Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 10 april 2018 in de zaak /A/A naar aanleiding van de klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

ECLI:NL:TADRARL:2016:210 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

17-505/A/A/ ECLI:NL:TADRAMS:2017:261 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/A/

ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2014:306 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: ZWB

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

Raad van Discipline. adres. tegen:

/A/A ECLI:NL:TADRAMS:2018:25 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/A

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 19 juni 2017

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

- dat de advocaat zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten,

RAAD VAN DISCIPLINE. 2.8 Bij beslissing van 7 oktober 2010 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof

ECLI:NL:TADRARL:2016:295 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 13 maart 2017

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 18 december 2017 in de zaak /A/A naar aanleiding van de klacht van:

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

RAAD VAN DISCIPLINE. mr. [ ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord- Nederland klager

14-400/DB/OB ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /DB/OB

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS

ECLI:NL:TAHVD:2017:73 HOF VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

2. Bij verweerschrift van 24 april 2013 heeft [verweerder] verweer gevoerd.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

(Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

RAAD VAN DISCIPLINE. en mr. [ ] in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten (123b/13) klager

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 16 juli 2018

12-228A ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4230 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: A

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft uitspraak in de klacht van

H RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: H

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 12 november 2013 in de zaak A naar aanleiding van de klacht van: klaagsters.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS. heeft de navolgende beslissing gegeven in beroepszaak B van:

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Hof van Discipline. De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in datverweerders: 3 KLACHT. Beslissing. naar aanleiding van het hoger beroep van: tegen:

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

ECLI:NL:RBNHO:2014:3885

ECLI:NL:TADRARL:2016:72 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 19 juni 2017 in de zaak DB LI

Regel 2 De zaakwaarnemer dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen.

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: H en H

16-389/A/NH ECLI:NL:TADRAMS:2016:175 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/NH

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

10/47 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 12 december 2016

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer]

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D

Beklaagde heeft per van 26 juni 2017 een verweerschrift ingediend. Beklaagde werd bijgestaan door mr. (-), advocaat te Breda.

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

14-229A ECLI:NL:TADRAMS:2015:30 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: A

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) U I T S P R A A K in de zaak nr. [nummer] ambtshalve onderzoek door de Tuchtraad,

Ontvankelijkheid. Verjaring. Ne bis in idem-beginsel. Taxatie. Onjuiste oppervlakte.

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

SAMENVATTING Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

17-779/A/A ECLI:NL:TADRAMS:2017:265 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/A

lid van de vereniging : een aspirant-lid, gewoon lid dan wel buitengewoon lid van de vereniging;

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

16-299/A/NH ECLI:NL:TADRAMS:2016:161 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/NH

Beslissing d.d. 20 december 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

17-540/A/A ECLI:NL:TADRAMS:2017:209 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: /A/A

Disciplinaire beslissingen

12-120A A ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3563 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: A A

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 30 oktober 2012 in de zaak A naar aanleiding van de klacht van: de heer

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

RAAD VAN DISCIPLINE. - een mail van de deken van 9 november 2016 met als bijlage Convenant High Trust. - de brief van verweerder van 15 november 2016.

Gemeente SCHINNEN INGEKOMEN 1 8 DEC Class. No. AJd. Coi^ I Z^^' L Dhr.B.H.M.Link / mr.r.h.m.wagemans

ECLI:NL:TADRARL:2016:311 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

Beweerdelijk te hoge vraagprijs. Brief van makelaar in procedure gebruikt.

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863

RAAD VAN DISCIPLINE. Bijgevoegd een drietal berekeningen betreffende welk inkomen benodigd is voor de financierbaarheid

Transcriptie:

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door haar declaraties aan een derde te sturen zonder hierover niet voor enig misverstand vatbare afspraken te maken en zonder steeds op de declaraties zelf duidelijk te maken op welke cliënt en op welke... 2. Eigen advocaat Raad van Discipline 's-hertogenbosch, ECLI:NL:TADRSHE:2019:6 14-01-2019 Verweerster heeft mr. H. in overleg met klager ingeschakeld voor collegiale ondersteuning, zonder vast te leggen dat er kosten aan die inschakeling verbonden zouden zijn. Verweerster had er niet van uit mogen gaan dat klager dat wel zou begrijpen. Door... Raad van Discipline 's-hertogenbosch, ECLI:NL:TADRSHE:2019:3 07-01-2019 Advocaat heeft voormalig cliënt van kantoorgenoot bijgestaan. Verzekeringszaak waarin die advocaat de rechtsbijstandsverzekeraar van de voormalige cliënt van zijn kantoorgenoot tegen die voormalige cliënt bijstond vloeide direct voort uit de arbeidsrechtelijke zaak waarin zijn kantoorgenoot de voormalige cliënt had bijgestaan... 3. Advocaat wederpartij Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:5 07-01-2019 Klacht over advocaat wederpartij. Gedragsregel 18 (Gedragsregels 1992). De raad volgt verweerder niet in zijn standpunt dat het beoogde rechtsgevolg van de in de brief van 28 juli 2017 vervatte aanzegging niet had kunnen worden bewerkstelligd als deze aan de... Pagina 1 van 12

Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:6 07-01-2019 Klacht over advocaat wederpartij. Uit het klachtdossier volgt dat alle gesprekspartners er tijdens de gesprekken die in november 2016 hebben plaatsgevonden mee bekend waren dat verweerder van beroep advocaat is. Aldus heeft verweerder tijdens die gesprekken geen onduidelijkheid laten bestaan... Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:7 07-01-2019 Klacht over advocaat wederpartij. Uitgangspunt is dat aan de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste... Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:39 08-02-2019 Klacht van curator over advocaat. Vaststaat dat verweerder, nadat de rechter op de zitting van 20 december 2016 een datum had bepaald voor het wijzen van een beschikking, zich bij faxbrieven van 22 en 28 december 2016 tot de rechter... 10. Procesrecht Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:38 08-02-2019 Gegrond verzet en gegronde klacht. Bij het uiten van zware beschuldigingen als valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering mag van een advocaat worden verwacht dat hij zich tevoren er van vergewist dat er voldoende grond voor dergelijke beschuldigingen bestaat. Het... Pagina 2 van 12

Gegrond verzet en gegronde klacht. Bij het uiten van zware beschuldigingen als valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering mag van een advocaat worden verwacht dat hij zich tevoren er van vergewist dat er voldoende grond voor dergelijke beschuldigingen bestaat. Het enkele feit dat aangifte is gedaan van een strafbaar feit is onvoldoende om als feit te stellen dat degene tegen wie de aangifte is gedaan, dit strafbare feit ook heeft gepleegd. Naar het oordeel van de raad had verweerder terughoudend behoren te zijn met het presenteren van dergelijke beschuldigingen als vaststaand feit, temeer omdat het verweerder bekend was dat er in het onderhavige geval geen strafrechtelijke veroordeling ter zake van valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering had plaatsgevonden. Daarbij weegt de raad mee dat de beschuldigingen niet zijn geuit in een gerechtelijke procedure, maar in een e-mail aan derden, niet zijnde (juridische) professionals. Voorts kan verweerder zich niet verschuilen achter zijn cliënten, aangezien verweerder de verdenkingen van zijn cliënten in zijn e-mail van 7 november 2017 zonder enige afstand en zonder enig voorbehoud als feiten heeft gepresenteerd. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn stellingname in de e- mail van 7 november 2017 jegens klager onbetamelijk en niet professioneel gehandeld door onvoldoende afstand te houden van de standpunten van zijn cliënten en klager zonder concrete onderbouwing te beschuldigen van valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering. Klager is daardoor onevenredig in zijn belangen geschaad. Verzet en klacht gegrond, waarschuwing en kostenveroordeling. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 08-02-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:38 Zaaknummer: 18-374/A/A Pagina 3 van 12

Klacht van curator over advocaat. Vaststaat dat verweerder, nadat de rechter op de zitting van 20 december 2016 een datum had bepaald voor het wijzen van een beschikking, zich bij faxbrieven van 22 en 28 december 2016 tot de rechter heeft gewend. Naar het oordeel van de raad kan de faxbrief van 22 december 2016 evenwel niet worden gezien als een poging tot beïnvloeding van de rechter. Evenmin wordt in die brief nieuwe informatie aan de rechter bekend gemaakt. Het verzoek om een nieuwe mondelinge behandeling van de zaak valt naar het oordeel van de raad dan ook niet onder de ratio van het bepaalde in Gedragregel 15 van de Gedragsregels 1992. Datzelfde geldt niet onverkort voor de faxbrief van verweerder aan de rechtbank van 28 december 2016. In de daaraan als bijlage gehechte brief wordt inhoudelijk ingegaan op het debat tussen partijen, zodat verweerder hiermee in strijd heeft gehandeld met Gedragsregel 15 lid 2 (Gedragsregels 1992). Dat valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten. Voor zover verweerder ten tijde van het versturen van deze faxbrief (nog) niet op de hoogte was van de stand van de procedure, zoals hij stelt, komt dat voor zijn risico. Verweerder had er immers rekening mee moeten houden dat de zitting van 20 december 2016 doorgang had gevonden. In dat kader had het op de weg van verweerder gelegen om, voorafgaand aan verzending van de faxbrief, te verifiëren wat de stand van de procedure was. Klacht deels gegrond, waarschuwing en kostenveroordeling. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 08-02-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:39 Zaaknummer: 18-803/A/A Pagina 4 van 12

