Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 8 november 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing SWD(2017) 240

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-32 Landbouw- en Visserijraad 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen Nr. 117 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA). Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Vendrik (GroenLinks), Örgü (VVD), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Veenendaal (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Eerdmans (LPF), Van As (LPF) Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA). 2 Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Slob (ChristenUnie), Van den Brink (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Egerschot (VVD), Jonker (CDA). Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Vos (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Ruiter (SP), Van As (LPF), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Weekers (VVD), Van Dijk (CDA). VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2005 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1 en de vaste commissie voor Europese Zaken 2 hebben op 23februari 2005 overleg gevoerd met minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over: de brief van de minister van LNV van 28 januari 2005 met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 24 januari 2005 (21 501-32, nr. 110); de brief van de minister van LNV van 21 februari 2005 met de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 28 februari 2005 (21 501-32, nr. 114); de brief van de minister van LNV van 25 januari 2005 over resultaten EU-voorzitterschap op beleidsterrein Landbouw- en Visserijraad en LNV-dossiers Milieuraad (natuur) (21 501-32, nr. 108); de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken van 18 januari 2005 met kwartaaloverzicht implementatie EG-richtlijnen per 31 december 2004 (21 109, nr. 146)(LNV-05 118); de brief van de minister van LNV van 11 februari 2004 over doorberekening opkoopregeling alternatief Platform Toekomst Suikermarkt (28 625, nr. 26); de brief van de minister van LNV van 4 februari 2004 over de overeenkomst export naar Rusland (21 501-32, nr. 111); de brief van de minister van LNV van 22 februari 2005 over motorvermogen en financiële problemen garnalenvisserij; fiche inzake wijziging verordening m.b.t. de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in geval van dierziekte-uitbraken (22 112, nr. 534, fichenr. 3) (LNV-05 72); fiche inzake Verordening over elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (22 112, nr. 355, fichenr. 3) (LNV-05 108); fiche inzake Verordening van het Europees parlement en de Raad inzake voorschriften preventie, bestrijding, en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (22 112, nr. 359, fichenr. 3) (LNV-05 144). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. KST85160 0405tkkst21501-32-117 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2005 Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 1

Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Waalkens (PvdA) vindt het goed dat Europa het gerichte initiatief neemt, langs de lijnen van de FAO en met in achtneming van de lokale wensen, hulp te bieden aan de door de tsunami enorm getroffen visserijvloot in Zuidoost-Azië. In de discussie over het plattelandsontwikkelingfonds en de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn in oktober 2002 afspraken gemaakt over fixatie van het uitgavenbudget tot 2013. Dit budget is blijkbaar onder druk komen te staan. De nieuwe commissaris krijgt op dit vlak niet meer dan het voordeel van de twijfel. De rapporteur van het Europees Parlement, Albert Janmaat, komt tot de constatering dat een aanval op de reeds krappe uitgangspunten van het budget een enorm probleem veroorzaakt. Wat is hierop de reactie van het kabinet? Minister Zalm laat weten een aanval op het budget voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid in te willen zetten. Het kabinet stelt Europa te willen financieren vanuit het vertrekpunt «oud voor nieuw». Kan de coalitie uitleggen welke gevolgen de degressie, een gevolg van de tekorten bij het budget, heeft voor de hoogte van de