Financiering van Natura 2000



Vergelijkbare documenten
Financiering van Natura 2000

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013

POP En de relatie met Natura 2000

COHESIEBELEID

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Resolutie van het Europees Parlement over de financiering van Natura 2000 (2004/2164(INI))

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

VR DOC.1027/2

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Financieringsinstrumenten

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

Antwoord 1 Doorgaans wel, afgezien van enkele problemen. Vooral bij innovatieprojecten is niet altijd gegarandeerd dat de projecten zullen slagen.

Overige Europese (Co)Financieringsfondsen. EC 2,1 miljard euro periode België 4 miljoen Euro 2007

Bescherming en herstel van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten: focus op de beschermde gebieden, groene infrastructuur en geen netto verlies.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

COHESIEBELEID

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

RECHTSGRONDSLAG OPDRACHT EN PRIORITEITEN

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

VR DOC.0987/2BIS

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1)

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Landbouw in de stad en in de stadsrand ontwikkelen

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ. Belgisch Programma voor de Visserijsector «VOORUITZIEN EN VOORTVAREND»

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

De vragenlijst van de openbare raadpleging

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan Koekelberg. «Historisch Koekelberg»

Thema 1:Landbouw- en natuureducatie

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

1. Aankoop grond in Reukens

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0360/1. Amendement. Paolo De Castro, Ulrike Rodust, Isabelle Thomas namens de S&D-Fractie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

Strategy: a perspective

De Venhorst Declaration. 21 oktober 2017

ZA5223. Flash Eurobarometer 290 (Attitudes of Europeans Towards the Issue of Biodiversity, wave 2) Country Specific Questionnaire Netherlands

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

EU subsidies voor KRW opgaven

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

FAQs over regels voor staatssteun die van toepassing zijn op projecten binnen de door de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD)

IPv6 Nieuwsbrief 29 november 2012

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Omschrijving beleidsruimte

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ. Belgisch Programma voor de Visserijsector «VOORUITZIEND EN VOORTVAREND»

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Natuurnetwerk in Wallonië

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.

7003/17 oms/fb 1 DG G 2A

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Transcriptie:

Financiering van Natura 2000 Een handboek Herziene versie, juni 2007

...

Financiering van Natura 2000 Een handboek Herziene versie, juni 2007 In opdracht van de Europese Commissie DG Leefmilieu Koppeling van het beheer van Natura 2000 aan de financiering ervan Referentie: ENV.B.2/SER/2006/0055 Service contract 07030302/2006/451188/MAR/B2 Deze publicatie kadert in een dienstencontract; het heeft wettelijke status 1

Samengesteld door: Clare Miller, Marianne Kettunen; IEEP Updated by: Marianne Kettunen; IEEP Uitgever: Peter Torkler; WWF Met de medewerking van Stefanie Lang, Andreas Baumüller; WWF Vertaling: Stef Boogaerts, Cahier de Brouillon Lay-out: Michal Stránský Online: http://ec.europa.eu/environment/nature/ natura2000/financing/index_en.htm Contact: Peter Torkler WWF Germany Fon: +49 30 30 87 42 15 torkler@wwf.de INHOUD 1. VOORWOORD... 6 2. INLEIDING: NATURA 2000 & FINANCIERING VAN NATURA...8 3. WAAR DIENT HET HANDBOEK VOOR, VOOR WIE IS HET BESTEMD EN WELKE ZIJN ER DE VOORDELEN VAN...9 4. DEFINITIES EN BESCHRIJVINGEN, STRUCTUUR, INHOUD EN TOEPASSING...11 5. BESCHRIJVING VAN DE FONDSEN...15 6. FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR BEHEERSACTIVITEITEN IN NATURA 2000...27 7. REFERENTIES, SLEUTELPUBLICATIES, SLEUTELWEBSITES...110 ISBN 978-92-79-06409-8 2

LiJst MET Tabellen Tabel 1: Doelgroepen van de Fondsen...11 Tabel 2: Types van Natura 2000 gebieden...11 Tabel 3: Lijst van Natura 2000 beheersactiviteiten...12 Tabel 4: Prioritaire assen van het ELFPO... 16 Tabel 5: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ELFPO... 16 Tabel 6: Lijst met de sleutelartikels in de ELFPO-Verordening in relatie tot Natura 2000... 16 Tabel 7: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EVF...17 Tabel 8: Lijst met de sleutelartikels in de EVF-Verordening in relatie tot Natura 2000...17 Tabel 11: Sleuteldata in het implementatieproces voor het ESF...21 Tabel 12: Lijst met de sleutelartikels in de ESF-Verordening in relatie tot Natura 2000...21 Tabel 13: Sleuteldata in het implementatieproces voor het Cohesiefonds...22 Tabel 14: Lijst met de sleutelartikels in de CF-Verordening in relatie tot Natura 2000...22 Tabel 15: Sleuteldata in het implementatieproces voor het LIFE+ Fonds...24 Tabel 16: Sleuteldata in het implementatieproces voor het KP7...25 Tabel 17: Lijst met de sleutelartikels in het KP7 in relatie tot Natura 2000...25 Tabel 9: Sleuteldata in het implementatieproces voor het EFRO...19 Tabel 10: Lijst met de sleutelartikels in de EFRO-Verordening in relatie tot Natura 2000...19 3

Tabel met ACTIVITeItEn Activiteit 1: ADMINISTRATIE VAN HET SELECTIEPROCES...34 Activiteit 2: WETENSCHAPPELIJKE STUDIES/INVENTARISATIES TER IDENTIFICATIE VAN HET GEBIED...35 Activiteit 3: VOORBEREIDING VAN HET EERSTE INFORMATIE- EN PUBLICITEITSMATERIAAL... 36 Activiteit 4: PILOOTPROJECTEN... 40 Activiteit 5: VOORBEREIDING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN -SCHEMA S...44 Activiteit 6: OPRICHTING VAN BEHEERSORGANEN...46 Activiteit 7: CONSULTATIE EN NETWERKING PUBLIEKE VERGADERINGEN, NETWERKING, RELATIE MET GRONDEIGENAARS...48 Activiteit 8: HERZIENING VAN BEHEERSPLANNEN, -STRATEGIEËN EN SCHEMA S...52 Activiteit 9: LOPENDE KOSTEN VAN DE BEHEERSORGANEN...54 Activiteit 10: ONDERHOUD VAN PUBLIEKSVOORZIENINGEN TOEGANG EN GEBRUIK VAN DE GEBIEDEN...56 Activiteit 11: DOORLOPENDE PERSONEELSKOSTEN...58 Activiteit 12: BESCHERMINGSBEHEER HABITATS... 60 Activiteit 15: INVULLING VAN BEHEERSSCHEMA S EN -AKKOORDEN...76 Activiteit 16: HET VOORZIEN VAN DIENSTEN, COMPENSATIE VOOR VERLOREN RECHTEN EN INKOMENVERLIES... 80 Activiteit 17: MONITORING EN ONDERZOEK...82 Activiteit 18: RISICOBEHEER... 86 Activiteit 19: (CONTINU) TOEZICHT OP GEBIEDEN... 90 Activiteit 20: VOORZIEN VAN INFORMATIE- EN PROMOTIEMATERIAAL...92 Activiteit 21: OPLEIDING EN EDUCATIE...96 Activiteit 22: INRICHTINGEN TER AANMOEDIGING VAN HET GEBRUIK EN DE WAARDERING VAN NATURA 2000 GEBIEDEN...100 Activiteit 23: AANKOOP VAN GROND, INCLUSIEF DE COMPENSATIEKOST VOOR RECHTEN DIE OP DIE GRONDEN RUSTEN... 102 Activiteit 24: NOODZAKELIJKE INFRASTRUCTUUR VOOR HET HERSTEL VAN HABITATS OF SOORTEN... 104 Activiteit 25: INFRASTRUCTUUR VOOR PUBLIEKE TOEGANG... 106 Activiteit 13: BESCHERMINGSBEHEER SOORTEN... 66 Activiteit 14: BEHEERSMAATREGELEN EXOTEN...72 4

