Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Datum: 24 november 2014 Rapportnummer: 2014/184



Vergelijkbare documenten
Rapport. Een onderzoek naar het al dan niet openbare karakter van. parkeerplaatsen. Publicatiedatum: 15 oktober Rapportnummer: 2014 /14 0

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 30 juli 2001 Rapportnummer: 2001/231

Rapport. Datum: 16 december 2008 Rapportnummer: 2008/305

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt

Een onderzoek naar de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders van Zeist bij de verkoop van een groenstrook.

Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Oirschot.

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Rapport Over de wijze waarop de gemeente Rijswijk. een adresonderzoek heeft uitgevoerd voordat zij in 2012 een burger uit de

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Incasso van de eigen bijdrage Zorg met Verblijf gaat over van CAK naar UWV: wat te doen als incassopraktijken niet op elkaar aansluiten?

Geen actie tegen bouwoverlast buiten kantooruren Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei Rapportnummer: 2013/057

Geen reactie op aanvragen voor een tweede oprit Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Dienst Stadsbeheer

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus Rapportnummer: 2011/233

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Wierden te Wierden. Datum: 17 december 2013

Rapport. Op het verkeerde been

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân. Datum: 21 november 2012

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet. Datum: 19 augustus 2015 Rapportnummer: 2015/124

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

Rapport. Rapport over een klacht over de hoofdofficier van justitie te Den Haag. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/044

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Een onderzoek naar de klachtbehandeling door de Gemeenschappelijke Regeling Servicecentrum MER.

ke/- ombudsman de Nationale De Gemeenteraad van Delft T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman De heer mr. R. Verduijn Postbus ME DELFT

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Rapport. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/159

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer

Geen ruimte voor afvalcontainer in nieuwbouwwijk Gemeente Zaanstad Dienst Wijken Dienst Stadsbedrijven

Rapport. Wob-verzoek per . Een onderzoek naar de manier waarop de gemeente Delft met een e- mailverzoek is omgegaan.

Rapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde.

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus Rapportnummer: 2012/134

Geen regie bij melding gat in de stoep Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost Waternet

Rapport. Rapport over een klachtover het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/162

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport Datum: 22 mei 2013 Rapportnummer: 2013/051

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari Rapportnummer: 2014/004

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Rapport over een klacht over Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit Dordrecht. Datum: 23 december Rapportnummer: 2011/367

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport over een deskundigenoordeel van het UWV. Datum: 11 december Rapportnummer: 2014/205

Rapport. Openbaar rapport over een klacht over de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland te Zaandam. Datum: 5 april 2016 Rapportnummer: 2016/031

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie ressort 's-gravenhage te Den Haag. Datum: 1 juli Rapportnummer: 2013/076

Een onderzoek naar de handelwijze van de gemeente naar aanleiding van een verzoek om bomen te rooien vanwege overlast.

Rapport. 2014/109 de Nationale ombudsman 1/5

Beoordeling. h2>klacht. Verzoeker klaagt er over dat:

Wateroverlast na werk aan het riool Gemeente Zaanstad Dienst Wijken

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Den Haag. Datum: 6 maart Rapportnummer: 2014/017

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Groningen. Datum: 24 maart Rapportnummer: 2014/023

Rapport. Een onderzoek naar een gedraging van de gemeente Meerssen. Oordeel

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober Rapportnummer: 2014 / /139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Geen uitleg over verwijdering groen Gemeente Zaanstad Dienst Wijken

Als u naar aanleiding van dit overzicht vragen heeft, dan kunt u deze doorgeleiden naar het adres:

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Boomwortels in de weg Gemeente Almere Stadsbeheer

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie ressort 's-gravenhage te Den Haag. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2013/065

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/143

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst in Alkmaar. Datum: 5 december Rapportnummer: 2013/183

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Het gesloten stadsdeelkantoor Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidoost

Rapport. Rapport over een klacht over de voormalige korpsbeheerder van het voormalige regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland.

Rapport. Rapport over een klacht over het Bureau Ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie. Datum: Rapportnummer: 2013/053

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december Rapportnummer: 2011/358

Rapport gemeentelijke ombudsman

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Datum: 10 augustus Rapportnummer: 2011/243

Rapport. Rapport over een klacht over de heffingsambtenaar van de gemeente Uithoorn (Belastingen Amstelland).

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Beoordeling. h2>klacht

Een onderzoek naar de handelwijze van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden

Een onderzoek naar het vorderen van een identiteitsbewijs door de politie.

Een onderzoek naar de informatie van de RDW over tarieven van keuringen

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de gemeente Schiermonnikoog deels gegrond.

