Stadsgerecht Rhenen, (66)

Vergelijkbare documenten
Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Ordre ende reglement op de koorn-molenaers binnen de stadt Goude by Gouda

Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie. gedurende den tijt van eenentwintich jaren.

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Helling, oudt omtrent jaren, Lucas Harperszn. van soldaet onder hopman Teylingen, oudt omtrent jaren, deposeerden tuychden by die zyne gedaen hebben,

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Beusichem, transcriptie akten oudrechterlijk archief

Het van. levenseinde Jr. Bonaventura Randerode van der. en van eene dramatische overlevering,

O.A.A.ASTEN RESOLUTIEBOEK III \ 2 INVR. NR. 13

Een belangrijke missive.

Ds. Johannes Vreechum heeft een wat slordig handschrift. -86-

De Koornwinders in Hazerswoude

Ludolph van Colen. tsamen door. gheboren in Hildesheim. Ghedruckt t Amstelredam by Cornelis Claesz. opt water, by die oude Brugghe.

L E S E R. [485] T O T D E N

NT00382_1. Nadere Toegang op de inv. nr. 1. uit het archief van de. Nederlands Hervormde Gemeente. Nederlangbroek, (382) H.J.

Tot voogden over de kinderen werden benoemd: a. Gijsbert Jansen, z1jn zwager; b. Rijck Willemsen haefmeester,

Verantwoording. Transcriptie 52

Om archiefstukken van

Het daghement ghegheven teghen den Heere Prince van Orangen.

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Paul Behets, Telling Hombeek-Brabant 1747

Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" 1921 hosteden en huysluijden wooningen in brant te steecken enteenemael te ruineren, sulcks

Het verpondingscohier van Andel van 1731

Waerdye van lyf-rente naer proportie van los-renten

Resolutien en Sententien in cas van gelt boeten en corporele als andre straffen sedert den jare 1694

Register van. protocolen en opdrachten, transporten, custingh ende. rentebrieven, te beginnen op. desen den tijt van. secretaris Boudewijn

fo 1vo kinderen audt wesende seven jaeren, mitsgaeders van alle de peerden, ploegen, ende beesten, alles volgens het extract vuijt de instructie

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

De Gilde-Rolle der Molenaers Gilde in de stad Groningen van 1652

Hoe men eertijds placht te leven met de oude notarieele archieven,

Dijkwerken, slatten van grachten enz.

Oud Rechterlijk Archief (ORA) Uitgeest ORA , 4 augustus ORA , 24 augustus ORA , 8 juni ORA , 4 maart ORA 185

DE EERSTE KALANDERMOLEN IN ROTTERDAM DOOR W. J. L. POELMANS.

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Nieuwe gegevens over de 17de eeuwse zuid- Nederlandse schilder Theodorus van Loon

Gilde-Brief Gilde Den Standboog. Gilde-Brief

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Afbeelding 84. [blanco pagina]

VAN DER VOORT. Gepubliceerd in De Navorscher, jg. 98 ( ), p , 155 Vooralsnog daar te raadplegen; de toe te voegen bijlagen volgen hier

Stadsgerecht Rhenen, (66)

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

JAARBOEKJE VOOR GESCHIEDENIS ENOUDHEIDKUNDE VAN LEIDEN EN RIJNLAND TEVENS ORGAAN VAN DE VEREENIGING,,OUD-LEIDEN (VIER EN DERTIGSTE DEEL)

Valentijn ende Oursson,

EXCERPTEN. OUD-RECHTERLIJK-ARCHIEF van HUIZEN

Van verscheiden manieren van burgelicke procedueren

Vervolgingen. Arnoldus Waeijer

Verzoek tot oprichting van een parochie in Dreumel

OOST-INDISCHE COMPAGNIE TE AMSTERDAM

Bijlage bij het artikel Na de tulpenmanie: drie opvallende rechtszaken van de hand van Thom van Mierlo in TvC 2017, afl. 2, p.

NADERE TOEGANG. ORA Inv.nr. 55 Richterambt. door P.Zunderman. Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Corstiaan Rombouts deurwaarder Deijling van de goederen van Jan Andriesse arrest 019r en Jenneke Verdoeijenbraake 003 v

De briefwisseling van Constantijn Huygens: Moeders journael

HET PRILLE BEGIN VAN DE JOODSE GEMEENSCHAP IN RHENEN

NT00064_2476. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

heemkring CAMPENHOLT

Quoyer van alle de nieuwe getimmerde huysen staende onder Out-Beijerlant, Zuyt-Beijerlant mitsg[ader]s den Hitsert van den jare d an[n]o 1665

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Bijlage I. Antwoord 1 van het huidevettersambacht van Mechelen, opgesteld door J.J. De Munck, op de vragenlijst bij het decreet van

De Unie van Dordrecht, 4 juni 1575

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

RAZE 3520 WAARDE schepenakten. (naar hoofdscherm Waarde)

: Evert Woutersz Bodt tot Laren

Een 17e eeuws wonder in Montfoort

1. Desen brief sal man 2. bestellen tot Leider- 3. dorp aen Arijaentgen 4. Heinderick 5. Bremer 1

In den Name Godes. Amen

Verhoren Raad van Beroerten,

Philip Eichhorn Berent

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

NT00064_534. Nadere Toegang op inv. nr 534. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema z.j.

