Voorwoord. Bedankt, uw voorzitter. Judo Peperkamp.



Vergelijkbare documenten
Iris marrink Klas 3A.

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

Verhaal: Jozef en Maria

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.


De tijd die ik nooit meer

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Begin jaren 90 was er een uitwisseling tussen Dart Club Sport en één Engels dartsteam.

Inleiding. De vakantiegangers waren: Elzelien de Baan Ronald Hovius Frank Boutkan Edwin Roos Mark van Dun. De begeleiding bestond uit:

MundoRado reis naar Maleme, Kreta.

Ik ben maar een eenvoudige ezel, maar ik wil je graag een mooi verhaal vertellen

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

D E P A U L U S C A K E of de suiker is niet méér waard dan het zout

Niet in slaap vallen hoor!

NOORWEGEN. Vertrek: s ochtends moesten we gewoon naar school tot 12 uur. we werden

werkt voor en met bewoners in wijken en buurten

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Ja hoor. Dan moet je rechtdoor. Bij de moet je naar rechts en daarna de links. Het postkantoor is aan rechterhand.

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Bijzondere vakantie op Cyprus Ans van den Helm

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Werkboek Het is mijn leven

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Musical De Eendenclub verdwaalt

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.


Verslag Comenius uitwisseling mavo Turkije 31 mei t/m 6 juni 2014

Hier volgt een dagboekverslag van het schoolreisje met de zesde klas van de Chr. Lagere school naar "Jeugdland ", in Ellecom.

Mooie route door Friesland en veel gezien, maar weinig andere A112 onderweg

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

H E T V E R L O R E N G E L D

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Noorwegen. Gemaakt door Emma Scheepstra

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

koploper Oktober/ November 2013

Het restaurant in Otterlo.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Germa de Vos. Kletsboek. Een vrolijk voorleesboek

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Hoe voorkom je diefstal op reis.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

September 2015 Woensdag 23 September Sportdag Start gesprek ouders. Oktober 2015 Woensdag 7 oktober Start kinderboekenweek

Zondag, 18 oktober 2015.


Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

(dit verhaal is mogelijk gemaakt door een gulle gift van Giessen Schoenmode in Wehl).

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

DAMstenen voor het dagelijks LEVEN

OPEN HUIS WIJKPARK TRANSVAAL 28 JULI 2010

Een gelukkige huisvrouw

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

London. klas 2B kompas. Dagboek: Gemaakt door Stacey Wilbrink

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

De Road Runners naar Luxemburg.

Van sondevoeding naar marsepein

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Maart Geerte, Annewil en Corrie zijn druk bezig geweest met de grote schoonmaak buiten. Na de schoonmaak was het even tijd voor andere energie.

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

René op vakantie mei 2013 P U T T E N

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

De magische deur van KASTEEL013

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Reisverslag Pisa 2012

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Kies je route Trainingsmap voor de deelnemer Deze map is van:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Wie zijn Pluck & Pien?

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Transcriptie:

Voorwoord Beste sobats, Het is al weer een mijlpaal de 25ste Nieuwsbrief die de deur uitgaat. In oktober 2001 werd de eerste Nieuwsbrief uitgebracht en wel in een A4- formaat. De inhoud bestond toen uit o.a. het woord van de voorzitter, van de bestuurstafel, ingezonden stukken, uitnodigingen, notulen van de ALV en een aanmeldingsformulier. De afspraak was gemaakt om 2 keer per jaar een nieuwsbrief uit te geven. De redactiecommissie bestaande uit secretaris Henk Vos en voorzitter Judo Peperkamp hebben er van alles aan gedaan om aan relevante nieuwsgaring te doen. Achteraf bleek dat het toch een hele klus was om dit er zomaar bij te doen naast de andere werkzaamheden. Maar deze inspanningen hebben ons geen windeieren gelegd, want de huidige nieuwsbrief verschijnt minimaal 4 keer per jaar en voldoet aan veler verwachtingen. Om het zover te krijgen hebben wij in eerste instantie geprobeerd om anderen te enthousiasmeren voor de reactiecommissie. Helaas is dat maar ten dele gelukt en ook weer mislukt. Uiteindelijk heeft Jaap van Hensbergen zich hierover ontfermd en het resultaat is geweldig. Bij het doorlezen van de afgelopen Nieuwsbrieven werd de eerste ALV gehouden op 17 maart 2001 in Motel Vught te Vught. In de nieuwsbrieven werd ook regelmatig gewag gemaakt van de doelstelling van onze vereniging n.l. het bevorderen van de onderlinge contacten tussen de militairen die in de periode van 1945 tot en met 1962 in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea hebben gediend. Het is duidelijk merkbaar bij lezing van de Nieuwsbrieven in de afgelopen jaren dat er heel veel aan contacten zijn gelegd via de reünies, de herdenkingsbijeenkomsten, veteranendagen etc. Ook de verhalen die regelmatig worden geplaatst maken heel veel indruk bij onze sobats. Ook prijzen wij ons gelukkig met het feit dat wij als beschermheer/adviseur Cees de Veer in ons midden hebben. Wij hebben niet elke maand contact met hem, maar wanneer wij een beroep op hem doen dan is hij present. Verder maak ik graag van de gelegenheid gebruik om onze bestuursleden en andere vrijwilligers te bedanken voor hun inzet en initiatieven in de afgelopen jaren. Bedankt, uw voorzitter. Judo Peperkamp.

Inhoudsopgave Beunhazen pag. 03 t/m 05 Reis naar het verleden (deel 2) pag. 06 t/m 10 Heden en Verleden (deel 13) pag. 11 t/m 13 De waswacht en Pionieren op de Kraniheuvel pag. 14 t/m 16 Sergeant Booij, n bijzonder mens pag. 18 t/m 20 Telegrafist in Nieuw Guinea pag. 20 t/m 22 Berichten van Bestuur en redactie pag. 22 t/m 27 Berichten van leden en organisaties pag. 27 t/m 30