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Lantaarnpaal staat in de weg Gemeente Weesp Beheer en beleid

Rapport. Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. "Gevecht tegen windmolens" Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de

Een onderzoek naar de wijze waarop de gemeente Leusden heeft gehandeld in verband met de inschrijving van een derde op het adres van verzoekster.

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Inspraak over handhaving voetpad Gemeente Almere Stadsbeheer

Auto vergunninghouder weggesleept na gewijzigde verkeerssituatie Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid Dienst Stadstoezicht

Transcriptie:

Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Datum: 24 november 2014 Rapportnummer: 2014/184

2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Arnhem zijn klachten en meldingen over de slechte bereikbaarheid van zijn woning tijdens uitvoerige renovatiewerkzaamheden onvoldoende ernstig heeft genomen en heeft laten zien dat zij zich weinig bekommert om de veiligheid van burgers bij projecten als deze. Aanleiding voor de klacht Verzoeker woont en werkt in een Arnhemse wijk. Zijn woning ligt aan de weg die rond deze wijk loopt en op twee punten aansluit op de hoofdweg. De weg is vooral in gebruik bij verkeer met een bestemming in de wijk. Het college van burgemeester en wethouders informeert de wijkbewoners op 8 augustus 2013 dat later die maand de uitvoering van het project Buiten Gewoon Beter (BGB) begint. Met dit project pakt de gemeente gedurende meerdere jaren wijk voor wijk het achterstallig onderhoud van de openbare ruimte aan. Het gaat vooral om het vervangen van de riolering, het plaatsen van infiltratieputten voor de afvoer van hemelwater, het aanpassen van de straatverlichting en het opnieuw bestraten van rijbanen, parkeerplaatsen en voetpaden. Het college wijst er op dat de wegafsluiting met gele borden wordt aangegeven en dat, zodra de straat wordt opgebroken, het niet mogelijk is om de auto voor de woning te parkeren. Wel is de woning te voet bereikbaar. Het college verzoekt bewoners om, als de straat is opengebroken, de afvalcontainer op een plek te zetten waar de vuilniswagen kan komen en wijst op de mogelijkheid om telefonisch, via de e-mail of tijdens het spreekuur contact op te nemen met de directievoerder ter plaatse. Verzoeker schrijft deze directievoerder op 2 november 2013 dat overlast van de werkzaamheden onvermijdelijk is, maar dat dit niet geldt voor het uitvoeren van de werkzaamheden en de communicatie daarover. Zo is hij - en zijn partner - niet, of pas één dag van tevoren op de hoogte gebracht van nieuwe werkzaamheden. Hierdoor konden zij niet adequaat anticiperen op de werkzaamheden en overlast. Verder wijst hij er op dat bij calamiteiten levensbedreigende situaties kunnen ontstaan, omdat hulpdiensten het gedeelte van zijn wijk maar van één kant kunnen benaderen en bij de nabijgelegen kruising op twee blokkades stuiten. Auto's parkeren voor het hek op de weg, hoewel daarop is vermeld dat de toegang moet worden vrijgehouden voor hulpdiensten, en ook een hoge berg zand achter dit hek belemmert de doorgang voor hulpvoertuigen. Verzoeker dringt dan ook aan op een veilige(r) oplossing. De directievoerder reageert onmiddellijk per e-mail en schrijft dat het aannemingsbedrijf verantwoordelijk is voor de planning van de werkzaamheden en de communicatie daarover via brieven aan de bewoners. Het is gebruikelijk om de planning en uitvoering, zoals het opbreken van de weg, kort van tevoren te communiceren. Verder wijst hij erop,