M. Stránský 5

VOORWOORD Biodiversiteit betekent de diversiteit van leven in al zijn vormen de diversiteit tussen soorten, van genetische variaties binnen soorten en van ecosystemen. Het voorziet een heel gamma aan voordelen voor de mens bijvoorbeeld goederen (zoals hout en medicinale producten) en essentiële diensten (zoals de rol in de cyclus en opslag van koolstof, proper water, buffering van het klimaat, van natuurrampen en vervuiling). Het voortdurende verlies aan biodiversiteit wordt erkend als een van de dringendste milieuproblemen die onze samenleving momenteel ondervindt. De rijkdom van de Europese soorten en habitats waarin ze leven zijn een belangrijk element in de kwaliteit van het leven. Belangrijker nog, deze gebieden spelen een kritische rol in de regulering van de natuurlijke systemen (watercyclus, klimaat) en van bepaalde natuurlijke hulpbronnen waarvan onze samenleving afhankelijk is. De economische waarde van deze ecosysteemdiensten is veel hoger dan de kostprijs voor hun bescherming en behoud. Toch beschouwen we deze systemen al te vaak als vanzelfsprekend. Hun waarde wordt normaal gezien enkel bepaald bij een degradatie van de systemen die resulteert in bepaalde natuurrampen overstroming, vloedgolven etc. Als Directoraat-Generaal van Milieuzaken, verwelkom ik de groeiende erkenning die gegeven wordt aan de milieukwestie biodiversiteit. Het behoud en de bescherming van biodiversiteit is van immens belang voor de toekomst van onze planeet. Maar jammer genoeg moet hetzelfde niveau van bezorgdheid en actie nog steeds bereikt worden. De laatste jaren werd er een significante vooruitgang geboekt in de uitbouw van een modern, gestroomlijnd en kostenefficiënt beleid dat een schoner en gezonder milieu nastreeft voor onze burgers en waar bovendien vernieuwing ook gestimuleerd wordt. De bescherming van de natuur voor de toekomstige generaties is een werk in opbouw, waar nog hard aan gewerkt dient te worden. Het is een taak die aan mij wordt toevertrouwd en waarmee ik de komende jaren op volle kracht zal doorgaan. De natuur bezorgt ons plezier, voldoening, inspiratie en hoop. Natuur is fundamenteel voor onze cultuur, taal en psychologisch en spiritueel welbehagen. Natura 2000 is het Europees ecologisch netwerk van gebieden, afgebakend door de dienst Habitat Instructie. Het belangrijkste doel ervan is de bescherming van habitattypes en planten- en diersoorten van Europees belang in de Europese Unie. Natura 2000 levert een belangrijke bijdrage tot de langetermijndoelstelling om de rijkdommen van de Europese biodiversiteit te beschermen. Significante vooruitgang werd geboekt in de implementatie van het Natura 2000 netwerk door middel van afbakening van meer dan 18000 gebieden door de Lidstaten. Aangezien het netwerk bijna vervolledigd is, is het cruciaal om meer aandacht te vestigen op het beheer van de gebieden. Beschikbare financiële en andere bronnen zullen hoogstnoodzakelijk zijn bij de implementatie van beheersplannen. Mogens Peter Carl Op hetzelfde moment zijn onze burgers zeer geïnteresseerd in de natuur en haar soorten. Televisiedocumentaires over wilde diersoorten zijn enorm populair en NGO s die natuurbescherming steunen hebben miljoenen leden in heel Europa. Maar deze wijdverspreide bezorgdheid moet nog vertaald worden in een welbepaalde en gecoördineerde politieke inspanning. 6

M. Stránský 7

InLEiding : Natura 2000 & FINAN- CIERING VAN Natura Natura in een notendop Natura 2000 vormt de basis van de natuurbescherming in de Europese Unie. De uitbouw van het Natura 2000 netwerk startte in 1992 met de goedkeuring van de Habitatrichtlijn. Samen met de Vogelrichtlijn vormt de Habitatrichtlijn het kader voor het behoud van soorten en hun habitats in de EU en is het belangrijkste Europese initiatief voor het behoud van de biodiversiteit in de ver-schillende Lidstaten. De natuurgebieden die als een onderdeel van het Natura 2000 netwerk werden aangeduid, beslaan vandaag 15 30% van het grondgebied van de EU-lidstaten. Samen vormen ze inmiddels een oppervlakte die groter is dan het grondgebied van Duitsland. Natura 2000 moet over heel Europa een ecologisch netwerk vormen van beschermde natuurgebieden met als doel het behoud en herstel van op Europees niveau bedreigde habitats en soorten. Om dat Natura 2000 netwerk uit te bouwen werd de EU verdeeld in zeven biogeografische regio s : de Pannonische, Boreale, Continentale, Atlantische, Alpiene, Macaronesische en Mediterrane regio s. Voor elke regio stellen de Lidstaten aan de Commissie een lijst voor met gebieden die gekozen werden op basis van de criteria in de Habitatrichtlijn. Met de mede-werking van de European Topic Centre on Biological Diversity (ETC), onafhankelijke wetenschappers, deskundigen van de Lidstaten en NGO s evalueert de Commissie deze voorstellen met als doel het realiseren van een consequent, samenhangend en representatief ecologisch netwerk van natuurgebieden. Nadat de Commissie de lijst met Natura 2000 gebieden heeft aangenomen, worden de Lidstaten (na een overgangs-periode) verantwoordelijk voor het nemen van alle noodzakelijke maatregelen om hun natuurgebieden te beschermen en de achter-uitgang van die gebieden te voorkomen. Opdat de Lidstaten hun verplichtingen voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen zouden kunnen nakomen, moeten ze de nodige investeringen in infrastructuur, activiteiten, personeel en/of wetten doen en of voortzetten. Een grote verscheidenheid aan activiteiten is noodzakelijk voor een efficiënt beheer van de gebieden zoals het ontwikkelen van plannen, habitatherstel, en echte beheersactiviteiten zoals maaien of het monitoren van soorten. De kost van deze activiteiten wordt in het kader van het subsidiariteitsprincipe in principe betaald door de Lidstaat. Niettemin voorziet artikel 8 van de Habitatrichtlijn indien nodig de mogelijkheid van medefinanciering door Europa. 1 COM (2004) 431 eindversie, 15 juli 2004 Dankzij de natuurbehoudsinitiatieven kan de realisatie van het Natura 2000 netwerk ook belangrijke economische en sociale voordelen opleveren, zoals leveren van ecosysteemdiensten, het leveren van hout en voedingsproducten, het creëren van jobs (b.v. in het ecotoerisme), meer diversiteit in lokale economieën, meer sociale stabiliteit en bete-re levensomstandigheden en vermindering van lokale milieuproblemen, zoals waterverontreiniging. De voorbereiding van het Natura 2000 net-werk loopt ook in Bulgarije en Roemenië, twee landen die de EU in 2007 komen ver-voegen. Momenteel zijn deze landen hun lijst met gebieden aan het samenstellen. Die lijs-ten moeten ten laatste op het moment van de toetreding aan de Commissie worden overgemaakt. Financiering van Natura 2000 In haar Communication on the Financing of Natura 2000 aan de Raad en het Europees Parlement 1 aangenomen op 15 juli 2004 stelt de Commissie haar ideeën voor over de manier waarop de financiële noden van Natura 2000 in de verschillende Europese fondsen kunnen geïntegreerd worden en welke maatregelen er mogelijk zijn om hen te financieren. Bij de voorbereiding van de Communication schatte de Commissie, bijgestaan door een Werkgroep met experten inzake artikel 8, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lidstaten en stakeholderexperten, de gewenste financiële noden van een goedwerkend netwerk. De uiteindelijke schatting van 6.1 miljard per jaar voor EU-25 was zowel gebaseerd op de antwoorden van de Lidstaten op een vragenlijst, als op de ervaringen met de kosten in gebieden die reeds werden ingericht. In de Communication wordt voorgesteld dat co-financiering in de toekomst, zoals dat doorgaans gebeurt, ondergebracht wordt in de bestaande financiële instrumenten de integratie optie. Daarvoor werden onder andere volgende redenen aangehaald : het verzekert dat het beheer van de Natura 2000 gebieden deel uitmaakt van de bredere aanpak van het plattelandsbeleid in de EU. Zo wordt de landbouw in de Natura 2000 gebieden een onderdeel van het financiële beleid van de Europese landbouwpolitiek en wordt structurele steun een onderdeel van het regionale beleid en het plattelandsbeleid. Deze complementaire aanpak zorgt ervoor dat het netwerk van Natura 2000 gebieden hun rol in de bescherming van de Europese biodiversiteit beter kunnen spelen dan wanneer de Natura 2000 gebieden als geïsoleerd of los van een bredere beleidscontext worden gezien. Het laat de Lidstaten toe prioriteiten te stellen, beleid te ontwikkelen en maatre-gelen te nemen die de nationale en regionale eigenschappen weerspiegelen. Het vermijdt dat verschillende fondsen van Europa dubbel of overlappend worden gebruikt en het vermijdt de administratie- en transactiekosten die met zo n dubbel gebruik gepaard gaan. 8

