Take Home Examen. Cluster 3: Angstcultuur. S. van Tuinen 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 18 december 2008 Blok BA CW 2B Aantal woorden 2623



Vergelijkbare documenten
De aanslagen in Noorwegen en de houding t.o.v. de Islamieten in West-Europa

22 januari Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Scholen herdenken vermoorde leraar

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Doodstraf in Nederland

Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Toespraak 4 mei 2010 dodenherdenking Ds. A.J. Haak 1

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Van angst naar verbondenheid d.d

Eindexamen maatschappijleer vwo I

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Openingsgebeden INHOUD

Het Duitse oorlogsverleden:

Het is niet voor het eerst dat Europa door extreem terreurgeweld wordt geraakt.

Uitslag onderzoek: rechtszaak Geert Wilders EenVandaag Opiniepanel deelnemers

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Achter islamisering zit een plan. Achter islamisering zit een plan.

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Koos van Dam: 'Rusland is het enige land dat gewoon met Syrië communiceert'

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Baarmoederhalskanker

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

MODULE V. Ben jij nou Europees?

13 Jij en pesten. Ervaring

Vragenlijst Depressie

b98809f0f

Enquete resultaten Normen en Waarden 2014

Cynisme over de politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Moslims zijn fundamentalisten en terroristen

Zondag 22 mei Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & // Johannes 14, 1-14

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Uitgeverij Van Praag Amsterdam

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

Perspectief 3e editie 2 vmbo Anders dan anderen krant. 1. Voorpagina

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Inventarisatieonderzoek "Het Nationale Kabinet"

Wereldgodsdiensten* hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Nora Kansas. Het gebeurde op een maandagochtend. Hét. Datgene waarnaar we allemaal op zoek zijn. Liefde. Op een maandagochtend.

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken

Factsheet Maatschappelijke Barometer: vrijheid van meningsuiting, uitzending 2 november 2005

WERELDBEELDEN EN WEERBAARHEID VAN TURKS-NEDERLANDSE JONGEREN. F. Geelhoed (VU) en R. Staring (EUR)

Minderhedenbeleid geislamiseerd door overheid

Essay door Jojanneke Scheepers

Wat Verlichtingsfilosofen over Geert Wilders zouden hebben gedacht

ADVIES AAN DE JONGEREN DIE NAAR SYRIË VERTREKKEN.

Hoe kun je je bekeren tot de Islaam?

Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J.

Thema: Een kantelende tijd, vernieuwing of verloedering?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Maagdenhuisbezetting 2015

Ideologieanalyse: Tocqueville als liberaal of conservatief?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Islam voor iedereen. Is de bijbel een openbaring van God. auteur: Shabir Ally. revisie: Abdul-Jabbar van de Ven. revisie: Yassien Abo Abdillah

Cynisme over de politiek

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wie is bang voor wie?

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage

ARMOEDE. Schriftelijke Bezinning. Anoniem

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid

Samenvattingen Geloof ABC

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE

De Rotterdamse burgerschapscode

Sidi Mohamed Ghaneme

Anti Pest protocol Almere College Dronten

Nieuwsmonitor 6 in de media

Ja 59% 12% 9% 12% 31% 56% 61% 77% 81% 74% 82% Nee 40% 88% 90% 88% 69% 42% 39% 22% 19% 25% 18% Weet niet/geen mening 1% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 1% 0% 1% 0%

Stelling Wanneer een man met een ander geloof, of zonder geloof, in de synagoge komt, moet ook hij een keppeltje opzetten.

Is een Europese islam mogelijk?

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

Van verzorgingsstaat naar

Ontstaan islam vmbo12

De Bijbel open (22-06)

LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING ISLAM STUDIEWIJZER 3VWO

Opvoeden in andere culturen

Naar aanleiding van overval op juwelier in Deurne

Programmapunten Partij voor de Vrijheid

Woord bij de Dag van het Jodendom in Statenzaal in Gouvernement aan de Maas op donderdag 22 januari 2015

Luisteren naar de Heilige Geest

Speech Voorzitter bij het afscheid van Jan de Wit op 1 april 2014

Praktische opdracht Maatschappijleer Integratie

Omgaan met radicalisering: Doelen

Afghanistan. NAVO-militair gedood in Zuid-Afghanistan

Voor deze opdracht heb je het stripboek Senne & Sanne Cordoba nodig en deze moet je lezen als je alle opdrachten wilt kunnen maken.

