Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Vergelijkbare documenten
Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Werken aan taal is werken aan geluk!

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein

Geletterdheid in Nederland: Status quo onderzoeksresultaten

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Evaluatieonderzoek project Taal voor het Leven. Prof. Dr. M. Segers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Eindexamen vwo economie 2014-I

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers

Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School of Business and Economics. Dr. Maurice de Greef Prof. Dr. Mien Segers

VSO congres BANENAFSPRAAK. Vrijdag 2 november 2018 Spaces, Den Haag

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek

Dordrecht in de Atlas 2013

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Verbanden tussen demografische kenmerken, gezondheidsindicatoren en gebruik van logopedie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Bijlage 3: Budget impactanalyse

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 21 september 2016 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2017

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening

WAT IS DE SOCIAALECONOMISCHE WAARDE VAN SPORTEN EN BEWEGEN?

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Eindexamen economie havo I

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Wanneer taal een probleem is voor je gezondheid. TWITTER MEE: #taalengezondnn

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Werken of vrije tijd?

Figuur 1: Ontwikkeling nieuwe WW-uitkeringen (index: 2010 = 100)

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

WAT ZIJN DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN VAN EEN SUCCESVOLLE BANENAFSPRAAK?

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Tabel 1: Heeft u een vrijwillig eigen risico bovenop uw verplicht eigen risico? 2012 (n=823)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

Laaggeletterdheid en werk. SAM bijeenkomst 26 maart 2019

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Handout bezoek minister Plasterk aan Bonaire

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Opnieuw forse stijging werkloosheid

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

Aantal respondenten Aantal benaderd

Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Eindexamen economie 1 havo 2004-II

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, September 2016

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Eindexamen economie pilot havo II

Laaggeletterdheid, herkennen & doorverwijzen

CPB Notitie 18 september 2018

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATEN ANALYSE. Prof Dr A. Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam, Nederland

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Transcriptie:

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015

Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te zijn om ervoor te zorgen, dat ook deze groep voldoende kan functioneren in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Stichting Lezen & Schrijven zet zich in om samen met regionale en lokale partners laaggeletterdheid te doen terugdringen of zelfs te voorkomen. Met de aanpak Taal voor het Leven zijn er in kleinere en grotere gemeenten verschillende taaltrajecten ontwikkeld, waarbij de leeromgeving onder andere bestonden uit een samenwerking tussen een professionele docent en een getrainde vrijwilliger en nieuw ontwikkelde materialen. Uit onderzoek blijkt, dat door deze aanpak deelnemers onder andere een betere plek in de samenleving en betere taalvaardigheden krijgen. Vraag is of vergelijkbare taaltrajecten ook voor rendement kunnen zorgen. In samenwerking met de gemeente Amsterdam en PwC heeft Stichting Lezen en Schrijven in kaart laten brengen wat het rendement van deze taaltrajecten voor de eigen gemeente zijn. De gemeente Amsterdam biedt jaarlijks taaltrajecten aan om de taalvaardigheden van haar inwoners te verbeteren. Per jaar nemen meer dan 5.000 inwoners van de gemeente deel aan deze trajecten. De taaltrajecten duren gemiddeld genomen tussen de zes en 12 maanden en worden aangeboden aan zowel beginners als gevorderden op het gebied van taalvaardigheden. Door de taalvaardigheden te verbeteren stelt de gemeente Amsterdam de deelnemers in staat om zowel een betere plek op de arbeidsmarkt als in de samenleving te bemachtigen, en hiermee tevens de maatschappelijke kosten van laaggeletterdheid te verminderen. Uit onderzoek blijkt dat een toename in taalvaardigheden leidt tot een hogere productiviteit en afname van de werkloosheid, het gebruik van sociale verzekeringen en gezondheidskosten. 1 Om in kaart te brengen wat het rendement is van de door de gemeente Amsterdam aangeboden taaltrajecten is er een kosten-baten analyse uitgevoerd. Deze analyse, welke grotendeels gebaseerd is op het onderzoek van Groot & Maassen van de Brink (2006) wordt verder in het rapport toegelicht en richt zich op het rendement van de taaltrajecten per deelnemer. Dit onderzoek richt zich op de kwantificeerbare en financiële kosten en baten van de taaltrajecten. Om deze reden is de betere plek in de samenleving, vaak naar gerefereerd als een verbetering van de sociale inclusie, buiten beschouwing gelaten. Deze analyse is verder gebaseerd op de door de gemeente Amsterdam aangeleverde informatie over vier van de acht soorten taaltrajecten die door de gemeente Amsterdam worden aangeboden. In de eerste paragraaf zal worden in gegaan op het berekende rendement van de taaltrajecten, waarna de kosten en de baten per deelnemer worden beschreven. Het rendement per deelnemer Na het volgen van de gemeten taaltrajecten zijn de taalvaardigheden van de deelnemers gemiddeld met 16,9% gestegen. 2 Deze gemiddelde vooruitgang in taalvaardigheden betekent dat de door de gemeente Amsterdam aangeboden taaltrajecten renderen. Het berekende rendement per deelnemer is 7.193. De gemiddelde kosten betreffen 2.804 en de baten 9.997 per deelnemer. Dit betekent dat de taaltrajecten gemiddeld 2,56 per geïnvesteerde Euro opleveren, ofwel een sociaaleconomisch rendement van 257%. De baten bestaan vooral uit een verhoging van de arbeidsproductiviteit (67%), en verder uit meer belastinginkomsten en minder uitkeringen (13%) en een verlaging van de gezondheidskosten (20%) voor de deelnemers. De kosten bestaan vooral uit de directe kosten van de taaltrajecten (97%) en de tijdsbesteding door de vrijwilligers bij de taaltrajecten (3%). Zie figuur 1 voor de uiteenzetting van de baten en kosten. Voor verdere toelichting op de achterliggende berekeningen verwijzen we naar de appendix. 1. 2 Dit percentage betreft het door gemeente Amsterdam aangeleverde gewogen gemiddelde van de vooruitgang in taalvaardigheden van de gemeten taaltrajecten, gewogen naar het relatieve aantal deelnemers voor het traject op basis van het aantal deelnemers. PwC 2

