Terugkeer. als broedvogel. de Oeverzwaluw wel. Inleiding. riparia zich als broedvogel opnieuw gevestigd in de regio. In 2000

Vergelijkbare documenten
Bos van Aa versus Oeverzwaluw : Succesverhaal of niet?

(vogel)gebied in ontwikkeling

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Inleiding. geïnventariseerd op. grootste op daken broedende kolonie meeuwen. Aanvulling hierop betreft het tellen van de grote kolonie op

bijdrage vaste verblijfplaatsen flexibele soorten? 179 Oeverzwaluwen: Jan van der Winden en Gerard Smit 1 JFf redactionele bijdrage

Stichting Natuur- en Vogelwacht Dordrecht Noorderelsweg 2 A, 3329 KH Dordrecht, tel.: , info@vogelwacht.eu,

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Inventarisatie Roodborsttapuit op de. De Bevelanden

Bescherming van de oeverzwaluw Richtlijnen voor aannemers

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Experts maakten zich in het voorjaar zorgen: waar blijven de zwaluwen? Nieuwsbrief augustus 2018

HAK-AL 2009 nr. 5: IJsvogels tussen Lek en Linge in 2008 door Marcel Kok

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Vogels van soortbeschermingsplannen

Bokjes in het Hart van Gelderland

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam

Ecologisch werkprotocol

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

De roek als broedvogel in Laarbeek - Inventarisatie

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Oeverzwaluwwand Visvijver Reusel

werkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Natuur inventarisaties in de gemeente Arcen en Velden

Blauwe Reiger. Purperreiger

IJsvogel in de stad, couleur locale

RINGWERK OEVERZWALUWEN:

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

PLEISTERENDE DWERGMEEUWEN TIJDENS DE VOOR- JAARSTREK IN HET OOSTELIJK VECHTPLASSENGEBIED

OEVERZWALUWEN: MOOIE VLIEGERS OP SOMS LASTIGE PLAATSEN

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

NOTITIE Flora & Fauna

De Muy, De Slufter en Eierland

Broedvogelonderzoek 2006 LSB

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!

Nestbouwende Graszanger(s) bij het Kennemermeer

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

Aantal gevonden legsels in 2008

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

Introductie. Mussen Huismus Inventarisatie. Pauze. Zwaluwen Gierzwaluw Inventarisatie. Soort. Mussen. Ringmus

OEVERZWALUWEN WIJHE Pagina 1 van 9

Jaarverslag Bijeneters 2017

Resultaten 2014 en trends kolonievogels in Zuid-Holland zuid Districtscoördinator Sander Terlouw:

Oelemars Dinkel/Schokland Lutterzand

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Notitie Quickscan flora en fauna

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Algemeen. Wat zijn we dit jaar van de Grutto. stijgen de aantallen in de Zuid-Spaanse enzuid-portugese rijstvelden.

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Topjaar soorten overig jarig riet

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

VOGELRIJK SANDWIJCK Toon Vernooij

VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

DE KERKUIL: EEN SUCCESVERHAAL

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

[STADSVOGELS GORINCHEM]

Busbaan langs de Kruisvaart

Waarnemingen. AIC te Castricum

Op Europees niveau is de soort in de periode met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!

Broedgeval van paartje Bijeneters

Jaarverslag Werkgroep Bijeneters

De Kraanvogel. Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant

Greppelplasdras Marense Kooi. Verslag monitoring periode Jochem Sloothaak

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij*

De Huiszwaluw (Delichon urbica) als broedvogel in het Hart van Gelderland in 2018

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuur op Eerde uniek in Nederland

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Vogelwerkgroep. de Bevelanden. Vogels. van. tuin en erf

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Broedvogels van de Delta Schuitenbeek

PONTISCHE MEEUWEN EN GEELPOOTMEEUWEN IN UTRECHT; EEN VERGELIJKING

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

GROTE EN KLEINE ZILVERREIGERS IN UTRECHT, EEN VERGELIJKING

Transcriptie:

Fitis 39 (1) 2003 nieuwe zoals ook Terugkeer van de Oeverzwaluw als broedvogel Mieke Ooms Inleiding Na een afwezigheid van ruim vijftien jaar, heeft de Oeverzwaluw Riparia riparia zich als broedvogel opnieuw gevestigd in de regio. In 2000 werden de eerste kolonies vastgesteld in de Haarlemmermeer. In de jaren daarna bleven deze broedplekken in trek en kwamen er buiten de Haarlemmermeer (kleinere) locaties bij. In dit artikel meer over de Oeverzwaluw, het voorkomen in Nederland en in het bijzonder in de eigen omgeving. En tot slot een oproep om deze bedreigde soort van de Rode Lijst te helpen beschermen. De Oeverzwaluw: een korte kennismaking Samen met onder andere de alom bekende Boerenzwaluw en Huiszwaluw maakt de iets kleinere Oeverzwaluw deel uit van de familie van de Zwaluwen Hirundinidae. De Oeverzwaluw is te herkennen aan de bruinachtige bovenzijde en aan de witte onderzijde met bruinachtige borstband. Vanaf eind maart komen de Oeverzwaluwen terug vanuit de zuidelijke overwinteringsgebieden om hier te gaan broeden. De naam Oeverzwaluw verwijst al enigszins naar het bijzondere broedgedrag. Van oudsher graven ze in steile én onbegroeide oeversvan rivieren en beken een nestgang die gemiddeld een meter diep is. Echter, door het verdwijnen van natuurlijk geschikt broedbiotoop moet de Oeverzwaluw het steeds meer hebben van antropogene invloeden: door menselijke (graaf)activiteit gecreëerd habitat. Zo voelen Oeverzwaluwen zich tegenwoordig ook thuis in (tijdelijke) gronddepots en zandafgravingen. De nestopening is meestal ovaal van vorm en heeft een doorsnede van ca. vijf centimeter. De Ijsvogel maakt ook een dergelijke nestholte, maar broedt niet de Oeverzwaluw wel doet in kolonieverband. Een vrijwel uniek broedgedrag voor deze streken. Diep in de nestgang worden vanaf mei de eitjes gelegd en duurt het ca. twee weken voor ze uitkomen. Dan breekt een hectische periode 2

Fitls 39 (1) 2003 Oeverzwaluwen bij de nestingang. Piet Munsterman. bij de kolonie aan waarin de ouders frequent aan en afvliegen om de jongen met insecten te voeren. Vanaf medio juni zijn de opgroeiende jongen geregeld bedelend in de nestopening te zien, een lust voor het oog. Na zo'n drie weken vliegen de jonge vogels uit. Daarna kan nog een tweede broed poging volgen. In augustus raken de kolonies meer en meer verlaten en maken de vogels zich op voor de trek naar het zuiden, om daar te gaan overwinteren. Natte omstandigheden in de Afrikaanse Sahel bevorderen de overlevingskansen, waardoor de Europese broedpopulatie geleidelijk kan groeien. Landelijke situatie Vanwege een fikse afname van de broedpopulatie in het verleden, is de Oeverzwaluw als bedreigde soort op de landelijke Rode Lijst beland. Begin jaren zestig telde Nederland nog zo'n 2000025000 broedparen. Maar vanaf midden jaren zestig, daalde de populatie drastisch naar uiteindelijk ongeveer 5000 broedparen in 1978. De verdubbeling van de populatie een jaar later bleek een kortstondige opleving, want in 1984/1985 werd landelijk een dieptepunt bereikt met rond 4000 3