Dekenbezwaar. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door haar declaraties aan een derde te sturen zonder hierover niet voor enig misverstand vatbare afspraken te maken en zonder steeds op de declaraties zelf duidelijk te maken op welke cliënt en op welke kwestie de declaratie betrekking heeft. Daarnaast heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door haar geheimhouderstelefoon aan een derde in gebruik te geven. Waarschuwing en kostenveroordeling. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 05-02-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 Zaaknummer: 18-050/A/NH Pagina 5 van 12

Verweerster heeft mr. H. in overleg met klager ingeschakeld voor collegiale ondersteuning, zonder vast te leggen dat er kosten aan die inschakeling verbonden zouden zijn. Verweerster had er niet van uit mogen gaan dat klager dat wel zou begrijpen. Door de gemaakte afspraken niet schriftelijk te bevestigen heeft verweerster in strijd met gedragsregel 8 (oud) gehandeld. Dat verweerster een incasso kort geding tegen klager aanhangig heeft gemaakt was een ongelukkige keuze, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht deels gegrond. Waarschuwing Instantie: Raad van Discipline 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 14-01-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2019:6 Zaaknummer: 18-676/DB/ZWB Pagina 6 van 12

Klacht over advocaat wederpartij. Uitgangspunt is dat aan de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In het licht van voornoemde maatstaf is de raad van oordeel dat het verweerder in de gegeven omstandigheden vrijstond de beschuldigingen te uiten jegens klager sub 1 op de wijze als hij dat heeft gedaan. Het aankondigen van een strafrechtelijke aangifte is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat de cliënten de strafrechtelijke aangifte nog niet hebben gedaan maakt dat niet anders. Het is in beginsel aan de cliënten van verweerder om te bepalen of en zo ja, wanneer, zij tot het doen van aangifte overgaan. Ook het feit dat verweerder in de brief van 29 december 2017 niet concreet heeft aangegeven welke strafrechtelijke bepalingen door klager sub 1 zijn geschonden maakt niet dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de brief van 29 december 2017 blijkt immers duidelijk welke (door de cliënten van verweerder gestelde) gedragingen van klager sub 1 door verweerder als strafbaar worden gekwalificeerd. Het is uiteindelijk indien het tot vervolging komt aan de strafrechter om zich over de gegrondheid van de beschuldigingen uit te spreken. Dat de aankondiging van een strafrechtelijke aangifte is bedoeld als pressiemiddel wordt betwist en is de raad overigens ook niet gebleken. Hoewel verweerder klager sub 1 in de brief van 29 december 2017 tevens sommeert om (kort gezegd) de gevolgen van zijn handelen ongedaan te maken, kan hiermee niet worden gezegd dat verweerder heeft gedreigd met een strafrechtelijke aangifte om een civielrechtelijk doel te bereiken. In de brief wordt immers geen koppeling gemaakt tussen het ongedaan maken van de gevolgen van zijn handelen door klager sub 1 en het doen van een strafrechtelijke aangifte door de cliënten van verweerder. Klacht in zoverre ongegrond. Gedragsregel 18 (Gedragsregels 1992). Aan een advocaat komt niet de vrijheid toe om rechtstreeks een aanzegging aan de wederpartij te doen alleen omdat hij dit nuttig of nodig acht. Vereist is een rechtens aanvaardbare reden om de aanzegging niet aan de advocaat te doen, bijvoorbeeld omdat het beoogde rechtsgevolg anders niet kan worden bewerkstelligd. Gesteld noch gebleken is dat het beoogde rechtsgevolg van de in de brief van 29 december 2017 vervatte aanzegging niet had kunnen worden bewerkstelligd als deze aan de advocaat van klagers was gedaan. Van een andere rechtens aanvaarbare reden om de aanzegging niet aan de Pagina 7 van 12

advocaat te doen is de raad niet gebleken. Klacht in zoverre gegrond. De specifieke omstandigheden van het geval brengen de raad echter tot het oordeel dat geen maatregel behoeft te worden opgelegd. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 07-01-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:7 Zaaknummer: 18-453/A/A Pagina 8 van 12

