Installatiehandleiding

GE Security NetworX TM Series NX-534E 2-weg audiomodule Installatiehandleiding g imagination at work

NX-534E Installatiehandleding Pag 2 01/07/05

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 ALGEMENE BESCHRIJVING... 4 DEFINITIE VAN EIGENSCHAPPEN... 5 ALGEMENE WERKINGSPRINCIPES... 6 CONTROLENIVEAUS... 7 INDICATIETONEN... 8 PROGRAMMERING VAN DE NX-534E AUDIO MODULE... 9 PROGRAMMERING VAN DE NX-534E VIA LED KEYPAD...9 Activeren van de programmeermode...9 Selectie van te programmeren module...9 Programmatie van een adreslocatie...9 Een bepaalde adreslocatie verlaten...10 Programmeermode verlaten...10 PROGRAMMERING VIA LCD CODEKLAVIER...10 PROGRAMMATIEDATA...10 OMSCHRIJVING VAN DE GEHEUGENADRESSEN...12 NX-534EE PROGRAMMEERBLADEN...17 OMSCHRIJVING AANSLUITKLEMMEN EN LAYOUT...19 AANSLUITSCHEMA...20 TECHNISCHE SPECIFICATIES...21 CE CONFORMITEITSVERKLARING...22 NX-534E Installatiehandleding Pag 3 01/07/05

ALGEMENE BESCHRIJVING De NX-534E is een 2-weg audiomodule die kan aangesloten worden op een nieuw of bestaand alarmsysteem. Nadat de alarmcentrale een alarmmelding overgestuurd heeft, kan de operator van de meldkamer met behulp van de NX-534E module het ontvangen alarmrapport verifiëren d.m.v. inluistering of half-duplex 2-weg communicatie. Deze alarmverificatieprocedure wordt gecontroleerd vanuit de meldkamer d.m.v. een telefoontoestel met druktoetsen (DTMF) (zie algemene werkingsprincipes en controleniveaus op pagina 6-7). NX-534E Installatiehandleding Pag 4 01/07/05

DEFINITIE VAN EIGENSCHAPPEN TERUGBEL-MODE ( callback ) Indien zo geprogrammeerd, zal de NX-534E een timer starten wanneer de alarmcentrale de telefoonlijn terug losgelaten heeft. Gedurende deze tijd kan de meldkamer het beveiligde pand opbellen om een 2-weg communicatie te starten (zie: adres 0, segment 1 en adres 3, segment 3). INLUISTERMODE MET HOGE VERSTERKING ( high gain ) EN LAGE VERSTERKING ( low gain ) Als de operator van de meldkamer één van deze modes selecteert, dan kan hij alleen inluisteren. De inluistermode met hoge versterking ( high gain ) zal normaal gebruikt worden om in te luisteren in locaties met gering achtergrondlawaai. De inluistermode met lage versterking ( low gain ) zal normaal gebruikt worden om in te luisteren in locaties waar het achtergrondlawaai het inluisteren kan verstoren. LIJN-HOUD MODE ( line hold ) Indien zo geprogrammeerd, zal de NX-534E de lijn nemen onmiddellijk nadat de alarmcentrale de lijn losgelaten heeft. De 2-weg communicatie zal onmiddellijk starten of zal starten na ingave van het toegangscijfer voor de lijnhoud-mode. (zie: adres 0, segment 1; adres 2 en adres 3, segment 1) UITSCHAKELEN LUIDSPREKER ( speaker lockout ) Wanneer een Duress rapport (= gedwongen uit/inschakeling) ontvangen wordt in de meldkamer, dan zal de operator niet in staat zijn om de luidspreker(s) in het beveiligde pand in te schakelen. NX-534E Installatiehandleding Pag 5 01/07/05