Fltis 39 (1) 2003 twaalf kort broedparen. Daarna wisselen toe en afname elkaar af. Vanaf 1992 zet een geleidelijk herstel in met 17500 broedparen in 1998, 21000 broedparen in 1999 en maar liefst 32000 in 2000. Een jaar later ligt het aantal broedparen met 22700 weer iets lager. De Nederlandse broedpopulatie heeft zich in het laatste decennium hersteld. Toch is het aantal broedlocaties relatief beperkt: in de periode 19932000 waren tussen de 200 en de 260 kolonies bekend. De gemiddelde koloniegrootte varieert dan van 4550 broedparen (1993 en 1994) tot meer dan tachtig broedparen (1996 en 2000). Extreem bevolkte kolonies zijn in 2000 te vinden rondom het Lauwersmeer (1564 nesten) en in Friesland bij Eestrum en Drachten (beide ca. 1000 nesten). De grootste kolonies in 2001 tellen zo'n 850 nesten. Traditioneel zijn veel kolonies te vinden langs de grote rivieren. Dichterbij huis, zoals rond Almere komen (vanwege graafwerkzaamheden) tegenwoordig ook Oeverzwaluwen voor. Als broedvogel is de Oeverzwaluw nog steeds schaars in bijvoorbeeld ZuidHolland en in NoordHolland, ten noorden van het Noordzeekanaal. Enkele bekende kolonies in NoordHolland zijn: in recreatiegebied "Het Twiske', bij de Ouderkerkerpias en recentelijk nabij IJburg. Situatie in ZuidKennemerlanden Haarlemmermeer In het werkgebied van Vogelwerkgroep ZuidKennemerlandbroedde de Oeverzwaluw tot medio jaren zeventig bij de gegraven meertjes en kanalen in de duinen. In de Kennemerduinenwerden in 1952 na de openstelling voor het publiek broedparen Oeverzwaluw geteld. Uit historisch materiaal over de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn maximaal 55 broedparen (in 19621963) en maximaal 27 broedparen (periode 19711976) te achterhalen. Buiten het duingebied heeft de Oeverzwaluw in het verleden gebroed in tijdelijke zanddepots in recreatiegebied Spaarnwoude, bij Ruigoord en in de Haarlemmermeer (19731977, ca. 20 broedparen). In 1983 is in het Kraansvlak het laatst bekende broedgeval (1 paar) vastgesteld. Daarna verkeerde de Oeverzwaluw ruim vijftien jaar in het treurige gezelschap van Kemphaan, Nachtzwaluw (geen familie!) en Geelgors die in de periode 1983 1994 als broedvogel verdwenen uit het werkgebied van Vogelwerkgroep ZuidKennemerland. De Oeverzwaluw kreeg als voormalige, onregelmatige broedvogel wel een plaats op de regionale Groene Lijst. De inschatting was namelijk dat door regionale natuurontwikkelingen de Oeverzwaluw kansen zou krijgen zich als regelmatige broedvogel opnieuw te vestigen met de potentie tot een levensvatbare broedpopulatie uit te groeien. 4

Fitis 39 (1) 2003 Voor diverse grote infrastructurele en bouwkundige projecten wordt in de Haarlemmermeer de laatste jaren veel gegraven (zandwinning, aanleg van wegen en dergelijke). Antropogene invloeden hebben hier een geschikt broedbiotoop doen ontstaan voor Oeverzwaluwen. Meeliftend op de landelijke stijging van het aantal broedparen is het in 2000 dan zover: de Oeverzwaluw is na ruim vijftien jaar afwezigheid terug in de regio als broedvogel. De Haarlemmermeer: een polder van pioniers In 1852 is het toenmalige Haarlemmermeer met hulp van drie stoomgemalen ingepolderd. Zo'n 150 jaar geleden vestigden zich dit op pas gewonnen land tal van pioniers die zich vooral toelegden op de akkerbouw. Uitgerekend in deze polder die inmiddels is opgestoten in de vaart der volkeren is de laatste jaren op drie plaatsen een andersoortige pionier (opnieuw) neergestreken. Een gevleugelde pionier: de Oeverzwaluw. Toolenburgerplas De Toolenburgerplas is te vinden aan de zuidzijde van Hoofddorp. Het gebied beslaat zo'n 85 hectare en is omsloten door de bebouwingvan de woonwijk Toolenburg, de Nieuwerkerkertocht, de IJweg en de Bennebroekerweg. Op dit voormalige akkerland heeft in de periode 19942002 zandwinning plaatsgevonden. Enorme zandbergen en een almaar groter wordende waterplas (de Toolenburgerplas) bepaalden daarbij het beeld. In 2002 is het laatste zand gewonnen, het resterende zand uit de zanddepots wordt binnenkort verkocht en het gebied raakt steeds verder ingericht voor de eindbestemming: intensieve recreatie. Medio 2002 is het noordelijk deel van het gebied al in gebruik genomen, het zuidelijk deel volgt in 2003/2004. In juni 2000 ontdekt Jelle van Dijk hier 4050 oeverzwaluwnesten. In de periode 6 mei tot en met eind augustus 2001 is de Oeverzwaluw om te terug broeden. Zeventien van de 22 nestopeningen zijn gegraven in een zanderige afvoerweg bestemd voor zandtransport met zware vrachtwagens. Medio juni doet een combinatie van regenval en machines om zand te winnen en/of te vervoeren de wand grotendeels instorten. Echter, de opportunistische Oeverzwaluwen doen op een ongehavend stuk wand langs de afvoerweg een nieuwe poging: begin juli is er volop activiteit bij twaalf bewoonde nesten. Later die zomer is te zien hoe een (andere) natuurlijke vijand, de Boomvalk, met een plotse wending in de vlucht één van de in overvloed aanwezige Oeverzwaluwen uit de lucht grijpt en verschalkt. 5

