Kolleksjesintrum, Fryslân Ontwerptoelichting Inrichtingsplan buitenruimte, 19 februari 2015
Inhoud 01 Inleiding / ontwerp 05 02 Profielen 06 03 Beplanting 07 04 Materialen 12 05 Afwatering 14 06 Aandachtspunten bij de aanleg 15 Colofon 17
Inleiding Het architectonische concept van een gebouw op een terp is vormgegeven in de buitenruimte als één groot gebaar: een terp van 1 m hoog ten opzichte van het huidige maaiveld (NAP +0,76m). Het talud loopt in één beweging vanuit de slootkant (NAP -0,41m) tot aan het gebouw (vloerpeil NAP +1,75m. De sloten worden verbreedt om een natuurvriendelijke over mogelijk te maken zonder dat het doorstroomprofiel van de sloot beperkt wordt. Een duurzaam depot, ook de buitenruimte Het nieuwe Kolleksjesintrum Fryslân wordt ontworpen als een duurzaam gebouw. Duurzaamheidsprincipes zijn ook voor het ontwerp van de buitenruimte gebruikt. Vasthouden en bufferen regenwater Het terrein van het Kolleksjesintrum wordt aan twee zijden begrensd door pen water. Omdat het gebouw op een terp komt te staan, is het vrij eenvoudig om het hemelwater dat op het dak valt in het terrein te bufferen. Een deel zakt in de grond, een deel verdampt en een deel stroomt af naar het open water. Het is derhalve niet nodig om een aansluiting op het HWA riool te maken. Minimaliseren van verhard- en dakoppervlak Een deel van het dak van het gebouw wordt een vegetatiedak. Dit houdt water vast en verminderd en vertraagd de afvoer naar open water. De verharding bij de entree wordt waterpasserend waardoor er geen kolken nodig zijn. In geval van incidentele extreme neerslag kan eventueel overtollig water naar de straat afstromen Natuurlijke en extensief te beheren vegetaties Alle vegetatie, oeverplanten, bloemrijk gras en de dakvegetatie, hebben een natuurlijk karakter en bestaan uit inheemse soorten met veel bloei. Dit is goed voor insecten en andere dieren. De vegetaties behoeven niet veel onderhoud. Rond de entree is behoefte aan een representatieve inrichting. Bloemrijk extensief beheerd gras wordt vanaf korte afstand vaak als te ruig ervaren. Hier wordt een beplanting van extensief te beheren siergrassen en kruidachtigen (volgens de methode Griffioen) toegepast. Onderhoudsarme groene gevels De groene gevels worden begroeid met diverse soorten klimplanten die in de volle grond staan en daardoor zichzelf prima redden zonder intensief beheer of installaties. 4
A 1 Ontwerp B A B 5
2 Profielen doorsnede A - A 6 doorsnede B - B
Bloemrijk grasland 3 Beplanting Beplantingsschema Bloemenmengsel Mengsel M1, Cruydt Hoeck Beheer: Eenvoudig, maar breed inzetbaar bloemenmengsel voor bloemrijk grasland voor alle gronden. Dit mengsel heeft een ingetogen karakter. Door goed beheer kan er zich een duurzame natuurlijke middelhoge vegetatie ontwikkelen. Een bloemrijk resultaat kan vanaf het tweede of derde jaar verwacht worden. Jaarlijks 1 à 2 keer maaien. bloemrijk grasland, bloemenmengsel M1, Cruydt Hoeck Door in het eerste jaar de vegetatie vier à vijf keer, niet lager dan 5 centimeter boven de bodem te maaien en het maaisel af te voeren, wordt deze gemiddeld niet hoger dan vijftien tot twintig centimeter. Hierdoor kan het licht doordringen tot op de ondergrond en kunnen zoveel mogelijk zaden kiemen en zich ontwikkelen. Vanaf het tweede jaar kan overgegaan worden op één tot twee keer per jaar maaien en afvoeren. Maai jaarlijks steeds in dezelfde periode, met een speling van maximaal twee weken. Door een constant beheer wordt een stabiele bloemrijke vegetatie verkregen, doordat soorten zich in de vegetatie kunnen vestigen en handhaven. bloemrijk grasland, bloemenmengsel M1, Cruydt Hoeck bloemrijk grasland, bloemenmengsel M1, Cruydt Hoeck 7 themakaart bloemrijk grasland
