, plan Aedes Maritima (bron: uitsneden van www.aedes-maritima-wonen-aan-het-water.nl). 11

12

3 Beoordeling Natuurbeschermingswet 3.1 Gebiedsbescherming De planlocatie maakt geen onderdeel uit van een beschermd landschapstype zoals Natura2000, Natuurnetwerk Nederland, Nationaal Landschap of Nationaal Park. Binnen een straal van 3 kilometer is het Natura2000-gebied Oosterschelde en gebieden die tot Ecologische Hoofdstructuur (of Natuurnetwerk Nederland) behoren gelegen (figuur 4). Figuur 4 De planlocatie (rood omlijnd) ligt op een afstand van 175m tot Natura2000-gebied Oosterschelde (bron: zldgwb.zeeland.nl). 3.2 Natura2000 gebied Oosterschelde Op een afstand van ca. 175m vanaf de ontwikkellocatie bevindt zich de zuidgrens van het Natura2000 gebied Oosterschelde. Het gebied Oosterschelde maakt deel uit van estuarium de Schelde. Door de Oosterscheldekering (1986) is de oorspronkelijke getijdewerking sterk gereduceerd. Het gebeid bestaat uit een wisselend patroon van schorren, slikken en droogvallende platen, ondiep water en diepe getijde geulen (tot 45m). Het gebeid kent een grote variatie aan milieutypen die geleide hebben tot een hoge mate van biodiversiteit. In 2005 is het natuurontwikkelingsproject Plan Tureluur toegevoegd aan het gebied (synbiosys.alterra.nl). 13

Tabel 1 Instandhoudingsdoelen Natura2000 gebied Oosterschelde (synbiosys.alterra.nl). SVI Doelst Oppv. Doelst Kwal. Doelst Pop. Habitattypen H2120 Witte duinen - = (<) > H2130A *Grijze duinen (kalkrijk) -- = > H2130B *Grijze duinen (kalkarm) -- = > H2150 *Duinheiden met struikhei + = > H2160 Duindoornstruwelen + = (<) = H2180A Duinbossen (droog) + = > H2180C Duinbossen (binnenduinrand) - = > H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) - > > H2190D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) - = (<) = Habitatsoorten H1340 Noordse Woelmuis -- > = > H1365 Gewone zeehond + = > > Broedvogels A081 Bruien kiekendief + = = A132 Kluut - = = A137 Bontbekplevier - = = A138 Strandplevier -- = = A191 Grote stern -- = = A193 Visdief - = = A194 Noordse stern + = = A195 Dwergstern -- = = Niet-broedvogels A004 Dodaars + = = A005 Fuut - = = A007 Kuifduiker + = = A017 Aalscholver + = = A026 Kleien zilverreiger + = = A034 Lepelaar + = = A037 Kleien zwaan - = = A043 Grauwe gans + = = A045 Brandgans + = = A046 Rotgans - = = A048 Bergeend + = = A050 Smient + = = A051 Krakeend + = = A052 Wintertaling - = = A053 Wilde eend + = = A054 Pijlstaart - = = A056 Slobeend + = = A067 Brilduiker + = = A069 Middelste zaagbek + = = A103 Slechtvalk + = = A125 Meerkoet - = = A130 Scholekster -- = = A132 Kluut - = = A137 Bontbekplevier + = = A138 Strandplevier -- = = A140 Goudplevier -- = = 14