Fltis 39 (1) 2003 voor In het jaar 2001 zijn in het gebied in totaal 80 verschillende vogelsoorten waargenomen, waaronder een broedgeval van de Blauwborst (Blauwe Lijst). Op 19 april 2002 is de Blauwborst kortstondig terug in dezelfde rietkraag als een jaar eerder. Maar binnen een week is de vogel gevlogen, want de sloot met riet wordt gedempt. Ook enkele paren Kluten met territoriaal gedrag verblijven slechts kort op een soort vogeleiland, dat wordt verslonden door zandzuigers. De werkzaamheden in het gebiedzijn in volle gang... En dan de Oeverzwaluwen. Trouw aan de broedlocatie arriveren ze op 22 april 2002 in het zuidelijke deel van het gebied op zoek naar een geschikte broedplek. Wederom worden langs en in de zanderige afvoerweg nestholtes gegraven. Inventarisatie op 15 juni levert verdeeld over vier plaatsen in totaal 51 bewoning geschikte nestholtes op. Twaalf nestopeningen met bedelende jongen zorgen medio juni al vroeg voor een zomers gevoel. Maar ook dit jaar komen niet alle nesten ongeschonden het broedseizoen door. Tijdens een speciale excursie met IVNleden op 25 juni blijken enkele nesten door het verwijderen van een grote afvoerpijp beschadigd. Alle bewoonde negen nesten op deze plek zijn verlaten. De verontwaardiging is groot. De volgende dag wordt van de verstoring van de beschermde Oeverzwaluw (Rode Lijst) melding gemaakt bij de milieuinspecteur van politie. Later in het seizoen, op 18 augustus worden nog eens acht (pas) bewoonde holtes genoteerd. Wellicht zijn dit de eerder verstoorde broedparen die iets verderop een vervolglegsel gestart zijn. Inmiddels groeit het besef dat als er in de nabije toekomst geen geschikte, alternatieve steilwand wordt aangeboden, de Oeverzwaluw als broedvogel hier weer snel zal verdwijnen. IVN ZuidKennemerlandstuurt een brief aan de gemeente Haarlemmermeermet het verzoek een vervangende broedgelegenheid te creëren. Hierop volgt na enige tijd een positieve reactie. De Haarlemmermeerpolder zelf groot geworden door pioniers biedt hiermee een beschermde pioniersoort onder de vogels toekomstperspectief. De oeverzwaluwenwand krijgt in het recreatiegebied Toolenburgerplas een plaats vlakbij de bestaande broedlocatie. De combinatie gemeente Haarlemmermeer/Dura Vermeer (die samenwerkt bij zandwinning én inrichting van het recreatiegebied) en de IVNwerkgroep Oeverzwaluwen ontwikkelen plannen voor een aantrekkelijke wand op een eiland. De bedoeling is dat deze wand voor het broedseizoen 2003 gerealiseerd is. PWNgebouw en omgeving Naast het Haarlemmermeerse Bos ligt ten westen van Hoofddorp het PWNgebouw. Dit pompstation is neergezet in de vorm van een halve 6