ALGEMENE WERKINGSPRINCIPES Het systeem zal op de volgende manier werken, onafhankelijk van hoe de 2-weg communicatie gestart werd. de sessie-timer wordt gestart (zie adres 3) alle microfoons zijn actief (zie adres 0) de inluistermode met lage versterking wordt geselecteerd (automatisch) de instructieset van niveau 0 is actief (automatisch) Eenmaal geprogrammeerd, zal de NX-534E werken volgens één van de twee modes die kunnen geprogrammeerd worden op adres 0, segment 1: (1) LIJNHOUD-mode of (2) TERUGBEL-mode. Hierna wordt uitgelegd hoe de NX-534E zal werken in elk van beide modes: LIJNHOUD-MODE ( line hold ) 1. Een alarmtoestand wordt gedetecteerd. 2. De telefoonlijn wordt overgenomen van de alarmcentrale en van alle huistelefoons. 3. De NX-534E zendt een indicatietoon naar de meldkamer (zie indicatietonen op pag. 8). 4. Als een toegangscijfer voor de lijnhoud-mode geprogrammeerd werd (adres 2), dan zal het systeem wachten totdat het betreffende cijfer ontvangen werd alvorens een 2-weg communicatie te starten. Als dit toegangscijfer niet ontvangen wordt voor het verstrijken van de wachtperiode (time-out) (adres 3, segment 1) dan zal het systeem terugkeren naar de standby mode en wachten op een nieuwe activatie (alarmdetectie). 5. Als het toegangscijfer voor de lijnhoud-mode ontvangen werd (binnen wachtperiode) of indien dit niet geprogrammeerd werd, dan zal de 2-weg communicatie starten. TERUGBEL-MODE ( call back ) 1. Een alarmtoestand wordt gedetecteerd. 2. De telefoonlijn wordt overgenomen van de alarmcentrale en van alle huistelefoons. 3. De NX-534E start een terugbel timer (zie adres 3, segment 3). Als deze timer ten einde loopt vooraleer het aantal belsignalen bereikt werd, dan zal het systeem terugkeren naar de standby mode en wachten op een nieuwe activatie (alarmdetectie). 4. De module wacht tot ze terug opgebeld wordt. De module dient terug opgebeld te worden binnen de tijdspanne zoals geprogrammeerd op adres 3, segment 3. 5. De NX-534E zendt een continue indicatietoon naar de meldkamer totdat het toegangscijfer ontvangen werd, of totdat het aantal invoerpogingen (zoals geprogrammeerd op adres 3, segment 4) overschreden is. Wanneer het toegangscijfer ontvangen wordt, zal de indicatietoon gestopt worden. 6. De NX-534E module wacht op het betreffende toegangscijfer (zie adres 1). De resettoets (#) kan gebruikt worden gedurende het invoeren van het toegangscijfer om een foutieve ingave te corrigeren (PIN buffer wissen). Als, na het aantal toegelaten invoerpogingen (zie adres 3, segment 4), het toegangscijfer niet overeenkomt met het geprogrammeerde nummer, dan zal het systeem terugkeren naar de standby mode en wachten op een nieuwe activatie (alarmdetectie). Als het toegangscijfer geldig is, dan zal het systeem de sirene stoppen en de 2-weg communicatie starten. NX-534E Installatiehandleding Pag 6 01/07/05

CONTROLENIVEAUS Hierna volgt een beschrijving van de verschillende controleniveaus en hoe zij kunnen gebruikt worden. Men kan veranderen van niveau door telkens de [ ] toets in te tikken gevolgd door het nummer van het gewenste niveau. Als gedurende 3 seconden geen toets ingetikt wordt, dan wordt het buffer automatisch gewist. Door [ ] - [0] in te tikken, keert men terug naar het beginniveau. Opmerking: alleen de niveaus 0 en 3 worden ondersteund. Elke ander niveaunummer zal naar niveau 0 geconverteerd worden. NIVEAU 0 NIVEAU 3 NIVEAU 5 NIVEAU 6 NIVEAU 7 CIJFER CONTROLENIVEAU 0 Keert terug naar de begintoestand: op het moment van activatie van de module. De microfoonselectie en audiomode zijn eveneens zoals ingesteld bij de activatie van de module. 1 Spraakmode met hoge versterking en verlenging van sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 3 Inluistermode met hoge versterking en verlenging van sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 2,4,5,7,8,9 Verlenging van sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 6 Inluistermode met lage versterking en verlenging van sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 88 Beëindigt de sessie (2-weg communicatie) en start de terugbel-mode. 99 Beëindigt de sessie (2-weg communicatie) en keert terug naar de stand-by mode en wacht op een nieuwe activatie. CIJFER CONTROLENIVEAU MICROFOON (ZONING) 0 Keert terug naar de begintoestand: op het moment van activatie van de module. De microfoonselectie en audiomode zijn eveneens zoals ingesteld bij de activatie van de module. 1 Activeert microfoon 1, desactiveert microfoon 2 en verlengt de sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 2 Activeert microfoon 2, desactiveert microfoon 1 en verlengt de sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 3,4,5,7,8 Verlenging van sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). 9 Desactiveert beide microfooningangen en verlengt de sessietijd (= met tijd geprogrammeerd op adres 3, segment 5: standaard 90 seconden). CIJFER UITGANG/RELAIS CONTROLENIVEAU (NEG. SCHAKEL UIT) 0 Keert terug naar de begintoestand: op het moment van activatie van de module. De microfoonselectie en audiomode zijn eveneens zoals ingesteld bij de activatie van de module. 1-9 Schakelt de overeenkomstige uitgang/relais uit. Een negatieve confirmatietoon (twee lage bieps) zal worden weergegeven. Zie indicatietonen. CIJFER UITGANG/RELAIS CONTROLENIVEAU (POS. SCHAKEL IN) 0 Keert terug naar de begintoestand: op het moment van activatie van de module. De microfoonselectie en audiomode zijn eveneens zoals ingesteld bij de activatie van de module 1-9 Schakelt de overeenkomstige uitgang/relais in. Een positieve confirmatietoon zal worden weergegeven. CIJFER STATUS CHECK 0 Keert terug naar de begintoestand: op het moment van activatie van de module. De microfoonselectie en audiomode zijn eveneens zoals ingesteld bij de activatie van de module. 1 Ingeschakelde status: Indien partitie 1 ingeschakeld is wordt een positieve toon weergegeven. Indien uitgeschakeld wordt een negatieve toon weergegeven. 2 Gereed status: Indien partitie 1 gereed is wordt een positieve toon weergegeven. Indien niet gereed wordt een negatieve toon weergegeven. 3 Voeding status: Indien AC en batterij in orde zijn wordt een positieve toon weergegeven. Indien niet, wordt een negatieve toon weergegeven. 4-9 Verlengt de sessietijd. CIJFER INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN PARTITIE 1 NIVEAU 8 0-9 Geef uw code in om het systeem in of uit te schakelen. Indien partitie 1 ingeschakeld is wordt een positieve toon weergegeven. Indien partitie 1 uitgeschakeld wordt, wordt een negatieve toon weergegeven. NX-534E Installatiehandleding Pag 7 01/07/05