Ontstaan islam vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Datum 30 juni 2017 Betreft Aanbieding onderzoek 'Oorzaken en triggerfactoren moslimdiscriminatie in Nederland'

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

Transcriptie:

Take Home Examen Cluster 3: Angstcultuur Docent: Jelle de Bont S. van Tuinen 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 18 december 2008 Blok BA CW 2B Aantal woorden 2623

In het begin van de 21e eeuw maakten we in de westerse wereld een aantal dramatische gebeurtenissen mee. Eerst waren er natuurlijk de terroristische aanslagen van 11 september 2001. Hier bleef het echter niet bij, want vervolgens werden aanslagen gepleegd in Madrid en in Londen in respectievelijk 2004 en 2005. Ook Nederland beleefde een roerige periode aan het begin van deze eeuw. Zo werd Pim Fortuyn in mei 2002 vermoord en volgde in november 2004 de moord op Theo van Gogh. Deze gebeurtenissen hadden grote impact op de maatschappij en droegen bij aan een mentaliteitsverandering in de Nederlandse samenleving. Vooral in het najaar van 2004, vlak na de moord op Van Gogh, heerste er angst in ons land en de media en de politiek deden er alles aan om dat in stand te houden, zo lijkt het. Wat was nu precies de rol van media en politiek in deze periode van onrust? Wat droegen zij bij aan de mentaliteitsverandering die er in Nederland leek te ontstaan? En wat waren uiteindelijk de gevolgen van die veranderde houding? De stelling die ik hierbij inneem, luidt als volgt: Het creëren en misbruiken van angstgevoelens door de media en de politiek heeft grote invloed op de verschuiving van een tolerante naar een intolerante houding in de Nederlandse samenleving. Die intolerantie richt zich dan vooral op de moslimimmigranten en uiteindelijk op de islam in zijn geheel. Aan de hand van het boek Gedoemd tot kwetsbaarheid van Geert Mak zal ik deze stelling verdedigen. Het boek van Mak gaat namelijk over de hierboven genoemde vraagstukken en om mijn argumenten kracht bij te zetten zal ik nog een drietal auteurs introduceren die over deze onderwerpen geschreven hebben. Allereerst zal ik de rol van media en politiek bespreken en aantonen dat zij de angstgevoelens creëren en misbruiken. Vervolgens maak ik duidelijk dat het fout is om de islam als vijand te beschouwen en als laatste laat ik zien waar de werkelijke problematiek ligt. Geert Mak begint in zijn boek met een schets van de situatie net na de moord op Theo van Gogh. Er heerste een zekere onrust en paniek in ons land en dat was voor een groot deel te danken aan de media. De ochtend na de moord verschenen er koppen in de kranten met titels als Nederland brandt! en Oorlog. De werkelijkheid werd even opzij geschoven. De meeste Nederlanders waren weliswaar geschokt, maar vooral in de journalistiek en de politiek waren heftige reacties zichtbaar; hier ontstond een handel in angst. Ze waren het erover eens dat de problemen werden veroorzaakt door immigratie en door de islam. Je zou verwachten dat de publieke omroepen een stabiliserende rol zouden vervullen in een dergelijke periode, maar juist het tegenovergestelde deed zich voor in Nederland. Het opwekken van grootse gevoelens is namelijk het middel om kijkcijfers te trekken en daar draait het uiteindelijk allemaal om, zelfs bij de publieke zenders. Angst creëren, het in stand houden en erop 1