Beunhazen Door Gerrit van Faassen (Eerdere artikelen van Gerrit van Faassen verschenen in de Nieuwsbrieven 21,22,23 en 24) Voor veel Nieuw-Guineagangers is Biak een oord van verveling en voor verveling moet je oppassen. Bij het vertrek naar de tropen kregen we in het vliegtuig een brief van de hoofd vlootpredikant, ds. Sillivis Smitt. Een brief met raadgevingen en waarschuwingen. Een van die waarschuwingen was: Pas op voor de verveling want dat is: de allergrootste vijand van de mens Maar elke middag naar de zwemsteiger verveeld ook al gauw en we kwamen er snel achter dat je in je vrije tijd wat moest ondernemen op Biak en niet zoals zo velen doen de hele middag op je tampat gaan liggen snurken. We zijn dus al snel bezig met plannen maken en erop uit gaan. De omgeving verkennen en foto s maken doen we dus heel veel in de eerste maanden. Neijs en ik, allebei in onze woonplaatsen in Nederland bij de padvinderij, passen goed bij elkaar. Soms huren we een kano bij O.S.O (Ontwikkeling, Sport en Ontspanning) en gaan Zondags gaat kortjakje naar daarmee de zee op. We varen langs de kust waar een heleboel te zien is en je bent ook een poosje weg uit dat kippenhok kamp, waar het zelden echt gezellig is. Af en toe kom je een prauw tegen en dan roep je Tabéh. Soms probeer je wat te vragen in het Maleis dat je hebt geleerd aan de jongetjes die aan het duiken zijn bij een paalwoning. Altijd moet je oppassen de koraalrotsen niet te raken want dan heb je zo een lek in de dunne kano bodem. Maar het belangrijkste is dat je heel best vermaakt met een dergelijk kanotochtje. Na een dergelijke zwerftocht over zee kwamen we tegen half vijf moe en dorstig aan bij de chinees tegenover de base en daar lesten we onze dorst met Tuborg bier. Bij de chinees zaten nog twee Jannen achter een pijpje en die hadden het over bijverdienen aan de wal. Jan Neijs wilde daar wel eens wat meer over weten en besloot om de volgende dag op Boroekoe wat meer aan de weet te komen. Hij, ritselaar eerste klas, ging de volgende dag direct in de middag op pad en vond werk. Met nog twee jongens uit onze bak kon er schilderwerk worden gedaan bij de Amsterdamse Bouwmaatschappij. Walwerkerscorps Op 31 mei ging ik met de sloep van 14.45 uur de wal op. Eerst naar de ABM De maat die bij mij was kon direct schilderwerk krijgen op Sorido. Timmer- 3

werk was er niet voor mij niet direct maar later slaagde ik toch bij de Hollandia Bouwmaatschappij die huisjes - zogenoemde gouvernements- huizen in de steigers woningen - bouwt voor burgers in de kotta. Bij de HBM kreeg ik een briefje voor een uitvoerder dhr. Van der Laan die al de bouw van zeventien huisjes was begonnen. Op maandag 4 juni deed ik mijn intrede bij het walwerkerscorps. Van nu af aan was het oppassen om niet door de O.O.van Politie te worden gesnapt want bijklussen mag eigenlijk niet. Die maandagmiddag werd er snel geschaft en om half drie stond ik gewassen, gekamd, gepoetst en geschoren klaar om de wal op te gaan. Bij de wacht geen problemen ook al door het feit dat de O.O. van de wacht soepel was. Ik nam de bus die de route basis/haren/ Viersprong/ Postkantoor naar de KLM volgde. Ik stapte uit bij het postkantoor want dat was het dichtst bij mijn nieuwe werk. Werk Twee onder een kap 4

dat bestond uit het afhangen van zware hardhouten ramen. En dat valt om de drommel niet mee. Met je blote rug er tegen aan met een reischaaf is echt geen licht werk en het is panas. Af en toe krijg ik hulp van een aardige Papoea kajoe. Maar voor vier gulden per uur is het toch wel weer mooi werk. Om zes uur de gang als teken dat het werk was afgelopen. Eerst opruimen en omkleden en dan de bus van zeven uur zien te halen. Om de bus niet te missen liep ik alvast naar de haven om bij de chinees wat biskwie en strootjes te kopen. Een half uur later was ik weer op de base waar ik al vroeg vanwege het zware werk mijn klamboe opzocht. Aan die zeventien woningen heb ik tot zeventien december 1956 getimmerd. Op die dag werd de laatste hand aan de woningen gelegd en werden we voor onze medewerking bedankt. Een week daarna hebben we in de kotta, op de viersprong, nog een koelkamer voor een vleestoko neergezet. Later ging dit onder de naam toko Selecta van start. Ook hielpen we in die laatste week van december nog met het zetten van een kap op een woning. Kap erop. Geen pannenbier Maar daar stopten we al snel mee omdat het kaphout in carbolineum was gezet waardoor we ter plekke verbrandden. Daarna was het soedah habis met de beunhazen die een aardig spaarcentje hadden verdiend. En daarvan konden we in het volgende jaar een week met vakantie naar Manokwari (op het moment dat ik dit schrijf komt er net het bericht van de aardbeving die in Manokwari slachtoffers eist). Wij gingen naar Manokwari met een Dakota van de maatschappij KROONDUIF. Het verhaal daarover houden jullie nog van mij tegoed. De volgende aflevering van de kajoe gaat over oefening NIJPTANG Groeten van de kajoe. 5

Reis naar het verleden (deel 2) Geschreven door Piet de Raad (Ik ben onlangs weer terug geweest, van 16 oktober tot en met 24 oktober, in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. En wel in Sorong de plaats waar ik het grootste deel van mijn diensttijd doorbracht. Maar ook in de Baliem vallei en Jakarta. Ook daarover wil ik, mijn mede veteranen, in dit tweede deel van mijn reisverslag vertellen) Noot redactie. Het eerste deel verscheen in nieuwsbrief nummer 24 Bij onze aankomst op de kust van Sorong vroegen we de chauffeur ons bij een plaatselijke markt af te zetten, waar we ons door geworsteld hebben. Heel veel kramen met etenswaren, verse groenten, kokosnootmalers en pindaverkopers naast elkaar en de pinda s bleken in zout water gekookte pinda s te zijn Op de markt werden er veel grappen gemaakt in het bahasa Verse vis Indonesia en Peter stal ook daar weer de show door zijn welsprekendheid. Het slamat soreh en het slamat jalan was niet van de lucht. Jefman We besloten om de volgende dag, markt de zondag, met een boot naar Jefman te gaan, maar na overleg met onze chauffeur en de bootdriver werd er besloten een aantal eilanden met een bezoek te vereren. Eerst moesten we echter naar Doom varen om voldoende benzine voor de tocht te halen. Natuurlijk moest daar een voorschot voor worden gegeven. Op het eerste eiland werden we ontvangen door de heer des huizes, dat stond op de plek waar de boot aanlegde. Bankjes werden aangesleept en de kinderen, de baby en de oma kwamen bij ons staan terwijl er volop gepraat werd. De baas liet ons een put zien, nog gegraven door de Nederlanders en waar zij nog steeds zoet water uit haalden. De put ligt op ongeveer 25 meter van het strand. De buurman was zijn huis aan het verven en ook met hem konden we goed een gesprek voeren. 6

