Praktische opdracht ANW Xenotransplantatie Praktische-opdracht door een scholier 1700 woorden 12 juni 2003 6,2 13 keer beoordeeld Vak ANW Inhoudsopgave Inleiding Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4 Conclusie Discussie Bronvermelding Werkplan Logboek Inleiding We moesten een praktische opdracht maken voor anw. Deze praktische opdracht moest betrekking hebben op xenotransplantatie. Xenotransplantatie is een behandeling waarbij organen, weefsels of cellen van de ene diersoort in een andere, of in een mens worden geïmplanteerd. De informatie voor dit werkstuk hebben we van internet afgehaald. De deelvragen die we kregen waren: Deelvraag 1: Leg met behulp van antistoffen uit hoe het menselijk afweerwysteem vreemde organen vernietigt. Deelvraag 2: Welk dier komt het meest in aanmerking als leverancier van een hart voor de mens? Waarom? Noem twee argumenten. En deze deelvragen hebben we zelf geformuleerd: Deelvraag 3: Wat zijn de medische en ethische bezwaren tegen xenotransplantatie? Deelvraag 4: Wordt xenotransplantatie al bij mensen toegepast? Pagina 1 van 5
Deelvraag 1: Leg met behulp van antistoffen uit hoe het menselijk afweerwysteem vreemde organen vernietigt. Als bacteriën je lichaam binnendringen kunnen deze ziekte veroorzaken. Hiertegen heeft de mens een afweersysteem. Je afweersysteem tegen deze bacteriën en virussen bestaat uit twee barrières. De eerste barrière wordt gevormd door je huid, je huidzweet, je speeksel en je zure maagsap. De tweede barrière bestaat uit je witte bloedcellen. Deze bloedcellen circuleren door je hele lichaam. Ze herkennen de indringers (de bacteriën) en ruimen ze zo snel mogelijk op. Er zijn verschillende soorten bloedcellen, waaronder T-cellen en B-cellen en macrofagen. T-cellen herkennen besmette of geïnfecteerde lichaamcellen en zijn in staat ze op te ruimen. T-cellen prikken de cellen, waarin virussen zich bevinden, leeg, waarna de virussen vrijkomen. De B-cellen hebben ondertussen antistoffen tegen deze virussen gemaakt. De virussen worden vervolgens door die antistoffen aan elkaar gekoppeld, waarna de marcofagen de virussen en antistoffen opeten. Na een infectie blijven er B-cellen over in het lichaam, de zogenaamde B-geheugencellen. Bij herhaling van dezelfde infectie komen deze cellen meteen in actie. Dit afweersysteem werkt ook zo als iemand een orgaan ontvangt van een ander mens of dier. Bij xenotransplantatie is het dus de vraag of het afweersysteem het ontvangen orgaan niet afstoot. Je kunt je dus voorstellen dat het grote gevolgen heeft als een mens een varkenshart ontvangt en het afweersysteem dit hart vervolgens afstoot. Deelvraag 2: Welk dier komt het meest in aanmerking als leverancier van een hart voor de mens? Waarom? Noem twee argumenten. Apen lijken in alle opzichten het meeste op de mens. Het transplanteren van apenorganen naar de mens ligt dan ook het meest voor de hand. Er zijn echter een paar nadelen bij het gebruik van apen. Apen zijn dragers van allerlei infectieziekten die op de mens kunnen worden overgebracht. Dit zijn bijvoorbeeld: het hepatitis B-virus, het ebola-virus en het HIV-virus. Een ander probleem is dat de organen niet groot genoeg zijn. Een apenhart kan bijvoorbeeld onvoldoende het werk van een mensenhart overnemen. Ook zijn er bezwaren tegen de omstandigheden waaronder apen zouden moeten worden gehouden om de ziekten weg te houden. Verder zou het problemen geven om voldoende apen te verkrijgen, vanwege hun lange generatietijd. Een beter alternatief lijkt het varken te bieden. Het is gebleken dat mensen ongevoelig zijn voor de varkenspest en waarschijnlijk zijn wij dat ook voor andere ziektes. Al was het griepvirus waaraan in 1918 wereldwijd twintigmiljoen mensen stierven een varkensvirus en zijn ook andere varkensziekten bij de mens bekend. Toch geven wetenschappers aan organen van het varken de voorkeur. Bovendien zijn varkensorganen van ongeveer dezelfde afmetingen als die van de mens. Ook de kangoeroe wordt gezien als mogelijke leverancier voor organen bij de mens. Het hart van de kangoeroe is vooral geschikt, vanwege het feit dat een kangoeroe rechtop loopt. Pagina 2 van 5