bedrijfstoeslagen? Voor de PvdA-fractie zijn overigens vormen van cofinanciering absoluut bespreekbaar om het krappe budget in overeenstemming te brengen met de ambities. Wil de minister zich sterk maken om kruisbestuiving tussen de eerste pijler, het markt- en prijsbeleid, en de tweede pijler bespreekbaar te maken? Dit kan immers leiden tot nieuwe financieringsarrangementen voor het platteland. De heer Waalkens noemt de verplichte modulatie een gegeven. Acht de minister in dit verband een beslissing over degressie binnen de Raad realistisch? Commissaris Fischer Boel heeft in Berlijn een verbinding gelegd met de Lissabon-agenda. Met die agenda zet Europa in op de innovatie kant van Europa en het vermeerderen van kennis. Verknoping hiervan aan budgetten die niet direct via de Lissabon-agenda beschikbaar zijn, betekent een externe aanvulling van de krappe budgetten. Bij de jaarvergadering van de Farmers Union Organisation heeft mevrouw Fischer Boel aangekondigd niet van plan te zijn het hervormingsvoorstel over suiker bij het eerste beetje tegenwind aan te passen. Gezien de grote weerstand in Europa brengt haar dit in een steeds meer geïsoleerde positie. Kan de minister Fischer Boel een handreiking doen om de noodzakelijke forse hervorming door te voeren? De heer Waalkens wijst erop dat vanuit de gemeente Dongeradeel opnieuw de aandacht is gevraagd voor de moeilijke positie van de garnalenvissers. De grote en de kleine vissers worden immers geconfronteerd met de NMa. Hoe kan de vicieuze cirkel doorbroken worden, zeker voor de perspectiefvolle delen van deze sector? Is de minister bereid, samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de mogelijkheden te bekijken? Er ligt een fiche voor over plaatsing van teledetectie op visserijschepen. Nederland heeft altijd gewezen op het belang om controle en toezicht handen en voeten te geven. Deze «black boxes» vormen een perfect systeem voor het volgen van schepen. De invoerdatum van 1 januari 2006 is volgens de fiche niet realistisch. Wat is daarover de opvatting van de minister? De heer Waalkens merk op dat de fiche over buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt bij dierziekte-uitbraken voorstelt om de kosten daarvan in het vervolg voor 50% ten laste te brengen van het gemeenschappelijk landbouwbudget. De andere helft moet nationaal opgehoest worden. Het idee van nationale verantwoordelijkheid op dit vlak wordt gedeeld. Hoe denkt de minister echter de reserveringen hiervoor een plek te geven binnen de begroting? Betekent dit dat de minister bij collega Zalm moet aankloppen of komt dit uit de algemene middelen? Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 2

De heer Atsma (CDA) is van mening dat er een prima aanbod ligt voor de slachtoffers van de zeebeving. Dit voorstel om niet-gebruikte schepen in te zetten, verdient warme steun. Nederland moet op dit vlak dan ook betrokkenheid blijven tonen. Over BSE bij geiten en schapen zijn de afgelopen weken de nodige berichten vernomen. De minister heeft een vorm van controle aangekondigd, vergelijkbaar met die voor runderen. Probleem is dat de controle op geiten relatief nog duurder wordt. De opbrengst van een bok ter slacht liggen dan ook beduidend onder de keuringskosten. Vanuit de sector worden dan ook reeds de nodige zorgen geuit. Is volgens de minister in de experimentele fase een vorm van overheidsfinanciering mogelijk? De heer Atsma merkt op dat de levensmiddelenetikettering meermalen onderwerp van gesprek is geweest. De minister zette daarbij in op Europese certificering. Die heeft het, evenals nationale etikettering, niet gehaald. Welke inzet acht de minister alsnog haalbaar? Staatssecretaris Nicolaï en minister Zalm hebben opmerkingen gemaakt over het gemeenschappelijk landbouwbeleid die het ergste doen vrezen voor het boereninkomen en het vertrouwen in de overheid. Eerder is toch met grote unanimiteit met de Kamer overeengekomen in te zetten op zekerheid voor het plafond van de landbouwuitgaven tot en met 2013? Het is dan ook ongepast om buiten alles om een dergelijke discussie aan te zwengelen. Deze bewindslieden lopen de minister van LNV toch geweldig voor de voeten, bijvoorbeeld bij de suikerdiscussie. Tornen aan het budget is