Figuur 1: Overzicht van maatschappelijke kosten en baten van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam per gemiddelde deelnemer (EUR) 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 - (2.000) (4.000) 2.002 1.334 6.661 (2.710) (94) Kosten-baten van taaltrajecten Minder gezondheidskosten Minder uitkering & meer belastinginkomsten Hogere arbeidsproductiviteit Tijdsbesteding vrijwilligers Directe kosten taaltrajecten Bron: PwC analyse De maatschappelijke kosten per deelnemer De gemiddelde maatschappelijke kosten van de gemeten taaltrajecten van de gemeente Amsterdam bedragen 2.804. De maatschappelijke kosten bestaan voor het grootste deel uit directe kosten (97%). Dit betreffen kosten die door de onderwijsinstellingen doorberekend worden aan de gemeente Amsterdam per deelnemer. Tussen de kosten van de verschillende taaltrajecten van de gemeente Amsterdam bestaan verschillen gezien inhoud, duur en intensiviteit. De indirecte kosten worden veroorzaakt door de inzet van vrijwilligers bij de taaltrajecten. Deze kosten zijn geschat op gemiddeld 94 per deelnemer. 3 De gemiddelde kosten zijn uiteengezet in onderstaande tabel. Tabel 1: De maatschappelijke kosten per deelnemer Maatschappelijke kosten Kostendrager Soort kosten Gemiddelde kosten per deelnemer Directe kosten van het programma Gemeente Amsterdam - Gemiddelde kosten van de taaltrajecten bij de onderwijsinstelling 2.710 Indirecte kosten: vrijwilligers tijdsbesteding Vrijwilligers/ Maatschappij - Tijdsinvestering van vrijwilligers gedurende het taaltraject (opportuniteitskosten) 94 Totaal 2.804 Bron: PwC analyse (voor de gedetailleerde berekeningen zie appendix) De maatschappelijke baten per deelnemer De maatschappelijke baten bedragen gemiddeld 9.997 per deelnemer op basis van de berekening. Deze maatschappelijke baten bestaan voor het grootste gedeelte uit een stijging in de arbeidsproductiviteit (71%). Uit onderzoek blijkt dat een verhoging van de taalvaardigheden resulteert tot hogere inkomens en een afname van de kans op werkloosheid. 4 Deze stijging in arbeidsproductiviteit leidt ook tot meer belastinginkomsten en minder sociale zekerheidsuitkeringen voor de overheid gedurende de resterende werkzame levensduur van de deelnemers. 3 Voor de 5.500 deelnemers per jaar in Amsterdam werken gemiddeld 700 vrijwilligers à 1,5 uur per week gedurende 26 weken. In totaal resulteert dat in 27.300 vrijwilligersuren per jaar in Amsterdam (4,96 uur per deelnemer). Uitgaande van de gemiddelde arbeidskosten van 19 per uur leidt dat tot 94,31 per deelnemer. 4 PwC 3