A141 Zilverplevier + = = A142 Kievit - = = A143 Kanoet - = = A144 Drieteenstrandloper - = = A149 Bonte strandloper + = = A157 Rosse grutto + = = A160 Wulp + = = A161 Zwarte ruiter + = = A162 Tureluur - = = A164 Groenpootruiter + = = A169 Steenloper -- = = Legenda W Kernopgave met wateropgave % Sense of urgency: beheeropgave % Sense of urgency opgave m.b.t. watercondities SVI landelijk Landelijke Staat van Instandhouding (-- zeer ongunstig; - matig ongunstig, + gunstig) = Behoudsdoelstelling > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling =(<) Ontwerp-aanwijzingsbesluit heeft 'ten gunste van' formulering 3.3 Effectenindicator Potentiele effecten worden in kaart gebracht met de Effectindicator. De indicator is een interactieve tool waarmee op hoofdlijnen bepaald kan worden welke effecten mogelijk optreden bij een bepaalde ruimtelijke activiteit. De output bestaat een tabel (figuur 4) waarin per doelsoort en kernwaarde van het gebied wordt aangegeven wat de gevoeligheid is. De indicator is opgesteld om op hoofdlijnen een indicatie te verkrijgen van de potentiele effecten bij ruimtelijke activiteiten. De output dient nader geanalyseerd te worden. Niet alle ruimtelijke activiteiten zijn gespecificeerd waardoor de meest gelijkende activiteit geselecteerd dient te worden. Woningbouw In de effectenindicator soorten zijn de effecten van de activiteit woningbouw gegenereerd. De ontwikkeling van een appartementencomplex kan leiden tot verschillende tijdelijke en/of permanente effecten. De realisatie van woningen kan leiden tot de afname van oppervlakte van de natuur. Daarnaast kunnen migratieroutes verbroken worden of treed versnippering op. In de aanlegfase is sprake van verstoring door geluid, licht, trillingen en verontreiniging door bouwverkeer. In de gebruiksfase kan een permanente verandering optreden in licht- en geluidsbelasting en toenemende recreatie en wegverkeer. De storingsfactoren worden nader toegelicht in paragraaf 3.4. 15

Figuur 5 Storingsfactoren voor de aangewezen habitats en doelsoorten van Natura 2000- gebied Oosterschelde bij activiteit woningbouw (bron: synbiosys.alterra.nl). 3.4 Storingsfactoren De Effectenindicator geeft voor de ontwikkeling van zorgwoningen in of nabij het Natura2000-gebied Oosterschelde de volgende storingsfactoren (zie tevens figuur 5): [1] Oppervlakteverlies [2] Versnippering [7] Verontreiniging [8] Verdroging [13] Verstoring door geluid [14] Verstoring door licht [15] Verstoring door trilling 16

[16] Optische verstoring [17] Verstoring door mechanische effecten Per factor wordt een beoordeeld in welke mate deze van toepassing is in de voorliggende casus. De factoren zijn genummerd volgens de door synbiosys.alterra gebruikte systematiek. Om de effecten juist te interpreteren zijn de factoromschrijvingen van Effectenindicator overgenomen. Storingsfactor 1 Oppervlakteverlies Kenmerk Afname beschikbaar oppervlak leefgebied soorten en/of habitattypen. Interactie andere factoren Verlies van oppervlakte leidt tot verkleining en in sommige gevallen ook tot versnippering van het leefgebied (zie aldaar). Een kleiner gebied heeft bovendien meer te leiden van randinvloeden: vaak is de kwaliteit van het leefmilieu aan de rand minder goed dan in het centrum van het gebied. Op deze manier leidt verlies oppervlakte mogelijk ook tot een grotere gevoeligheid voor bijvoorbeeld verdroging, verzuring of vermesting. Werking Door afname van het beschikbare oppervlak neemt ook het aantal individuen van een soort af. Om duurzaam te kunnen voortbestaan moet elke soort uit een minimum aantal individuen bestaan; bij diersoorten wordt meestal van een minimum aantal paartjes (reproductieve eenheden) gesproken. Wanneer een populatie te klein wordt neemt de kans op uitsterven toe, zeker als deze populatie geen onderdeel uitmaakt van een samenhangend netwerk van leefgebieden. Bij een populatie die uit te weinig individuen bestaat, neemt ook de kans op inteelt toe en dus de genetische variatie af. Hierdoor wordt een populatie kwetsbaar voor veranderingen ten gevolge van bijvoorbeeld predatie, extreme seizoensinvloeden of ziekten. Ook habitattypen kennen een ondergrens voor een duurzame oppervlakte. Beoordeling Er wordt geen kwalificerend habitat of leefgebied behorende tot het Natura2000-gebied aangetast. De ontwikkeling en het gebruik van een appartementencomplex aan de Oude Haven te Colijnsplaat leidt derhalve niet tot afname van geschikt leefgebied van soorten en/of habitattypen. Storingsfactor 2 Versnippering Kenmerk Van versnippering is sprake bij het uiteenvallen van het leefgebied van soorten. Interactie andere factoren Treedt op ten gevolge van verlies leefgebied of verandering in abiotische condities van het leefgebied. Kan leiden tot verandering in populatiedynamiek. 17