Bij ons afscheid werden we nog verrast met twee grote schelpen, die we later bij het uitstappen van de boot vergeten hebben. Ons tweede bezoek gold het Krokodilleneiland, de Sorong bezoekers zullen het vast wel kennen. We keken er vroeger tegenaan en het werd maar door een paar mensen bewoond. Ook op het Krokodilleneiland zijn een paar kampongs gevestigd. Doordat het hoog water was, moesten we nogal dicht bij de bomen langs lopen en soms tussen de rommel door waden. Er zijn een aantal afdakjes gebouwd om te kunnen eten/picknicken. In één van de kampongs werd net een Islamitische dienst gehouden, die door de hele omgeving gevolgd kon worden. De andere inwoners van de kampong waren of met hun huis of met een prauw bezig. Als Toekan Kajoe heb ik even extra belangstelling getoond(in de wetenschap dat die man beter met hout om kan gaan dan ik). Ook op het Krokodilleneiland hebben we rond gevraagd naar MataBia s, maar de mensen hadden ook hier geen idee waar het over ging. We riepen onze bootdriver die over zee met ons mee gevaren was in gezelschap van zijn beide zoontjes om ons terug te brengen. We werden nog even staande gehouden door een mevrouw, die problemen had met één van haar kinderen. Ze kwam met een albinojongetje met huidproblemen aan. Ze vroeg of wij een oplossing hadden voor de kapotte huid van het jongetje, omdat wij ook een witte huid hadden. We hebben deskundig naar de huid gekeken en haar toch maar naar een echte dokter gestuurd. Om 15.00 uur zouden we naar Jayapura (Hollandia) vliegen. We hebben nog even gedoucht en waren mooi op tijd op het vliegveld. De vertrekhal zag er veel beter uit dan bij onze aankomst. Onze bagage moest natuurlijk ingecheckt worden en daarom had men een rolbandje gebouwd, waar de koffers over geschoven moesten worden. Aan het einde van de band konden we de koffers weer pakken, zonder dat er wat gecheckt was. We moesten ook door een soort poortje, waar niemand bij stond. In de vertrekhal was eten te koop en we konden goed zitten. Er was een kraam met petten met het logo Sorong, maar er was geen verkoper te vinden. Het vliegtuig vertrok een kwartier te vroeg. De start/landingsbaan is voor de Papoea s nog steeds de snelste weg om van A naar B te komen, waardoor je dus redelijk veel mensen over de baan ziet lopen en fietsen en vooral met de brommer rijden. Tijdens de anderhalf uur durende vlucht naar Jayapura werd voor het grootste deel de kustlijn aangehouden, waardoor ik een mooi uitzicht had. Het land lijkt net zo liefelijk als alle andere bosachtige streken, terwijl ik wel weet hoe onherbergzaam de boesboes is. Jayjapura In Jayapura is de mankracht afhandeling van de bagage iets vlotter dan in Sorong. Ons hotel blijkt op anderhalf uur rijden te liggen, en op de weg er heen zien we nog een ander hotel, wat op nominatie wordt gezet voor de terugreis. Ook Jayapura is verschrikkelijk gegroeid. Er wonen nu ongeveer 700.000 mensen. De avondwandeling in het stadscentrum leidt ons over de markt, waar veel etenswaren en verder van alles en nog wat alle verkocht wordt. Er wordt in het park een kerkdienst 7

gehouden, terwijl er in de winkelstraat ook een bidsessie aan de gang is, waar de mensen gevraagd wordt zoveel mogelijk te offeren. Alle mensen lijken vrolijk, en er hoeft niet veel gezegd worden of er wordt weer gelachen. Als we Nieuw-Guinea als een achtergebleven gebied zien, dan blijkt dat niet op de markt. De markt gaat door tot een uur of elf, maar toen sliepen wij al. Wij moesten namelijk al om 8 uur weer op het vliegveld zijn en omdat er toch gedoucht en ontbeten moest worden is het zinnig niets aan het toeval over te laten. Op het vliegveld treffen we nog een Papoea uit Manokwari, die financiële hulp vraagt voor zijn studie. Op de bank voor ons zat een Indonesische man, van wie de ouders in Nederland wonen, maar die zelf de keus maakte om toch liever in NNG te blijven. Bahasa Indonesia, Nederlands en Engels zijn talen die hem vlot afgingen. Baliem Oversteek Wamena Het vliegtuig naar Wamena is mooi op tijd, en om 10 uur zetten we al onze eerste voetstappen op grond van de Baliemvallei. Vanuit het vliegtuig is goed te zien dat de Baliemvallei een vruchtbaar gebied is. Er is heel veel grond bebouwd met groenten en andere nuttige gewassen. De Baliemrivier kronkelt zich door de vallei en zoals we later zagen, is de bovenlaag klei, dus daarbij is van alles voor te stellen. Onze gids voor de Baliemvallei staat ons al op te wachten en vertelt direct een aantal wetenswaardigheden. De Baliem wordt bewoond door ongeveer 135.000 mensen, van wie 35.000 Papoea s en de grond is grotendeels in cultuur gebracht voor de groenteteelt. Er zijn acht hotels, waarvan drie goede en wij logeerden in het PilamoHotel. Op het vliegveld staat toean duaratus en die naam heeft hij gekregen omdat hij zich wil laten fotograferen, inclusief zijn peniskoker, voor limaratus ribu roepia. Er worden souvenirs aangeboden maar onze gids wil ons direct naar het hotel brengen. Voor het hotel staan een aantal Papoea s met een grote hoeveelheid souvenirs, waarbij ik bedacht dat ik in elk geval niet zonder de bekende dingetjes thuis kom. Om 13.00 uur staat onze gids al in de hal van het hotel om ons mee te nemen naar de plaatselijke markt. We gaan met de auto, omdat het toch nog wel een flink eind is. Op de markt was er ruimte voor de varkens, groot en klein. De meesten zaten aan een touwtje en als er eens een keer extra aan het touwtje getrokken werd, dan was het gegil niet van de lucht. Ik heb niet gezien dat er vrouwen aangeboden werden maar dat zal wel in het verborgen gebeuren. Onze gids vertelde dat in de Baliem geldt: No pig, no woman en wij beamen dat. Ook bij ons is het: Geen pik, 8