dan ook absoluut onbespreekbaar, ook in de ogen van de fractie van de PvdA. Hopelijk neemt de VVD-fractie de oprispingen van Nicolaï en Zalm niet serieus. De VVD-woordvoerder bij het suikerdebat heeft in ieder geval niets in die richting gezegd. Aangenomen wordt dat de handtekeningen van het kabinet gewoon blijven staan. Het debat over de voorstellen van commissaris Fischer Boel en de ambities van de minister van LNV heeft geresulteerd in een brief van de minister. De heer Atsma vindt die brief teleurstellend, omdat er onvoldoende ingespeeld wordt op het alternatief van het Platform Toekomst Suikermarkt. De minister wijst terecht op de rimpelingen in het financiële plaatje. Gevraagd wordt om op korte termijn in overleg te treden met het platform. Bij de financiering van het alternatieve opkoopmodel liggen immers een aantal alleszins bespreekbare alternatieven voor. De heer Atsma overweegt om zonodig een motie in te dienen. De heer Atsma vraagt de minister naar de stand van zaken bij de problematiek van de export naar Rusland. De woorden van de heer Waalkens over de garnalenvisserij worden onderschreven. Uit de brief van het kabinet blijkt dat er geen opties meer zijn. Is er echter voldoende naar de nieuwe internationale dimensie gekeken van het langetermijnperspectief? De heer Atsma merkt op dat het probleem van de glasaal reeds meerdere keren is besproken. De suggestie van de minister van een algeheel vangstverbod voor de paling valt niet in goede aarde. Het gelijk blijven van de voor paling gestelde dioxinenorm lijkt einde oefening te betekenen voor tientallen beroepsvissers. Wat is hieraan te doen voor de korte of middellange termijn? Is een overgangstermijn denkbaar om de betrokken ondernemers ruimte te geven een alternatief te zoeken? De heer Van den Brink (LPF) wijst erop dat bij het telen van aardappelen te zien is dat die soms groeischeuren vertonen. Gezien de opmerkingen van minister Zalm zou in het kabinet sprake kunnen zijn van haarscheurtjes en dat is vaak het begin van betonrot. De heer Atsma lijkt wat dat wat betreft flexibel: die hangt naar rechts of steunt naar links. De jager echter die «gemiddeld» raak schiet, mist altijd. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 3

Het is een prachtig gebaar om schepen naar de door de zeebeving getroffen gebieden te brengen. De voorwaarden van de Europese Unie laten echter zien dat ook hier het opgeheven vingertje niet achterwege blijft. De heer Van den Brink leest wat de plattelandsontwikkeling betreft dat de minister voorstander is om de beschikbare gelden te koppelen aan innovatie- en ketensamenwerkingsprojecten. Daarbij moet niet vergeten worden dat de primaire sector, ongeacht het ketensamenwerkingssysteem, altijd de zwakste schakel is. Wat betreft het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet de minister maar duidelijk maken hoe betrouwbaar minister Zalm nog is. De heer Van den Brink weet dat er bij een geit BSE geconstateerd is. Tevens is er de laatste tijd veel aandacht geweest voor de scrapiebestrijding. Is die echter nog noodzakelijk nu BSE vastgesteld kan worden? Scrapie vormt immers geen gevaar voor de volksgezondheid op zich. De achterstand bij de implementatie van EU-richtlijnen is teruggebracht van 41 naar 30. Het ministerie van LNV heeft daarbij de achterstand geheel weggewerkt. Bij het departement van minister Zalm is die achterstand echter opgelopen van 6 naar 11. Hoe staat het met de overige ministeries? De heer Van den Brink vindt het verzoek van de heer Atsma wat betreft het Platform Toekomst Suikermarkt prima. Men lijkt er echter niet uit te komen. Waarom wordt er zo veel suiker uit ontwikkelingslanden geïmporteerd om vervolgens C-suiker te exporteren, met als gevolg overproductie en een lage suikerprijs? De suikerindustrie heeft veel voor het zeggen. Als hier niets gebeurt, bestaat over tien of twintig jaar nog steeds hetzelfde probleem. Als het platform het idee overneemt om geen C-suiker meer te produceren, is het probleem uit de wereld. Het Agrarisch Dagblad schrijft over nieuwe rimpelingen op financieel vlak. Wat is hierop de reactie van de minister? De opmerkingen over de garnalenvisserij van de heer Waalkens worden onderschreven. Wat is hierop de