Gevolg Als het leefgebied niet meer voldoende groot is voor een populatie, of individuen van één populatie kunnen de verschillende leefgebieden niet meer bereiken, neemt de duurzaamheid van de populatie af. Een gevolg kan zijn een verandering op in de soortensamenstelling en het ecosysteem. Soorten zijn in verschillende mate gevoelig voor de versnippering van hun leefgebied. Het meest gevoelig zijn soorten met een gering verspreidingsvermogen, soorten die zich over de grond bewegen en soorten met een grote oppervlaktebehoefte. Versnippering door barrières zoals wegen en spoorlijnen leidt mogelijk ook tot sterfte van individuen en kan zo effect hebben op de populatiesamenstelling. Bij versnippering moet men altijd goed rekening houden met het schaalniveau van het populatienetwerk. Beoordeling De ontwikkeling en het gebruik van een appartementencomplex aan de Oude Haven te Colijnsplaat leidt niet tot het uiteenvallen van het leefgebied van (doel)soorten. Storingsfactor 7 Verzuring door verontreiniging Kenmerk Er is sprake van verontreiniging als er verhoogde concentraties van stoffen in een gebied voorkomen, welke stoffen onder natuurlijke omstandigheden niet of in zeer lage concentraties aanwezig zijn. Bij verontreiniging is sprake van een zeer brede groep van ecosysteem/gebiedsvreemde stoffen: organische verbindingen, zware metalen, schadelijke stoffen die ontstaan door verbranding of productieprocessen, straling (radioactief en niet radioactief), geneesmiddelen, endocrien werkende stoffen etc. Deze stoffen werken in op de bodem, grondwater, lucht. Interactie andere factoren Er is geen directe interactie met andere factoren. Wel kan verontreiniging als gevolg van andere factoren optreden. Gevolg Vrijwel alle soorten en habitattypen reageren op verontreiniging. De ecologische effecten uiten zich in het verdwijnen van soorten en/of het beïnvloeden van gevoelige ecologische processen. Deze beïnvloeding kan direct plaatsvinden maar ook indirect via een opeenvolging van ecologische interacties. Bovendien kan verontreiniging zich pas vele jaren/decennia later manifesteren. De gevolgen van verontreiniging zijn divers en complex. In het algemeen kan gesteld worden dat aquatische habitattypen en soorten gevoeliger zijn dan terrestrische systemen. Ook geldt dat soorten in de top van de voedselpiramide, als gevolg van accumulatie, van verontreinigingen gevoeliger zijn. Echter, afhankelijk van de concentratie en duur van de verontreiniging zijn alle habitattypen en soorten gevoelig en kan verontreiniging leiden tot verandering van de soortensamenstelling. Beoordeling De beoogde ontwikkeling leidt zowel in de aanlegfase als in de gebruiksfase niet tot een toename van ecosysteem/gebiedsvreemde stoffen in de omliggende Natura2000-gebied. De toe te passen materialen bij de realisatie van het appartementencomplex zijn gebiedsvreemd maar onschadelijk voor flora en fauna. 18