Een nieuwe wereld voor de Europese financiering van natuur Veel gebruikers van dit handboek hebben wellicht reeds ervaring met de financiering van Natura 2000 projecten, misschien heb-ben ze zelfs gebruik gemaakt van de fondsen die in de periode 2000 06 in gebruik waren. Daarom is het belangrijk te vermelden dat de financiering voor natuurbescherming door Europa voor de periode 2007 13 grondig is herzien. Dat betekent dat zij die zeker willen zijn van de financiering van hun projecten zowel actief op zoek moeten gaan naar nieuwe mogelijkheden van de Europese fondsen zoals ze in dit handboek worden voorgesteld, als het verderzetten van het vinden van middelen in nationale fondsen. De middelen die voozien worden in de nieuwe fondsen voor 2007 13 maken het mogelijk om veel meer geld te bekomen voor natuurpojecten. De voorwaarden voor de op-richting van Natura 2000 zijn door de Commissie duidelijk weergegeven in alle Fondsen die de Commissie heeft voorgesteld in het kader van de begrotingsvoorstellen 2007 13. Om ten volle gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die in de Europese Fondsen zijn voorzien, moeten de Lidstaten en zij die betrokken zijn bij het opzetten van natuurbeheerprojecten samenwerken. Dat betekent dat de nationale en regionale overheden die de fondswervingsprogram-ma s coördineren samen met de beheerders van de Natura 2000 gebieden en van de landbouwgronden die in Natura 2000 gebieden liggen dringend moeten nadenken hoe de natuurbehoudsdoelstellingen en het beheer van Natura 2000 geïntegreerd kunnen worden in een bredere aanpak van de regionale ontwikkeling, de plattelandsontwikkeling en de mariene ontwikkeling. Waar dient het Handboek voor, voor wie is het bestemd en welke zijn er de voordelen van Voor wie is het Handboek bestemd? Het Handboek is in eerste instantie bestemd voor de autoriteiten in de Lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma s in de periode 2007 13. Het Handboek wil de autoriteiten bijstaan bij het ontdekken van de mogelijkheden van de EUco-financiering van Natura 2000 en wil het volledig opnemen van deze mogelijkheden in de nationale en regionale programma s aanmoedigen. Het Handboek kan ook een nuttig instrument zijn voor de autoriteiten die betrokken zijn bij de beheersplannen voor specifieke gebieden in die zin dat het valabele ideeën kan aan-brengen hoe in de toekomst specifieke beheersmaatregelen kunnen worden gefinancierd. Door het gebruik van het Handboek worden nationale en regionale overheden aangezet om alle mogelijke doelgroepen te betrekken (m.n. de eindgebruikers van de Europese fondsen die momenteel activiteiten in Natura 2000 gebieden uitvoeren), inclusief bestuurders, landbouwers, bosbouwers, vissers en viskwekers, private en publieke grondeigenaars, landbeheerders, nietgouvernementele organisaties (NGO s), onderwijsinstellingen en kleine en middelgrote ondernemingen (KMO s). Alhoewel de inhoud van dit Handboek zich niet rechtstreeks tot deze doelgroepen richt, kan het deze groepen en hun representatieve organisaties helpen beter geïnformeerd te raken over de plannen die nationale en regionale autoriteiten koesteren. Bovendien weten de beheerders van Natura 2000 gebieden best wel welke maatregelen belangrijk zijn en gefinancieerd moeten worden en kunnen zij hun ervaring en informatie ter beschikking stellen van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma s. De analyse van de Fondsen in Hoofdstuk 6 Financieringsmogelijkheden voor beheersactiviteiten in Natura 2000 behelzen verschillende types Natura 2000 gebieden : landbouwgebieden, bossen, binnenwateren, moerasgebieden, kustzones en mariene gebieden. De analyse beklemtoont ook de mogelijkheden voor de verschillende hierboven vermelde doelgroepen. Meer bijzonderheden over deze doelgroepen en de gebiedstypes vind je in het hoofdstuk met definities en beschrijvingen. 9

Waar dient het Handboek voor? Het grootste gedeelte van de co-financiering van Europa voor Natura 2000 zal in de toekomst geleverd worden via bestaande Gemeenschapsfondsen die de platte-landsontwikkeling, de regionale ontwikkeling en de mariene ontwikkeling willen bevorderen. Het verzekeren van duurzaam gebruik van middelen en het versterken van de synergie tussen milieubescherming en economische groei worden ook aangemoedigd in het kader van de Lissabon Strategie. Daarom moeten in nationale/regionale ontwikkelings- en cohesieprogramma s die in de periode 2007 13 de steun genieten van Fondsen van Europa milieudoelstellingen als uitgangspunt worden opgenomen (b.v. Natura 2000). 2 Dit Handboek wil een accurate en up-to-date bron zijn voor nationale en regionale autoriteiten om alle mogelijkheden te kennen van de EU co-financiering van Natura 2000 in de periode 2007 13. Het legt de nadruk op de belangrijkste EU-fondsen die in die periode zullen worden toegepast, zoals : De Structurele Fondsen Europees Sociaal Fonds (ESF) en Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO); Het Cohesiefonds (CF); Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO); Het Europees Visserijfonds (EVF); Het Financieel Instrument voor het Leefmilieu (LIFE+); en Het 7 e Onderzoeks-raamprogramma (KP7). De bedoeling is het stimuleren van complementariteit en synergieën tussen de verschil-lende financiële instrumenten, om dubbele financiering en overlappingen te vermijden. Er moet tevens worden opgemerkt dat het Handboek ook de mogelijkheden schetst van de EU-fondsen, die in principe op het nationale en regionale niveau beschikbaar zijn. Hoe dan ook zullen de concrete mogelijkheden voor Natura 2000 in de periode 2007 13 bepaald worden door de nationale en regionale programma s die de Lidstaten opmaken. Het Handboek behandelt niet alle financieringsmogelijkheden voor de maatregelen die noodzakelijk zijn om de Habitat- en Vogel-richtlijngebieden in te vullen (b.v. uitwerking van soortbeschermingsplannen die los staan van het gebiedsgericht beheer). Het bevat alleen fondsen voor activiteiten die te maken hebben met Natura 2000. Samengevat wil het Handboek : mogelijke fondsen aanwijzen voor Natura 2000 op het niveau van de EU; helpen bij het begrijpen van de nieuwe regels op een operationeel niveau; en de aandacht vestigen op algemene mogelijkheden voor fondsen die niet meteen voor de hand liggen Voordelen van het Handboek Het Handboek biedt hulp in volgende gevallen : de mogelijkheid om na te gaan of alle noodzakelijke acties zijn voorzien, en of alle financieringsmogelijkheden bekend zijn en gebruikt worden; hulp bij een toekomstige herziening van de programma s; en belangrijke achtergrondinformatie bij de ontwikkeling van beheersplannen. Ondanks het feit dat sommige programma s voor 2007 13 reeds afgerond zijn, zit het gehele proces van ontwerpen, goedkeuren en invullen van programma s en het selecteren van projecten nog in een vroeg stadium. Het Handboek zal actief gepromoot worden door middel van workshops op nationaal niveau en zal zo het proces voeden. Deze overweging lijkt veeleer beperkt. Het uitwerken van het Handboek en zijn verdere verspreiding in de Lidstaten door het opzetten van workshops moet slechts als één stap in een lopend proces worden gezien. In het verleden werden de fondsen voor natuurbeschermingsthema s vanwege Europa vooral geleverd door het LIFE-programma, gericht op individuele projecten. De financiële mogelijkheden van Plattelandsontwikkeling en de Structuur-fondsen werden in vorige financiële periodes onvoldoende breed gebruikt. Daarom is de integratie van Natura 2000 fondsen in bestaande financieringsinstrumenten van de Gemeenschap, zoals de Commissie voor de periode 2007 13 heeft voorgesteld, voor de meeste overheden en betrokkenen een nieuwe aanpak. De nationale invulling van dit nieuwe systeem zal zeker enige tijd kosten. Daarom wil het Handboek zowel bijstand leveren bij de voorbereiding van lopende nationale programma s, als bij de betere invulling van een geïntegreerde aanpak op langere termijn. 2 Geïntegreerde richtlijnen voor Groei en Jobs (2005 08) (COM(2005)141): Micro-economische richtlijnen - Richtlijn 14.; Mededeling van de Commissie: Cohesiebeleid inzake de ondersteuning van economische groei en werkgelegenheid: Strategische Richtlijnen van de Commissie, 2007 13 (COM (2005) 299). 10