FitiS 39 (1) 2003 cirkel en heeft een vrijwel plat dak voorzien van een gevarieerde vegetatie zoals sedum, gele Muurpeper en diverse soorten gras. Sinds de oplevering van het gebouw vier jaar geleden, vormt dit dak in de zomermaanden het spectaculaire decor van een succesvolle Kokmeeuwen en Visdievenkolonie (met respectievelijk ca. 190 en 110 broedparen in 2002). Om het gebouw heen is een grote plas gegraven met een niet al te hoge, maar steile oever. In juli 2000 maken Pim de Nobel en Ferdy Hieselaar melding van een kolonie Oeverzwaluwen. Op onbegroeide stukken worden maximaal 22 nesten geteld: zestien in de oever van de waterplas rond het PWNgebouw en zes in het schuine talud van de Zuidtangent in aanleg. Even verder ligt aan de andere zijde van de Zuidtangent het nieuwe recreatiegebied Groene Weelde met eveneens een grote waterplas en een stuk steile oever. Een jaar nestholtes van de Oeverzwaluw vastgesteld. later worden hier twee Boven de plas rond het PWNgebouw kondigen op een herfstachtige 28 april 2002 de Boeren, de Huis, de Oever en de Gierzwaluw (laatstgenoemde is geen familie) gezamenlijk de naderende zomer aan. Als ware luchtacrobaten fourageren ze hier tegelijkertijd op insecten. In de oever rondom deze plas worden op 17juni 2002 zo'n zeven bewoonde oeverzwaluwnesten geteld. Ondanks dat het hier om kleinere aantallen en enigszins verspreide broedplekken gaat, is dit toch één kolonie Oeverzwaluwen. Over het algemeen wordt een geschikte broedlocatie jaarlijks trouw bezocht. In.dezelfde wand worden dan nieuwe holtes uitgegraven Is (nesteldrang). een wand minder geschikt of verdwenen, dan wijken Oeverzwaluwen uit naar een andere locatie, zo mogelijk op korte afstand van de vorige broedplaats. Tweede IJtocht De oorspronkelijke IJtocht ligt tussen de IJweg en de (Kromme) Spieringweg en heeft van oudsher een belangrijke functie bij de afwatering van de Haarlemmermeerpolder. De Tweede IJtocht is enkele jaren geleden gegraven en ligt parallel aan de pas aangelegdeprovinciale weg N205 (Drie Merenweg). In de zomer zijn de Oeverzwaluwen te vinden in het gedeelte tussen de Vijfhuizerweg en de Geniedijk (N205, traject hectometerpaal 16.9 en 17.4). Tussen de provinciale weg en de Tweede IJtocht ligt een opvallend brede berm, die er ontwijfeld toe bijdraagt dat de Oeverzwaluwen geen last lijken te hebben van het voorbij razende verkeer. Aan de kant van de weg groeit tussen het ruige gras ook andere vegetatie (o.a. Wilgenroosje). Er zijn vaak biddende Torenvalken te zien, wat gezien het grote aantal muizenholletjes in de berm niet verbaast. Meer naar de waterkant toe is 7

Fitis 39 (1) 2003 nestholtes een ecologische oever aangelegd met slikkerige kantjes en wat riet. Hier zijn steltlopers als Kluut (mislukte broedpoging in 2002), Kleine Plevier, Witgat, Oeverloper en Tureluurpresent. Op en in het water van de tocht afgelopen seizoen: Fuut en Bergeend met jongen en paaiende Karpers. In juni zijn er de kwakende Groene Kikkers en foeragerende Visdieven (waarschijnlijk afkomstig de kolonie van op het PWNgebouw) om van te genieten. Eén van de oevers van de Tweede IJtocht maakt deel uit van een oud dijklichaam van Waterschap Groot Haarlemmermeer. Deze oever is kennelijk door het uitgraven van de Tweede IJtocht instabiel geworden en brokkelt her en der af. Daardoor is tussen de lemige polderklei een zanderige laag direct aan de oppervlakte gekomen; ideaal voor Oeverzwaluwen om nestgangen in uit te graven. Deze kolonie is op 23 mei 2001 voor het eerst opgemerkt door Erik Wokke. Langs de tocht zijn toen enigszins verspreid, op drie plaatsen in totaal ca. 35 voor bewoning geschikte geteld. Enkele andere nestingangen waren al vervallen of begroeid. Vermoedelijk zijn dit in onbruik geraakte nestholtes van een eerder broedseizoen... Graafmachine bij de oeverzwaluwenwand van de Tweede IJtocht. Mieke Ooms. 8