Er moeten nog ontzettend veel proeven worden gedaan bij deze dieren, voordat we echt een hart van een van deze dieren kunnen transplanteren bij een mens. Deelvraag 3: Wat zijn de medische en ethische bezwaren tegen xenotransplantatie? Medische bezwaren Ziektekiemen zoals virussen en bacterien kunnen zo via het orgaan in het lichaam van de ontvanger terecht komen. Omdat het orgaan afkomstig is van een varken of een ander dier, kunnen de ziektes die normaal alleen bij dieren voorkomen ook bij mensen kunnen uitbreken, doordat mensen andere reacties kunnen hebben op ziektes dan dieren. Bovendien wordt het orgaan zo behandeld dat de structuur overeenkomt met die van de gastheer, om zo afstoting van het orgaan te voorkomen. Als ook de ziektekiemen behandeld worden, kunnen deze zich gedurende een tijd onopgemerkt voortplanten en dus een grotere bedreiging vormen. In deze incubatieperiode kan de ziekte ook worden overgebracht op andere mensen. Men heeft onlangs geprobeerd de varkens met de benodigde organen in een steriele ruimte te laten leven, maar bepaalde gemuteerde eiwitten in de hersenen vormden ook ziektekiemen van binnenuit, wat de methode liet mislukken. Ethische bezwaren Naast de medische gronden voor het protest tegen xenotransplantatie zijn er vooral veel ethische argumenten hiertegen. Veel mensen zijn van mening dat het stelen van organen van dieren iets onmenselijks is. De dieren die bestolen worden houden hier vrijwel altijd letsel aan over. In het geval van een harttransplantatie sterft het dier, en bij bijvoorbeeld een longtransplantatie zal de bewegingscapaciteit van het dier sterk afnemen. Op het moment wordt veel bezwaar geuit op het misbruiken van muizen. Een goed voorbeeld hiervan is de muis met het menselijk oor op zijn rug. Muizen worden veelvuldig gebruikt als proefdieren. Vooral omdat sommige soorten geen afstotingssysteem hebben. Dit maakt het mogelijk om menselijk weefsel te implanteren zonder dat dit wordt afgestoten. Daarnaast zijn ze klein en makkelijk te onderhouden. De geuite kritiek is vooral gebaseerd op gelijkheidsdenken. Veel mensen zijn van mening dat alle organismen gelijk zijn, maar blijkbaar zijn bepaalde organismen meer gelijk dan anderen. De hedendaagse mens gedraagt zich superieur ten opzichte van andere dier. Van alle dieren is alleen de mens in staat om organismen te klonen, en gebruikt dit als argument om het ook te mogen. De mens gebruikt dieren voor zijn eigen welzijn. Dit varieert van het testen van make-up tot veeteelt tot orgaandonoren. Opvallend is het verschil in hoeveelheid kritiek hierop. De kritiek op het gebruik van dieren om de schadelijkheid van make-up vast te stellen is op het moment groot. Desondanks gebruikt een groot deel van de demonstranten zelf make-up, al dan niet getest op Pagina 3 van 5
dieren. Bijzonder weinig kritiek is er op de veeteelt hoewel dit zeker niet veel minder cru is. Dit kan zijn omdat men er langzamerhand aan is gaan wennen. De enige bekende vorm van protest hiertegen is het worden van een vegetariër of veganist. De vraag is dus hoe het kan dat er op zoveel verschillende manieren op dit dierenleed gereageerd wordt. Blijkbaar is het voor de mensen wel acceptabel dat dieren worden gebruikt om ons te voeden en ons uiterlijk verbeteren, maar bij de gedachte van verbetering van het medisch welzijn van de mens door het gebruik van (gekloonde) dieren als orgaandonor schrikken een hoop mensen terug. Een reden hiervan valt te vinden bij de aan hangers van de Jehovaleer. Men is daar van mening dat op het moment dat er een bloedtransfusie wordt uitgevoerd of een transplantatie een willekeurig orgaan