geen vrouw. Er is dan blijkbaar toch overeenkomst tussen de Papoea s en de blanken. Ook hier op de markt lagen weer alle etenswaren open en bloot op niet schone tafels of gewoon op de grond. De hele markt leek wel een vuilnisbelt en zo was de lucht ook. Er zijn hele mooie Baliem souvenirs, waaronder hoofdtooien met fantastische paradijsvogels. We lieten de souvenirs nog even de souvenirs omdat we ons eerst wilden oriënteren. Onze gids nam ons mee naar de volgende markt, waar we al gauw uitgekeken waren en daarna gingen we richting Baliemrivier. In de rivier worden mensen gewassen en er stond zelfs iemand zijn auto te wassen. De vrouwen die zich aan het wassen waren, hielden de rok aan en wasten zich daardoor heen. We hadden veel kinderspeeltjes mee genomen en die vonden gretig aftrek. Ook de vliegenvangers waren maar zo vertrokken en ik ben eigenlijk benieuwd of ze voor het doel gebruikt worden waarvoor ze gemaakt zijn. De ballonnen, de knuffels, de potloodslijpers, de minilampjes en de balpennen verdwenen snel in achterzakken en in bloesjes. Op ons programma stond de tocht naar een bergkampong en daarvoor moesten we ons zwart en wit klein en groot melden bij een militaire post in de bergen. Maar waarschijnlijk omdat we iets te ver door reden, kregen we geen toestemming om verder naar boven te gaan. We zijn wel een uurtje bij de militairen blijven hangen, want er was goed mee te praten, maar de commandant was onvermurwbaar. We mochten wel fotograferen op hun niveau maar niet hoger. We werden voor de lunch bij een restaurant afgezet en met een gids maakten we een afspraak voor de volgende dag. Dinsdag, de eenentwintigste werd voor ons de wandeldag. Een vier uur durende trektocht van kampong naar kampong, waarbij de wegen al sinds honderden jaren begaan zijn, maar nog steeds niets comfortabel. De groet van de Baliem-papoea s is: Wa en bij tevredenheid werd er wa wa gezegd. Het woord dank is wa en een heel grote dank is wa wa wa wa wa wa. Toen er jaren geleden een missionaris kwam en hij begroet werd, hoorde hij wam. Toen hij kinderen zag en vroeg hoe die genoemd werden hoorde hij ena, waarschijnlijk zoiets als anak en hij noemde de betreffende plaats dus Wamena. De zelfde man werd bijna afgemaakt omdat hij ook op de Papoea manier wilde groeten en Wam zei. Maar wam betekent varken en is dus een scheldnaam. In de kampongs waren veel omheinde ruimtes, waarbinnen vaak drie tot vier hutten stonden. Meestal was er een hut voor de varkens, een hut voor de vrouwen en een hut voor de mannen. De vrouwen mogen niet in de mannen hutten komen, de vrouwen mogen wel in de varkenshutten komen en 9

in afwachting van de orang belanda de mannen mogen overal komen. De meeste mannen waren gelukkig met hun aantal vrouwen want er was aan varkens geen gebrek. Aan het grote aantal kinderen is te zien dat het een welvarend gezin is. In de vrouwenhutten wordt overdag gestookt om de muskieten te verdrijven en de hut warm te maken voor s nachts. In de vrouwenhutten wordt bovenin de hut geslapen. Het is dus ook geen wonder dat heel veel zaken naar rook ruiken. Natuurlijk wordt er in de vrouwenhutten ook gekookt. Er werd trouwens in het stadse deel veel buitenshuis gegeten, te zien aan de vele verkoopkraampjes. Wij hebben weinig van de muskieten gemerkt. Dat komt waarschijnlijk door de hoge ligging van de Baliemvallei (ongeveer 1600 meter) en ons gebruik van Deet, een insectenwerend middel. Zelfs s nachts hadden we in de kamers geen last. Tijdens onze wandeling (mars) zagen we veel vruchtbomen en koffiestruiken. Er worden eerst een soort dennenbomen geplant en als die hoog genoeg zijn worden de koffiestruiken er onder geplant. Zo ver ik gehoord heb, moeten de koffiestruiken in de schaduw blijven. De rauwe koffiebonen smaken zoet. Wat me trouwens opviel is dat de koffiemelk in Indonesië en in Nieuw-Guinea heel vaak van Friesche Vlag is en smaakt naar de kunsthoning, die wij vroeger wel kregen als broodbeleg. Ik zal te zijner tijd eens bij de Friesche Vlag informeren. Maar dat terzijde. Op een zeker moment sloot zich een oude man bij ons aan. Hij wilde een andere kampong bezoeken, maar bedacht zich omdat hij ons clubje wel gezellig vond, en waarschijnlijk ook om de roko. De oude man had maar één vrouw omdat hij maar één pig had. De man zag er slecht uit en dat kwam volgens onze gids van het teveel roken. Zijn lopen over de glibberige paadjes en het balanceren over de boomstammen ging hem trouwens veel beter af dan ons. De paadjes zijn net breed genoeg om te lopen en worden gebruikt door mens en varken. En dat is te merken aan de modder en de stront. Na vele kampongs gezien te hebben en zelfs een school in de rimboe, bereikten we eindelijk onze auto weer, die met de chauffeur de hele tijd op ons had gewacht. Bij ons hotel stonden weer de kooplui met hun handel en ik kon het niet laten hier en daar een bod op te doen. Er moet gehandeld worden anders zijn de Papoea s en ik niet tevreden. Ik heb nog een mand vol onbewerkte peniskokers gekocht, zodat ik alle maten in wijdte en lengte heb voor de liefhebbers. Voor de mensen die geïnteresseerd zijn, maak ik ze wel even op maat De sieraden van kasuarisnagels en varkenstanden, leken me wel wat en ook een aantal messen gingen mee naar de kamer. De volgende morgen moesten we alweer om acht uur klaar staan. Onze gids was er al maar de chauffeur had wat vertraging. Wordt vervolgd 10