Cort verhael van die ghesciedenisse ende belegeringhe der stat Alcmaer anno 1573

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Het Leidsche glas in de kerk te Valkenburg

Het Markeboek van Gelselaar, Transcriptie en bewerking: Bennie te Vaarwerk

In het midden van de 17e eeuw werd de stad uitgebreid en werd dit gebied gedempt.

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Buurmalsen, transcriptie akten oudrechterlijk archief 16 e en 17 e eeuw

Beschermingsdossier: Eendenkooi met eiland in de Oude Schelde, monument. 5.3 Documentatie

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

STAVERSE TESTAMENTEN. Selectie Fidei-Commissaire Testamenten voor het Hof van Friesland

Nadere Toegang op inv. nr 35

Bron: Regionaal Archief Leiden, SA I, inv.nr Vroedschapsboek

NT00067_4. Nadere Toegang op inv.nr 4. uit het archief van het. Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, , (67)

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Susanna Huygens aan haar broer Christiaan 28 februari B -

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

Curacao Papers Transcription

DE VEROVERING VAN GROENLO DOOR FREDERIK HENDRIK in 1627.

Stadsbestuur Rhenen, (152)

Rombout Nijssen en Thomas Moens

Bewoners van de hof van Walem

Transcriptie:

NT00066_44-20 Nadere Toegang op inv. nr. 44-20 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) J.P.J. Heijman en D. van Hillegondsberg 2006, 2010; versie oktober 2018

Inleiding In 2006 is dhr. J.P.J. Heijman uit Zeist begonnen met de transcriptie van de criminele processtukken uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen. Zijn werk is tot 2010 voortgezet door mevr. D. van Hillegondsberg uit Amsterdam. Het gaat om een volledige transcriptie van de criminele processtukken vanaf de letter A tot en met de letter E. Het is onduidelijk of alle inventarisnummers van deze letters zijn getranscribeerd. De transcripties zijn alleen genormaliseerd in 2018 en gecontroleerd op volledigheid van de stukken. 2

Transcriptie Ick Mechtelje Hendricks, out ontrent 26 twintich jaer, attesteer ten versoecken van Jan van Brenck, hoe dat op den 22 en maii 1671, sijnde tegens den avont, ben geweest voor de huysinge van Dirck Jansen Brouwer, sijnde van meyninge om nae huys toe te gaen, hebben gesien dat Jan van Brenck ende den brouwer met den anderen voor de deur van den voornoemden Brouwers deur stonden ende nae eenige woorden den brouwer is over de geut getroojen ende den requirant uytgeëyst, waerop den requirant antwoorde: Ick en soeck geen questie, waerop den brouwer weder seyde: schelm, waerom en comde niet voor den dagh, waerop is gevolcht is dat Jan Verwey met een bloot mes uyt den huys comende, van achteren met het mes hem, requirant, heeft geaggresseert ende voorts Jan Petersen van Amerongen met een bloot rappier insgelijcks heeft van achteren geslagen, waerop Jan Baers, comende met een waterstock om te scheyden, die Jan Petersen van Amerongen den voornoemden Jan Baers uyt de hant heeft geruckt ende den requirant soodanich daermede hebbende geslagen, dat hij ter eerde viel; den requirant eyndelijck de waterstock becomende, is voorders naer den brouwers huys geloopen, op de deur stootende ende de glaese doemaels insmijtende, naedat den requirant geslagen, gesnejen ende gesmeten was ende Jan Verwey ende Jan Petersen van Amerongen voornoemt, de deur toe sijnde, achterom gecomen sijnde de straet aff, met bloot rappiers in de hant als krassende over de straet ende roepende: gij schelm, gij moet er weer aen ende toe voorder in t gevecht geraeckt twelck ick, attestante, verclaren alsoo waerachtigh t sijn ende voorders des noots sijnde naerder gestant te doen t Oirconde heb ick dese onderteeckent op den 24 en maii 1600 één ende tseventigh Mechtelt Hendricksen Aen den Edelen gerechte der stadt Rhenen Geeft eerbiedelijck te kennen Jan van Brenck, borger ende inwoonder alhier, hoe dat den heeren Offecier nomine officii deser stadt, hem, suppliant, eergisteren avondt in de gijselcamer heeft geseth, sonder eenich recht, reden, acte ofte appoinctemente van UEdelen aen hem, suppliant, daertoe verthoont, om hem, suppliant, in de voors. gijselinghe t mogen setten ende alsnoch t laeten sitten ende alsoo hij, suppliant, seer swaer beschoncken was ende niet geweeten, nochte bij sijn kennisse geweest t sijn, soodanich swaer delict begaen ofte gedaen t hebben, waertoe den heeren Officier bevoecht is, hem, suppliant, een borger sijnde, in de voors. gijsselinghe t houden, maer uyt andere eerlicke luyden verstaen, wiens attestatie ende verclaringhe hier sijn bijgaende, inhoudende den suppliant geen schult ofte ytwes gecommitteert te 3