3 dat de situatie bij de hulpdiensten bekend is en verzoekers woning ook bereikbaar was via de puinverharding, vanaf het eerste weggedeelte waar hij woont. Tot slot wijst hij erop dat de berg zand van 30 cm. hoog bedoeld is om personenauto's te weren en dat de zware auto's van de brandweer daar geen last van hebben. Het parkeren van auto's voor het hek acht hij niet gewenst. Daarom zijn borden met de tekst 'niet parkeren en vrijhouden voor de hulpdiensten' geplaatst. Verzoeker is het niet eens met deze reactie en wijst de directievoerder er op 4 november 2013 op dat zowel een ambulance als een bluswagen van de brandweer niet over de zandhoop kan rijden. Door de volledige blokkade door personenauto's van buurtbewoners kan zelfs geen enkel voertuig van de hulpverlening de straat in. De bereikbaarheid van een deel van de straat was tijdens de stormachtige weersomstandigheden van de zondag daarvoor volgens hem dus niet gewaarborgd. Verzoekers bij de gemeente ingediende klacht Op 9 februari 2014 dient verzoeker enkele klachten in bij de gemeente. Onder meer omdat de afsluiting van zijn straat hem pas een dag van tevoren is aangekondigd en de straat tijdens de rioleringswerkzaamheden langere tijd totaal onbereikbaar was voor voertuigen van hulpdiensten. Volgens verzoeker hebben de gemeente en de aannemer uiterst onverantwoordelijk gehandeld, waardoor zijn gezin heeft blootgestaan aan onnodige en grote veiligheidsrisico's en hij stelt dat de gemeente te allen tijde de veiligheid van de burger dient te waarborgen. Het college van burgemeester en wethouders reageert met de schriftelijke mededeling dat volgens het college zowel de klacht over het verstrekken van informatie, als die over de veiligheidsrisico's voldoende is behandeld, omdat de directievoerder hierover tijdens de uitvoering van de werkzaamheden al contact met hem had opgenomen. Relevante aspecten bij de voorbereiding van wegwerkzaamheden Wettelijk is vastgelegd wanneer een verkeersbesluit nodig is. Zo'n besluit is niet nodig voor het plaatsen of weghalen van een waarschuwingsbord, maar wel voor tijdelijke maatregelen met gevolgen voor het verkeer. Een wegbeheerder is dan tevens verplicht om met politie en hulpdiensten, zoals de brandweer en de ambulancedienst overleg te voeren en belanghebbenden te informeren. De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) is de organisatie voor brandweer en ambulancehulpverlening in zestien gemeenten, waaronder de gemeente Arnhem. De Nationale ombudsman constateert tevens dat op de websites van diverse gemeenten en hulpdiensten berichten staan over de hinder die ambulances en brandweerauto s ondervinden van foutief geparkeerd staande auto s. Zo staat in de Brandweerkrant van Nederland (nummer 9, lente 2014) een artikel over de actie van de Veiligheidsregio

4 Noord- en Oost Gelderland om automobilisten te vragen om hun auto beter te parkeren. Dat gebeurt met onderstaande flyer. Als wordt geparkeerd op een plaats waar dat niet is toegestaan kan de gemeente of de politie daartegen optreden en een boete (bestuurlijke strafbeschikking) opleggen. Wat schreef de gemeente over de kwestie? De gemeente is van mening dat zij voldoende heeft gedaan om de bewoners te informeren en de bereikbaarheid en de veiligheid tijdens de uitvoering van de wegwerkzaamheden te waarborgen. De protocollen hiervoor zijn opgenomen in het contract met de aannemer en bij de start van de uitvoering wordt overlegd met de hulpdiensten en de gemeente, zodat iedereen op de hoogte is. Het kan gebeuren dat de uitvoering wel eens afwijkt van het protocol. Afspraak is dat de bewoners drie dagen voor de start van werkzaamheden voor hun deur worden geïnformeerd, maar dat was bij verzoeker maar één dag. De weg mag maximaal over een lengte van 40 meter zijn opgebroken en moet dan vanaf één zijde benaderbaar zijn. Bij een opgebroken lengte van 80 meter moet dat van twee zijden benaderbaar zijn. Zowel door de gemeente als de hulpdiensten wordt hier op toegezien. Buiten werktijd is het lastig om controle te houden op het gebruik van de openbare ruimte bij het opgebroken weggedeelte. Het zijn over het algemeen de bewoners zelf die de borden