De overige baten bestaan uit een daling van de gezondheidskosten. Uit onderzoek blijkt, dat betere taalvaardigheden leiden tot betere gezondheidskeuzes en daardoor tot een daling in de gezondheidskosten. 5 De schatting van de baten is uiteengezet in onderstaande tabel. Voor de gedetailleerde berekeningen zie appendix. Tabel 2: De maatschappelijke baten per deelnemer Maatschappelijke baten Begunstigde Soort baten Gemiddelde baten per deelnemer gedurende levensduur Stijging arbeidsproductiviteit Overheid - Meer belastinginkomsten (deelnemers krijgen een baan of verdienen meer) - Minder uitkeringen 1.334 Deelnemers/ Werkgevers - Hogere inkomens/arbeidsproductiviteit door effectiever werken 6.661 Subtotaal 7.995 Daling gezondheidskosten Deelnemers/ zorgverzekeraars - Minder ziekteverzuim door betere gezondheidskeuzes en minder onjuist gebruik van medicijnen 2.002 Totaal 9.997 Bron: PwC analyse (voor de gedetailleerde berekeningen zie appendix) 5 PwC 4

Appendix - Methodologie berekening In de tabel hieronder worden de berekeningen toegelicht, om te komen tot het rendement van de taaltrajecten. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van de resultaten van de regressieanalyse in de publicatie Groot et al. (2006) 6. Hoewel dit onderzoek enkele jaren geleden is uitgevoerd, is deze studie nog de beste schatting van de effecten van laaggeletterdheid in Nederland. In het onderzoek wordt gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, jaren onderwijs, burgerlijke staat, afkomst en overige kenmerken. (Dit wordt soms nagelaten door andere studies, of in sommige gevallen maakt de opzet van de studie dit niet mogelijk.) Onderzoeken die niet corrigeren voor deze variabelen zullen de kosten van laaggeletterdheid overschatten. Bijvoorbeeld gezondheidskosten, productiviteitskosten of kosten van sociale zekerheid zouden ook kunnen worden veroorzaakt door onderwijsniveau. Het onderzoek van De Groot et al. (2006) 7 maakt gebruik van de IALS data. Wij maken deze data relevant door percentages van verbetering te gebruiken. Dit leggen wij nader uit in de tabellen hieronder. Tabel 3: Gemiddelde vooruitgang van vier taaltrajecten bij de gemeente Amsterdam Programma Verbetering % Competentiegerichte cursussen van 6 maanden Taal voor Beginners STEX 1 + STEX 2 16,9% ED Trajecten De formule voor de berekening van een gewogen gemiddelde vooruitgang: (Deelnemers Programma #1 Verbetering #1 (%) + Deelnemers Programma #2 Verbetering #2 (%) + Deelnemers Programma #3 Verbetering #3 (%) + Deelnemers Programma #4 Verbetering #4 (%))/Totaal aantal deelnemers De individuele vooruitgang is gemeten langs de schaal van A1 min tot C1 (negen stappen tussendoor: A1 min, A1, A2 min, A2, B1 min, B1, B2 min, B2, C1 min, C1). De verbetering van bijvoorbeeld A1 min tot A2 betekent 33,33% vooruitgang (100%/9=11,11% verbetering per stap 3 niveaus (tussen A1 min en A2)= 33,33%). De gemiddelde vooruitgang per programma is dan het gemiddelde van alle individuele verbeteringen binnen het programma. Tabel 4: Berekening baten van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam Categorie Soort baten Aannames en berekeningen Gezondheidszorg Minder huisartsbezoeken Minder ziekenhuisopnamen Uit het onderzoek van De Groot et al. (2006) 8 blijkt, dat een één punt hogere score op de schaal van geletterdheid (van 1-12) de kans om naar de huisarts te gaan met 1,7 procentpunt doet dalen. De kans om opgenomen te worden in het ziekenhuis daalt met 1,25 procentpunt. We vertalen de schaal van 1 tot 12 naar percentage verbetering in geletterdheid: - Eén punt hogere score op de schaal van 1 tot 12 betekent een verbetering van 9,1% (1/11 100%). Als dit wordt toegepast op basis van de schaal van 1 tot 9 waarop de gemiddelde vooruitgang van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam is berekend, leidt dat tot een percentage van 12,5% (1/8x100%). - In vergelijking, de verbetering in deze schaal die wordt toegerekend aan de taaltrajecten is 16,9%. De effectiviteit van het programma is als volgt: 6 7 8 PwC 5