OPMERKING: Als tijdens de 2-weg communicatie een nieuwe alarmdetectie gebeurt binnen dezelfde partitie, dan kan de sessietimer verlengd worden door een toets in te tikken gedurende de tijdsperiode die geprogrammeerd werd op adres 3, segment 2 (standaard 20 seconden). Als tijdens de 2-weg communicatie een nieuwe alarmdetectie gebeurt in een verschillende partitie, dan zal de sessietimer gereduceerd worden tot 20 seconden en kan niet meer verlengd worden. INDICATIETONEN Verschillende indicatietonen zullen in de meldkamer gehoord worden tijdens een 2-weg communicatie. De definitie van deze indicatietonen is als volgt: LAAG = 400 Hz MIDDEN = 1000 Hz HOOG= 1600 Hz INDICATIETOON OMSCHRIJVING 1 hoge toon gedurende 100 msec Indicatietoon "A voor overblijvende tijd. 1 middentoon gedurende 100 msec Indicatietoon B voor overblijvende tijd. 1 middentoon gedurende 100 msec, Nieuwe alarmdetectie in dezelfde partitie. pauze gedurende 100 msec, 1 hoge toon gedurende 100 msec 1 hoge toon gedurende 100 msec, pauze Nieuwe alarmdetectie in verschillende partitie. gedurende 100 msec, 1 middentoon gedurende 100 msec, pauze gedurende 100 msec, 1 hoge toon gedurende 100 msec Continue hoge toon: aan gedurende 100 Systeem wacht op toegangscijfer. msec, uit gedurende 100 msec; stopt wanneer een geldig toegangscijfer ontvangen werd 1 lage toon gedurende 200 msec (indien Anti vergrendeling (anti lock-up) geactiveerd) 1 middentoon gedurende 500 msec Bevestiging van verandering van controleniveau. 1 middentoon gedurende 250 msec, Fouttoon. pauze gedurende 250 msec, 1 middentoon gedurende 250 msec, pauze gedurende 250 msec, 1 middentoon gedurende 250 msec 1 lage toon voor 100 msec Relais / uitgang actief, of Positief status antwoord, of Partitie 1 ingeschakeld 1 lage toon gedurende 100 msec Uit gedurende 200 msec 1 lage toon gedurende 100 msec Relais / uitgang inactief, of Negatief status antwoord, of Partitie 1 uitgeschakeld NX-534E Installatiehandleding Pag 8 01/07/05

PROGRAMMERING VAN DE NX-534E AUDIO MODULE Programmering van de NX-534E via LED keypad Activeren van de programmeermode Om de programmeermode te activeren moet men [*] - [8] intikken. Hierna zullen de vijf functie-led s (Aanwezig, Deurbel, Afwezig, Blokkage en Annuleren) beginnen knipperen. Vervolgens dient men de programmeercode (standaard = [9] - [7] - [1] - [3]) in te voeren. Na het ingeven van een geldige programmeercode, zal de Service LED beginnen knipperen en zullen de vijf functie-led s continu oplichten. Men bevindt zich nu in de programmeermode en klaar om de te programmeren module te selecteren. Opmerking: de programmeermode kan niet geactiveerd worden als het systeem niet volledig (d.w.z. alle partities) uitgeschakeld is. Selectie van te programmeren module Alle modules die op de NetworX centrales aangesloten zijn, kunnen via een codeklavier geprogrammeerd worden. Daarom dient men na het activeren van de programmeermode eerst het nummer op te geven van de module die men wenst te programmeren. Om de NX- 534E te kunnen programmeren dient men [6] - [4] - [#] in te geven. Hierbij stelt de [6] - [4] het modulenummer (adres) van de NX-534E voor en wordt met [#] de informatie opgeslagen. Programmatie van een adreslocatie Na het ingeven van het modulenummer (adres) van de te programmeren module, zal de Aan LED oplichten om aan te duiden dat het systeem wacht op de adresspecificatie. Elke adreslocatie kan direct geselecteerd worden door het adresnummer in te voeren onmiddellijk gevolgd door [#]. Wanneer het adresnummer een geldig nummer is, dan zal de Aan LED doven en zal de Gereed LED oplichten. De zone-led s zullen eveneens de binaire data van het eerste segment van dit adres weergeven. Terwijl men nieuwe data ingeeft, zal de Gereed LED beginnen knipperen om aan te duiden dat de gegevens gewijzigd worden. De Gereed LED zal blijven knipperen totdat de nieuwe data in het geheugen opgeslagen wordt met de [*] toets. Na het opslaan van de nieuwe data toont het codeklavier automatisch de inhoud van het volgend segment. Deze procedure wordt herhaald totdat het laatste segment van de adreslocatie bereikt wordt. Een bepaalde adreslocatie kan verlaten worden door [#] in te tikken. Hierop zal de Aan LED opnieuw oplichten om aan te duiden dat het systeem wacht op de invoer van een nieuw adresnummer. Als het nieuwe adresnummer het volgende sequentiële adres is, dan kan dit geselecteerd worden door op de [Politie] toets te tikken. Als het voorgaande adres het te programmeren adres is, dan kan dit geselecteerd worden met de [Brand] toets. Als men terug hetzelfde adres wenst te selecteren dan moet men de [Medische] toets gebruiken. Om de gegevens van een bepaald adres te controleren kan bovenstaande procedure herhaald worden waarbij telkens op de [*] toets gedrukt wordt zonder data in te geven. Telkens als de [*] toets ingedrukt wordt, zal de inhoud van het volgend segment van een bepaalde adreslocatie op het display getoond worden. NX-534E Installatiehandleding Pag 9 01/07/05