ook nestholtes oever Fltis 39 (1) 2003 Om deze natuurlijke bij overvloedige regenval instabiele van de Tweede IJtocht als broedlocatie te waarborgen, is op aandragen van Erik Wokke namens Vogelwerkgroep ZuidKennemerland actie ondernomen. In overleg met diverse betrokkenen is door Landschapsbeheer NoordHolland begin april 2002 op drie plaatsen over een totale lengte van ongeveer honderd meter het ingezakte dijklichaam steil afgestoken. Al tijdens de werkzaamheden, komen op 4 april 2002 enkele vroege Oeverzwaluwen nieuwsgierig langs de wand fladderen. Niet lang daarna is te zien hoe een Oeverzwaluw een nestholte uitgraaft. Dat de steil afgestoken stek in de smaak valt, blijkt op 19 juni tijdens inventarisatie samen met Annemieke Huneker. Maar liefst 34 van de in totaal 52 voor bewoning geschikte zitten in dat deel van de steilwand. Met onmiskenbaar broedsucces bovendien: in zestien nestopeningen zijn al jongen zichtbaar! Een stuk wand met enkele nesten dat begin juni alweer was ingestort (zware regen) is dan snel vergeten. Op 8 juli 2002 zijn de meeste jongen uitgevlogen en is nauwelijks activiteit meer waargenomen bij de Tweede IJtocht. Overige kolonies: Ruigoord en Duinmeer In het broedseizoen 2002 zijn voor het eerst sinds lange tijd broedpogingen van Oeverzwaluwen ontdekt bij Ruigoord en in Duin en Kruidberg. Ten zuiden van het dorp Ruigoord zijn door Paul J. Marcus en Erik Wokke op 19 en 21 juni 2002 in een steile wand van een (tijdelijke) zandhoop nesten vastgesteld. Deze bult zand is gezien de bandensporen populair bij motorcrossers. Toch is van de achttien nesten een aantal bewoond. Dit is de enige beschreven broedlocatie die niet vlak aan het water is gesitueerd. De veelvuldig op insecten fouragerende Oeverzwaluwen (bij waterpartijen) in de Houtrakkerbeemden, zijn vermoedelijk afkomstig uit deze enkele kilometers verderop gelegen broedlocatie bij Ruigoord. In Duin en Kruidberg ziet Ruud Luntz wel vaker Oeverzwaluwen boven het Duinmeer en directe omgeving: in 2002 van beginapril tot eind juni. Maar de vondst (na tip vogelaar) van negen nesten in een kalkrijke zandwand aan de noordoostzijde van het Duinmeer op 18 juni is nieuw. Drie nestholtes lijken bewoond, de rest is nietafgemaakt of uitgegraven (door een vos). Helaas worden deze drie voor bewoning geschikte nesten ook uitgegraven. Een week later zijn op twee andere plaatsen in totaal zes (nieuwe), geschikte nestholtes gevonden. Alhoewel het onbekend is of het tot 9