de nieuwe eigenaar de persoonlijke eigenschappen van de vroegere bezitter over neemt en zo dus min of meer deze persoon is geworden. Zo zijn er veel mensen bang dat wanneer een menselijk hart wordt vervangen door een dierlijk bijvoorbeeld dat van een varken, deze persoon meer instinctieve, dierlijk trekken gaat vertonen. Hoewel dit onmogelijk is blijf toch de vraag bestaan: Waar ligt de biologische grens tussen mens en varken c.q. dier? Wanneer is een mens meer dier dan mens? Is dit wanner hij meer dierlijke organen bevat dan menselijke, of speelt de samenstelling van het lichaam geen rol. Dit ligt voor iedereen anders. Deelvraag 4: Wordt xenotransplantatie al bij mensen toegepast? Ja, er zijn zelfs heel oude berichten van xenotransplantatie. Zo werden bijvoorbeeld in de achttiende eeuw transplantaties van hoornvlies van katten en honden naar mensen gedaan. Begin twintigste eeuw waren chirurgen in staat om organen te transplanteren. Ze voerden toen ook verschillende xenotransplantaties uit en ontdekten dat de afstoting van een orgaan of weefsel van een dier veel heviger is dan de afstoting van menselijk materiaal. Later, in de jaren zestig ontstond de mogelijkheid om afstoting van transplantaten te onderdrukken. Tot 1970 verrichtten artsen op kleine schaal onderzoek met xenotransplantaties van nieren, lever en hart bij mensen, maar zonder succes. De introductie van de effectieve afstotingsremmer cyclosporine begin jaren tachtig, zorgde ervoor dat de transplantatie van menselijke organen heel vaak mogelijk was. De vraag naar donororganen nam sterker toe dan het aanbod en het tekort aan donororganen werd in toenemende mate een probleem. Sinds het begin van de jaren negentig is xenotransplantatie daarom weer terug op de onderzoeksagenda en zijn er op kleine schaal proeven met xenotransplantatie bij mensen gedaan. In veel landen, waaronder Nederland, mag dat niet vanwege de mogelijke overdracht van infecties. De xenotransplantatie van hartkleppen afkomstig van varkens is nu routine. Deze vorm van xenotransplantatie vormt echter een uitzondering, omdat het geen levend weefsel betreft. Conclusie Er moet nog veel onderzoek gedaan worden naar het gebruik maken van xenotransplantatie. Het brengt nog steeds grote medische risico s met zich mee. De kans dat de organen ziektes bevatten is groot en ook Pagina 4 van 5
de kans dat het afweersysteem de organen afstoot blijft aanwezig. Wanneer er uiteindelijk een manier gevonden zou worden om dierlijke organen zonder risico s op ziektes e.d. in het menselijk lichaam te transplanteren, zouden vele menselijke levens gered kunnen worden. De organen van een varken zullen dan het meest in aanmerking komen voor de transplantatie, omdat bijvoorbeeld de afmetingen van een menselijk orgaan bijna hetzelfde zijn als dat van een varken. Maar dan nog zouden er vele mensen zijn met ethische bezwaren. Discussie Uit ons onderzoek blijkt dat naar xenotransplantatie nog veel onderzoek moet worden gedaan voordat het in de praktijk kan worden toegepast. Maar wanneer het ooit toegepast zou kunnen worden zouden er wel tal van menselijke levens mee gered worden. Het vinden van informatie om deze PO te maken was niet moeilijk. We hebben het internet doorzocht op xenotransplantatie en we vonden tal van pagina s. De meeste sites bevatte ook dezelfde informatie dus dat gaf ons wel de indruk dat de informatie objectief was. De sites waren ook voornamelijk van erkende organisaties. De samenwerking tussen ons verliep weer vlekkeloos en het onderwerp vonden we best interessant al waren sommige dingen wel moeilijk te begrijpen. Dit komt waarschijnlijk doordat wij beide een M- profiel hebben. Bronvermelding www.xenotransplantatie.nl/default.htm www.biotechnologie.net-xenotransplantatie.htm http://www.nshd.nl/zodiak/zodiak8/xenotransplantatie.html http://www.biotechnologie.net/xenotransplantatie.htm Pagina 5 van 5