ORDE VAN DIENST voor zondagmorgen 19 februari, aanvang: 10.00 uur. Thema: Oprechtheid en echtheid in mijn woord en daad of hoe leer ik mijn weg gaan door al het nep-nieuws en twitteren Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Ds. H.M. Klaassen Herman Bouwhuis Gijsbert Meuleman Zingen: psalm 89:6, 7 6. Wij loven, Heer, de macht van uw verheven hand, uw uitgestrekte arm houdt al uw werk in stand. Gij hebt uw troon getroond op recht en waarheid beide als pijlers van uw heil, onwrikbaar door de tijden, en als herauten gaan U voor op al uw schreden uw goedheid en uw trouw, o Vorst van onze vrede. 7. Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt, dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt. Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden. Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden, zij gaan in vrede voort, zij wandlen voor uw ogen, want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen. Onze hulp en groet Zingen: gezang 321: 1 1
1. O Vader die uw woning sticht hoog in het ontoeganklijk licht, geef onze hand de zekerheid om in de ontrouw van de tijd een huis te bouwen dat gewaagt van uw geduld dat alles draagt. Tot verootmoediging: de Tien Woorden uit: Exodus 20 1 Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de Here, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. 3 Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. 4 Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. 5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, 6 en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. 7 Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt. 8 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; 9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. 11 Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die. 12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal. 13 Gij zult niet doodslaan. 14 Gij zult niet echtbreken. 15 Gij zult niet stelen. 16 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. 17 Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is. 2
Zingen: psalm 32: 4 4. Zo spreekt de Heer:,,Mijn weg zal Ik u wijzen, u ziet mijn oog, waarheen gij ook zult reizen. Wees niet een dier dat koppig tegenstreeft, zich slechts aan toom en bit gewonnen geeft. Wie God ontvliedt heeft ondergang te vrezen wie tot Hem komt, mag bij Hem veilig wezen. Gij die oprecht van hart en wandel zijt, verheugt u in den Heer te allen tijd! Tot bemoediging: Een psalmgebed uit: Psalm 119: 33-40 33 Onderwijs mij, Here, de weg uwer inzettingen, dan zal ik die bewaren ten einde toe. 34 Geef mij verstand, dan zal ik uw wet bewaren, en haar van ganser harte onderhouden. 35 Doe mij het pad uwer geboden betreden, want daarin heb ik lust. 36 Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. 37 Wend mijn ogen af, zodat zij geen ijdele dingen zien, maak mij levend door uw wegen. 38 Bevestig uw belofte aan uw knecht, die uw vreze toegedaan is. 39 Wend mijn smaadheid af, die ik vrees, want uw verordeningen zijn goed. 40 Zie, naar uw bevelen verlang ik, maak mij levend door uw gerechtigheid. Zingen: gezang 255: 2, 3 2. Ere zij aan Hem, wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd. 3
3. Ere zij de Heer der englen, ere zij de Heer der kerk, ere aan de Heer der volken; aard en hemel looft uw werk! Halleluja, halleluja, looft de Koning, heel zijn kerk! Gebed om de leiding door de Heilige Geest Kinderen gaan naar de kindernevendienst Schriftlezing: Lukas 7:1 10 De hoofdman van Kafarnaüm 1 Nadat Hij al zijn woorden ten aanhoren van het volk voleindigd had, ging Hij Kafarnaüm binnen. 2 Een slaaf nu van een hoofdman, die deze op hoge prijs stelde, was ernstig ongesteld en lag op sterven. 3 Toen hij van Jezus hoorde, zond hij enige oudsten der Joden tot Hem met het verzoek te komen en zijn slaaf in het leven te behouden. 4 Zij kwamen dan tot Jezus en drongen zeer bij Hem aan, want, zeiden zij, hij is waard, dat Gij dit voor hem doet; 5 want hij heeft ons volk lief en onze synagoge heeft hij gebouwd. 6 En Jezus ging met hen mede. Toen Hij niet ver meer van het huis was, zond de hoofdman vrienden om tot Hem te zeggen: Here, doe geen moeite, want ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt; 7 daarom heb ik ook mijzelf niet waardig geacht tot U te komen, maar spreek (slechts) een woord en mijn knecht moet herstellen. 8 Want ik neem zelf een ondergeschikte plaats in met soldaten onder mij, en ik zeg tot de een: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het. 9 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Zich kerende tot de schare, die Hem volgde, sprak Hij: Ik zeg u, zelfs in Israël heb Ik een zó groot geloof niet gevonden! 10 En toen zij, die gezonden waren, terugkwamen in het huis, vonden zij de slaaf gezond. Zingen: NLB: lied 344:1, 2, 3 1. Wij geloven één voor één en ook samen: de Heer is God en anders geen. Amen, amen. 4
2. Wij geloven in de naam Jezus Christus, gestorven en weer opgestaan. Halleluja! 3. Wij geloven dat de Geest ook nog heden de wereld en onszelf geneest. Vrede, vrede. Verkondiging Zingen: psalm 25: 4, 6 4. God is goed, Hij is waarachtig en gaat zijn getrouwen voor, brengt, aan zijn verbond gedachtig, zondaars in het rechte spoor. Hij zal leiden t zacht gemoed in het effen recht des Heren: wie Hem needrig valt te voet, zal van Hem zijn wegen leren. 6. Wie heeft lust de Heer te vrezen, t allerhoogst en eeuwig goed? God zal zelf zijn leidsman wezen, leren hoe hij wandlen moet. Wie het heil van Hem verwacht zal het ongestoord verwerven, en zijn zalig nageslacht zal t gezegend aardrijk erven. Dienst van de offerande. Kinderen komen weer in de kerk Afscheid Ouderling- kerkrentmeester Jan Willem Laarman Zingen: gezang 319: 2 2. Looft God, Hij stuurt het schip der kerk, dat naar de morgen vaart. 5
Hij is de hartslag van ons werk, Hij houdt het welbewaard. Dankgebed en voorbede Zingen: psalm 133: 3 Oud berijmd Waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen, Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen, En t leven tot in eeuwigheid. Zegen 6