Een bepaalde adreslocatie verlaten Nadat het laatste segment van een bepaalde adreslocatie geprogrammeerd werd, zal deze adreslocatie automatisch verlaten worden na het intoetsen van [*]. Hierop zal de Gereed LED doven en zal de Aan LED terug oplichten. Er kan nu een nieuw adresnummer ingevoerd worden. Als men probeert om ongeldige data in een bepaald segment in te voeren, dan zal de codeklavierzoemer een foutsignaal (3 pieptoontjes) genereren en in het segment blijven wachten op een geldige data-ingave. Programmeermode verlaten Nadat alle noodzakelijke wijzigingen in de programmatie aangebracht werden, kan de programmeermode verlaten worden. Met de [Afwezig] toets kan men de geselecteerde module verlaten en het selecteer te programmeren module niveau bereiken. Als er geen bijkomende modules dienen geprogrammeerd te worden, kan men door nogmaals op de [Afwezig] toets te drukken de programmeermode verlaten. Als er nog een bijkomende module dient geprogrammeerd te worden, dan kan deze geselecteerd worden door het corresponderende modulenummer in te voeren gevolgd door [#]. OPMERKING: als er binnen de 15 minuten geen toetsaanslag gebeurt, zal de programmeermode automatisch verlaten worden. Programmering via LCD codeklavier Alle benodigde stappen voor het programmeren via het LCD codeklavier zijn identiek aan deze voor het programmeren via het LED codeklavier. Het LCD codeklavier zal echter via het display de vereiste gegevens opvragen. Als het systeem zich in programmeermode bevindt, maar geen adreslocatie geselecteerd werd, verwijst het getal tussen haakjes naar de laatst gewijzigde adreslocatie. Voorbeeld : als op het display verschijnt Geef adres, dan # (5), betekent dit dat adres 5 het laatst gewijzigde adres was. Programmatiedata Er zijn 2 verschillende soorten data die kunnen geprogrammeerd worden. Het eerste datatype is numeriek en kan waarden aannemen tussen 0-15 of tussen 0-255, afhankelijk van het te programmeren segment. Het tweede datatype wordt optie-data genoemd en wordt gebruikt voor het activeren/desactiveren van bepaalde eigenschappen. Het gebruik van beide datatypes wordt beschreven in de volgende paragrafen. NUMERIEKE DATA: Numerieke data wordt geprogrammeerd door een getal tussen 0 en 255 in te voeren met behulp van de cijfertoetsen van het codeklavier. Om deze data weer te geven, wordt de binaire methode gebruikt. Hiervoor worden de zone-led s 1-8 gebruikt. Elke LED stelt een decimaal equivalent (waarde) voor en door de waarde van de geactiveerde LED s op te tellen kan men de inhoud van een bepaalde locatie bepalen. De decimale equivalenten voor elke zone-led zijn als volgt: LED Zone 1 = 1 LED Zone 2 = 2 LED Zone 3 = 4 LED Zone 4 = 8 LED Zone 5 = 16 LED Zone 6 = 32 LED Zone 7 = 64 LED Zone 8 = 128 NX-534E Installatiehandleding Pag 10 01/07/05