Tabel A.1.1 12,5% toename in geletterdheid (Groot et al. 2006) 16,9% toename in geletterdheid (Taaltrajecten Amsterdam) 1,7 procentpunt (pp) afname in huisartsbezoeken 1,25 pp afname in ziekenhuisopnames 2,3 pp afname in huisartsbezoek (proportioneel berekend) 1,7 pp afname in ziekenhuisopnames (proportioneel berekend) Het gemiddelde aantal huisartsbezoeken is 4,1. Gemiddeld verblijft 8,6% van de bevolking tenminste 1 dag in het ziekenhuis per jaar (gecorrigeerd naar het gewogen gemiddelde op basis van opleidingsniveau van de deelnemers) 9. De gemiddelde kosten van een bezoek aan de huisarts bedragen 20 (kort bezoek; bron: Tariefbeschikking Huisartsenzorg, 2014)). De gemiddelde verblijfskosten in het ziekenhuis bedragen 1.000 per dag (Pomp, 2012 10 ). De jaarlijkse baten zijn de volgende: Tabel A.1.2 Minder huisartsbezoeken 4,1 2,3% 20 = 1,87 (niet materieel) Dagopnames: Totale kosten: 1272 respondenten (taaltrajecten gemeente Amsterdam) 8,6% = 109 respondenten 1.000 = 109.000 Minder ziekenhuisopnamen Totaal per deelnemer, jaarlijks Kosten na interventie: 1272 (8,6%- 1,7%) 1.000)= 87.768 Opnames met overnachtingen: Totale kosten: 1272 respondenten 9,5% = 121 resp. 1.000 6= 726.000 Kosten na interventie: 1272 (9,5%-1,7%) 1.000= 99.216 Besparing per deelnemer: ( 109.000+ 726.000-87.768-99.216)/1272= 509,45 509 We hebben aangenomen dat deze jaarlijkse baten hetzelfde blijven gedurende de resterende levensduur van de deelnemers. We verdisconteren deze jaarlijkse baten met een verdisconteringsvoet van 6,0% (Kok & Scholte, 2013 11 ). De totale baten over de gemiddelde resterende levensduur zijn 2.002. Productiviteit Hoger inkomen Minder werkloosheid uitkeringen Meer belastingopbrengsten Uit Houtkoop et al. (2012) 12 is gebleken, dat indien de prozageletterdheid met 1% toeneemt, het brutoloon met circa 0,3% zal toenemen". De effectiviteit van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam is als volgt: Tabel A.2.1 1% toename in geletterdheid (Houtkoop et al 2012) 0,3% toename in brutoloon 16,9% toename in geletterdheid (Taaltrajecten Amsterdam) 5,1% toename in brutoloon Uit De Groot et al. (2006) blijkt, dat een punt hogere score (op een schaal van 1 tot 12) leidt tot de 0,8% afname van het gebruik van sociale zekerheidsregeling, dus minder werkloosheid. 9 CBS StatLine Ziekenhuisopnamen per 10.000 inwoners: http://statline.cbs.nl/statweb/selection/?dm=slnl&pa=71857ned&vw=t 10 Pomp, M. (2012). De ouderenzorg naar de Zwv: Wat levert het op? 11 Kok, L. & Scholte, R. (2013). Rendement van cursussen voor laaggeletterden. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek 12 Houtkoop, W., Allen, J., Buisboom, M., Fouarge, D. & van der Velden, R. (2012). Kernvaardigheden in Nederland. s - Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs PwC 6