Ecologische (en chemische) processen en interacties worden niet aangetast door de beoogde ontwikkelingen. Storingsfactor 8 Verstoring door verdroging Kenmerk Verdroging uit zich in lagere grondwaterstanden en/of afnemende kwel. De actuele grondwaterstand is zo lager dan de gewenste/benodigde grondwaterstand. Interactie andere factoren Verdroging kan tevens leiden tot verzilting. Door verdroging neemt ook de doorluchting van de bodem toe waardoor meer organisch materiaal wordt afgebroken. Op deze wijze leidt verdroging tevens tot vermesting. Er zijn ook gebieden waar verdroging kan optreden zonder dat de grondwaterstand in de ondiepe bodem daalt. Het gaat daarbij om gebieden waar van oudsher grondwater omhoogkomt. Dit water heet kwelwater. Kwelwater is water dat elders in de bodem is geïnfiltreerd en dat naar het laagste punt in het landschap stroomt. Kwelwater heeft dikwijls een bijzondere samenstelling: het is rijk aan ijzer en calcium, arm aan voedingsstoffen en niet zuur, maar gebufferd. Schade aan de natuur die veroorzaakt wordt door een afname of het verdwijnen van kwelwater en het vervangen van dit type water met gebiedsvreemd water, noemen we ook verdroging. Gevolg De verandering in grondwaterstand en soms ook kwaliteit van het grondwater leidt tot een verandering in de soortensamenstelling en op lange termijn van het habitattype. Beoordeling De beoogde ontwikkelingen leidt zowel in de aanlegfase als de gebruiksfase niet tot een verandering van bovengrondse- of ondergrondse waterstromen in het Natura2000-gebied Oosterschelde. De afstand is te groot en de impact te klein om een effect te sorteren. Daarnaast is de planlocatie gescheiden door een dijklichaam en wordt een deel van de oude haven ontgraven t.b.v. oppervlaktewater. Storingsfactor 13 Verstoring door geluid Kenmerk Verstoring door onnatuurlijke geluidsbronnen; permanent zoals geluid wegverkeer dan wel tijdelijk zoals geluidsbelasting bij evenementen. Geluid is een hoorbare trilling, gekenmerkt door geluidsdruk en frequentie. Interactie andere factoren Treedt vaak samen met visuele verstoring op door bijv. vlieg- en autoverkeer manifestaties etc. Gevolg Logischerwijs zijn alleen diersoorten gevoelig voor direct effecten van geluid. Geluid sec is een belangrijke factor in de verstoring van fauna. De verstoring door geluid wordt beïnvloed door het achtergrondgeluid en de duur, frequentie en sterkte van de geluidsbron zelf. Geluidsbelasting kan leiden tot stress en/of vluchtgedrag van individuen. 19