inspelen, dat is wat de media probeerden te doen omdat dat immers goed aansluit bij hun doeleinden (Mak, 2004, pp. 7-56). Net als Mak behandelt Ian Buruma in zijn boek Murder in Amsterdam de problemen in Nederland in de periode na de moord op Van Gogh. Ook hij heeft het over de angstige sfeer die door de media en de politiek gecreëerd wordt. Zo geeft hij een voorbeeld waaruit blijkt dat het kleinste incident door de media wordt opgeblazen tot iets heel groots, terwijl dat een verkeerd beeld van de werkelijkheid kan geven. Het voorbeeld dat hij aanhaalt, betreft dat van het handdrukincident: Een orthodoxe imam weigert minister Verdonk een hand te geven, omdat zijn geloof hem verbiedt lichamelijk contact te hebben met vreemde vrouwen. Op zich is er hier niet zo veel aan de hand, zou je zeggen, en toch werd het voorpaginanieuws! Dit incident werd een soort symbool voor het mislukken van het integratiebeleid en liet de fundamentele koerswending van het Nederlandse beleid zien: Volledig aanpassen of wegwezen (Buruma, 2006, p. 12). Zoals Mak en Buruma beiden aangeven, wordt de burger een soort schijnwerkelijkheid voorgehouden door de media. Ook Jean Baudrillard behandelt dit thema in zijn boek The Gulf War did not take place. In de introductie van dit boek geeft Paul Patton in het kort weer wat Baudrillard te zeggen heeft. Het punt van Baudrillard is dat de Golfoorlog niet heeft plaatsgevonden. Hij zegt overigens niet dat er niets is gebeurd, maar er was zeker geen sprake van een oorlog: The disparity between US and Iraqi forces with regard to method and military technology was so great that direct engagement rarely took place, and when it did the outcome was entirely predictable (Patton, 1995, pp. 17-18). Volgens Baudrillard werd de Golfoorlog dan ook vooral in de media neergezet als een oorlog. Voor het eerst waren er live beelden van een oorlog zichtbaar op de televisie, maar de beelden in de media correspondeerden niet met wat er werkelijk aan de hand was, aldus Baudrillard. De media schotelen ons een bepaald beeld voor en dat beeld nemen wij voor waar aan, omdat we niet beter weten. Zo komen wij steeds meer te leven in een schijnwerkelijkheid, omdat de media die voor ons creëren. Wij baseren onze meningen en denkbeelden op wat wij voor waar aannemen, dus op wat wij uit de media halen en zo heeft die virtuele werkelijkheid dus weldegelijk reële gevolgen. Baudrillard formuleert het als een hyperrealiteit: De werkelijkheid is echter dan echt, het virtuele en het echte zijn niet meer goed van elkaar te onderscheiden (Patton, 1995, pp. 1-21). Dit is precies wat er in Nederland na de moord op Van Gogh ook aan de hand was. De media creëerden voor ons een schijnwerkelijkheid en dit had grote gevolgen voor de houding van de Nederlanders, in dit geval ten opzichte van moslimimmigranten. Het tolerante 2

Nederland onderging een ware gedaanteverandering, tot verbijstering van de buitenlandse pers. Mak illustreert dit mooi aan de hand van het voorbeeld van de Tokkies ; een asociale familie van Nederlandse komaf, die overal in de media wordt toegejuicht en overal wordt uitgenodigd, van feestjes tot talkshows. In diezelfde media wordt echter gesproken over de problemen die in bepaalde buurten veroorzaakt worden door moslimjongeren. Kortom, er wordt voortdurend gemeten met twee maten. De moslims die problemen veroorzaken, worden in een kwaad daglicht gezet, terwijl autochtone Nederlanders die hetzelfde gedrag vertonen juist worden aangemoedigd. Mak spreekt over een vervorming van de werkelijkheid en een fictionele wereld die door de media gevormd wordt en dat draagt zeker bij aan de mentaliteitsverandering van de Nederlanders (Mak, 2004, pp. 61, 83-85). Die mentaliteitsverandering in de Nederlandse samenleving kwam ook en vooral in de politiek goed tot uiting, zo schoven veel linkse politici op naar het kamp van de conservatieven en werd Pim Fortuyn uitgeroepen tot grootste Nederlander aller tijden. Willem de Zwijger, Willem Drees en Antoni van Leeuwenhoek hadden geen kans in deze verkiezingen (Mak, 2004, p. 48). Een andere rechtse politicus, Geert Wilders, werd ook steeds populairder met zijn anti-islam opvattingen. Door het inspelen op de angstgevoelens van de Nederlandse bevolking kunnen stemmen worden gewonnen en Wilders maakte daar dankbaar gebruik van. Angst werd gebruikt voor politieke doeleinden. Ook andere politici wezen de islam aan als vijand die bestreden moest worden en het linkse beleid van de voorgaande jaren werd flink bekritiseerd. Deze ommekeer in de politiek had samen met de invloed van verschillende media grote gevolgen voor de tolerantie van Nederland. Wat zijn nu de werkelijke gevolgen van deze veranderde houding in de Nederlandse samenleving? Ik heb het al eerder gezegd: wij leven in een fictieve werkelijkheid waarin de islam het gevaar voor onze maatschappij vormt. In de media wordt constant angst jegens moslimterroristen gezaaid en uiteindelijk richt die angst zich op de gehele islam. Dit is niet terecht, het is niet zo dat je daadwerkelijk alle moslims over één kam kunt scheren en ze allemaal kunt bestempelen als vijand voor de westerse maatschappijen. Mak toont met behulp van een aantal statistieken aan dat deze generalisatie nergens op gebaseerd is. De werkelijke problemen liggen bij 0,04 procent van de moslims in Nederland en het betreft alleen maar jongeren. Niet meer dan tweehonderd moslimjongeren hebben gewelddadige politieke of religieuze opvattingen. Natuurlijk vormt dat een probleem, maar het is onjuist dat probleem te verleggen naar de islam in zijn geheel, want het overgrote deel gedraagt zich gewoon normaal en vormt dus geen gevaar (Mak, 2004, p. 24). 3