Definities en beschrijvingen, Structuur, inhoud en toepassing Definities en beschrijvingen Doelgroepen Dit document wil advies leveren aan relevan-te overheden in de Lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de nationale en regionale programma s in de periode 2007 13. Autoriteiten worden gevraagd om daarbij alle mogelijke doelgroepen te betrek-ken die activiteiten kunnen opzetten in Natura 2000 gebieden. Types van Natura 2000 gebieden Tabel 2 vermeldt de types Natura 2000 ge-bieden die werden opgenomen in de analyse van de bepalingen zoals ze in het volgende hoofdstuk worden weergegeven. Het Hand-boek vraagt de nationale en regionale over-heden rekening te houden met de types van Natura 2000 gebieden zoals ze hieronder zijn op gelijst. Tabel 1 hieronder vermeldt alle categorieën van de te betrekken doelgroepen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen categorieën die wettelijke belangen hebben (b.v. grondeigenaars, pachters) en anderen. Tabel 1 : Doelgroepen van de Fondsen Publieke administraties Landbouwers Bosbouwers Private grondeigenaars Publieke grondeigenaars Vissers en viskwekers Grondbeheerders NGO s KMO s Vormingsinstellingen Andere Publieke administraties zijn overheidsdiensten en publieke adviesorganen, zowel op nationaal, regionaal als lokaal niveau. Daartoe rekenen we : overheidsdiensten zoals departementen en ministeries, regionale instanties inzake water en gezondheidszorg, enz. Advies is in dit geval bestemd voor administraties die advies verlenen in verband met landbeheer maar die zelf eigenaar zijn. Personen of organisaties die betrokken zijn bij commerciële landbouwactiviteiten. Personen of organisaties die betrokken zijn bij commerciële bosbouwactiviteiten. Personen of organisaties die eigenaar zijn van gronden, met inbegrip van hen die gronden gebruiken voor nietcommerciële activiteiten ( land- en bosbouwers). Publieke organisaties en administraties die eigenaar zijn van gronden. Personen of organisaties die betrokken zijn bij de commerciële visserij en aquacultuur. Personen of organisaties die gronden beheren, maar er eigenaar van zijn. Daartoe behoren ook zij die betrokken zijn bij niet-commerciële activiteiten op die gronden ( land- en bosbouwers). Niet-gouvernementele organisaties die gronden bezitten noch beheren, maar wel financiële steun van Natura 2000 wensen. Kleine en Middelgrote Ondernemingen zoals ze omschreven worden in de Aanbeveling van de Europese Commissie Commission 2003/361/EC van 6 mei 2003 betreffende de definitie van micro, kleine en middelgrote ondernemingen, OJ L 124, p. 36-41, van 20 mei 2003. Organisaties die educatieve programma s ontwikkelen. Andere personen of organisaties die niet onder een van bovenstaande categorieën vallen. Tabel 2 : Types van Natura 2000 gebieden Landbouwgrond Bossen Andere gronden Binnenwateren Wetlands Kustzones Mariene gebieden Landbouwgrond in gebruik, inclusief boomgaarden in gebruik. Bossen, inclusief dehesa s (oude eikenboomgaarden in de Spaanse Extremadura), montado Inclusief alpiene gebieden, garigue en alle andere gebieden die niet behoren tot de andere categorieën (b.v. weiland dat niet in landbouwgebruik is). Hiertoe behoren ook verlaten akkers en boomgaarden. Rivieren, meren, zoete wateren. Moerassen, veengebieden, laagveen, estuaria [kan soms overlappen met kustzones]. Duinen, stranden, modderplaten, kustwateren (tot 12 nautische mijl = 22,22 km) [kan soms overlappen met wetlands]. Mariene wateren (buiten de 12-mijlszone). 11