Heden en verleden (deel 13) Geschreven door Arie Sluijs Bewerkt door Jaap van Hensbergen Terugblik Het is al maart maar toch wil ik alle sobats en hun familieleden voor de rest van het jaar 2009 het allerbeste wensen. Arie Sluijs In de maand december wordt op de televisie en de radio veel achterom gekeken en worden de gebeurtenissen van het afgelopen jaar nog eens goed onder de loep genomen. En door die programma s besef je weer eens temeer dat er in de loop van een jaar veel kan gebeuren maar ook dat het voor iedereen weer anders uitpakt. Persoonlijk heb ik in het afgelopen jaar ook mijn portie verandering gekregen, ik moet het nu om gezondheidsredenen een stuk rustiger aandoen. Maar hierover heb ik in een eerder artikel al geschreven. Ook zijn we geconfronteerd met een kredietcrisis waarvan de omvang op het moment dat ik dit schrijf nog bij lange na niet is te overzien. Het is natuurlijk en drama als je plotsklaps buiten je schuld op straat komt te staan Zelf, en met mij vele anderen, heb ik eerder ook al eens hele verandering meegemaakt. Dat was in de jaren zeventig, wij zaten, mijn broers en ik in de aardappelhandel en mijn vader zei altijd dat het altijd een goede handel zou blijven omdat de mensen altijd moeten eten. In dat laatste daar had hij gelijk in maar wat hij niet kon weten was dat de hele maatschappij in een paar jaar veranderde. Niemand had er op gerekend dat ons vak zo goed als verloren ging door de komst van de supermarkten. Maar ook het feit dat vele vrouwen buitenshuis gingen werken was voor ons als straatventers een heel grote verandering. Binnen een paar jaar was het straatleven weg en dat was heel jammer wat we beleefden veel lol langs de deur. Mijn broers zijn allemaal op Schiphol gaan werken en zelf ben ik bij de gemeente Amstelveen terecht gekomen. Verandering kan dus heel snel gaan dat zien we ook nu weer. Velen zullen ander werk moeten zoeken en dat alles heeft veel voeten in de aarde. Het zal een hoop mensen te denken geven want we dachten immers dat het niet op kon maar het blijkt ook nu weer dat de bomen niet tot aan de hemel groeien. We zullen denk ik toch een stap terug moeten doen. Ook zijn we weer leden van onze vereniging verloren waaronder Piet van Vlaanderen voor mij persoonlijk een triest feit omdat me aansprak omdat ik Piet goed kende. Nu weer vooruit Dit was mijn terugblik over het afgelopen jaar en nu zijn we weer met frisse moed bezig aan het jaar 2009. Als ik dit schrijf is het 2 januari en we zitten midden in een winterperiode, onze kleinkinderen waarvan de oudste elf is zijn schaatsen voor het eerst op natuurijs, voor zover ik het weet konden wij vroeger elke winter op het ijs op en waren de winters andere koek. Maar ik ben niet zo gek op onze winter ik ben een warmte mens ik moet niks meer hebben van die kou. Nee, geef mij dan maar de warmte in Nieuw Guinea maar dat kan ook met de leeftijd van doen hebben. Toen mijn vrouw en ik vijf en twintig jaar getrouwd waren kregen we van de kinderen een reis naar Curaçao. We maakten die reis in januari 1990 en 11

het was daar dertig graden maar toen we thuis kwamen vroor het elf graden ik had het niet meer van de kou en heb een hele dag tegen de verwarming gezeten. In de zomer naar een warm land gaan dat doen we niet meer want dan is het verschil als je terugkomt te groot. Daarom zijn we afgelopen jaar in maart naar Turkije geweest en dat is ons goed bevallen. Het was een prachtig verhaal over Sorong van Piet de Raad in nieuwsbrief nummer 24. Het is niet te geloven dat het nu een stad met een half miljoen inwoners is geworden. Ik ben daarom ook direct op Google Earth gaan kijken en echt je weet niet wat je ziet. In 1960 toen wij er waren was het een stadje van niets en nu een heel grote stad. Het vliegveld is goed te zien en als ik het goed bekijk dan hebben de voetbalvelden moeten wijken voor het vliegveld. Een enorme verandering in die bijna vijftig jaar. Onze kinderen hebben in al die jaren vaker gevraagd of ik Nieuw-Guinea niet nog een s zou willen zien en altijd heb ik nee gezegd. Nee, omdat ik steeds al hoorde van die enorme veranderingen daar en ik het dus niet zou terugzien zoals ik dat in mijn herinnering heb. Het primitieve van toen is helemaal verdwenen en ik zou dus ontzettend teleurgesteld terug komen denk ik en daar is de reis te ver en te duur voor. Piet schrijft in zijn verhaal ook dat hij erg is geschrokken van hoe het Sorong van nu er uit ziet. Toen was het een steiger met een paar huizen en nu een metropool. Ik vergelijk het maar met Amstelveen in de jaren zestig een boerendorpje maar steiger in Sorong steiger in Sorong al wel een stad in aanbouw. Van de polder uit mijn herinnering is nu ook niets meer over de meeste boerderijen zijn gesloopt. Natuurlijk zijn er mooie woningen voor in de plaats gekomen maar toch houd ik Amstelveen in mijn gedachten zoals het toen was. Daarom juist vond ik het verhaal van Piet de Raad zo prachtig. Hij beschreef ook het oude Sorong zoals ik dat ken van toen en bij het lezen van zijn verhaal is het net alsof ik ook weer even in de kazerne in Sorong ben. Piet schrijft ook dat hij de timmerman was maar ik weet nog wel dat ik me eigen verhuiskist moest maken, een platte kist waar je het een en ander in kon doen als je vertrok naar Biak om vandaar de lange vlucht over de noord route naar Nederland te maken. Op het moment dat mijn kist moest worden gemaakt heeft Piet zeker liggen zonnen achter de werkplaats. Over die kist gesproken, het duurde nog een heel poosje voor de kist bij ons in de polder afgeleverd werd. Wie weet is er nog wel een sobat die zijn kist tot nu toe heeft bewaard om er gereedschap of iets anders in op te bergen. 12

De kist van mij heeft ook heel lang in de schuur dienst gedaan maar is uiteindelijk toch verdwenen. Misschien is het wel leuk als iemand die zijn kist nog heeft in mei bij de fotogalerij bij de reünie van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen (onze vereniging) te zetten als herinnering aan de terugreis uit Nieuw-Guinea. Toon Dielemans weet zeker een dergelijke kist ergens op te duiken. O ja, de reünie van de E compagnie is op 26 maart. Tot dan of in mei in t Harde. Wordt vervolgd Trefpunt voor Veteranen Elke vrijdag is er van 13.00 17.00 uur OPEN HUIS voor alle veteranen,jong en oud Mogelijkheden tot biljarten, kaarten,rummy cup sjoelen, even bijpraten enz. Consumpties tegen lage prijzen, Partners zijn natuurlijk ook welkom. U bent van harte welkom, graag tot ziens. Locatie Scheldekwartier (tussen Bambini en de sporthal) President Rooseveltlaan 731 c 4383 NG Vlissingen Tel: 0118-411400 Inlichtingen Marcel Boogaard 0118-418641 Thijs Koops 0118-460807 13