hebben, dan alleen tgeene tot sijn defentie van sijn lijff ende leven genootsaeckt was t doen, derhalven in geen gijselinghe can worden gedetineert ende tselve voor geen criminele can worden gehouden, maer in een civile boete, soo hij eerste aggresseur waere geweest, (als neen ) moeste worde gemulcteert, soo versoeckt den suppliant ten fine den heeren Offecier bij UEdelen appoinctemente sall worden geïnjungeert, den suppliant uytte voors. gijsselcamer t ontslaen ofte t doen ontslaen # onder borgtogte ende de criminele eysch ende conclusie, soo hij die mochte hebben genomen, t veranderen in een civilen eysch ende conlusie ende sijn selven t mogen verdeffendeeren per procuratorem ende t procedeeren naer rechte behoore; dit doende etc. op alles etc. Rogatus JH Bercheyck 1671 Mijn heeren Jan van Brenck versoeckt alsnoch seer oitmoedelijck, dat UEdelen belieft t disponeeren op dese voorstaende requeste # om ontslagen t worden uyt voornoemde gijselingh onder de presentatie gedaen hier boven alsoo hij, suppliant, door sijn swaer beschoncken t sijn, niet en weet, nochte bij sijn kennis ytwes ymants misseyt ofte gedaen t hebben, waerover hij, suppliant, in gijselinghe wort gedetineert ende dienvolgende soo ytwes door sijn dronckenschap tot ymants nadeel wort nae geseyt, geseyt t hebben niets t weeten ende versoeck van crimineel in civiell als voornoemt mach worden verandert ende voorts als in de voornoemde requeste Dit doende etc. Rogatus JH Bercheyck 1671 De heeren van den gerechte ten versoecke van den heere Officier vergaedert sijnde ende uut deselve verstaen hebbende de grootte ongeleegentheden, die Jan van Brenck den brouwer Dirck Jans.van Lienden mettet inslaen van de glasen als anders, heeft aengedaen ende dat hem, Jan van Brenck, ten huyse van den voors. brouwer, vindende onder de voet leggen, met ymant ten voors. huyse sijnde goetgevonden hadde denselven provisionelijck in bewaeringe te brengen ten huyse van Willem Lijster, tot voorkominge van meerdere onheylen, hebben tselve 4

geapprobeert ende verstaen mits desen, dat denselven ten huyse van Willem Lijster sall hebben te verblijven, totdat op morgen naerder naer verhoringe bij den gerechte sall wesen gedisponeert Lastende denselven Jan van Brenck inmiddels sigh aldaer stille ende gerust te houden, sonder ymant eenige moylijckheden met woorden ofte andersints aen te doen ofte dat daerinne naerder sall werden geresolveert Actum den 22 en meii 1671 des snachts Ter ordonnantie van t gerecht J Klerck t Gerecht geleth op de naerdere insolentie bij Jan van Brenck selffs in presentie van de heeren van den gerechte gedaen, authoriseert den Officier hem te brengen op de procureurs-kamer des nooth sijnde, naerder tot voorkominge van onheylen te verseeckeren. Actum tenselven tijde Coram t volle gerecht, exceptis Taets en IJsendoorn, schepenen Ter ordonnantie als boven J Klerck Interrogatoriën den Edelen gerechte der stadt Rhenen overgegeven uyt de naem ende vanwegen den heer Officier, omme daerop als getuyge te hooren ende wel scherpelijck onder eede te examineren als getuyge Jan van Thiel 1 Johan van Tiel seyd out te acht en twintich Eerstelijck aff te vragen des getuyges ouderdom jaer 2 Off hij, getuyge, op maendach voorleden den 22 en deses maents affirmat ut in maii omtrent den avont 5