Klacht over advocaat wederpartij. Uit het klachtdossier volgt dat alle gesprekspartners er tijdens de gesprekken die in november 2016 hebben plaatsgevonden mee bekend waren dat verweerder van beroep advocaat is. Aldus heeft verweerder tijdens die gesprekken geen onduidelijkheid laten bestaan over zijn hoedanigheid. Vanaf januari 2017 is verweerder de heer S als advocaat gaan bijstaan. Gesteld noch gebleken is dat klagers daarmee niet bekend waren. Aldus kan niet gezegd worden dat verweerder onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij heeft opgetreden. Dat zijn rol gedurende het geschil is veranderd maakt niet dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De raad stelt daarbij in zijn algemeenheid voorop dat het ongewenst kan zijn dat advocaten in meer hoedanigheden bij een zaak betrokken zijn, zoals in de onderhavige kwestie het geval was. Daarin schuilt immers het gevaar van schending van de kernwaarde onafhankelijkheid. Daarnaast kan het optreden van een advocaat met meer hoedanigheden een schijn van onvoldoende integriteit opleveren. In onderhavig geval kan aan het optreden van verweerder evenwel niet de gevolgtrekking worden verbonden dat verweerder opzettelijk onduidelijkheid heeft laten bestaan over de hoedanigheid waarin hij heeft opgetreden. Naar het oordeel van de raad heeft bij klagers namelijk geen misverstand kunnen bestaan over de hoedanigheid waarin verweerder optrad in enerzijds de gesprekken in november 2016, en anderzijds de tussen partijen gevoerde procedures vanaf januari 2017. Ook is de raad niet gebleken dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling. Daarvan zou eerst sprake kunnen zijn indien vaststaat dat verweerder in eerste instantie (mede) namens klagers is opgetreden. Klagers hebben weliswaar gesteld dat verweerder als onpartijdig mediator is opgetreden tijdens de gesprekken die plaatsvonden in november 2016, maar klagers hebben deze stelling onvoldoende onderbouwd. Dat verweerder op enig moment als onpartijdig bemiddelaar of mediator voor zowel klager sub 2 als de heer S zou zijn opgetreden blijkt ook niet uit het klachtdossier. Van een mediationovereenkomst of overeengekomen geheimhoudingsplicht is niet gebleken. Klacht in alle onderdelen ongegrond. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 07-01-2019 Pagina 9 van 12

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:6 Zaaknummer: 18-620/A/A Pagina 10 van 12

Klacht over advocaat wederpartij. Gedragsregel 18 (Gedragsregels 1992). De raad volgt verweerder niet in zijn standpunt dat het beoogde rechtsgevolg van de in de brief van 28 juli 2017 vervatte aanzegging niet had kunnen worden bewerkstelligd als deze aan de advocaat van klagers was gedaan. Van een andere rechtens aanvaarbare reden om de aanzegging niet aan de advocaat te doen is de raad niet gebleken. Klacht gegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling. Instantie: Raad van Discipline Amsterdam Datum uitspraak: 07-01-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2019:5 Zaaknummer: 18-619/A/A Pagina 11 van 12

Advocaat heeft voormalig cliënt van kantoorgenoot bijgestaan. Verzekeringszaak waarin die advocaat de rechtsbijstandsverzekeraar van de voormalige cliënt van zijn kantoorgenoot tegen die voormalige cliënt bijstond vloeide direct voort uit de arbeidsrechtelijke zaak waarin zijn kantoorgenoot de voormalige cliënt had bijgestaan. Advocaat heeft in appel in twijfel gebracht of de voormalige cliënt van zijn kantoorgenoot aan de advocaat wel opdracht had verstrekt om een procedure tegen de rechtsbijstandsverzekeraar van die cliënt aanhangig te maken. De stelling van de advocaat was feitelijk onjuist en nodeloos grievend. Beroep op ervaring uit voormalig decanaat is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Klacht (gedeeltelijk) gegrond, berisping Instantie: Raad van Discipline 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 07-01-2019 ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2019:3 Zaaknummer: 18-643/DB/ZWB Pagina 12 van 12