Tabel 3 : Lijst van Natura 2000 beheersactiviteiten Categorie Nr. Type Activititeit Nadere beschrijving Finalisatie van gebieden Beheers- -planning Permanent habitatbeheer en monitoring 1 Administratie van het selectieproces Fondsen voor de overheden die het selectieproces uitvoeren. 2 Wetenschappelijke studies/inventarisaties ter identificatie van het gebied ( overzichten, inventarisaties, kaartmateriaal) 3 Voorbereiding van het eerste informatieen publiciteitsmateriaal Wetenschappelijke studies, onderzoekspersoneel, workshops en vergaderingen, samenstellen van gegevensbanken enz. Inclusief : handboeken, seminaries, workshops, communicatiemateriaal voor opleiding en capaciteitsopbouw. 4 Pilootprojecten Eerste proef projecten in de gebieden. 5 Voorbereiding van beheersplannen, -strategieen en -schema s Uitwerking en/of updaten van beheers- en actieplannen, bodemgebruiksplannen enz. 6 Oprichten van de beheersorganen Opstartkosten, haalbaarheidsstudies, beheersplannen enz. 7 Consultatie en netwerking publieke vergaderingen, netwerking, relatie met grondeigenaars 8 Herziening van beheersplannen, -strategieen en -schema s 9 Lopende kosten van de beheersorganen (onderhoud van gebouwen en uitrusting) 10 Onderhoud van publieksvoorzieningen toegang en gebruik van de gebieden 11 Doorlopende personeelskosten (beheers-/projectverant-woordelijken, opzieners/begeleiders, arbeiders) 12 Maatregelen voor de bescherming en het onderhoud van het gebied en voor het bereiken van de beste ecologische condities voor de habitat 13 Maatregelen voor de bescherming en het onderhoud van het gebied en voor het bereiken van de beste ecologische condities voor bepaalde soorten 14 Beheersmaatregelen in verband met de aanwezigheid van ongewenste vreemde soorten 15 Invulling van beheersschema s en -akoorden met eigenaars en grond- en waterbeheerders 16 Het voorzien van diensten, compensaties voor verloren rechten en inkomenverlies het uitbouwen van een aanvaardbare relatie met de omwonenden Inclusief de kost voor de organisatie van vergaderingen en workshops, de publicatie van overlegresultaten, financiële steun aan stakeholders, enz. Kan ook de kosten bevatten van netwerkingsactiviteiten (reizen, vergaderingen, workshops). Herziening en bijsturing van beheersplannen en -strategieën. Inclusief : lopende kosten voor het afschrijven van de investeringskost voor infrastructuur en roerende goederen; reiskosten, rente, huurcontracten enz. Inclusief de kosten voor gidsen, kaarten en bijhorend personeel. Permanente personeelskosten. Inclusief herstelwerken, het voorzien van wildovergangen, beheer van specifieke habitats en voorbereiding van beheersplannen. Inclusief herstelwerken, het voorzien van wildovergangen, beheer van specifieke soorten (flora en fauna), plannen. Inclusief herstelwerken, infrastructuur, beheer van specifieke soorten, voorbereiding van beheersplannen. Omvat : Milieumaatregelen in de landbouwsfeer, b.v. faunavriendelijke productiemethodes, habitatherstel in landbouwgebied, extensieve veeteelt, bescherming van moerasgebieden, enz. Milieumaatregelen in de bosbouwsfeer, b.v. het creëren van exploitatievrije zones, het behoud van dood hout, beperking of uitroeiing van niet-inheemse soorten, bebossings- of herbebossingsactiviteiten, beheer van specifieke vegetaties, enz. Milieumaatregelen bij het waterbeheer, b.v. beheer/behoud van habitats in aquacultuurgebieden enz. (hebben voornamelijk betrekking op andere vormen van aquacultuur dan visserij). Compensatiekosten, b.v. voor landbouwers, bosbouwers of grondeigenaars/ grondgebruikers voor gederfde inkomsten als gevolg van beheersvoorschriften die nodig zijn in het kader van Natura 2000. 17 Monitoring en onderzoek Verwijst vooral naar eenmalige kosten als gevolg van monitoring- en onderzoeksactiviteiten, b.v. de ontwikkeling van monitoringplannen, methodes en uitrusting; opleiding van personeel. 18 Risicobeheer (brandpreventie en -controle, overstromingen enz.) Inclusief de voorbereiding van bewakings- en brandpreventieplannen, de ontwikkeling van de nodige infrastructuur en het aankopen van uitrusting. 19 Continu toezicht op gebieden Inclusief de permanente toezichts-, bewakings- en patrouille-activiteiten. Dat kan eveneens inhouden : personeelskosten, roerende goederen, reiskosten, enz. in functie van het invullen van de toezichts- en bewakingsactiviteiten, inclusief de controle op schadelijke recreatievormen, de controle op schadelijke economische activititeiten en bescherming tegen branden. 20 Voorzien van informatie- en promotiemateriaal Inclusief het opzetten van communicatienetwerken, productie van nieuwsbrieven en sensibiliserings- en informatiemateriaal, het opzetten en onderhouden van een website, enz. 21 Opleiding en educatie Inclusief de productie van handboeken, seminaries, workshops, communicatiemateriaal. 22 Inrichtingen ter aanmoediging van het gebruik en de waardering van Natura 2000 gebieden 12

Categorie Nr. Type Activititeit Nadere beschrijving Investeringskosten 23 Aankoop van grond, inclusief de compensatiekost voor rechten die op die gronden rusten 24 Infrastructuur voor het herstel van habitats of soorten 25 Infrastructuur voor publieke toegang, informatiepanelen, kijkhutten, kijktorens, observatiepunten, enz. Aankoop van gronden in functie van milieubescherming en van beheersdoelstellingen. Inclusief een waaier aan maatregelen voor de oprichting van specifieke infrastructuur in functie van milieubeheer, b.v. waterbeheer in veengebieden en mijnen. Dit kan eveneens inhouden : de aankoop van uitrusting (materiaal dat organisaties gebruiken voor bescherming en beheer van natuurgebieden, alsook kantoor- en computermateriaal, inventarisatie-materiaal, boten, duikersuitrustingen, camera s, enz.) Infrastructuur voor het toegankelijk maken van gebieden voor het publiek en dat compatibel is met en bevorderlijk is voor milieubescherming en -beheer (b.v. infrastructuur dat de belevingswaarde van gebieden verhoogt zoals wegwijzers, paden, observatieplatforms en bezoekerscentra). Dit kan eveneens inhouden : de aankoop van uitrusting (materiaal dat organisaties gebruiken voor bescherming en beheer van natuurgebieden, alsook kantoor- en computermateriaal, inventarisatiemateriaal, boten, duikersuitrustingen, camera s, enz.) Types activiteiten De mate waarin beheersactiviteiten in Natura 2000 gebieden in aanmerking komen voor subsidiëring varieert. Daarom werden ze in categorieën ingedeeld en in onderstaande tabel gezet. Deze lijst met 25 activiteiten werd overgenomen van de lijst die is opgenomen in Annex 3 bij de Mededeling van de Communicatie over de financiering van Natura 2000 (COM(2004)431 definitief), die op haar beurt werd afgeleid van de lijst met categorieën die was vastgelegd door de Artikel 8-Werkgroep en opgenomen in het Definitief Rapport over de Financiering van Natura 2000. 3 De werkgroep erkent dat de definitie van de aard en het doel van de activiteiten niet zo duidelijk is en dat Lidstaten er een redelijk verschillende aanpak van de categorisering en de beschrijving op na mogen houden. Dit punt wordt ook erkend door de auteurs van dit handboek. Indien de autoriteiten van de Lidstaten geïnteresseerd zijn in het bekomen van co-financiering door Europa voor een beheersactiviteit die niet op de lijst hieronder staat, kunnen ze hierover contact opnemen met de ambtenaren van DG-Milieu van de Europese Commissie die hen kan helpen bij de interpretatie van de teksten en op hun vragen kan antwoorden. Structuur & Inhoud : Informatie over de subsidiëringsmogelijkheden van de verschillende Europese Fondsen wordt in een reeks tabellen voor elk van de 25 types van activiteiten voorgesteld. Elke tabel bevat verwijzingen naar de Artikels van de EU- Verordeningen die relevant zijn voor de betreffende activiteit. Over elk Artikel wordt de volgende informatie vermeld : Artikelnummer Onderwerp artikel (titel) Potentiële doelgroepen* Mogelijke land/gebiedstypes Gebiedsbeperkingen wegens ongeschikt-heid (b.v. gebiedsbeperkingen als gevolg van het Structuurfonds) Andere mogelijke beperkingen/opmerkin-gen Mogelijke voorbeelden van het gebruik het Artikel bij het beheer van Natura 2000 gebieden. * Deze informatie is niet opgenomen in de tabellen voor het Structuurfonds/Cohesiefonds, omdat ze om-wille van de vorm van deze Verordeningen in dit geval niet van toepassing zijn. 3 Zie: http://ec.europa.eu/environment/nature/natura2000/ financing/index_en.htm Aan de lijst werden en-kele wijzigingen/toevoegingen verricht, zoals ze door de Be-geleidende Werkgroep voor dit project werden voorgesteld. 13