Ook het feit dat er verschillen bestaan tussen moslims onderling (in hun opvattingen of in de uitvoering van hun geloof) maakt duidelijk dat je nooit de islam als vijand mag beschouwen. Net als bij christenen en joden, is er tussen moslims onderling veel verscheidenheid. Joseph Carens maakt dit in een hoofdstuk van zijn boek Culture Citizenship and Community heel duidelijk. Veel gehoorde kritiek is dat de islam niet verenigbaar is met de westerse maatschappijen. Praktijken die binnen de islam normaal worden gevonden zouden botsen met de waarden van de democratische samenlevingen. Hierover bestaan volgens Carens nog veel misopvattingen. Zo worden bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenis en het slaan van je vrouw beschouwd als typische islamitische praktijken, maar is dit wel juist? Als je de islam goed bestudeert, kun je daaruit opmaken dat het niet tegenstrijdig is met westerse waarden en opvattingen. Natuurlijk zijn er altijd een aantal extremistische moslims, maar om daarom het hele probleem bij alle moslims te leggen, is niet rechtvaardig (Carens, 2000, pp. 140-160). Carens bespreekt de kwestie van de (on)gelijkheid van man en vrouw, omdat daar nogal wat misopvattingen over bestaan. Volgens velen zijn de opvattingen van moslims over dit onderwerp onverenigbaar met de liberale democratische visies. Volgens Carens is dit echter niet juist en hij toont dit aan door het bespreken van onderwerpen als vrouwenbesnijdenis en huiselijk geweld. Vrouwenbesnijdenis, bijvoorbeeld, wordt maar door een klein deel van de moslims uitgevoerd. De meerderheid ziet dit niet als een onderdeel van de islam en hetzelfde geldt voor huiselijk geweld: In sum, my response to the issue of spousal abuse parallels the one given to female circumcision. The state can and should prohibit domestic violence, but it is deeply misleading and harmful to say that Islam legitimates wife-beating (Carens, 2000, p.154). Zo zijn er natuurlijk altijd een aantal moslims die er extreme ideeën op nahouden, maar hetzelfde kan gezegd worden over christenen of bepaalde aanhangers van een andere religie. Als bijvoorbeeld sommige christenen bepaalde opvattingen hebben die niet aansluiten bij de democratische waarden, worden die niet zo snel gezien als een onderdeel van het christendom. Terecht, maar dan moet dat ook niet gedaan worden met betrekking tot de islam en dat is nu wat er juist wel gebeurt, onder andere dus door de invloed van de media en de politiek. Dat die angst door de media gecreëerd wordt en hoe ze dat doen, is te zien aan een aantal voorbeelden van publicaties in kranten, tijdschriften en berichten op de televisie. Slechts een paar weken na de aanslagen in New York schreef Paul Frentrop in HP/De Tijd dat de islam als geheel onder de loep moest worden genomen. In Trouw werd een artikel van de leider van de rechtsnationalisten gepubliceerd, waarin stond dat 99 procent van de problemen 4