Vaste Planten 3 Beplanting Vaste planten bij entree Luzula sylvatica Carex morrowii Ice Dance Verbena bonariensis De vaste planten, een mix van speciaal geschikte siergrassen en kruidachtigen worden aangelegd volgens de methode Griffioen. Dit houdt in dat er snel sluitende en compact groeiende soorten op een relatief kleine plantafstand gezet worden. Het doel is om na twee jaar van meer intensief beheer een gesloten beplanting te hebben waar geen onkruid in opkomt en waar een jaarlijkse maaibeurt en bijmesting volstaat om een duurzaam en aantrekkelijk beeld te handhaven en onkruidbeheer verder niet meer nodig is. Getoonde afbeeldingen geven een impressie van de gebruikte soorten. Voor alle toegepaste soorten, zie plantlijst: 2015-01-15 Plantlijst BPVP & BPK Kolleksjesintrum. Panicum virgatum Rotstrahlbusch Stipa tenuifolia Liriope muscari Persicaria amplexicaulis Nepeta faassenii Hemerocallis Stella d Oro Geranium phaeum Echinacea purpurea Achillea millefolium White Beauty 8 themakaart bloemrijk grasland
Oeverbeplanting 3 Beplanting De huidige oevers zijn vrij steil en begroeid met riet. Riet groeit erg snel en zal zich ook op het land uitbreiden wat extra beheer kost. Wij stellen voor om de oever mindere steil te maken (natuurvriendelijke oever) en te beplanten met een mix van bloeiende en minder agressief groeiende oeverplanten. Dit is zowel voor insecten en andere dieren als voor het beheer een beter optie. Om de beplanting een goede start te geven en de waterlijn vast te leggen passen we voorbeplante oevermatten voor (leverancier Nautilus) Beheer Het beheer van de oevervegetatie is vrij extensief en bestaat uit 1 of 2 x per jaar maaien, het maaisel een tijdje laten liggen en dan afvoeren om de grond niet te voedselrijk te maken. Dit kan gecombineerd worden met het maaibeheer van het bloemrijke gras. oevermat, net na aanleg (foto Nautilus) gele lis zegge oevermat, twee maanden na aanleg (foto Nautilus) kattenstaart waterweegbree dotterbloem grote egelskop moeraswederik zwanenbloem 9 themakaart oeverbeplanting
Daktuin 3 Beplanting Het dak van het kantoor wordt voorzien van een natuurlijke dakvegetatie: Het natuurdak-systeem van Optigroen. De vegetatie bestaat uit een mix van (inheemse) grassen, bloeiende kruiden en vetplanten (sedum). De hoogte hiervan is 30-70cm zodat het groene dag ook vanaf de grond beleefbaar is. Beheer De aanleg en het onderhoud van zowel de constructie als de vegetatie wordt door een gespecialiseerde hovenier uitgevoerd. Het onderhoud gebeurt vier keer per jaar. referentie groen dak referentie groen dak dakbegroeiing opbouw 1. Beplanting met vaste planten en/of Optigroen zaaizaadmengseltype E en sedumspruiten 2. Optigroen-extensief substraat 3. Optigroen-filtervlies 4. Optigroen-drainageplaat 5. Optigroen- bescherm- en absorptievlies themakaart daktuin referentie groen dak 10
Klimplanten 3 Beplanting Beplantingsschema Klimplanten: schijnaugurk Akebia quinata Ampelopsis aconitifolia Aristolochia macrophylla Celastrus orbiculatus Wisteria sinensis Parthenocissus quinquefolia Prolific - schijnaugurk kamerwingerd Duitse pijp boomwurger blauwe regen wilde wingerd De gevel van het gebouw wordt voorzien van een raster van spandraden waarin klimplanten kunnen groeien. Dir raster bestaat uit INOX spandraden met afstandhouders op 15cm uit de gevel. De maaswijdte is 30cm breedte x 50cm hoogte (leverancier Carl