Dit kan vervolgens weer leiden tot het verlaten van het leefgebied of bijvoorbeeld een afname van het reproductieproces. In bepaalde gevallen kan ook gewenning optreden, in het bijzonder bij continu geluid. Voor zeezoogdieren en vogels is in bepaalde gevallen deze dosis-effect relatie goed gekwantificeerd. Beoordeling Tussen de planlocatie en de Oosterschelde is de zeedijk met Visserijweg een jachthaven en de dijk rondom de jachthaven gelegen. De meeste werkzaamheden vinden plaats in de dijkkom tussen de Visserijweg en de Voorstraat. De meeste werkzaamheden zullen niet tot excessief harde geluiden leiden en vinden bovendien in een kuip plaats/ Een uitzondering hierop zijn werkzaamheden zoals het heien en werkzaamheden met trilplaat. Deze werkzaamheden zijn slechts kort van duur (hoogstens enkele dagen) en leiden niet tot significant negatieve effecten voor (broed)vogels of andere doelsoorten. De droogvallende zandplaten nabij de haven worden door wadvogels mogelijk gebruikt als foerageergebied. Gedurende, bijvoorbeeld heiwerkzaamheden zullen de vogels hoogstens een grotere afstand bewaren en/of tijdelijk opvliegen naar een locatie in de omgeving. Gelet op de grote afstand tot en het gebruik en inrichting van het tussenliggende terrein met het Natura2000 gebied Oosterschelde zal de realisatie en het gebruik van de woningen niet leiden tot een significante (toename) van geluidsverstoring. Storingsfactor 14 Verstoring door licht Kenmerk Verstoring door kunstmatige lichtbronnen, zoals licht uit woonwijken en industrieterreinen, glastuinbouw etc. Interactie andere factoren Geen? Gevolg Kunstmatige verlichting van de nachtelijke omgeving kan tot verstoring van het normale gedrag van soorten leiden. Naar mogelijke effecten is nog vrij weinig onderzoek gedaan. Veel kennis gaat daarom nog niet verder dan het kwalitatief signaleren van risico s. Met name schemer- en nachtactieve dieren kunnen last hebben van verstoring door licht, doordat zij juist aangetrokken worden of verdreven door de lichtbron. Hierdoor raakt bijvoorbeeld hun ritme ontregeld of verlichte delen van het leefgebied worden vermeden. Beoordeling Gelet op de grote afstand tot en het gebruik en inrichting van het tussenliggende terrein met het Natura2000-gebied Oosterschelde zal de sloop en nieuwbouw van appartementen niet leiden tot een (toename) van lichtverstoring. Gedurende de bouw kan het gebruik van sterke (en bewegende) bundellichten op kranen en steigers leiden tot verstoring van rustende vogels op drooggevallen platen en/of het water. Werkzaamheden die tot dergelijke verstoring kunnen leiden dienen op een ander wijze of uitsluitend tussen zonsopkomst en zonsondergang uitgevoerd te worden. De reguliere verlichting rondom de appartementen is op een te grote afstand van het gebied gelegen om een effect te kunnen sorteren. 20

Storingsfactor 15 Verstoring door trilling Kenmerk Er is sprake van trillingen in bodem en water als dergelijke trillingen door menselijke activiteiten veroorzaakt worden, zoals bij boren, heien, draaien van rotorbladen etc. Interactie andere factoren Kan vooral samen optreden met verstoring door geluid Gevolg Trilling kan leiden tot verstoring van het natuurlijke gedrag van soorten. Individuen kunnen tijdelijk of permanent verdreven worden uit hun leefgebied. Over het daadwerkelijke effect van trilling is nog zeer weinig bekend. Naar het effect op zeezoogdieren is wel onderzoek verricht. Beoordeling De verstoringsfactor trilling is beperkt en eventueel van toepassing tijdens de realisatie van de fundering, aanleg waterpartij en de herinrichting van het terrein (aanlegfase). Echter, gelet op de afstand tot het gebied Oosterschelde en de tussen gelegen dijklichamen en jachthaven zal de realisatie en het gebruik van het appartementencomplex niet leiden tot een (toename) van trillingen en negatieve gevolgen hiervan. Storingsfactor 16 Optische verstoring Kenmerk Optische verstoring betreft verstoring door de aanwezigheid en/of beweging van mensen dan wel voorwerpen die niet thuishoren in het natuurlijke systeem. Interactie andere factoren Treedt vaak samen op met verstoring door geluid (in geval van recreatie) of trilling en licht (in geval van voertuigen, schepen). Gevolg Optische verstoring leidt vooral tot vluchtgedrag van dieren. De soort reageert bijvoorbeeld op beweging omdat een potentiële vijand wordt verwacht. Andersom kan optische verstoring juist ook het uitzicht van soorten beperken waardoor zij potentiële vijanden niet zien naderen. De daadwerkelijke effecten zijn zeer soortspecifiek en hangen van de schuwheid van de soort en de mate waarin gewenning optreedt. Bovendien kunnen de effecten afhankelijk zijn van de periode van de levenscyclus van de soort: in de broedtijd zijn soorten over het algemeen schuwer en dus gevoeliger voor optische verstoring. Beoordeling Tussen de planlocatie en de Oosterschelde is de zeedijk met Visserijweg een jachthaven en de dijk rondom de jachthaven gelegen. De meeste werkzaamheden vinden plaats in de dijkkom tussen de Visserijweg en de Voorstraat. De meeste werkzaamheden zullen niet tot optische verstoring leiden en vinden bovendien in een kuip plaats/ Een uitzondering hierop zijn werkzaamheden met grote bouw- en/of telescoopkranen (zwaaiende bewegingen). 21