Het verhaal van de waswacht en Pionieren op de Kraniheuvel (De redactie plaatst graag weer twee verhaaltjes van Louis van Diessen. Hij merkt erbij op dat ze echt zijn gebeurd maar toch met een glimlach moeten worden gelezen) De waswacht Omdat er in Sorong veel kleding verdween van de waslijnen werd een waswacht ingesteld. Een fel begeerd baantje omdat je er lekker bij kon gaan zitten. Op zekere dag was het eerste peloton van de A compagnie aan de beurt voor de waswacht en Wil van Belkom was de gelukkige. Voor deze wacht moest hij om 07.00 uur, lekker in de schaduw, op een stoel gaan zitten, om in de gaten te houden of onverlaten broekjes of jasjes gingen rampokken op het grasveld bij de waslijnen. Je moet hierbij weten dat versleten of zoekgeraakte uitgaanskledij rekening man was en van het karige katje werd afgetrokken. Dat was de reden voor een uitnodiging bij sommige lieden om bij de waslijnen, waar de waskoelies de kleding hadden neergehangen om te drogen, te gaan shoppen. Zelf had ik daar geen last van omdat mijn waskoelie de was meenam naar zijn kampong. En hij bracht het altijd keurig netjes terug zonder dat er iets aan ontbrak. Anderen hadden wel problemen en daardoor ontstond een vicieuze cirkel. Hun kleding werd gestolen en om niet te hoeven betalen voor vervanging gingen zij ook op rooftocht uit. Dat liep op een gegeven moment flink de spuigaten uit. Vandaar de instelling van de waswacht. Weer terug naar Wil van Belkom die zich heerlijk had geïnstalleerd op zijn wachtpost waar hij zich al verheugde op de avond want er draaide dan een mooie film waar overigens iedereen naar uitkeek. Hij nam zich voor al vroeg naar de bios te gaan om verzekerd te zijn van een goede zitplaats. Om 18.00 uur zat de wacht erop en ging Wil zich afmelden op de weekkamer. Daar vertelde de sergeant van de week (waar hij de naam van vergeten is) hem dat er twee Kamerwachten waren die ook naar de film wilden en dat hij samen met de Kamerwachten moest loten welke twee van de drie nar de film mochten. Van Belkom werd witheet en stelde dat hij niks te maken had met die flauwe kul. Zijn wacht zat er om 18.00 uur op en daarmee basta. Welbespraakt als Wil is ratelde hij maar door e tegen die sergeant die een beetje overdonderd werd. Het eind van het liedje was dat Wil vertrok en lekker ging mandiën zijn kaki aantrok en naar de bioscoop ging. Nauwelijks gezeten kwam er een oproep: van Belkom naar de weekkamer komen Flink pissig ging hij eens horen wat er loos was en op de weekkamer aangekomen vertelde de bewuste sergeant hem dat er was geloot en hij niet de gelukkige was. Hij had de kamer wacht en de twee anderen mochten naar de film. Niks mee te maken zei Wil en vertelde de sergeant nog een nadrukkelijk hoe hij erover dacht en keerde terug naar de bioscoop waar zijn goede plekje bezet was. Weer kwam de oproep: van Belkom naar de weekkamer komen: Kokend van ergernis liep hij weer terug en kreeg van de sergeant te horen dat hij een dienstbevel geweigerd had en er dus een rapport aan zijn broek hing en dat hij de film wel kon vergeten. Wil ging met zijn verhaal naar e Congolees zoals hij hem noemde, dat was sergeant Delacenserie een bonk van een kerel maar wel rechtvaardig. Hij vroeg aan die sergeant of 14

de waswacht bij de Kamerwachten hoorde. Dat bleek niet zo te zijn en dus vertelde Wil hem het hele verhaal. Sergeant Delcenserie stelde dat Wil nooit een dienstbevel had mogen weigeren maar dat desondanks de waswacht niet bij de kamer wachten hoorde. De sergeant van de week had het dus mis. Met een gerust hart ging Wil dus op rapport bij CC Steenbeeke en vertelde hem op welbespraakte, en open eerlijke manier hoe hij erover dacht. Hij vertelde ook nog dat hij bij sergeant Delacenserie had geïnformeerd of de waswacht bij de kamer wachten hoorde en dat de Congolees het had nagekeken en dat het niet zo was. Kapitein Steenbeeke stuurde van Belkom weg en vroeg de sergeant van het rapport binnen. Even later moest Wil weer binnenkomen en kreeg van kapitein Steenbeeke te horen dat hij weliswaar een dienstbevel had geweigerd maar er geen straf voor kreeg. Wat de sergeant te horen heeft gekregen is niet bekend. Maar het werd wel duidelijk dat het de moeite loont om tegen onrechtvaardigheid in te gaan. Maar Wil heeft op Sorong nooit meer de kans gekregen om die bewuste film te bekijken! Pionieren op de Kraniheuvel OP de Kraniheuvel keek men uit op de oliebunkers en de kust en daar moest een commando post worden gegraven. Graven met schoppen en pikhouwelen ander materiaal hadden we niet. Door een klein bommetje zou er van de commandopost niks meer zijn gebleven maar dat doet er niet toe in het leger we moesten immers bezig worden gehouden. Ook schuttersputjes moesten worden gegraven en een schootsvel worden Uitzicht gecreëerd. Als we een poosje niet bij deze commando waren geweest moesten we de schuttersputjes eerst ontdoen van de slangen, kaki ampats en ander ongedierte en dan moest ook het water eruit worden gehoosd omdat het daar vrijwel dagelijks regende. Maar je had daar wel een schitterend uitzicht op de haven en de verschillende eilandjes voor de kust. Om een goed schootsveld te krijgen moesten op de helling en beneden in het dal nogal wat struiken en bomen worden gerooid. Zo gezegd, zo gedaan. WE gingen naar beneden met bijlen, zagen, touwen en pikhouwelen om de klus te klaren. Naar beneden ging het gemakkelijk ondanks het vel gereedschap dat we bij ons hadden. Snel hadden we de nodige obstakels opgeruimd maar er stond alleen nog een grote boom met een heel dikke stam. Een die boom moest weg en dat was een hele klus met het primitieve gereedschap dat we daar hadden. Kettingzagen hadden we daar nog nooit gezien. Eindelijk kregen we de boom toch plat maar wel zaten we binnen de kortste keren van kop tot teen onder de rode mieren. We hielpen elkaar om die krengen van ons af te slaan en toen dat eindelijk was gelukt waren we allemaal flink gebeten. Dit 15

deel van de taak zat erop het schootsveld was er en we konden weer terug naar de commandopost. Maar dat was weer omhoog de tjot op met al dat gereedschap en onder de mierenbeten. Wil van Belkom had meer dan een volle lading maar taai als hij was klom hij zuchtend en steunend beladen onder de schoppen en pikhouwelen omhoog tegen de glibberige tjot van rode klei. Echte tanah merah. Boven aangekomen bleek er na telling een pikhouweel te weinig te zijn en die moest beneden weer worden opgehaald. En oh, wat onrechtvaardig Wil van Belkom, uitgerend hij die met een extra lading naar boven Krani was geklauterd moest dat doen. Wat we ook zeiden tegen die hork van een sergeant, hij was nier te vermurwen. Van Belkom moest die pikhouweel gaan halen. Ook Wil zei op zijn welbespraakte niet mis te verstane manier wat hij er van dacht en weer was het slot van het liedje een rapport CC voor hen. Maar oh wonder het liep ook deze keer met een sisser af, blijkbaar was de kapitein op de hoogte van e situatie. En ook de sergeant is er nooit op terug gekomen. Maar op de reünie van 2008 was deze sergeant er ook en liet Wil van Belkom hem welbespraakt en uitgebreid nog eens fijntjes weten dat hij niet wist wat rechtvaardigheid was. De sergeant werd er beduusd van. Na vijfenveertig jaar werd het bijgelegd en nu zijn ze sobats Rustpauze Kruiwagen Achter de schop 16