Voorbeeld: Als de te programmeren numerieke waarde in een bepaalde locatie 66 is, dan moet men [6] - [6] invoeren via het codeklavier. De LED s van zone 2 en zone 7 zullen oplichten om de waarde 66 aan te duiden (2 + 64 = 66). Nadat de ingevoerde data opgeslagen werd met de [*] toets, wordt automatisch de inhoud van het volgende segment getoond. Nadat het laatste segment van een bepaalde adreslocatie geprogrammeerd werd, zal deze adreslocatie automatisch verlaten worden na het intoetsen van [*]. Hierop zal de Gereed LED doven en zal de Aan LED terug oplichten. Er kan nu een nieuw adresnummer ingevoerd worden. Als men probeert om ongeldige data in een bepaald segment in te voeren, dan zal de codeklavierzoemer een foutsignaal (3 pieptoontjes) genereren en in het segment blijven wachten op een geldige data-ingave. Opmerking: bij een LCD codeklavier zal de inhoud van een bepaalde locatie als een getal getoond worden. Voor locaties met een maximum waarde van 15 zal eveneens het decimale equivalent getoond worden tussen haakjes. Voorbeeld: 11 (B) of 14 (E). OPTIE-DATA: Optie-data geeft de toestand weer (aan of uit) van 8 eigenschappen die in een bepaald segment van een adreslocatie kunnen geselecteerd worden. Een bepaalde eigenschap kan in- of uitgeschakeld worden door de corresponderende cijfertoets in te drukken op het codeklavier. Een geactiveerde eigenschap wordt weergegeven door de corresponderende zone-led die oplicht. Een geactiveerde eigenschap kan gedesactiveerd worden door nogmaals de betreffende cijfertoets in te drukken. Als binnen een bepaald segment alle eigenschappen dienen geactiveerd te worden, dan moet men [1] - [2] - [3] - [4] - [5] - [6] - [7] - [8] intoetsen. All zone-led s zullen hierna oplichten om aan te duiden dat alle eigenschappen geselecteerd of geactiveerd zijn. Opmerking: bij gebruik van LCD-codeklavier: De nummers van de geselecteerde eigenschappen zullen op het display getoond worden. De gedesactiveerde eigenschappen zullen met een plat streepje (-) weergegeven worden. Nadat de gewenste opties ingesteld werden, dienen deze met de [*] toets opgeslagen te worden. Hierna wordt automatisch de inhoud van het volgende segment getoond. Nadat het laatste segment van een bepaalde adreslocatie geprogrammeerd werd, zal deze adreslocatie automatisch verlaten worden na het intoetsen van [*]. Hierop zal de Gereed LED doven en zal de Aan LED terug oplichten. Er kan nu een nieuw adresnummer ingevoerd worden. NX-534E Installatiehandleding Pag 11 01/07/05

OMSCHRIJVING VAN DE GEHEUGENADRESSEN ADRES 0: PROGRAMMEEREIGENSCHAPPEN (8 segmenten, optiedata) Segment 1 - Lijnhoud-mode (line-hold) of terugbel-mode (call back) (standaard = lijnhoud-mode) Deze optie bepaalt of de NX-534E zal werken in de lijnhoud -mode of terugbel -mode wanneer een inluisteractivatie ontvangen wordt. Als dit segment op UIT geprogrammeerd wordt, dan zal de NX-534E de lijn niet loslaten nadat de alarmcentrale een alarmrapportering overgestuurd heeft. De inluistersessie zal onmiddellijk gestart worden. Als dit segment op AAN geprogrammeerd wordt, dan zal de NX-534E de lijn loslaten en wachten totdat zij terug opgebeld wordt vanuit de meldkamer. Pas nadat de NX-534E terug opgebeld werd, zal de lijn opgenomen worden en kan een inluistersessie starten. De standaardprogrammering is UIT, wat overeenkomt met de lijnhoud -mode. Segment 2 - Half duplex 2-weg of alleen inluisteren (standaard = half-duplex 2-weg) Deze optie bepaalt of de NX-534E zal werken in de half duplex 2-weg mode of in de alleen inluisteren mode. De alleen inluisteren mode laat aan de meldkamer toe om in te luisteren in het beveiligde pand. Als dit segment op UIT geprogrammeerd wordt, dan zal de NX-534E functioneren in de half duplex 2-weg mode waardoor het mogelijk is om te spreken met de personen die zich in het beveiligde pand bevinden. De communicatieprocedure wordt gecontroleerd vanuit de meldkamer door gebruik te maken van de toetsen van een DTMF-telefoontoestel. Wanneer een alarm optreedt gedurende een 2-weg sessie, dan zal de sessietimer terug ingesteld worden (zie adres 3, segment 2). Als dit segment op AAN geprogrammeerd wordt, dan zal de NX-534E alleen werken in de inluistermode. Segment 3 - Conditie voor vergrendelen van luidspreker ( speaker lockout ) (standaard = uit) Deze optie wordt gebruikt om de conditie te bepalen voor het vergrendelen van de luidspreker. Wanneer dit segment op UIT geprogrammeerd wordt, dan wordt de automatische vergrendeling van de luidspreker ingesteld. Als dit segment op AAN geprogrammeerd wordt, dan zal de luidspreker niet vergrendeld worden (zie definitie van eigenschappen op pagina 5). Segment 4 - Opstartselectie voor microfooningang A (standaard = aan) Deze optie wordt gebruikt om te bepalen of microfooningang A actief dient te zijn bij het starten van een 2-weg communicatie. Wanneer dit segment op AAN geprogrammeerd wordt, dan zal de microfooningang A geactiveerd zijn bij de start van een 2-weg of inluistersessie. Standaard is dit segment geactiveerd. Segment 5 - Opstartselectie voor microfooningang B (standaard = aan) Deze optie wordt gebruikt om te bepalen of microfooningang B actief dient te zijn bij het starten van een 2-weg communicatie. Wanneer dit segment op AAN geprogrammeerd wordt, dan zal de microfooningang B geactiveerd zijn bij de start van een 2-weg of inluistersessie. Standaard is dit segment geactiveerd. NX-534E Installatiehandleding Pag 12 01/07/05