textu niet en heeft gestaen bij off omtrent de huysinge van Dirck Jansen van Lienden, brouwer ende off daermede niet en stonde Jan van Brenck? 3 Verclaert van Brenck de sleutel te willen hebben om het kooren om te setten Off hij, getuyge, doemaels niet en heeft gehoort dat Jan van Brenck den voornoemden Brouwer aff-eyste de sleutel van de koorn-solder, daer sij samen vennitten van sijn, willende deselve hebben met gewelt 4 Off den voornoemden Brouwer affirmat doemaels niet en seyde: wat sult gij nu met de sleutel doen, het is te laet, comt morgen, soo sullen wij samen gaen off diergelijcke woorden? 5 Off hij, getuyge, niet en heeft gehoort dat denselven ignorat Jan van Brenck tegens 6

den voornoemden Brouwer seyde: jae, gij hebt t hart niet dat gij met mij gaet, noch hier te comen over de geut off diergelijcken 6 Off den Brouwer op dat affirmat seggen, van sijn deur niet is affgegaen, seggende: hier ben ick, wat begeert gij etc. 7 Off den Brouwer voorts Verclaert Jan van Brenck geseyt te hebben: niet weder is gaen staen in sijn deur ende Jan van ick meyn u niet, ick Brenck naest hem en off wil de sleutel hebben Jan van Brenck niet en seyde tegens den Brouwer: ick meen u niet en off den brouwer niet wederom en seyde: ick segh u oock niet 8 Off Jan Verwey broeder van des brouwers vrou die mede ignorat aldaer op de stoep sath, niet en seyde: wat begeert gij, 7

hoe gaet gij soo aen, wat wilt gij van mijn swager hebben, comt, hebt gij wat te seggen, spreekt mijn aen 9 Verclaert Jan Verwey met een mes uyt het huys gekomen te sijn, schrappende over de straet, dat het vuyr daer En off Jan Verwey en Jan van Brenck malcanderen doen oock aen t lijff sijn geweest en off hij niet van hem in huys is gegaen uyt vloogh, snijdende naer van Brenck 10 Off in tselve staen, tegens Verckaert Jan Baers met een waterstock gescheyden te hebben, doch niet wetende waer deselve bekomen had den anderen niet en is gebeurt, dat Jan Baers een waterstock heeft gehaelt uyt de huysinge van Stoffel Jansen 11 Hendrick Jelisen van Ginckel sijn ouderdom Hendrick Elisen seyt out te sijn 45 à 46 jaren Hendrick Elisen ignorat En hij daermede uytgecomen sijnde, niet en is gebeurt dat Jan Petersen van Amerongen hem, Jan Baers, d selve stock heeft uyt d hant genomen en om- 8

dat Jan van Brenck Johan van Tiel ignorat dat Jan van Brenck Jan sulck een geraes maeckte, denselven daermede Petersen de waterstock geslagen? uyt de hand genomen heeft 12 Henr. Jelissen ignorat Johan van Tiel ignorat Off Jan van Brenck onder de waterstock niet en is gevallen ende met den anderen onder de voet geraeckt 13 Henr. Jelissen ignorat En off Jan Petersen niet weder opgestaen sijnde, Johan van Tiel affirmat ut in textu in huys is gelopen ende de deur toegedaen sijnde, hij Jan van Brenck niet met de voors. waterstock is geloopen tegens des brouwers deur? 14 Henr. Jelissen ignorat En hij daerin niet connende comen, off niet gebeurt Johan van Tiel affirmat is, dat hij met d voors. waterstock all raesende en tierende de glaesen boven de voors. deur 9

heeft ingeslagen? 15 Henr. Jelissen ignorat En off den brouwer en sijn vrou uyt den huys wesende Johan van Tiel ignorat gegaen, denselven brouwer tegens Jan van Loon (die over de deur lach) niet is ingedrongen? 16 En off hij in huys comende Henr. Jelissen seyt wel gesien te hebben dat Jan Petersen boven op Jan van Brenck lach ende voorts in de keucken, alwaer Jan Petersen sath stil, met een mes in sijn hant om te eeten, alsoo d tafel gedect stonde; niet en is gebeurt dat hij denselven Johan van Tiel ignorat Jan Petersen op t lijff is gevallen, die sijn mes oock vallen liet en sijn soo te samen onder d voet geraeckt 17 Henr. Jelissen seyd niet weten meer te En wat hem, getuyge, in waerheyt van de saek meer is bewust Johan van Tiel verclae(r)t niet meer te weten 10