reactie van de minister? De heer Van den Brink wijst erop dat de kostenverhouding bij buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in gevallen van dierziekte-uitbraken van 100% EU-0% nationaal via 70%-30% naar 50%-50% terug is gebracht. Als geënt vlees niets opbrengt, ontstaat er een welzijnsprobleem. Daar gaat deze regeling over. De heer Geluk (VVD), vervanger van de wegens ziekte afwezige heer Oplaat, complimenteert de minister met de resultaten van het Nederlands voorzitterschap. Er zijn belangrijke resultaten geboekt wat betreft dierentransport, integratie van overige Europese landen, bestrijdingsmiddelen, residuen, visserij, handhaving, controle en de administratieve lastendruk. Hopelijk kan hij een en ander in de komende jaren op de agenda houden. Het onderwerp van de lastendruk is immers van groot belang voor behoud van draagvlak voor de EU bij boeren, tuinders en burgers. De fiche over elektronische registratie van visserijactiviteiten is prima. Hopelijk komt de «spy in the sky» er zo snel mogelijk. Kan de minister ervoor zorgdragen dat trawlers niet met een peperduur, maar wel met een praktisch en goedwerkend systeem worden uitgerust? Worden de Nederlandse ervaringen op dit gebied gebruikt? De heer Geluk sluit zich aan bij de woorden over de Europese hulp voor de door de tsunami getroffen vissers. De opmerkingen van enkele liberale bewindspersonen over de begroting maken nieuwsgierig naar de reactie van de minister. De exportproblemen met Rusland zijn inmiddels opgelost. Zorgwekkend is echter wat er de komende maanden zal gebeuren. Volgens geruchten is er een nieuwe crisis op komst omdat de Russische fytosanitaire dienst er anders over denkt. Wil de minister dit probleem wederom in Europees verband aan de orde stellen en daarbij nadrukkelijk de vinger aan de pols Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 4

houden? Voor een land als Nederland met een zeer grote export, ook naar Rusland, van bloemen en groentegewassen vraagt dit probleem immers om een fundamentele aanpak. Het probleem van de paling moet door de minister op de agenda worden geplaatst. Nu veel vissers in het zuidwesten en het IJsselmeer hierdoor getroffen worden, kan Nederland niet volstaan met eenzijdige oplossingen. Het is immers raar als Nederland moet stoppen met de palingvisserij, terwijl de vangst van glasaal gewoon doorgang vindt. Dit probleem moet breed worden aangepakt in Brussel. De heer Geluk noemt de garnalenvisserij een slepende kwestie, die reeds twee jaar onderwerp van gesprek is. Het is zorgelijk dat na twee jaar praten over deze bron van ellende voor de beroepsgroep geen uitzicht bestaat op een oplossing. De NMa doet uitspraken over een trilaterale producentenorganisatie. Dit is toch meer een zaak voor de EU? Deze zeer onoverzichtelijke en onduidelijke kwestie is buitengewoon vervelend. Misschien moet het parlement verder onderzoek doen naar de reden waarom de kwestie al zo lang speelt. Elke mogelijkheid moet worden aangegrepen om de situatie tot verbetering te brengen. Bij de aanstelling van een nieuwe directeur Visserij op het ministerie moet de aansluiting met de praktijk niet uit het oog worden verloren. Het moet iemand zijn met goed zicht op en het vertrouwen van de sector. De vele problemen in de visserij, op het gebied van quota, milieu en natuur vragen om een krachtdadig figuur. Het gaat hier natuurlijk slechts om een aanbeveling. De heer Geluk is geen tegenstander van liberalisering van de suikermarkt. Vooral de wijze waarop vormt een probleem. Een situatie waarin Brazilië het voor het zeggen krijgt en negen grote exploitanten van suikerrietplantages de dienst uitmaken in de wereld is ongewenst. De zorgen van de arme landen lopen daarbij parallel aan die van suikerbietproducenten in Europa. De ingewikkelde brief van de minister over berekeningen verschaft geen duidelijkheid. Wat houdt de inhoud daarvan in voor een boer in Nederland? Het antwoord van de minister De minister deelt mede te zullen verzoeken om aan de agenda van de komende Landbouwraad de aanpak van influenza in Oost-Azië toe te voegen. Nederland wil de Raad voorstellen om FAO (Food and Agricultural Organisation), OIE (Office International des Epizooties: internationaal