Segment 6 - Schakeling voor automatische beantwoorder bij terugbelmode (standaard = uit) Deze eigenschap zal de schakeling voor automatische beantwoorder activeren. Wanneer de NX- 534E module opgebeld wordt, dan zal na detectie van 1 belsignaal, de NX-534E de lijn nemen en wachten (gedurende 20 seconden) op de toegangscode (PIN nummer). Wanneer de schakeling voor automatische beantwoorder geactiveerd werd, dan zal de NX-534E op het toegangscijfer blijven wachten, zelfs al heeft iemand anders de hoorn opgenomen. Als deze eigenschap niet ingesteld is, dan zal de NX-534E het aantal belsignalen afwachten (zoals geprogrammeerd op adres 4, segment 4) alvorens de lijn te nemen. Segment 7 Activeer controleniveaus 7 en 8 (standard = uit) Deze optie activeert niveau 7 status check en niveau 8 in/uitschakelen partitie 1. Segment 8 - Gereserveerd ADRES 1: TOEGANGSCODE VOOR TERUGBELMODE (standaard = 123456) (6 segmenten, optiedata) Adres 1 bevat de toegangscode die gebruikt dient te worden om een inluistersessie te kunnen starten, wanneer de NX-534E geprogrammeerd werd voor de terugbelmode. De terugbel-toegangscode kan maximaal 6 cijfers bedragen. Geldige waarden zijn: 0-15 (10 = *, 11 = #, 12 = geen code, 13-15 = willekeurig cijfer). Als er minder dan 6 cijfers vereist zijn voor deze toegangscode, programmeer een 15 na het laatste cijfer van de gewenste code. Als adres 1 een 15 bevat, dan kan met een willekeurig cijfer toegang verkregen worden tot de NX-534E. Als segment 1 een 12 bevat, dan is er geen toegangscode vereist. ADRES 2: TOEGANGSCIJFER VOOR LIJNHOUDMODE (standaard = 15(F)) (1 segment, numerieke data) Adres 2 bevat het toegangscijfer dat gebruikt dient te worden om een 2-weg sessie te kunnen starten, wanneer de NX-534E geprogrammeerd werd voor de lijnhoudmode. Geldige waarden zijn: 0-15 (10 = *, 11 = #, 12 = geen cijfer, 13-15 = willekeurig cijfer). Als adres 2 een 15 bevat, dan kan met een willekeurig cijfer toegang verkregen worden tot de NX-534E. Als adres 2 een 12 bevat, dan is er geen toegangscijfer vereist. ADRES 3: TIMINGOPTIES (8 segmenten, numerieke data) Segment 1 - wachttijd voor lijnhoudmode (standaard = 60 seconden) Adres 3, segment 1 bepaalt hoe lang de NX-534E, indien geprogrammeerd in de lijnhoudmode, zal wachten op het toegangscijfer dat geprogrammeerd werd op adres 2. Telkens na het intoetsen van een cijfer wordt de timer voor deze wachttijd gereset. Als het cijfer niet ontvangen wordt binnen deze wachttijd zal de NX-534E ophangen (de lijn verbreken). Deze wachttijd is programmeerbaar van 10 tot 255 seconden. NX-534E Installatiehandleding Pag 13 01/07/05