Toepassing De Europese Fondsen die werden geanalyseerd om dit Handboek samen te stellen, werken elk in overeenstemming met de systemen en vereisten die in hun specifieke Verordeningen worden uiteengezet. De opsomming van mogelijkheden die werd opgenomen in de tabellen die volgen na Hoofdstuk 5 werden gebaseerd op de tekst van de EU-Verordeningen (voorlopige versie, of definitieve wanneer beschikbaar) voor elk Fonds apart. Voor de Fondsen die werken op basis van een programmeringsaanpak, is het belangrijk te vermelden dat de beschikbaarheid van Fondsen voor een specifieke activiteit op het terrein afhangt van de inhoud van verschil-lende strategische en operationele documenten, waaronder : Tekst in de Verordening, zoals ze is gepubliceerd in het Official Journal. De inhoud van strategische program-ma s en plannen (b.v. nationale strategische plannen in het kader van EVF, nationale strategieën in het kader van ELFPO, nationale strategische referen-tiekaders in het kader van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds) die door de Lidstaten werden opgesteld. De inhoud van operationele nationale of regionale programma s (b.v. rurale ont-wikkelingsprogramma s in het kader van het ELFPO, nationale operationele pro-gramma s in het kader van EVF, operationele programma s in het kader van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds, jaarlijke nationale priorieiten in het kader van LIFE+). Gebruikers van dit Handboek moeten er rekening mee houden dat de Artikels die in de tabellen worden opgesomd niet in alle Lidstaten dezelfde mogelijkheden bieden voor de betreffende activiteit. De financieringsmogelijkheden hangen altijd af van een bredere context en van de doelstellingen van de Verordening (b.v. regionale ontwikkeling). In een aantal gevallen kan het Artikel zelf beperkt blijven e context (b.v. risicobeperking, hernieuwbare energie). Het beheer van Natura 2000 gebieden bevat bij voorkeur een gamma aan maatregelen die, afhankelijk van het betrokken gebied, mogen gefinancierd worden door verschillende Europese Fondsen en Artikels. In feite moe-ten beheerders beschikken over een grote bekwaamheid in het beoordelen van Fond-sen en Artikels om via alle bestaande EU- en niet-eu-financieringsbronnen financiering te bekomen voor Natura 2000. In Hoofdstuk 5 vind je sheets die een beschrijving geven van elk Europees Fonds. Deze sheets geven een beschrijving van de doelstellingen van het Fonds, het programmeringsproces en de lijst van Artikels die betrekking hebben op Natura 2000 (die in de tabellen voorkomen). NB : dit Handboek heeft niet de bedoeling om in de plaats te treden van het lokale onderzoek naar financieringsmogelijkheden. Veel Lidstaten gebruiken namelijk ook financieringsprogramma s die los staan van de Europese Fondsen maar die wel van toepassing zijn op Natura 2000 gebieden. Dit Handboek bevat echter alleen informatie over de echte Europese Fondsen. Deze niveaus in de detaillering van het programma laten elke Lidstaat en/of regio toe om die thema s te identificeren die lokaal het meest van toepassing zijn, en die fondsen uit te kiezen die het best van toepassing zijn bij deze thema s. Hoe gedetailleerd elk niveau is, varieert per Fonds. Zo bevatten de rurale ontwikkelingsprogramma s die ontwikkeld worden in het kader van het ELFPO bij voorbeeld zeer gedetailleerde beschrijvingen van individuele maatregelen die kunnen gesubsidieerd worden. De plannen en programma s die vallen onder het EFRO, ESF en het Cohesiefonds zijn daarentegen meer strategisch en bevatten gedetaileerde beschrijvingen en maatregelen. Op het nationale en regionale niveau is het bepalen van de inhoud van de programma s niet de eerste prioriteit van de Commissie, maar ze kan wel een rol spelen bij de controle of de programma s in overeenstemming zijn met de prioriteiten van Europa zoals ze in de Verordeningen of in de Strategische Krachtlijnen beschreven zijn. In het verleden werden onder andere Ministeries van Financiën, Leefmilieu, Land-bouw en Ontwikkeling betrokken bij het op-stellen van de programma s die gebruik ma-ken van Fondsen van Europa. 14

Beschrijving van DE Fondsen Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Verordening (EC) Nr. 1698/2005 van 20 september 2005 inzake steun voor rurale ontwikkeling door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). OJ L 277/2 21.10.2005. Zie ook : Strategische Krachtlijnen voor Plattelandsontwikkeling van de Europese Ge-meenschap OJ L.55/20 25.02.2006. Doelstellingen De doelstellingen van het ELFPO worden toegelicht in Artikel 4. Steun voor platte-landsontwikkeling moet bijdragen tot de realisatie van deze doelstellingen : het verhogen van de rendabiliteit van land- en bosbouw door het ondersteunen van herstructurering, ontwikkeling en innovatie; het verbeteren van de kwaliteit van het milieu en het platteland door het onder-steunen van landinrichting; het verhogen van de levenskwaliteit op het platteland en het aanmoedigen van diversificatie van de plattelandseconomie. Programmering Het ELFPO zal werken in overeenstemming met de programmeringsaanpak voor de financieringsperiode 2007 13. De overheden van de Lidstaten worden verzocht Nationale Strategische Plannen (NSP) en Rurale Ont-wikkelingsprogramma s (ROP) te ontwikkelen die de prioriteiten van de Europese Ge-meenschap die vervat zitten in de Verordening en de Strategische Krachtlijnen vertalen naar de nationale/regionale context. In vele gevallen zullen er nationale of regionale priorititeiten zijn voor specifieke problemen. De Richtlijn die de invulling van ELFPO regelt, voorziet meer gegevens over de manier waarop de maatregelen in Richtlijn No 1698/2005 door de Lidstaten moeten worden toegepast. Deze Richtlijnen omvat-ten : Commissierichtlijn (EC) nr. 1974/2006 van 15 december 2006 die de maatregelen bepaalt voor de toepassing van Richtlijn nr. 1698/2005 aangaande de ondersteuning van de plattelandsontwikkeling door het Euro-pees Landbouwfonds voor plattelands-ontwikkeling (ELFPO) 4 en Commissierichtlijn nr. 1975/2006 van 7 december 2006 die gedetailleerd beschrijft hoe de invulling van Richtlijn (EC) nr. 1698/2005, zoals de invulling van controleprocedures alsook de noodzakelijke randvoorwaarden in functie van de steunmaatregelen voor plattelands-ontwikkeling 6. Financiering ELFPO komt structureel overeen met vier assen van de plattelandsontwikkeling en de minimale besteding op elk van die assen varieert als volgt : Lidstaten hebben de vrijheid om bestedingen te verdelen over de vier assen in zoverre de minimale drempels gerespecteerd worden. As 4 van Leader is ontwikkeld vanuit een asoverschrijdende benadering die een geïntegreerde aanpak van plattelands-ontwikkeling mogelijk maakt door gebruik te maken van elementen in elk van of in alle drie andere assen (zie kader). We moeten hierbij opmerken dat er landelijk vermoedelijk enige competitie voor financiële onder-steuning kan ontstaan, te wijten aan de grootte van de totale EU-begroting voor 2007 13, en maatregelen die Natura ondersteunen moeten naar de belangheb-benden toe sterk gepromoot worden boven andere mogelijke maatregelen. De nood aan een dynamische denkwijze is daarom heel belangrijk. Belanghebbenden en betrokken nationale administraties moeten de beschikbare mogelijkheden binnen EAFRD zoeken om te komen tot een geïntegreerde plattelandsont-wikkeling. Dat betekent dat pakketten van maatregelen worden geselecteerd die niet alleen op het vlak van leefmilieu en Natura voordelen opleveren, maar ook voor de lokale economie en gemeenschap. De ELFPO-Verordening doet het vereiste proces uit de doeken voor de ontwikkeling en aanname van NSP en ROP, en hun vereiste inhoud/structuur (zie Titels II en III). Activiteiten die niet in de Rurale Ontwikkelings-programma s zijn opgenomen, kunnen niet gefinancierd worden vanuit de ELFPO. Daarom is het belangrijk dat de noden en doelstellingen in verband met het beheer van Natura 2000 gebieden geïntegreerd worden in de Nationale Strategische Plannen en dat aanverwante acties/ maatregelen nadien in de ROP worden opgenomen, indien de autoriteiten de bedoeling hebben om de ELFPO te gebruiken voor co-financiering of vergelijkbare activiteiten. 4 http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/site/en/oj/2006/l_368/ l_36820061223en00150073.pdf 5 http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/site/en/oj/2006/l_368/ l_36820061223en00740084.pdf 15