Aldus met ede verclaert bij Hendrick Elisen op den 25 meii 1671 Coram Wijck, borgemeester en van Oort, schepen Aldus met ede behartich bij Johan van Tiel op den 25 meii Coram de voors. heeren in absentie van den secretaris, J Vonck van Lienden Jan van Brenck verhoort sijnde, ontkent alle tgheene den heere Officier bij requeste tot sijnen laste heeft gestelt, confesseert alleenlijck, dat hij de glasen heeft ingeslaegen, edogh dattet selve heeft ghedaen omdat hij tevorens van Dirck Jansen van Lienden (die hij niets tekort dede, maer in alle vrundtschap de sleutel aff-eyste, om het koorn om te setten) voor het mes geëyst ende daerenboven van Jan Verwey en andre seer geslaegen wierdt; seyt voorts door den dronck niet te weetten wat ontrent den heer Officier ende de heeren van den gerechte geseyt ofte gedaen heeft ende tselve hem leet te wesen Actum den 24 meii 1671 Coram t volle gerecht excepto consule Roest t Gerecht geleth op de voors. verhoringe van Jan van Brenck, mitsgaders op de requeste bij denselven gepresenteert, verstaet dat alvorens hier naerder inne te disponeeren, den heere Officier met behoorlijcke informatiën t geposeerde in sijn requeste sall hebben te verifieeren Actum als boven Coram iisdem Interrogatoriën den Edelen gerechte der stadt Rhenen overgelevert uyt de naem van den heer Officier nomine officii, omme daerop onder eede te hooren en examineren Aert Evertsen, woonende te Aelst, als getuyge daeromme gearresteert 1 Seyt oudt te sijn dartich jaren Eerstelijck aff te vragen des getuyges ouderdom 11

2 Off niet waer en is dat tot sijnent gecomen affirmat sijn omtrent derdehalff jaer geleden Jan (soo hij hem liet noemen) van Emmenes, die alsdoen wanlappen ginck, met een vroumensch, die Trijn heete, die hij sijn vrouw noemde 3 Off hij, getuyge, met den voornoemden Jan van Emmenes ut in textu niet en is geweest neffens Ariën van Wijck, Joost Dircksen ende Gosen van Lienden ten huyse van Jacob Petersen van Geningen omtrent den voors. tijt tusschen Carsmis ende nieujaer 4 Off hij, Jan van Emmenes, doemaels aldaer van hem, getuyge, niet en heeft gecoft een peert voor 2 silvere ducatons, 12

affirmat op conditie dat hij tselve binnen tien dagen moste haelen, off dat anders de coop van geender weerden soude sijn, waer(op) de wincoop ook is gedronken en bij Jan van Emmenes betaelt 5 Off twaelff à 13 dagen daernae niet en is gebeurt, dat den voornoemden Jan van Emmenes nevens affirmat meester Gerrit, barbier, te Amerfoort woonachtich, niet weder ten huyse van hem, getuyge, gecomen sijn aen den avont, dat t licht opgestoken wierde, met een grooten swarten hont met een witte kringh om den hals En off meester Gerrit des anderen daechs ut in textu niet en wilde hebben leverantie van t peert, dat bij den voors. Jan van hem, getuyge, als voorens gecoft was, le- 13

verende hem d 2 ducatons 7 Off hij. getuyge, daerop niet ut supra antwoorde: neen, gij hebt over d tijt gebleven en nu hebt gij soo veel verteert, dat ick mijn gelach hebbe tot vijff gulden en t overschoth will ick u gaern wedergeven en t peert en dient u niet, dat sall ick behouden? 8 Off de voornoemde Gerrit en Jan daerop niet en seyde: neen, wij willen affirmat het peert hebben en off hij, Gerrit, niet eenige instrumenten uyt sijn kooker met silver beslagen, getrocken heeft seggende: daer is dat te pant 9 Off hij, getuyge, datselve niet en heeft geweygert, ut supra met antwoorde dat 14

hij den brouwer daer- mede niet en cost betaelen? 10 Off Gerrit voorts doen Seyt de kulder ter neder gehangen te hebben: nu moet gij daermede tevreden sijn, heb gij gelt van doen, palet uyt de lombert daervoor sijn kulder niet uyttrock en hongse ergens ter neder, seggende met fortse woorden: nu moet gij t well doen, twelck hij ook gedaen ende gel(eden) heeft door vreese van haere vuylicheyt 11 Off hij, getuyge, op dien dach van leverantie met d voornoemde Jan niet een wedtloop heeft gehouden ut in textu om een vaen, dat hij, getuyge, van Willens verloor, omdat hij niet en wist hoe hij haer quyt soude raeken 12 Off hij, getuyge, met de voornoemde persoonen niet en is gegaen tot 15

Jacob Petersen te Aelst om de affirmat voors. vaen aldaer te verteeren en offer doe mede niet sijn ingecomen Jan van Brenck ende Jeurefaes van Triest, elcx met een roer en dan noch Hendrick Bull, Thonis Hendricksen en Gosen van Lienden 13 Off d selve meester Gerrit en Jan niet en hebben gesocht krackeel,f doemaels bij haer hebbende 2 vrouluyden die daer gecomen waeren tegens haerluyden en bysonder tegens affirmat hem, getuyge, in voegen dat sij hem op t lijff vielen en dat Trijn, één derselver vrouluyden, hem, getuyge, het mes uyt de sack haelde en daermede nae sijn lijff gestooken, dat hij, loscomende ende in t achterhuys om de koebeesten genootsaekt was om te loopen en genoch te doen hadde om haer te ontlopen 16