bureau voor besmettelijke veeziekten) en WHO (World Health Organisation) te steunen bij het verstrekken en coördineren van technische assistentie. De Commissie moet binnen de EU een stimulerende en faciliterende rol vervullen door het expertiseaanbod binnen de EU in kaart te brengen, te mobiliseren en via aanvullende financiering ter beschikking te stellen. Het gaat erom expertise en wellicht ook geld te bundelen om de problemen in Azië zo goed mogelijk het hoofd te bieden. Nederland draagt concreet bij met een financiële bijdrage aan de FAO. De Chief Veterinary Officer (CVO) van Nederland, gedurende zes maanden gedetacheerd bij de FAO, staat de mensen ter plekke met raad en daad terzijde. Gezien de waarschuwingen van de autoriteiten is uiterste voorzichtigheid geboden. Concentratie en inzet van expertise is hoogst noodzakelijk voor bestrijding aan de bron. Desgevraagd antwoordt de minister dat er geen maatregelen in Europa genomen zullen worden. Na een omvangrijke discussie over de effectiviteit daarvan zijn eerder preventieve maatregelen aan de buitengrenzen van Europa genomen, ook in Schiphol. De bewegingen van en naar Oost- Azië zijn enorm. De risico s die daarbij gelopen worden zijn derhalve ook enorm en reiken over de Europese grenzen van Cyprus tot Noorwegen. Een paar matten op Schiphol hebben wellicht enig psychologisch effect, maar helpen feitelijk niet. Mede daarom moet alles gedaan worden in de Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 5

vorm van steun met financiële middelen en expertise om een verdere uitbraak in Oost-Azië te voorkomen. De te nemen maatregelen in Nederland beperken zich tot de sfeer van de hygiëne op de bedrijven, het beperken van de contacten en monitoring van de situatie op de bedrijven. Als expertiserapporten uitwijzen dat vogeltrek tot ophokken moet leiden, is de minister bereid dat door te voeren. Van 23tot 25 februari vindt in Ho Chi Minh Stad een donorconferentie plaats van FAO en OIE inzake gecoördineerde actie. De minister gaat ervan uit dat de opvattingen van Nederland over de voorstellen van de Commissie over de tsunami-hulp bekend zijn. Het idee mag echter niet postvatten dat vissersboten waarvoor geen emplooi is in Nederland ingezet kunnen worden in de getroffen gebieden. Het karakter van de visserij daar is immers totaal anders. Het gaat om heel veel kleine boten voor kustvisserij. Voorkomen moet dan ook worden dat er dingen aangeboden worden die niet gebruikt kunnen worden. De voorstellen van de Commissie zijn hier en daar dan ook wat onbekookt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken coördineert de inspanningen om de mensen ter zake aan voorzieningen te helpen om de visserij, een levensvoorwaarde aldaar, weer op de been te krijgen. De minister legt uit dat de door de heer Geluk als ingewikkeld getypeerde brief over de doorberekening van de opkoopregeling van het alternatief van het Platform Toekomst Suikermacht een antwoord is op een vraag uit de Kamer. Die brief valt overigens goed uit te leggen aan de boeren. Er zal wederom contact opgenomen worden met het Platform Toekomst Suikermarkt, waarmee overigens reeds periodiek gesproken wordt. Ook worden allerlei hand- en spandiensten verricht om zo goed mogelijk in kaart te brengen wat het voorstel van het platform en het voorstel van de Commissie inhoudt. De opvattingen van de commissaris zijn de minister bekend. Nederland heeft een naam hoog te houden als het gaat om het bereiken van compromissen. Dat lijkt hier moeilijk, gezien de opvattingen van de commissaris. De reactie van de Kamer op de ideeën van het Platform Toekomst Suikermarkt zijn eveneens bekend bij de minister. Een en ander zal nader worden bezien. De bedoelde ideeën zijn overigens ook ter kennis gebracht aan de buitenlandse collega s om de discussie over alternatieven in Europa te verbreden. De tijd dringt overigens, aangezien er in november een besluit genomen moet worden. De teledetectie is een belangrijk punt, al is het voorstel van de Commissie erg globaal. De roep om zuinigheid en effectiviteit wordt onderstreept. Er moeten een aantal pilots plaatsvinden om werking en verdere vormgeving te verduidelijken. De datum van 1 januari 2006 zal waarschijnlijk niet worden