Segment 2 - onderbrekingstijd voor nieuwe activatie (standaard = 20 seconden) Adres 3, segment 2 wordt gebruikt om te bepalen op welke waarde de NX-534E de sessietimer zal instellen wanneer een nieuwe activatie ontvangen wordt t.g.v. een alarm binnen dezelfde partitie gedurende een 2-weg sessie. Deze tijd is programmeerbaar van 1 tot 255 seconden en zal verlengd worden na ontvangst van een commando uit de meldkamer. Als een alarm zich voordoet in dezelfde partitie, dan zal elke toetsactivatie binnen deze tijd de sessietimer verlengen. Als een alarm zich voordoet in een verschillende partitie, dan zal de sessietimer gereduceerd worden tot 20 seconden en is het niet mogelijk om deze terug te doen starten. Segment 3 - Tijdsvenster voor terugbelmode (standaard = 5 minuten) Adres 3, segment 3 zal de tijdsduur (in stappen van 1 minuut) bepalen, gedurende dewelke de NX- 534E zal wachten op een oproep (indien terugbelmode geselecteerd werd op adres 0, segment 1 of indien geactiveerd vanuit de meldkamer). Zie ook controleniveaus op pagina 5. Mogelijke waarden: van 1 tot 255 minuten. Segment 4 - Aantal pogingen voor ingave PIN code (standaard = 12) Adres 3, segment 4 bepaalt het maximum aantal pogingen die kunnen uitgevoerd worden voor het vormen van een geldige toegangscode (bij terugbelmode en lijnhoudmode). Refereer naar adres 0, segmenten 1 en 6. Geldige waarden zijn van 6 tot 255 pogingen. De standaardprogrammering is 12 pogingen. Segment 5 - Onderbrekingstijd voor sessie-inactiviteit (standaard = 90 seconden) Adres 3, segment 5 wordt gebruikt om te bepalen hoelang de NX-534E de telefoonlijn zal bezet houden indien er geen commando s uit de meldkamer ontvangen worden. Deze tijd kan geprogrammeerd worden van 30 tot 255 seconden. Segment 6 - Indicatietoon A voor overblijvende tijd (standaard = 20 seconden) Adres 3, segment 6 wordt gebruikt om te bepalen hoeveel seconden er nog resteren wanneer de NX-534E de indicatietoon A uitstuurt naar de meldkamer. Deze tijd wordt gebruikt om de meldkamer te waarschuwen dat de communicatie zal beëindigd worden als er geen commando vanuit de meldkamer ontvangen wordt. Geldige waarden zijn van 1 tot 255 seconden. Segment 7 - Indicatietoon B voor overblijvende tijd (standaard = 10 seconden) Adres 3, segment 7 wordt gebruikt om te bepalen hoeveel seconden er nog resteren wanneer de NX-534E de indicatietoon B uitstuurt naar de meldkamer. Deze tijd wordt gebruikt om de meldkamer te waarschuwen dat de communicatie zal beëindigd worden als er geen commando vanuit de meldkamer ontvangen wordt. Geldige waarden zijn van 1 tot 255 seconden. Segment 8 - Interval voor deblokkeringstoon (standaard = 0 seconden) Adres 3, segment 8 wordt gebruikt om te bepalen met welk interval de deblokkeringsstoon zal gegeneerd worden door de NX-534E. Deze toon dient om de meldkamer er attent op te maken dat de locale microfoons uitgeschakeld zijn en dat er DTMF-commando s kunnen uitgevoerd worden. Het gebruik van de deblokkeringstoon is interessant in toepassingen met een sterk achtergrondgeluid. Door de locale microfoons uit te schakelen verhindert men namelijk interferentie tussen het achtergrondgeluid en de DTMF-commando s, waardoor het systeem eventueel zou kunnen geblokkeerd geraken. Geldige waarden zijn van 0 tot 255 seconden. Als een 0 geprogrammeerd wordt (standaard), dan zal er geen anti-vergrendelingstoon gegenereerd worden. NX-534E Installatiehandleding Pag 14 01/07/05

ADRES 4: VOLUME- EN BELSIGNAALCONTROLE (4 segmenten, numerieke data) Segment 1 - Microfoonvolume voor inluistermode met lage versterking (standaard = 5) Adres 4, segment 1 bepaalt het volume van de microfooningangen wanneer de inluistermode met lage versterking geselecteerd werd door de meldkamer. Mogelijke waarden voor dit segment zijn van 0 tot 9 (maximum volume correspondeert met 9, minimum volume correspondeert met 0). Segment 2 - Microfoonvolume voor inluistermode met hoge versterking (standaard = 9) Adres 4, segment 2 bepaalt het volume van de microfooningangen wanneer de inluistermode met hoge versterking geselecteerd werd door de meldkamer. Mogelijke waarden voor dit segment zijn van 0 tot 9 (maximum volume correspondeert met 9, minimum volume correspondeert met 0). Segment 3 - Volume voor luidspreker (standaard = 9) Adres 4, segment 3 bepaalt het volume van de luidspreker indien de spraakmode geselecteerd werd door de meldkamer. Mogelijke waarden voor dit segment zijn van 0 tot 9 (maximum volume correspondeert met 9, minimum volume correspondeert met 0). Segment 4 - Aantal belsignalen voor het beantwoorden van een oproep (standaard = 0) Adres 4, segment 4 bepaalt het aantal belsignalen dat de NX-534E moet detecteren alvorens een oproep zal beantwoord worden (zie adres 0, segment 6). Mogelijke waarden zijn van 0 tot 9. Als een 0 geprogrammeerd wordt, dan zal de NX-534E onmiddellijk antwoorden. De ingave van een geldige toegangscode is vereist binnen de 20 seconden, anders zal de lijn verbroken worden. ADRES 5 X-10 ADRES VOOR UITGANG 1 (2 segmenten, numerieke data) BELANGRIJK: Een X-10 interface module, zoals de NX-507E, NX-508E of NX-540E moet aanwezig zijn om deze functie te laten werken. Segment 1 Modulenummer (standaard = 0) Adres 5, segment 1 bevat het X-10 modulenummer. Programmeer een nummer van 0-15 volgens onderstaande tabel. Module 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Segm. 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Segment 2 Huiscode (standaard = 0) Adres 5, segment 2 bevat de X-10 huiscode. Programmeer een nummer van 0-15 volgens onderstaande tabel. X-10 HUIS CODES 0 = A 4 = E 8 = I 12 = M 1 = B 5 = F 9 = J 13 = N 2 = C 6 = G 10 = K 14 = O 3 = D 7 = H 11 = L 15 = P NX-534E Installatiehandleding Pag 15 01/07/05