Dergelijke werkzaamheden zijn echter vaak relatief kort van duur (hoogstens enkele weken) en leiden niet tot significant negatieve effecten voor (broed)vogels of andere doelsoorten. De droogvallende zandplaten nabij de haven worden door wadvogels mogelijk gebruikt als foerageergebied. Gedurende, bijvoorbeeld zwaaiende kranen zullen de vogels hoogstens een grotere afstand bewaren en/of tijdelijk opvliegen naar een locatie in de omgeving. Gelet op de grote afstand tot en het gebruik van de jachthaven (heen-en-weer wiegende masten van zeilschepen) en inrichting van het tussenliggende terrein met het Natura2000 gebied Oosterschelde zal de realisatie en het gebruik van de appartementen niet leiden tot een significante (toename) van optische verstoring. Storingsfactor 17 Verstoring door mechanische effecten Kenmerk Onder mechanische effecten vallen verstoring door betreding, golfslag, luchtwervelingen etc. die optreden ten gevolge van menselijke activiteiten. De oorzaken en gevolgen zijn bij deze storende factor zeer divers. Interactie andere factoren Verstoring kan samenvallen met verstoring door geluid, licht en trilling. Gevolg Deze storende factor kan leiden tot een verandering van het habitattype en/of verstoring of het doden van fauna-individuen. Bij habitattypen treedt de verstoring/verandering vaak op ten gevolge van recreatie of bijvoorbeeld militaire activiteiten. Het effect is zeer afhankelijk van de kwetsbaarheid (gevoeligheid) van het habitattype. Waterrecreatie en scheepvaart leiden tot golfslag, hetgeen effect kan hebben op de oeverbegroeiing en waterfauna. Luchtwervelingen van bijvoorbeeld windmolens kunnen leiden tot vogelsterfte. Beoordeling De realisatie en het gebruik van het appartementencomplex aan de Oude Haven te Colijnsplaat leidt niet tot een (toename) van mechanische effecten. 22

3.5 Beoordeling Uit de oriënterende fase blijkt dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn betreffende de instandhoudingsdoelen van het Natura2000 gebied Oosterschelde ten gevolge van de beoogde ontwikkeling van 12 appartementen aan de Oude Haven te Colijnsplaat. [1] Oppervlakteverlies geen effect [2] Versnippering geen effect [7] Verontreiniging geen effect [8] Verdroging geen effect [13] Verstoring door geluid geen effect [14] Verstoring door licht geen effect, mits maatregelen [15] Verstoring door trilling geen effect [16] Optische verstoring geen effect [17] Verstoring door mechanische effecten geen effect De realisatie van 12 appartementen aan de Oude Haven te Colijnsplaat leidt niet tot de aantasting van het Natura2000-gebied Oosterschelde en haar instandhoudingsdoelen. 23

24

4 Literatuur Blom, C.J., 2016. Oriënterend onderzoek naar beschermde flora en fauna aan de Oude Haven te Colijnsplaat. Blom Ecologie, Waardenburg Websites www.ruimtelijkeplannen.nl www.synbiosys.alterra.nl zldgwb.zeeland.nl 25

26