Open Dagen voor aspirant-bewoners op Bronbeek Toelatingseisen zijn verruimd! Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum (KTOMM) Bronbeek te Arnhem organiseert voor gepensioneerde, vrijwillig gediend hebbende militairen van alle krijgsmachtdelen (m/v) die opgenomen willen worden in het militair verzorgingshuis Bronbeek dit jaar Open Dagen op maandag 02 maart, 08 juni, 14 september en 7 december 2009. Tijdens deze Open Dagen maakt u tussen 11.00 uur en 15.00 uur kennis met de leiding van Bronbeek en met andere bewoners en krijgt u, inclusief rondleiding en lunch, een compleet beeld van het leven op het Landgoed Bronbeek. Ook wordt u uitgebreid geïnformeerd over de (in vergelijking tot andere verzorgingshuizen) gunstige bijdrage in de verzorgingskosten. U komt in aanmerking voor opname in het militair verzorgingshuis Bronbeek, indien u: 65 jaar of ouder bent, alleenstaand en nog in staat bent om de algemene dagelijkse handelingen zoals wassen/douchen en aankleden zelf uit te voeren en niet behoort tot de categorie officieren; onder oorlogsomstandigheden of andere, naar het oordeel van de Minister van Defensie daarmee vergelijkbare omstandigheden heeft gediend; in krijgsgevangenschap heeft verkeerd of heeft deelgenomen aan het verzet, dan wel buiten Nederland heeft gediend bij een eenheid die door de Nederlandse regering is uitgezonden of ter beschikking is gesteld van de Verenigde Naties of van andere internationale organisaties; beschikt over minimaal 15 pensioenjaren als militair (tropenjaren tellen dubbel)*. * De Minister van Defensie heeft persoonlijk in november 2007 toestemming gegeven tot het laten vervallen van de eis van minimaal 15 pensioenjaren als militair voor oud-dienstplichtigen en Kort Verband Vrijwilligers uit de periode 1940-1962! Aanmelding voor deelname aan de Open Dag kan telefonisch (026-3763518, b.g.g. 026-3763555 ) of schriftelijk. Adres: KTOMM Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem. Los daarvan kunt u te allen tijde de informatiemap voor aspirant-bewoners inclusief aanmeldingsformulieren schriftelijk aanvragen. Ik hoop u spoedig op Bronbeek te mogen verwelkomen. Commandant Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek w.g. J.C.L. Bolderman Kolonel der Huzaren

Sergeant Booij, n bijzonder mens. door Ed van Tuijl Hij zal er zelf misschien nooit zo bij hebben stilgestaan. Of misschien toch wel. Ik weet het niet. Een feit is in ieder geval dat n man die mijn verblijf in Merauke betrekkelijk aangenaam maakte, door het leven ging als sergeant Cees Booij. De sportinstructeur. Maar Booij was veel meer. Booij was altijd in de weer om iets voor de jongens te organiseren. Booij was iemand waarmee je over het algemeen ook een gewoon gesprek kon voeren. Dit in tegenstelling tot het beroepskader. Die hoorde je doorgaans maar over twee dingen lullen. Over vrouwen en over het leger. Kortom, Booij was een mens. Hij was dienstplichtig. Daar zal m het verschil wel in hebben gezeten. Ik zie m nog zó voor me. Lopend over het kazerneterrein. Met van die aandoenlijke x-benen. Altijd een bal onder zijn arm en een fluitje in zijn hand. Ja, die Booij pakte het slim aan. Zo n bal en zo n fluitje waren waarschijnlijk een soort generaal pardon. Het oogde immers altijd alsof hij op het punt stond het beginsignaal van een voetbal- of volleybalwedstrijd aan te kondigen. Daarom had The Lion King, daar bedoel ik mee, mensen als luitenant De Leeuw en sergeant 1 De Koning het lef niet om te vragen waar hij mee bezig was. Toevallig nét de twee waarmee Booij bepaald niet door één deur kon. Als er baroes arriveerden dan stuurden we die steevast naar Booij om een kleurenschema op te halen. Hij speelde dat serieus mee. Prachtig vond hij dat. Het was ook Booij die op zekere dag met de repatkist van Snoeck op zijn rug langs het kantoortje van de Ouwe liep. Hé Booij, waar ga je met die kist naartoe? Afblijven, die is van mij!, riep de Ouwe verbaasd. Pech kapitein, riep Booij doodgemoedereerd terug. Nou is íe van mij! Snoeck heeft zijn kist nooit meer terug gezien. Mijn eerste kennismaking met Booij verliep overigens heel anders. Ik had me maandenlang het apenzuur zitten zweten om als telegrafist eerste klas, gediplomeerd en wel, de opleiding af te ronden. Dus toen ik op een zondagmorgen op de strip van Merauke landde, verwachtte ik een ontvangstcomité met open armen. Welkom telegrafist eerste klas. Nou mooi niet. Booij haalde als sergeant van dienst, of hoe je dat toen ook noemde, gezeten in de Daf de post op. Daar had hij alleen oog voor. Pas op het laatst zag hij dat er behalve postzakken ook nog een soldaat was uitgeladen. Wat doe je, vroeg hij. Ik ben telegrafist, sergeant. Ik kom jullie radiostation versterken. Of dat we dáárop zitten te wachten, reageerde hij. Telegrafisten hebben we genoeg. Tirailleurs, dié hebben we nodig. Ik zet je wel op de kamer van het tweede peloton. Gelukkig is het n paar dagen later nog goed gekomen en werd mijn taak binnen de D-compagnie alsnog telegrafist. Ik heb m ter plekke vergiffenis geschonken. Je moet wat doen, zei hij te pas en te onpas tegen me. Hij kreeg me zo gek om deel te nemen aan een prestatieloop door Merauke. Voor ik het goed en wel besefte, draafde ik kort na de start veel deelnemende Papoea s, veel militairen die er al de nodige maanden op hadden zitten en gewend waren 18