14 Off hij, getuyge, oock corts daeraen niet en heeft hooren seggen, soo van Jan van Brenck, Jacob Petersen, als affirmat ut in textu anderen, dat hij, Jan van Brenck en Jeurephaes van Triest uyt t huys van Jacob Petersen gegaen sijnde met haer roers, de voornoemde Jan en Gerrit nevens de bijhebbende vrouluyden niet en sijn gevolcht ende op d wech haer roers met gewelt affgenomen en op d wech eens weer gegeven en doen nochmaels weder genomen en eens weder in de herberch voornoemt, naevolgende gegeven door t betaelen van eenich bier en geven van goede woorden 15 Off ook niet waer is dat Jan van Emmenes hem, getuyge, heeft verhaelt dat hij aen geen sijde 17

Verclaert gehoort te hebben dat Gerrit door een jongen gehaelt is en dat Jan van Emmenes het selver so verhaelt heeft en met Gerrit peert onreden is Doesborch was gevangen geweest uyt oorsaeke datter iets gestoolen was, daer hij seyde geen schult toe te hebben en dat daer een wagen gereet stonde om hem nae t lant van Cleeff te brengen en lichtelijck een scherpen toll voorbij gereden soude hebben in vall d voornoemde meester Gerrit hem met sijn peert door listicheyt niet wech hadde geholpen, waerom hij ook lachte, dat Gerrit soo geholpen hadt 16 Off hij, getuyge, in gemoede off conciëntie niet meer en weet en off ignorat hij sulcx oock achter- hout uyt eenige vreese Aldus gehoort en met ede bevestich op den 6 april 1670 Coram van Noordt en J Vonck, schepenen Voor t Lant 18

Ick onderschreven Jan Baers, verclaere bij desen ten versoeke van den heer Officier nomine officii, waerachtich te wesen, dat ick nevens meer andere persoonen, op maendach voorleden geweest sijnde den 22 maii 1671 des avonts omtrent acht off halff negen uyren, hebbe geweest omtrent de huysinge van Dirck Jansen van Lienden, brouwer, ende aldaer gesien d persoon van Jan van Brenck, leunende tegens off omtrent het deurraempt ende in t voorbij willende gaen, gehoort hebbe dat den voornoemden brouwer, die voor sijn deur stonde (en sijn vrou ende haer broeder op de stoep sittende) onder andere kijvende woorden jegens hem, van Brenck, seyde: hey, gij hebt mij langh genoch gesart off gebruyct, hebt gij de couratie off hart, comt hier op t bleeke, meent gij dat ick de couragie voor u niet en hebbe en Jan van Brenck, stil blijvende staen, is den brouwer wederom in sijn deur gaen staen en den brouwer eenige woorden, die ick niet wel conde verstaen, sprekende evenwel, hebbe gehoort dat Jan van Brenck seyde tegens den brouwer: ick segge u niet, den brouwer weder antwoorde: ick segge u oock niet Dat ick ondertusschen nae huys gegaen sijnde en verstaende dat tusschen deselve meerder onlust was ontstaen, hebbe op mijn weder aencomen gesien dat Jan Verwey met een bloot mes in sijn hant tegens Jan van Brenck stonde, die een stockske in sijn hant hebbende, hem maer keerde En ick, attestant, door vreese van meerder ongemack, ben tot Stoffel Jansen in huys gelopen en haelde aldaer een waterstock en voor d deur daermede comende om te scheyden, heeft Jan Petersen van Amerongen mij d selve stock uyt de hant genomen en heeft hij Jan van Brenck daermede om den rugh geslagen en Jan van Brenck, hem onder de stock vliegende ende deselve uyt de hant ontweldicht hebbende, kreech Jan Petersen hem, van Brenck, bij t haer en wierp hem onder d voet. En Jan Petersen opgecomen sijnde, is in huys gelopen en d deur toegedaen sijnde, heeft Jan van Brenck met d voors. waterstock eerst met een loop tegens de deur, (denckende daertusschen te comen) gelopen, twelck naedien d selve altoe was, beleth sijnde, heeft hij met groote vloeken ende geraes de glaesen boven de deur geheelijck ingesmeten en ben ick, attestant, nae tselve geschiet was, naer huys toe gegaen. twelck ick t allen tijde met eede bereyt ben te stercken; ten oirconde onderteeckent desen 23 maii 1671 Jan Baers Dese attestatie heeft Jan Baers met ede bevestich Coram Wijck, borgemeester, en van Oort, schepen, op den 25 meii 1671 In absentie van de secretaris J Vonck van Lienden Copye 19