16 LEADER Leader is de vierde As van het nieuwe EAFRD en wordt gebruikt om bij te dragen tot de prioriteiten van de eerste drie Assen (b.v. de verhoging van de competitiviteit, het leefmilieu en het platteland, en de kwaliteit van het plattelandsleven en de diversifiëring van de plattelandseconomie), evenals het aanmoedigen van plattelandsontwikkeling vanuit de basis en het verbeteren van het beleid. Ongeveer 5% van het totale EA- FRD zal toegekend worden aan de Leader-as (2,5% voor de nieuwe Lidstaten). Lokale Leaderstrategieën zijn gebiedsgebonden om op de best mogelijke manier gebruik te maken van bestaande bronnen en om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van een gemeenschappelijke identiteit. Publiek-private samenwerking, lokale actiegroepen (LAG s) genoemd, omschrijven de noden aan ontwikkeling binnen hun eigen plattelandsgemeenschappen. Die worden dan opgenomen in een ontwikkelingsplan. Financiering door Leader helpt deze lokale groepen om de ontwikkeling aan te moedigen en te ondersteunen van kleinschalige, innoverende projecten die tegemoetkomen aan duurzame lokale noden. Leader moedigt de samenwerking aan tussen LAG s in verschillende Europese landen om samen projecten te ontwikkelen en om netwerken te bouwen op regionaal en nationaal niveau en op het niveau van de Europese Unie. In vorige programmaperiodes hadden veel Leaderprojecten duidelijke voordelen voor Natura 2000. Het belangrijkste voordeel van Leader is niet de grote financiering voor individuele Natura 2000-maatregelen, maar veeleer de benadering die de samenwerking van lokale actoren en de ontwikkeling van geïntegreerde projecten bevordert. Daarom is het heel toepasbaar voor gebieden met strategieën die natuurbescherming en bodemgebruik combineren zoals de verhoging van de waarde van Natura 2000- gebieden door b.v. ecotoerisme of de verkoop van duurzame regionale producten. Voorbeelden van vroegere Leaderprojecten en -programma s, en meer informatie is beschikbaar op : http ://europa.eu.int/comm/agriculture/rur/leaderplus/index_en.htm Tabel 4 : Prioritaire assen van het ELFPO As Minimale besteding (%) 1. Verhogen van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector. 2. Verbetering van de kwaliteit van het milieu en het platteland. 3. De levenskwaliteit op het platteland 10 en diversificatie van de plattelandseconomie. 4. Leader 5 Ta b e l 5 : Sl e u t e l d a t a in het implementatieproces voor het ELFPO Actie Standpunt van het Europees Parlement over de Strategische Krachtlijnen voor Plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie; Strategische Krachtlijnen door de Europese Raad goedgekeurd Lidstaten beraadslagen over de NSP. / Invulling van de Verordening om ter goedkeuring aan de Europese Commissie voor te leggen Lidstaten leggen de NSP voor Datum februari 2006 januari maart 2006 / april juni 2006 10 25 maart mei 2006, wat maximum 3 maanden is na de goedkeuring van de Strategische Krachtlijnen van de Europese Commissie, maar in afwachting van de goedkeuring van de algemene Verordening over de Structuurfondsen. Betrokken autoriteiten beraadslagen over de ROP Onderhandeling over de ROP tussen de Commissie en de Lidstaten NSP en ROP starten 1 januari 2007 minimum 2 maanden en maximum 4 maanden na het voorleggen van de NSP 6 maanden na het voorleggen van de ROP NB : Bovenstaande tabel toont uitsluitend benaderende data. De enige concrete datum om NSP en ROP op te starten is 1 januari 2007. Verder uitstel in het afwerken van de Financiële Perspectieven kunnen ertoe leiden dat Lidstaten de afwerking van de NSP en ROP uitstellen tot er zekerheid is over een duidelijk kader waarbinnen hun Programma s uitgewerkt kunnen worden. Ta b e l 6 : Li j s t m e t d e s l e u t e l a r t i ke l s in d e ELF- PO-Ve r o r d e n i n g in r e l a t i e t o t Na t u r a 2000 6 Artikel Tekst 20(a)(i) Acties op het gebied van beroepsopleiding en voorlichting, met inbegrip van verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, ten behoeve van in de sectoren landbouw, voedsel en bosbouw werkzame personen 20(b)(ii) Verbetering van de economische waarde van bossen 20(b)(vi) Herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel en het treffen van passende preventieve maatregelen 36(a)(i) Betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden 36(a)(ii) Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden 36(a)(iii) Natura 2000 betalingen en betalingen in verband met Verordening 2006/60/EG 36(a)(iv) Agromilieubetalingen 36(a)(vi) Steun voor niet productieve investeringen; [landbouwgrond] 36(b)(i) De eerste bebossing van landbouwgrond 36(b)(ii) De eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond 36(b)(iii) De eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond 36(b)(iv) Natura 2000 betalingen; [bossen] 36(b)(v) Bosmilieubetalingen 36(b)(vi) Herstel van het bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen 36(b)(vii) Steun voor niet-productieve investeringen [bossen] 52(a)(i) Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten. 52(a)(iii) Bevordering van toeristische activiteiten 52(b)(iii) Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed 52(c) Een maatregel betreffende opleiding en voorlichting voor economische actoren die werkzaam zijn op de onder as 3 vallende terreinen 52(d) Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie 63 Leader 6 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen bevat.

Europees Visserijfonds (EVF) In overeenstemming met de Inter-institutionele file 2004/0169 (CNS), (996/05 ADD1). Doelstellingen De doelstellingen van het Europese Visserijfonds worden uitgelegd in Artikel 4. Zij houden (onder andere) in : ondersteunen van het Gemeenschap-pelijk Visserijbeleid; stimuleren van de bescherming en de verbetering van het leefmilieu en de natuurlijke bronnen die te maken hebben met de visserijsector; en aanmoedigen van duurzame ontwikkeling en het verbeteren van de le-venskwaliteit in gebieden met activiteiten in de visserijsector. Programmering Het EVF opereert in overeenstemming met de aanpak van programmering voor de 2007 13 financieringsperiode. De autoriteiten van de Lidstaten worden gevraagd om Nationale Strategische Plannen (NSP) te ontwikkelen en aan te nemen die de strategie uiteenzet-ten voor hun visserijsectoren in verband met de CFP, en Nationale Operationele Program-ma s (NOPs) die detailleren hoe EVF-geld moet besteed worden in overeenstemming met de NSP. De voorgestelde EVF-Verordening legt het te volgen proces uit voor de ontwikkeling en aanname van Nationale Strategische Plannen en hun noodzakelijke inhoud/structuur (zie Artikel 14). Nationale Operationele Pro-gramma s (NOPs) zijn specifieker en meer gefocust dan NSP, en leggen uit hoe de Lidstaten van plan zijn de EVF-fondsen operationeel te maken. Om door het EVF gefinancierd te kunnen worden moeten ze een kader opstellen voor de invulling van het beleid en de prioriteiten. Om die reden wordt een activiteit die niet in het NOPs is opgenomen, niet door het EVF gefinancierd. Daarom is het belangrijk dat activiteiten die verband houden met het beheer van Natura 2000 gebieden opgenomen worden in de NOP indien de autoriteiten het EVF wil gebruiken voor co financiering of dergelijke activiteiten. Ta b e l 7 : Sl e u t e l d a t a in het implementatieproces voor het EVF Actie Lidstaten leggen de NSP ter discussie voor. Lidstaten leggen de NOPs ter discussie voor. De Commissie kan de Lidstaten vragen de NOP te amenderen. De Commissie keurt de NOPs goed. Datum Ten laatste wanneer de NOP s ter discussie voorliggen tot 31 december 2006 Binnen de twee maanden waarin de NOP ter discussie voorligt. NOPs starten. 1 januari 2007 Debat over de NSP implementatielessen, georganiseerd door de Commissie op basis van de geschre-ven verslagen van de discussies door de Lidstaten Tot vier maanden na de discussie of het akkoord over de NOP. 21 december 2011 Ta b e l 8 : Li j s t m e t d e s l e u t e l a r t i ke l s in d e EVF-Ve r o r d e n i n g in r e l a t i e t o t Na t u r a 2000 7 Artikel Tekst 4 Doelstellingen 21 Geheel van maatregelen voor Prioriteit As 1 : ref 20(c) socio-economische compensaties ter ondersteuning van het beheer van de vloot, inclusief beroepsopleiding. 27(1)(a) 27(1)(c) Het Fonds kan bijdragen tot de financiering van socioeconomische maatregelen die voorgesteld worden door de Lidstaten voor vissers die getroffen zijn door de ontwikkelingen in de visserij en die inhouden : 1(a) diversifiëring van activiteiten om veelsoortige jobs voor de vissers te promoten; Het Fonds kan bijdragen tot de financiering van socioeconomische maatregelen die voorgesteld worden door de Lidstaten voor vissers die getroffen zijn door de ontwikkelingen in de visserij en die inhouden : 1(c) schema s voor bijscholing in beroepen buiten de zeevisserij; 28 Geheel van maatregelen voor Prioriteit As 2 : ref interventie in aquacultuurproductie 29(1)(b) 29(1)(c) 30(2)(a) 30(2)(d) Invulling van aquacultuurmethodes die een aanzienlijke bijdrage leveren tot het verminderen van de negatieve impact of de verhoging van de positieve invloed op het leefmilieu wanneer ze vergeleken worden met de normale praktijk in de aquacultuursector. Steun voor traditionele aquacultuuractiviteiten die belangrijk zijn voor behoud en ontwikkeling van zowel economisch en sociaal rendement als voor het leefmilieu; Vormen van aquacultuur die de bescherming en verbetering inhouden van het leefmilieu, de natuurlijke rijkdommen, de genetische diversiteit, het beheer van het landschap en het traditionele uitzicht van aquacultuurgebieden; Duurzame aquacultuur verenigbaar met specifieke milieubeperkingen door de aanduiding tot Natura 2000 gebieden in overeenstemming met Directive 92/43/EEC 36 Geheel van maatregelen voor prioriteit As 3, maatregelen van algemeen belang 37(a) 37(b) 37(c) 37(g) Levert een duurzame bijdrage tot een beter beheer of bescherming van natuurlijke hulpbronnen; Het stimuleren van selectieve vismethodes of -netten en het beperken van bijvangsten; Het verwijderen van verloren visnetten van de zeebodem ter bestrijding van spookvisserij; Ontwikkelen, herstructureren of verbeteren van gebieden waar aquacultuur wordt bedreven; 7 NB: dit Handboek mag niet gebruikt worden als vervanging voor de verwijzing naar de actueel gepubliceerde Verordening, die de uiteindelijke wettelijke tekst over de werking van de Fondsen bevat. 17