Fitls 39 (1) 2003 broeden is gekomen, is het interessant dat de Oeverzwaluw hier een natuurlijk broedbiotoop heeft gekozen. Bovendien is de Oeverzwaluw met deze broedpogingen na bijna twintig jaar (19832002) in terug het duingebied! Tabel 1. Indicatieve koloniegrootte van Oeverzwaluwen per broedlocatie 2000 t/m 2002, weergegeven in aantallen nesten. () = Onbekend; geen gegevens beschikbaar of niet aanwezig; (x) = Fitis 36(3) 2000: 159164; (xx) = Fitis 38(3) 2002: 157164. Broedlocatie 2000 2001 2002 Toolenburgerplas 4050 (x) 34 59 PWNgebouw Max 22 (x) 2 7 Tweede Ijtocht () 35 52 Ruigoord () H 18 (xx) Duinmeer () () 15 (xx) Totaal Max 6272 71 151 Enige voorzichtigheid bij het vergelijken van vermelde aantallen is geboden. Wanneer alle mogelijke nesten zijn geteld komt het aantal doorgaans hoger uit, dan wanneer telling plaatsvindt van uitsluitend (zeker) bewoonde nesten. In 2000 telt de provincie NoordHolland naar schatting in totaal 250 paar Oeverzwaluwen (mondelinge mededeling districtscoördinator SOVON). De Haarlemmermeerse kolonies vertegenwoordigen daarmee in de NoordHollandse broedpopulatie een niet geringaandeel van zo'n 20 30 %. Bescherming blijft geboden Het is een heuglijke ontwikkeling dat na ruim vijftien jaar weer broedende Oeverzwaluwen in de regio zijn aangetroffen. Maar of de Oeverzwaluw zich als broedvogel hier blijvend zal thuisvoelen, is mede afhankelijk van antropogene invloeden. Is de mens bereid om broedbiotoop te creëren én te onderhouden? Bij de Toolenburgerplas wordt voor komend broedseizoen een vervangende wand voor Oeverzwaluwen gerealiseerd. Het is een voorbeeld van concrete bescherming die deze (pionier)soort van de Rode Lijst verdient. De broedlocatie Tweede IJtocht is kwetsbaar omdat de wand bij regenval voortdurend dreigt af te brokkelen en in te zakken. Het zal nodig zijn op gezette tijden delen (opnieuw) steil af te steken of op termijn zelfs over te gaan beton(blokken). tot het plaatsen van een steviger wand van 10

Dijk Ooms, Nederlandse Fltis 39 (1) 2003 Lezers die komend broedseizoen wel eens Oeverzwaluwen in actie willen zien, kunnen meedoen met inventariseren of deelnemen aan een geplande IVNoeverzwaluwenexcursie (onder voorbehoud, in de tweede helftjuni 2003). Ook natuurliefhebbers die een keer de handen uit de mouwen willen steken bij het onderhoud van een oeverzwaluwenwand (met name Toolenburgerplas en Tweede IJtocht) zijn van harte uitgenodigdzich bij de auteur te melden. Dankwoord Bij de samenstelling van dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van doorgegeven waarnemingen van genoemde personen. Verder is aanvullend verstrekte informatie verwerkt van Ruud Luntz, Pim de Nobel en Erik Wokke. Geraadpleegde literatuur Bijlsma R.G., Hustings F. & Camphuysen C.J., 2001. Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht. A.J. van, Weide M.J.T. van der, Deuzeman S., Dijksen L., Zoetebier D. & Plate C., 2002. Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVONmonitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland, BeekUbbergen. Geelhoed, S., Groot, H., Huijssteeden, E. van, Leeuwen, G. van & Nobel, P. de (red), 1998. Vogels in het landschap van Zuid Kennemerland en de Haarlemmermeer. Vogelwerkgroep Zuid Kennemerland/KNNV Uitgeverij, Utrecht. Leys, H. & Kleefstra, R., 2001. Sterke toename Oeverzwaluw in 2000. SovonNieuws 14 (1): 22. Leys, H., 2002. Oeverzwaluw Riparia riparia. pp. 314315. In: SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002, Atlas van de Nederlandse Broedvogels 19982000. Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate SurveyNederland, Leiden. M., 2002. De Toolenburgerplas: een (vogel)gebied in ontwikkeling. Fitis 38 (1): 2127. Mieke Ooms, Puntenburg 1, 2135 AS Hoofddorp, Telefoon: 023 5651606 11