Aen den Edelen gerechte der stadt Rhenen Verthoont reverentelijck de heere Johan van der Dussen, schout, nomine officii dat Jan van Brenck niet alleen op saterdach voorleden, den 20 deses maents meii, ten huyse van Jan van Kousteren, alwaer Dirck Jansen van Lienden mede sittende en desselffs huysvrou, daer comende om haer man te haelen, hij, Jan van Brenck sonder eenige redenen tegens haer eerst seyde: wel joffer, bent gij daer met uwen schoonen rock, als anders, maekende van deselve een hoer en tedts, een ritsige teeff ende waerom sij hem niet wilde kussen, sij hadde hem soo dickwels van tevooren gekust, waerom nu niet en meer schandelijcke ende onlijdelijcke woorden in presentie van haer man, alleen maer om de nerre te soeken om haer man op t lijff te comen en dat hij mede questie soude aenvangen; raesende ende doende aldaer door t insmijten van de glaesen als anders, soodanich gewelt, dat het voor de weert ende sijn vrou, (die op t uytterste swaer is, mede onmogelijck was als tot een groote alteratie) te connen verdragen dat denselven Jan van Brenck op gisteren den 22 e deser, sich al wederom heeft laten gelusten in de Grebbe den voornoemden Dirck Jansen van Lienden met sulcke vilaine woorden te schempen ende te injuriëren, om hem tot questie te brengen, dat denselven Dirck Jansen allenthalven sich onthiel van iets aen te vangen, lijdelijck verdragende alle desselffs quaet, alleen maer om hem te ontgaen ende te ontkomen, gelijck Jan van Geyn, Willem Lijster ende meer anderen hebben aengeschout; hij, van Brenck, echter evenwel naedat hij in de stadt gecomen was, sijn voosheyt niet connende laten, hem ten eersten wederom begeven heeft aen de huysinge van de voornoemde Dirck Jansen, practiseerende alleenich om de sleutel te willen hebben van seecker koornsolder, waerop eenige graenen leggende sijn ende waervan sij vennitten sijn. Dat denselven Dirck Jansen hem in goetheyt hem dat weygerde, alsoo hij niet bequaem waer en om daer te gaen dat hij morgen soude wedercomen ende hij denselven Dirck al tertte ende uyteyste dat hij het hert niet en hadde om over d geut bij hem te comen, becomende op t leste een waterstock, willende den voornoemden Dirck daermede te lijve, dat beleth wierde soo door Jan Baers, Jan Petersen van Amerongen ende Jan Verwey, alhoewel denselven Dirck Jansen hem oock al hadde ontflucht tot Kerst Huybertsen ende de deure van hem, Dirck Jansen, toegesloten sijnde, hij, van Brenck, mette voors. waterstock alle de glaesen boven de voors. deur geweldich heeft ingeslagen ende d huysvrou van denselven Dirck Jansen, even uytgegaen sijnde om all t voors. gewelt ende swaericheyt, dat alle menschen aensagen, te kennen te geven, hij, van Brenck, seer duyvels in huys viel, vindende aldaer sitten een soldaet, sijnde den voornoemden Jan Petersen, vattende hem bij d kop ende onder d voet raekende, sijn noch door den heere verthoonder van den anderen getrocken ende met groote moyten door UEdelen goetvinden alhier in apprehentie gestelt; dat denselven van Brenck, als UEdelen onlangs is verthoont, mede soodanige straetschenderije, kracht ende gewelt heeft gepleecht aen de huysinge van Willem Verwey en noch meermaels aen andere huysen, als des nooth sijnde, soude connen werden voorgebracht. Dat hij, van Brenck, niettegenstaende alle fatsoenlijckheyt, gisteravont bij den heere verthoonder omtrent hem gepleecht voorleden nacht, noch door desselffs naerder insolentie, selffs ter presentie van UEdelen denselven hebben belieft te stellen uyt d huysinge van Willem Lijster op de procureu(r)s-kamer tot 20