18 37(i) 37(j) 38(2)(a) 38(2)(b) 38(2)(c) 41(2)(b) 41(2)(c) Verhogen van de vakkennis of de ontwikkeling van nieuwe opleidingsmethodes en -instrumenten; Het stimuleren van samenwerking tussen wetenschappers en actoren in de visserijsector. De constructie of installatie van verplaatsbare faciliteiten om de waterfauna en -flora te beschermen en te ontwikkelen; Herwaardering van binnenwateren, inclusief broedgebieden en migratieroutes voor trekkende soorten; Bescherming en verbetering van het leefmilieu in het kader van N2K waar ze een onmiddelijke invloed hebben op visserijactiviteiten, exclusief de uitvoeringskosten; Pilootprojecten : die het mogelijk maken testen uit te voeren op beheersplannen en herlok al is er ingsplannen voor de visserij, inclusief, indien nodig, de oprichting van zones waar niet gevist mag worden, om de biologische en financiële gevolgen in te schatten en te experimenteren met het uitzetten van nieuwe visbestanden. Pilootprojecten : het ontwikkelen en testen van methodes om de selectiviteit van de netten te verbeteren, bijvangsten te verminderen, wegwerken van de invloed op het leefmilieu, in het bijzonder op de zeebodem; 43 Geheel van maatregelen voor prioriteit As 4, in het bijzonder ref (2)(b), (c), (d) 44(1)(b) 44(1)(c) 44(1)(e) 44(1)(f) 44(1)(h) 44(1)(i) Herstructureren en bijsturen van de economische activiteiten, in het bijzonder door het bevorderen van ecotoerisme, in die zin dat deze acties niet resulteren in een verhoging van de visserijeffecten; Diversifiëren van de activiteiten door het promoten van beroepsdiversificatie voor de vissers door het creëren van jobs buiten de visserijsector; Ondersteunen van kleine visserij- en toerismegerelateerde infrastructuur ten voordele van kleine vissersgemeenschappen; Het beschermen van het leefmilieu in visserijregio s om hen hun aantrekkelijkheid te laten behouden, regenereren en ontwikkelen van kustdorpen en -gehuchten met visserijactiviteiten en het beschermen en verhogen van het natuurlijk en architecturaal erfgoed; Stimuleren van interregionale en transnationale samenwerking tussen actoren in visserijregio s, vooral door netwerking en het verspreiden van de best-mogelijketechnieken Het verwerven van vakbekwaamheid en het bevorderen van de voorbereiding van de invulling van de lokale ontwikkelingsstrategie; 45 Deelname aan duurzame ontwikkeling in visserijregio s, lokale entiteiten of groepen die publieke en private partners vertegenwoordigen. EFRO; ESF en Cohesiefonds Het cohesiebeleid heeft als hoofddoel het ondersteunen van convergentie en het terugdringen van sociaal-economische en territoriale ongelijkheden. Het doet dat door cofinanciering van investeringen in de minder ontwikkelde landen, regio s en gebieden in de Europese Unie. Voor de periode 2007 13 ligt de focus op de vernieuwde Lissabon Strategie en de categorieën van investeringen die bijzonder gericht zijn op groei, zoals onderzoek en ontwikkeling, fysieke infrastructuur, milieuvriendelijke technologieën, menselijk kapitaal en kennis. In de Strategische Beleidslijnen van de Europese Gemeenschap (CSG) 8 zijn de bescherming van natuur en soorten overeen-komstig de milieuwetgeving inbegrepen De voorgestelde algemene Verordening voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds (CF) bepaalt de-zelfde uitgangspunten, regels en maatstaven voor de invulling van de drie Fondsen. Bovendien zorgen drie afzonderlijke specifieke Verordeningen voor meer aangepaste voorzieningen voor ieder Fonds. Voor de programmeringsperiode 2007 13 is door de Europese Commissie een redelijk belangrijke vereenvoudiging voorgesteld. Cohesiebeleid omvat drie Fondsen : het EFRO, CF en het ESF en drie Doelstellingen : Doelstelling 1 : Convergentie gefinancierd door EFRO, ESF en CF, Doelstelling 2 : Regionale Competitiviteit en Werkgelegenheid gefinancierd door EFRO en ESF en Doelstelling 3 : Territoriale Samenwerking gefinancierd door EFRO. Convergentieregio s zijn die waar het BBP (Bruto Binnen-lands Product) per inwoner minder is dan 75% van het gemiddelde in de Europese Unie. Alle andere regio s zijn potentiële kandidaten voor Doelstelling 2. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) In overeenstemming met de Voorstellen van de Commissie voor de Algemene Verordening voor de Structuur- en Cohesiefondsen (COM(2004)492) en voor de EFRO-verordening (COM(2004)495). Doelstellingen Het EFRO moet bijdragen tot de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Europese Unie door het reduceren van de regionale ongelijkheden en het ondersteunen van de structurele ontwikkeling en aanpassing van regionale economieën. Het EFRO zal, in het bijzonder, als doel hebben het versterken van de competitiviteit en innovatie, het creëren van duurzame jobs, en de promotie van sterke milieu-vriendelijke groei. Het EFRO richt zijn hulp vooral op een aantal thematische prioriteiten die de doelstellingen weerspiegelen van de Cohesiepolitiek van de Europese Unie (Artikels 4, 5 en 6 van de EFRO-Verordening). In het algemeen draagt het EFRO bij tot de financiering van verschillende regionale ontwikkelings-initiatieven (b.v. productieve investeringen en infrastructuur). 8 COM (2005) 299 Cohesiebeleid inzake de ondersteuning van economische groei en werkgelegenheid: Strategische Richtlijnen van de Commissie, 2007 13