aan het klimaat en n enkele ambtenaar die meedeed, voorbij alsof ze stil stonden. Maar al net zo snel draafden die Papoea s, die militairen en zélfs die enkele ambtenaar, op bekakte wijze aangemoedigd door zijn vrouw, mij weer voorbij alsof ik stil stond. Ik zag sterretjes, kwam water tekort en moest aan de meet min of meer bij kennis gebracht worden. Wie ontfermde zich over mij? U raadt het al. Sergeant Booij. Voor mijn gevoel op dat moment een levensreddende actie. Hoewel de vrouw van de ambtenaar dat niet echt opviel. Geen wonder, want die doelgroep zag ons pas staan toen de para s waren geland. Sergeant Booij kreeg me ook zo gek om deel te nemen aan voetbalwedstrijden tegen Papoea s. Ik heb later Net over de finish in mijn, overigens middelmatige, voetbalcarrière heel wat gehavende scheenbenen overgehouden aan flinke trappen met voetbalschoenen waar de spijkers door de noppen kwamen. Maar dat waren slechts schampschoten vergeleken bij de bloedige krassen die je overhield aan de trap van zo n blote eeltvoet van n Papoea. Booij vond het allemaal prachtig. Ik vergeet ook nooit hoe hij mij een geweldig plezier dacht te doen. Het zal wel in een of ander dossier hebben gestaan, Ik weet het niet. Hoe het ook zij. Op een goede dag kwam hij naar me toe en vertelde dat ik alsnog mijn AOV speldje kon halen. Nou kon me dat hele speldje gestolen worden. Ik had een aantal onderdelen met goed gevolg afgelegd. Maar door allerlei omstandigheden was het onderdeel last dragen erbij ingeschoten. Dat doen we hier alsnog, en dan kom je in aanmerking voor het speldje, vertelde hij op zo n enthousiaste manier, dat ik het wel uit m n hoofd liet om te weigeren. Dus stonden we op een zekere dag op de doorgaande weg voor de kazerne, waar ik 100 meter ver een medesoldaat op mijn rug moest torsen. Binnen n bepaalde tijd. Maar de medesoldaat die Booij had uitgezocht was bepaald niet geschikt voor mij. Of misschien juist wel. Kortom, hij was in mijn ogen 3 keer zo groot en 3 keer zo zwaar als ik. Het gevolg laat zich raden. Het werd een soort mission impossible. Hoewel mijn last behulpzaam met zijn voeten op de grond mee stepte, besefte ook Booij dat ik die 100 meter nooit binnen de vereiste tijd zou overbruggen. Dus greep hij in. Dat wil zeggen hij pakte mijn last ferm in het kruis en begon zo mee te duwen. Bij die jongen kwam nu alles in de knel te zitten en hij joekerde als een speenvarken. Maar dat niet alleen, hij kreeg ook de slappe lach. Mij overkwam hetzelfde. Maar Booij bleef serieus en sjorde maar aan de broek van de man op mijn rug waardoor die broek zó ver in zijn bilnaad werd getrokken, dat die jongen zich wéken later nog moeilijk voortbewoog. Het was een kijk waard. Maar goed, het was niet tevergeefs. Booij trok, duwde en sleurde me binnen de tijd over de streep. 19

Dat ik uiteindelijk dat speldje nooit heb gezien, zal wel te maken hebben met het feit dat ik aangaf ook het onderdeel zwemmen nog te willen doen. Die ramp wilde hij me blijkbaar besparen. Trouwens, ik zou zo een twee drie niet weten waar we hadden moeten zwemmen. In de haven misschien. Want enkel met een haai achter me aan zou ik de noodzakelijk tijd hebben gehaald. Die arme Booij zat er meer over in dan ik. Zoals ik al schreef, ik maalde er niet om. Maar ik vond die bezorgdheid van Booij des te belangrijker. Iemand die zich druk maakte om een gewone soldaat. Hij mag van mij in hetzelfde rijtje als De Ouwe. Booij, geen idee of je dit leest. Maar alsnog, met terugwerkende kracht, bedankt! Telegrafist in Nieuw Guinea (H.de Boer uit Emmeloord stuurde ons dit korte maar erg veel inzicht gevende verhaal van het werk van een telegrafist in Nederlands Nieuw- Guinea van 1962. De redactie) Op 23 juni 1962 vertrokken we met het 41e Infanteriebataljon vanaf Schiphol per vliegtuig naar Curaçao om daar ingescheept te worden naar Nieuw Guinea, waar we eind juli aankwamen. Na enkele dagen werden we met het fregat Evertsen naar Kaimana vervoerd, waar ik dienst deed op de radiokamer. In het actiegebied van Nieuw Guinea waren de radioverbindingen van levensbelang om ons militaire werk goed uit te kunnen voeren. Daarbij werd algemeen gebruik van gemaakt van radiotelegrafie en vrijwel niet van telefonie. De belangrijkste reden hiervan is dat met een bepaald vermogen een veel grotere afstand met telegrafie kan worden overbrugd. Het gevolg hiervan is dat voor een leek in een onbegrijpelijke taal van punten en streepjes moet worden gewerkt. Wij hadden bij de Infanterie daarvoor een vijf maandelijkse opleiding aan de Infanterieschool in Harderwijk gevolgd. In een dergelijke periode was het mogelijk je die taal eigen te maken. Verbindingen in Nieuw Guinea. Behalve op de centrale post in Hollandia waren op alle plaatsen waar we actief waren, radiostations gevestigd in de vorm van een radiokamer. Van hieruit werd er contact onderhouden met de hoofdplaats. Vandaar uit werden via een omroepnet(= frequentie) de verschillende plaatsen van informatie voorzien. Op deze manier werd ook het beknopte nieuws uit Nederland ontvangen. Het geluid van de fluitende zenders wat vaak op het terrein te horen was, was hiervan afkomstig. Andersom was het mogelijk om via een andere frequentie zelf met Hollandia in contact te treden, wanneer dat nodig was. Doe maar kalm aan! Zo moesten we als redelijk verse telegrafisten aan de slag met ervaren mensen in Hollandia. Toen ik een keer te snel van wal stak in een poging hen te evenaren en de nodige fouten seinde, werd ik netjes onderbroken met een tegensignaal: Doe maar kalm aan; ik moest het ook leren. Zo werd je met beide benen op de grond gezet en verliep het radioverkeer goed. Zoals een 20