voorkominge van meerder onheyl, dewelcke in val van behoorlijcke straffe noch vrij meer te verwachten staet ende alhier, in een stadt daer justitie vigeert, geensints en staet te gedogen, maer anderen ten exemple, behoorde te werden gestraft; soo concludeert den heere verthoonder dat denselven van Brenck alsnoch in detentie ende goede bewaeringe mochte werden gehouden ende bij gevolge ter tijt toe, dat denselven sal werden gecondemneert in soodanige straffe, anderen ten exemple, als UEdelen volgens rechten, ordonnantiën ende placcaten uyt de meriten van de saeke bevinden sullen te behooren ende daer benevens in de costen ende misen van justitie ofte anders etc., op alles etc. Dit doende etc. onder stondt Rogatus ende was onderteeckent J Gilpin 1671 Voor in capite stont t Gerecht verstaet dat Jan van Brenck in detentie sal blijven, ter tijt toe nae desselffs verhoor hierinne naeder sal werden gedisponeert Actum den 23 meii 1671 op den rechtdach; onder stont Ter ordonnantie van deselve, was onderteeckent F Klerck Concordat J Klerck Sigilletur Aen den Edelen gerechte der stadt Reenen Geeft alsnoch in aller oimoet te kennen Jan van Brenck, dat uyt de nevensgaende attestatiën UEdelen sullen connen sien op wat een grouwelijcke wijse hij van Dirck Jansen van Lhienden ende Jan Verwey en haer vordre bij-hebbende, is geaggresseert ende geslaegen, gevende UEdelen in bedencken off wonder is dat ymant, soo hoogh beschoncken sijnde, daerdoor geëxciteert is omme mede eenige excessen te doen, tgene hem nochtans leet is, gelijck het hem oock van herten leet is dat, soo hij, suppliant, verstaet ende nochtans door sijnen hoogen dronck niet en weet geschiet te sijn, eenige quaede bejegeningen ontrent UEdelen selfs heeft gedaen Ende alhoewel hij, suppliant, bekent ten aensien van die excessen mulctabel is, soo kan sijns, suppliants, soo lange detentie niet anders als een straffe we(r)den opgenopen; versoeckt derhalven hij, suppliant, gansch gedienstelijck sijne ontslaeginge Dit doende, etc. a Sigilletur 21

Ick Jan Jansen van Tiell, out ontrent acht en twintigh jaeren, attesteren ende verclaren ten versoecken van Jan van Brenck hoe dat op den 22 e maii 1671, sijnde tegens den avont, ben geweest voor de huysinge van Dirck Jansen Brouwer ende aldaer staende, gesien hoe dat den requirant, de straet affcomende, (sijnde seer beschoncken) is gecomen aen de huysinge van de voornoemde Brouwer, alwaer doenmaels Jan Verwey ende Jan Petersen van Amerongen, militeren, op desselffs Brouwers stoepen saeten, den requirant ende den brouwer t samen leunende aen de post-deur, den requirant heeft versocht de sleutel om het coorn om te setten, die hem tot meermalen sijn geweygert, waerover verscheyde hevige woorden sijn gevallen, soodat den brouwer over de geut tredende, seyde tegens den requirant : com off diergelijcke woorden, waerop den requirant antwoorden en seyde : ick en heb geen questie, ick wil de sleutel hebben ende dat daerop Jan Verwey mit een blanck mes uyt den huys is comen springende ende voor den requirant met het mes schraepende over de straet, datter het vuer uyt vlooch ende voorts nae den requirant gesneden, sonder dat den requirant eenigh geweer ofte mes bij hem hadde ofte thoonde ende sich alleen verdiffendeerde mit stucken van toebacxpijpen, soodat hij eyntelijck mede-attestant een gartje uyt mijn hant ruckte ende sijn selven daermede verdiffendeerde, waerop Jan Baers mit een waterstock is gecomen om te scheyden; alle twelcke ick, attestant, verclaren soo waerachtich ende des noots sijnde naerder gestant te doen. In oirconde is dese bij mijn onderteeckent op den 24 en maii 1600 één ende tseventigh. Jan Jansen van Tiel De huyschvrouw van Gerrit Cornelis de carman, oudt ontrent 36 jaeren, verclaere als boven, uytgenomen de woorde van de sleutell, t niet well gehoort t hebben Actum ut supra Jantyen Gerryts t Gerecht gesien ende geëxamineert hebbende de requeste van den heere Officier jegens Jan van Brenck gepresenteert met de bewijsen ende informatiën daertoe dienende, geleth mede op het versoeck van Jan van Brenck bij requeste gedaen # met betooningh van leetweesen over de gedaene excessen met de overgeleyde bewijsen en voorts op alles daerop te letten stonde, ontslaet denselven ut de detentie Ordonneerende denselven wel strictelijck sigh voortaen te houden in alle stilte ende zedicheyt, sonder ymant sijner medeborgeren ofte andere ingeseettenen eenighe de minste moylijckheden, tzij met woorden ofte wercken aen te doen, op peene dat sonder eenighe verschooninge daerinne, sodaenig alsdan sall werden gedisponeert 22

als tot mainct(i)nue van justitie en gelegentheyt van saecken bevonden sall werden te behooren, condemneerende denselven in de kosten en misen van justitie Actum den 27 en meii 1671 Coram de heren Roest en Wijck, borgemeesteren, Taets, Noort, Aelwijck en Vonck, schepenen. 23