We vertalen de schaal van 1 tot 12 naar percentage verbetering in geletterdheid: Eén punt hogere score op de schaal van 1 tot 12 betekent een verbetering van 9,1% (1/11 100%). Als dit wordt toegepast op basis van de schaal van 1 tot 9 waarop de gemiddelde vooruitgang van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam is berekend, leidt dat tot een percentage van 12,5% (1/8x100%). De effectiviteit van de taaltrajecten van de gemeente Amsterdam is als volgt: Tabel A.2.2 12,5% toename in geletterdheid (Groot et al.) 0,8% afname in werkloosheid 16,9% toename in geletterdheid (Taaltrajecten Amsterdam) 1,5% afname in werkloosheid Voor productiviteit gerelateerde baten maken we onderscheid tussen werkende deelnemers en deelnemers zonder betaalde baan. Tabel A.2.3 De baten bestaan uit een hoger inkomen en meer belastingopbrengsten. Jaarlijkse baten werkende deelnemer Om te komen tot een conservatie schatting van het inkomen, gebruiken we het minimumloon voor de berekening: Minimum brutoloon 19.211 5,1% (toename in brutoloon, zie tabel A.2.1)) = 980 hogere inkomen per jaar, inclusief additionele belastinginkomsten voor de overheid De baten bestaan uit minder werkloosheidsuitkeringen, hogere inkomens en meer belastingopbrengsten: 1. Gemiddelde jaarlijkse uitkering 13.600 1,1% (afname in werkloosheid, zie tabel A.2.2) = 150 (minder uitkeringen) Jaarlijkse baten van deelnemers zonder betaalde baan Jaarlijkse gewogen gemiddelde baten 2. Verschil tussen uitkering en minimumloon (bruto) 5.600 1,1% (afname in werkloosheid) = 62 (hoger inkomen, inclusief belastingen over dit bedrag) 3. De rest van het belastbare inkomen 19.200 5.600= 13.600 37% (belasting percentage) 1,1% (afname in werkloosheid) = 55 (additionele belastingopbrengsten) Totale jaarlijkse baten: 150 + 62 + 55 = 267 Aandeel deelnemers zonder betaalde baan 55% 267 + aandeel werkende deelnemers 45% 979 = 588 We hebben aangenomen, dat deze jaarlijkse baten hetzelfde blijven gedurende de resterende productieve levensduur van de deelnemers. We verdisconteren deze jaarlijkse baten met een verdisconteringsvoet van 6% (SEO, voor 28 jaar aangezien de gemiddelde leeftijd van de deelnemers 39 is (Kok & Scholte, 2013 13 ). Het resultaat is het volgende: Tabel A.2.4 Baten gedurende productieve levensduur per werkende deelnemer Baten gedurende productieve levensduur per deelnemer zonder betaalde baan Gewogen gemiddelde baten gedurende productieve levensduur 13.755 3.282 7.995 In deze analyse heeft geen correctie plaatsgevonden voor een eventueel verdringingseffect. Dit effect betekent dat afname van werkloosheid bij een bepaalde groep, kan leiden tot toename van werkloosheid bij een andere groep. Daarnaast zijn in tijden van hoge werkloosheid vanwege de economische conjunctuur, de mogelijkheden voor laaggeletterden hogere inkomens te verkrijgen of zelf een baan te vinden slechter dan in tijden met lage werkloosheid. 13 Kok, L. & Scholte, R. (2013). Rendement van cursussen voor laaggeletterden. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek PwC 7