Stahl BV). De gekozen soorten zijn slingerplanten die zich niet met wortels aan de muur hechten. De begroeide muren hebben een verschillende oriëntatie op de zon en de heersende windrichting. We stellen voor om afwisselende mix van robuuste en snel groeiende soorten te gebruiken. Duitse pijp Beheer Doordat de planten in de volle grond staan, behoeven ze weinig onderhoud. Net na aanplant is watergeven nog nodig maar na het aanslaan van de beplanting niet meer. Er is dan alleen nog een jaarlijkse inspectie en snoeibeurt nodig. raster van spankabels (leverncier Carl Stahl bv) kamerwingerd blauwe regen boomwurger wilde wingerd themakaart klimplanten 11
Bestrating 4 Materialen Bestratingsmateriaal: De bestrating bij de entree van het gebouw is waterpasserend Door het cunet uit te voeren in drainzand met een straatlaag van fijn split kan het meeste regenwater gebufferd worden en wegzakken in de ondergrond. Als bestrating is gekozen voor Greenston combi (leverancier Klostermann): waterpasserende stenen met verschillende mate van openheid. Deze kunnen gevuld worden met gras maar ook met basaltsplit voor een strakker uiterlijk. Het pad naar de ingang wordt gemaakt van grootformaat betonplaten met een stalen rand (Stelcon) detail parkeerplekken Stelconplaten, met stalen rand, 200x200 05 open verharding: GreenSTON Combi met gras PRO JECT 10 OPD 15 RAC TEK HTG 20 ENIN 25 m. R: G PRO : EVE : JECT BES NR. TAN DSN AAM : : G. v a 109 n Aems 1 TB te Ams lstraat 27 terd am TEK ENA tel. 0 fax. 20-692 3 020-463 007 925 9 DAT AR : UM : SCH www buro.vlugp.n @vlu l gp.n l AAL TEK.NR. open verharding: GreenSTON Combi met split 12 : : themakaart verharding
Meubilair 4 Materialen Fietsleunhek type: scala leverancier: VELOPA materiaal: staal, verzinkt, coating RAL 7015 afmetingen: 900x85x850 (lxbxh), met voetplaten, voor plaatsing op verhardingsplaten referentie lichtmast Hekwerk: Spijlenhekwerk type Atlas, hoogte 1,80 m. (Leverancier Heras) 13
5 Watersysteem Aansluiting op het HWA-riool is niet nodig. Het dakwater kan wegzakken in de grond via grindbakken, die bij incidentele extreme buien kunnen overstorten via het talud en greppels naar het open water. 14
6 Aandachtspunten bij de aanleg Grond die uit de slootkant komt alleen onder het gebouw toepassen. Niet in de rest van het terrein. De grond uit de slootkant komt deels onder de waterspiegel vandaan. Dit is zuurstofloos en heeft dus geen bodemleven. Dit is niet geschikt als groeiplek. Grond tpv bestaande rietkraag alleen onder het gebouw toepassen. Niet in de rest van het terrein! De grond die vrijkomt uit de oorspronkelijke slootkant zit vol met wortelstokken van riet die niet in het terrein verwerkt mogen worden. Riet is een aggresieve woekeraar. Grond tpv bloemrijk gras mag delen van de oorspronkelijke zode bevatten. Normaal zou je de oorspronkelijke zode verwijderen maar omdat hier een bloemenzadenmengsel wordt gezaaid mogen delen van de oorspronklijke zode blijven liggen. Wel dient de zode gefreesd te worden om storende lagen te voorkomen. Grondverzet alleen uitvoeren bij droog weer. Als het regent maken de zware machines de structuur en luchtigheid van de grond kapot. Dit herstelt erg moeilijk Het plantvak voor vaste planten dient afgewerkt te worden met 10cm grond die vrij is van onkruidzaden. 15
16
COLOFON Dit document is opgesteld door: VLUGP buro voor landschapsarchitectuur en stedebouw Henk Schuitemaker Menno Vergunst Jeroen Boon Amsterdam, 19 februari 2015 Pedro de Medinalaan 128 1086 XR Amsterdam Tel: 020-6923007 E: buro@vlugp.nl I: www.vlugp.nl 17