5 'niet parkeren, vrijhouden voor hulpvoertuigen' bij de wegafsluiting negeren, en er blijkbaar niet attent op zijn wat dat betekent voor de bereikbaarheid en de veiligheid van de huizen langs het opgebroken weggedeelte. Hoewel de gemeente vindt dat zij het goed heeft geregeld, maakt de kwestie de gemeente scherp op het geven van extra aandacht voor parkeren bij een wegafzetting tijdens de werktijd en de handhaving na werktijd op de bereikbaarheid van percelen achter een wegafzetting. Verder wordt in de informatie aan bewoners voortaan ook gewezen op de mogelijke risico s. Wat vindt er van? Het is een vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat de overheid actief naar de burger luistert, zodat deze zich gehoord en gezien voelt. Actief luisteren houdt onder meer in, dat een overheidsinstantie die van een burger een signaal over een mogelijk probleem of een misstand ontvangt daar op reageert met een bericht waaruit blijkt dat is begrepen waar het die burger om gaat en waarin is aangegeven hoe dat is of kan worden verholpen. In dit geval gaat het om de klacht van een burger die zich zorgen maakte over de bereikbaarheid van het deel van de straat waar hij woont. Dat deel was afgezet in verband met rioleringswerkzaamheden. Volgens de directievoerder van de gemeente konden de ambulance en de brandweer in geval van nood echter nog altijd ter plaatse komen om hulp te bieden. Verzoeker was het daar niet mee eens en hij vroeg de gemeente aandacht voor de omstandigheid dat de geparkeerde auto's aan de ene kant van het hek waarmee de weg was afgesloten en de grote zandhoop achter dat hek de doorgang voor voertuigen van de hulpdiensten in feite onmogelijk maakte. De directievoerder van de gemeente merkt hier onder andere over op dat hij het parkeren ook niet gewenst vindt en er daarom borden waren geplaatst. Op een mogelijke verbetering van de situatie ging hij echter niet in. Verzoeker nam daarmee geen genoegen en wendde zich tot het college van burgemeester en wethouders. Het college stelde zich echter op het standpunt dat verzoekers klacht al voldoende was behandeld omdat de directievoerder met hem over de kwestie had gesproken. Het college schoot met zijn reactie aan verzoeker echter te kort. De Nationale ombudsman overweegt daarbij het volgende. Verzoekers zorg dat voertuigen van de hulpdiensten gedurende langere tijd niet tot vlak bij zijn woning konden komen is begrijpelijk. De hulp van brandweer en ambulance wordt in de regel immers ingeroepen omdat daarvoor een dringende reden is, waarbij een snel ingrijpen van doorslaggevende betekenis kan zijn. Aan hulpdiensten dient in geval van nood in het verkeer ook voorrang te worden verleend om zo snel mogelijk ter plaatse hulp te kunnen bieden. Het kan gebeuren dat door onverwachte gebeurtenissen een vertraging optreedt. De uitvoering van al geplande wegwerkzaamheden kan en mag echter geen onverwachte hindernis zijn. Een

6 wegbeheerder, zoals in dit geval de gemeente Arnhem, dient van tevoren met politie, brandweer en ambulancedienst te overleggen zodat deze diensten hun eventuele wensen kenbaar kunnen maken en zich op wijzigingen kunnen voorbereiden. Grootschalige en langdurige wegwerkzaamheden zijn in Nederland niet ongebruikelijk en hulpdiensten zijn ermee vertrouwd om daar in de praktijk mee om te gaan. Het is dan van belang dat de wegbeheerder erop toeziet dat die werkzaamheden ook inderdaad volgens de planning verlopen en dat niet wordt afgeweken van de afspraken met de hulpdiensten en de aan deze diensten verstrekte informatie. De situatie rond de afsluiting met het hek op de weg waaraan verzoeker woont, was niet zoals die had behoren te zijn. Het is algemeen bekend dat het ontbreken van voldoende parkeerruimte in stedelijke gebieden nogal eens leidt tot foutief parkeren en overlast. Ook hulpdiensten ondervinden daarvan hinder en, afgaande op de publicatie in de Brandweerkrant van het voorjaar van 2014, kennelijk in die mate dat de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland het nodig vond om foutparkeerders via een flyer te wijzen op de mogelijke gevolgen daarvan voor de hulpverlening. De directievoerder heeft naar de mening van te passief op verzoekers melding gereageerd door te volstaan met de bevestiging dat parkeren op de weg voor het hek niet was toegestaan. Het was hier op zijn plaats geweest als hij of verzoekers melding zelf had doorgegeven aan de afdeling Handhaving van de gemeente, óf verzoeker erop had gewezen dat hij zelf een melding bij deze dienst of bij de politie kon doen. Ook het college heeft te mager op verzoekers klacht gereageerd. Weliswaar waren de werkzaamheden aan de weg al afgerond toen verzoeker het college over de kwestie benaderde, maar dat neemt niet weg dat het college hem had moeten informeren over de mogelijkheid tot optreden tegen foutparkeerders. Verder had het college zelf bij de Veiligheidsregio Gelderland-Midden navraag naar hun visie kunnen doen, of verzoeker naar deze dienst verwijzen. Een deskundige van die dienst had verzoeker dan uit de eerste hand kunnen informeren over het verloop van acute hulpverlening op moeilijk bereikbare locaties. Dat is niet gebeurd. Het college heeft aldus te weinig begrip getoond voor de onzekerheid van verzoeker over de hulpverlening in het geval van een calamiteit en niet gehandeld in overeenstemming van het vereiste van actief luisteren naar de burger.. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk. De Nationale ombudsman heeft er wel met instemming kennis van genomen dat de gemeente voortaan meer aandacht zal geven aan het niet toegestaan parkeren bij een wegafzetting en aanwonenden ook informeert over de daaraan verbonden veiligheidsrisico s.

7 Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, is gegrond, wegens strijd met het vereiste dat de overheid actief luistert naar de burger. De Nationale ombudsman, mr. F.J.W.M. van Dooren, waarnemend ombudsman