rond veiligheid en orde toe te schrijven zijn aan de islam. En na de moord op Van Gogh stond er een paar uur op teletekst dat de dader een islamitisch uiterlijk had (Mak, 2004, pp. 72-73). Omdat mensen hetgeen wat in de media gezegd en geschreven wordt meestal wel serieus nemen, krijgen zij een beeld van de islam als het kwaad, als de vijand. Dit is, zoals ik hierboven al heb beargumenteerd, niet juist en hierdoor worden de echte problemen van en gevaren voor de Nederlandse samenleving niet genoeg onderkend. Wat zijn die werkelijke problemen en gevaren dan? Volgens Mak liggen de gevaren niet zozeer op nationaal niveau. Kijk maar naar de moordenaar van Van Gogh, Mohammed Bouyeri; hij maakte deel uit van een veel groter internationaal netwerk. Bouyeri koesterde, net als zijn medestrijders, een zekere weerzin of woede tegenover de westerse maatschappij, omdat hij zich buitengesloten voelde. Maar als een typische moslim kan hij niet beschreven worden: Hij was typisch iemand die was losgeraakt van de traditionele kaders van de islam en die, met een handvol medestanders, een eigen, individuele, geprivatiseerde islam om zich heen had geschapen (Mak, 2004, p. 24). De echte gevaren hebben niets te maken met de moslims, maar met dat grote internationale netwerk dat overal in europa op elk moment zou kunnen toeslaan. De moord op Van Gogh was enkel een voorproefje van wat er nog meer zou kunnen gebeuren (Mak, 2004, pp. 19-27). Ook Buruma benadrukt dat we de echte problemen en gevaren niet aanpakken en onterecht wijzen naar de islam als de oorzaak van alle kwaad. Om onszelf tegen dat kwaad te verdedigen, moeten we ergens op terug kunnen vallen. Maar aangezien de zuilen in Nederland waren weggevallen, werd er gezocht naar een nieuw fundament dat ons houvast kon bieden; de Verlichting. Nu hebben we dus de neiging ons te beroepen op de idealen van de Verlichting en de vijanden daarvan, de vreemdelingen die andere waarden nastreven, moeten bestreden worden. Volgens Buruma is het echter onjuist op die manier te denken, want terroristen zouden net zo goed een radicaal seculier standpunt in kunnen nemen om hun acties te rechtvaardigen. De botsing tussen enerzijds de Verlichtingswaarden en aan de andere kant de islamitische waarden is niet zo duidelijk als het op het eerste gezicht lijkt. Aanhangers van de Verlichting kunnen, net als religieuzen, radicale opvattingen hebben. Aanhangers van de radicale Verlichting vormen dan ook, net als radicale moslims, een gevaar. In plaats van alle moslims de schuld te geven, moeten we manieren vinden om te gaan met de islam, aangezien die inmiddels een Europese godsdienst is geworden (Buruma, 2006, pp. 29-35). Men moet daarom duidelijker onderscheid maken tussen de gevaarlijke en ongevaarlijke moslims. Tegen degenen die onze gezamenlijke fundamenten willen vernietigen, moeten we hard optreden. Maar als dat niet zorgvuldig gebeurt, loop je dus het 5

risico dat je onschuldige, goede burgers te kort doet en daarmee discrimineert. De taak van de staat is om haar burgers te verdedigen tegen gevaar en onder die burgers vallen net zo goed de allochtone minderheden in Nederland. Immigratie blijft bestaan en is ook noodzakelijk voor het behoud van onze samenleving, de grote vraag is hoe we in de toekomst daarmee omgaan. Natuurlijk moet Nederland haar identiteit behouden, maar daar horen ook zaken als onze befaamde tolerantie en onze pacificatie bij: We zullen de onverdraagzame islam moeten bestrijden, en tegelijk de humanistische krachten binnen de islam moeten omarmen. En uiteindelijk zullen we naar de bron moeten: de ontworteling, de vernedering, de almaar toenemende woede van de niet-westerse wereld (Mak, 2004, p. 93). Het is duidelijk dat de media en de politiek enorme invloed hebben op de opvattingen van de burgers en dat zij die invloed gebruiken om angst te zaaien onder de Nederlandse bevolking en om mede daardoor hun eigen doeleinden te realiseren. Doordat de media een schijnwerkelijkheid creëren, ontstaat er een klimaat van angst onder de bevolking en door de invloed van diezelfde media en de politiek richt die angst zich onterecht op de islam, waardoor de samenleving steeds minder tolerant wordt tegenover moslimimmigranten en waardoor de echte problemen van de Nederlandse samenleving niet genoeg onderkend worden. We moeten accepteren dat de islam tegenwoordig een blijvend onderdeel is van onze samenleving. Er moet een balans worden gevonden tussen de instroom van immigranten en het behoud van onze eigen cultuur, onze eigen waarden, onze eigen identiteit. Maar wat zeker onderdeel is van onze cultuur en onze identiteit is onze tolerante houding jegens minderheden. Die tolerantie lijkt te verdwijnen en dat is doodzonde. De kern van het probleem moet bestreden worden, en die kern is zeker niet de islam. 6

Literatuur Buruma, I. (2006). Dood van een gezonde roker. (H. Schreuder, vert.). London: Atlantic Books. (Oorspronkelijke uitgave 2006) Carens, J.H. (2000). Culture, Citizenship, and Community. Oxford: Oxford UP. Mak, G. (2004). Gedoemd tot kwetsbaarheid. Amsterdam: Atlas. Patton, P. (1995). Introduction. In J. Baudrillard. The Gulf War did not take Place (pp. 1-21). Sydney: Power Publications. 7