ADRES 6 13 X-10 ADRES VOOR UITGANGEN 2-9 (2 segmenten, numerieke data) Adressen 6 tot 13 worden gebruikt om het X-10 adres te programmeren voor de uitgangen 2-9. Elk adres heeft 2 segmenten. Segment 1 bevat het modulenummer en segment 2 bevat de huiscode. Zie adres 5. NX-534E Installatiehandleding Pag 16 01/07/05

NX-534E PROGRAMMEERBLADEN (de standaardwaarden zijn weergegeven in vette, schuine tekst) ADR PAG OMSCHRIJVING STANDAARD PROGRAMMEERDATA 0 12 Opties (omcirkel de te programmeren opties) 1 Uit = lijnhoudmode; Aan = terugbelmode 2 Uit = half-duplex 2-weg; Aan = alleen inluisteren 3 Uit = automatische vergrendeling luidspreker; Aan = geen vergrendeling luidspreker 4 Opstartconditie microfoon A 5 Opstartconditie microfoon B 6 Aan = schakeling automatische beantwoorder geactiveerd 7 Aan = controleniveau 7 & 8 actief 8 Gereserveerd 1 13 Toegangscode voor terugbelmode 10 = *, 11 = #, 12 = geen, 13 tot 15 = willekeurig cijfer 2 13 Toegangscijfer voor lijnhoudmode 10 = *, 11 = #, 12 = geen, 13 tot 15 = willekeurig cijfer 3 13 4 15 Timingopties 1 2 3 4 5 6 1 Wachttijd voor lijnhoudmode (10-255 seconden) 60 2 Onderbrekingstijd voor nieuwe activatie (1-255 seconden) 20 3 Tijdsvenster voor terugbelmode (1-255 minuten) 5 4 Aantal pogingen voor ingave PIN code (2-255) 12 5 Onderbrekingstijd voor sessie-inactiviteit (30-255 seconden) 90 6 Indicatietoon A voor overblijvende tijd (1-255 seconden) 20 7 Indicatietoon B voor overblijvende tijd (1-255 seconden) 10 8 Interval voor deblokkeringstoon (0-255 seconden 0 = inactief) 0 Volume / belsignaalcontrole 1 Microfoonvolume voor inluistermode met lage versterking (0-9) 5 2 Microfoonvolume voor inluistermode met hoge versterking (0-9) 3 Volume luidspreker (0-9) 9 4 Aantal belsignalen voor het beantwoorden van een oproep (0-9, 0 = inactief) 15 (F) 9 0 NX-534E Installatiehandleding Pag 17 01/07/05

ADR PAG OMSCHRIJVING STANDAARD PROGRAMMEERDATA 5 15 6 16 7 16 8 16 9 16 10 16 11 16 12 16 13 16 X-10 ADRES UITGANG 1 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 2 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 3 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 4 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 5 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 6 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 7 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 8 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 X-10 ADRES UITGANG 9 1 Modulenummer 0 2 Huiscode 0 NX-534E Installatiehandleding Pag 18 01/07/05

OMSCHRIJVING AANSLUITKLEMMEN EN LAYOUT Klem Omschrijving 1 Verbind met de positieve zijde van microfoon #A 2 Verbind met de negatieve zijde van microfoon #A 3 Verbind met de positieve zijde van microfoon #B 4 Verbind met de negatieve zijde van microfoon #B POS Verbind met de POS klem van de centrale COM Verbind met de COM klem van de centrale DATA Verbind met de DATA klem van de centrale SPK+ SPK- AUDIO TAP Verbind met de luidspreker(s). Maximale afstand voor de luidspreker(s) is 300m. Minimum vermogen luidspreker is 5 Watt, 8 Ohm. Ga niet onder 4 Ohm. Verbind met de audiotap van de centrale adhv de bijgeleverde 5-polige flatcable. NX-534E Installatiehandleding Pag 19 01/07/05

AANSLUITSCHEMA Verifieer de correcte positie van PIN1 van de AUDIO TAP van de centrale in de desbetreffende Installatiehandleding van de centrale. NX-534E Installatiehandleding Pag 20 01/07/05

TECHNISCHE SPECIFICATIES Voedingsspanning: nominaal: 12 Vdc via NetworX centrale minimum/maximum: 9 Vdc - 14 Vdc Stroomverbruik: standby: 50 ma in werking: 100 ma Vereisten telefoontoestel (voor commando s) Werkingstemperatuur: Afmetingen (print) (bxlxh) Gewicht (zonder connector) DTMF 0-50 C 54 x 152 x 18 mm 58 g NX-534E Installatiehandleding Pag 21 01/07/05

CE CONFORMITEITSVERKLARING NX-534E Installatiehandleding Pag 22 01/07/05

NX-534E Installatiehandleding Pag 23 01/07/05

NX-534E Installatiehandleding Pag 24 01/07/05

www.gesecurity.net EMEA Distribution is a division of GE Security EMEA bvba COPYRIGHT 2005 GE Security EMEA bvba. All rights reserved. GE Security EMEA bvba grants the right to reprint this manual for internal use only. GE Security EMEA bvba reserves the right to change information without notice.