gehaald. Waarschijnlijk zal de controle pas een jaar later op orde zijn. De garnalenvisserij vormt een moeizaam dossier. De transnationale producentenorganisatie wordt momenteel door Duitsland beoordeeld. Er bestaat geen aanwijzing dat de NMa de zaak ingewikkelder maakt. Binnenkort vindt overleg plaats tussen ministerie en NMa over de voortgang. De daarover gestelde vragen zullen binnenkort in overleg met minister Brinkhorst van een antwoord worden voorzien. De Brusselse regels vormen overigens, na veel vijven en zessen, geen hindernis voor de producentenorganisatie. Dit zal de minister volgende week verifiëren bij mevrouw Künast, de Duitse minister van landbouw. Overigens vormt dit alles geen gehele oplossing, omdat een deel van de aanvoerders medewerking weigert. Zo kan de situatie dus niet goed geregeld worden, zeker tegen de achtergrond van de door de NMa geconstateerde overcapaciteit in de sector. De opmerkingen van de Kamer over de aanvragen voor bijzondere bijstand worden gedeeld. De Dienst regelingen van LNV heeft echter twee scenario s doorgerekend, zowel met de oude als de nieuwe marktprijzen. In beide scenario s bestaat echter geen positief bedrijfseconomisch eindplaatje en wordt een negatief advies verstrekt. Daarbij is overigens reeds rekening gehouden met marktherstel als gevolg van een meer geregelde Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 6

aanvoer door een transnationale producentenorganisatie. De BBZ is, zoals bekend, alleen een vangnet voor perspectiefrijke bedrijven. De minister stelt vast dat de Commissie bij de medefinanciering van de kosten voortvloeiend uit gewone maatregelen ter ondersteuning van de markt a.g.v. restricties opgelegd door veterinaire autoriteiten om de verdere verspreiding van dierziekten te bestrijden de grondslag formaliseert. Het Europese deel wordt kortgesloten op 50% voor de koop voor welzijnsdoeleinden. Als voor de bestrijding van de dierziekten, niet de gevolgen, het percentage hoger ligt, geldt ook voor welzijn een hoger percentage. De Commissie wil op deze wijze parallelliteit brengen in beide vergoedingen. De Nederlandse regering heeft een en ander afgedekt met het Diergezondheidsfonds. De minister is van mening dat er feiten voorliggen die ertoe noodzaken, slachtgeiten in de leeftijd van 18 maanden te testen op de aanwezigheid van BSE. Op basis daarvan zal de European Food Safety Authority (EFSA), de Europese pendant van de VWA (Voedsel- en Waren Autoriteit), advies uitbrengen over eventuele risico s voor de volksgezondheid en eventuele noodzaak voor continuering van de tests. De kosten van keuring liggen buiten de werkingssfeer van het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten. De minister is bereid om de eerste zes maanden bij de kosten van een test, 30, het Europese deel aan te vullen met 18. Daarmee zijn die tests geheel gefinancierd. Na een evaluatie moet worden bezien of een eventuele doorbelasting nodig is, zoals bij de BSE. De minister treedt met de geitenhouders in overleg over de situatie op de langere termijn. Voorkomen moet worden dat wrakke slachtdieren niet meer worden aangeboden voor tijdige afvoer van het bedrijf. Het gaat in totaal om zo n 5 000 tot 10 000 slachtgeiten per jaar. De overheid steekt er nu dus enkele honderdduizenden euro s in. De minister is, tegen de achtergrond van wat in Baarn is afgesproken, voorstander van herkomstaanduiding op etiketten. Dit valt echter onder verantwoordelijkheid van de minister van VWS. Nederland is voorstander van herziening van de richtlijn 2000 13inzake levensmiddelenetikettering. Dit moet leiden tot een verbetering voor zowel consument als bedrijfsleven. Het standpunt van de Duitse regering dat eventuele verbeteringen in de herkomstaanduiding meegenomen kunnen worden bij de revisie van de etiketteringrichtlijn wordt gedeeld. Nederland steun de oproep ter zake aan de Commissie. De dioxinenorm bij paling ligt bij 8 picogram. Brussel werkt aan een voorstel ter zake. Van de dioxinenorm bij paling van 8 PG/gr. LNV en VWS zijn van mening dat deze in technisch overleg geopperde norm aan de krappe kant is. De inzet is om te komen tot een verhoging die verantwoord is in het kader van het gevaar voor de volksgezondheid. Die norm zal niet in de buurt van de 40 picogram komen, die voor alle paling de grens zou zijn om binnen de norm te blijven. Overigens moet iemand ook bij een hoeveelheid dioxine van 12 of 15 erg veel paling per dag eten om schade aan de gezondheid te berokkenen. De minister wijst erop dat vorig jaar in de maand juli door de Nederlandse regering in de Raad is gesteld dat de Commissie op korte termijn een samenhangend visherstelplan moet maken voor de aal- en palingstand. Dit is gebaseerd op geluiden uit de sector en ervaringen van de eigen visserijbiologen. De Commissie is nog aan dit plan aan het werken. In Brussel buurtende vissers zijn echter niet vrolijk geworden van dit plan. Er moet uiteindelijk een pakket komen waarin de maatregelen evenwichtig over de lidstaten worden verdeeld. Dat is iets anders dan een vangstbeperking voor paling in Nederland en het laten vangen van glasaal elders in Europa. Ook voor Nederlandse vissers is het niet in hun belang op lange termijn om de boel leeg te laten vissen. Nederland is bijvoorbeeld ook bezig met het uitkopen van vissers om de bevissing van het IJsselmeer te verminderen. Desgevraagd geeft de minister aan dat de sector tracht een aalplatform op Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 7

te richten, dat zich gaat inzetten op een spoedig herstel van de aalstand. Hierbij hebben zowel de aalvissers als aalkwekers een belang. Beiden zijn immers afhankelijk is van aanvoer van glasaal. 90% van de paling die wordt gegeten komt uit de palingkweek. De Nederlandse palingvisserij koopt geen glasaal om uit te zetten. Dit is overigens veel te duurder geworden vanwege de schaarste. Op Europees niveau moet een evenwichtig pakket maatregelen de glasaal- en schieraalvisserij in Nederland een redelijke toekomst bieden en zorgen voor herstel van de aalstand. Van de nog te implementeren EU-richtlijnen zijn er 11 voor Financiën, 5 voor Justitie, 2 voor SZW, 3voor Verkeer en Waterstaat, 6 voor VROM en 3voor VWS. In 2002 is op het hoogste niveau afgesproken om een plafond in te stellen bij de gemeenschappelijke landbouwuitgaven van 1%. Dat was toen al redelijk krap, gezien de benodigde financiering van de uitbreiding van de Europese Unie. De degressie vormt de basis voor de betalingen voor de nieuw toetredende landen. Discussiepunten zijn de financiering van het nieuwe suikerbeleid, de vraag of Bulgarije en Roemenië wel of niet onder de afspraak vallen en de financiële perspectieven. De Nederlandse opstelling bij het laatste punt gaat uit van maximaal 1% van het bruto nationaal product. Die wordt gedeeld door Frankrijk, Duitsland, Engeland, Oostenrijk en Zweden. Een zeer ruime meerderheid in Europa wil niet tornen aan het genoemde plafond. Nadere gedachtewisseling De heer Atsma (CDA) merkt op dat het quotum voor de schol deze maand is overschreden, zodat de vangsten overboord gezet moeten worden. Is een halfjaarlijkse evaluatie niet zinvol, om eventueel de quota bij te stellen? Dreigt er een verbod op palingvangst? Betekent dit ook dat de sportvissers niet meer op paling mogen vissen? De heer Van den Brink (LPF) herhaalt de vraag of met de BSE-test de scrapie-test niet overbodig is geworden. De minister legt uit dat de vraag van de heer Atsma ook al gesteld is bij de nieuwjaarsreceptie van het Productschap Vis. Het nauw bevochten compromis biedt echter absoluut geen ruimte. Overigens is de scholprijs heel laag. Extra aanbod van kuitzieke vis vergroot het probleem alleen maar. Het recept is geleidelijk aan over het seizoen vissen. Daarover mogen echter geen afspraken gemaakt worden. Een visverbod op paling is niet aan de orde op dit moment. Een verbod is hooguit voor delen van het jaar gepast en geldt bovendien niet voor de sportvisserij. De minister is niet bereid een verbod te accepteren als er niet tegelijkertijd evenwichtige herstelmaatregelen genomen worden voor de aal. De vraag van de heer Van den Brink zal schriftelijk beantwoord worden. De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Schreijer-Pierik De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Heteren De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Van Leiden Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 2005, 21 501-32 enz., nr. 117 8