Op weg naar een adequaat sport- en beweegaanbod voor 50-plussers



Vergelijkbare documenten
Stadsenquête Leiden 2007

Stadsenquête Leiden 2005

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

Gemeente Houten: Vraag naar Sporten en Bewegen. Den Dolder, 7 juli 2010 Drs. Casper de Vos

A3. In welk postcodegebied woont u?... A4. Bent u in Nederland geboren of in een ander land? Nederland In een ander land, namelijk:...

Sportdeelname volwassenen 2012

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Onderzoek Sportgedrag

Sportdeelname Onderzoek 2014

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Wat beweegt uw gemeente? Onderzoek naar het beweeggedrag en de sportbeoefening in de gemeenten Bladel, Rucphen, Someren, Veldhoven en Werkendam

Leusdenpanel Vijfde peiling: Sport

NOC*NSF Sportdeelname Index

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Sportparticipatie Volwassenen

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 7: sportbeleving

NOC*NSF Sportdeelname Index

Rapportage gouden voornemens 2016

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Sportpeiling 2007

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

juni 2009 Sportmonitor Leidschendam-Voorburg 2008 Inzicht in het sportgedrag van de inwoners van Leidschendam-Voorburg

Onderzoek Sportdeelname Gemeente Almere 2010

NOC*NSF Sportdeelname Index

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

SPORT EN BEWEGEN IN LANSINGERLAND

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

NOC*NSF Sportdeelname Index

Stadsenquête Leiden 2009

Goede voornemens 2019

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname Index

Onderzoek Sportdeelname Gemeente Almere 2006

NOC*NSF Sportdeelname Index

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar

RAPPORTAGE ZOMERDIP. In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF Sportdeelname Index

Burgerijenquête Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

NOC*NSF Sportdeelname Index

Onderzoek Sportparticipatie 2006

Gemeente Tholen. Tabellenboek

Gemeente Houten: Sporten en Bewegen 55+ Vraag en aanbod. Den Dolder, Drs. Casper de Vos

Dordt sport! Inhoud SPORTMONITOR 2018 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Conclusies. 2 Sporten

Sportparticipatie 2008

Gemeente Goes. Tabellenboek

Gemeente Middelburg. Tabellenboek

Gemeente Veere. Tabellenboek

Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 23 November In opdracht van NOC*NSF

Gemeente Hulst. Tabellenboek

NOC*NSF Sportdeelname Index

HET MOERDIJKPANEL OVER SPORT EN BEWEGEN

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING

Gemeente Borsele. Tabellenboek

Gemeente Sluis. Tabellenboek

NOC*NSF Sportdeelname Index

Jaaroverzicht Sportdeelname

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016

Jaaroverzicht Sportdeelname

Vraag 1. Wat is uw geslacht? man vrouw. Vraag 2. Wat is uw leeftijd? Vraag 4. Wat is uw lengte? Afronden op hele cijfers

2014, peiling 1 maart 2014

Sport' Omnibus Haarlem Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX TOT 18. Meting 14 Februari In opdracht van NOC*NSF

Nationaal Sportonderzoek

Onderzoek sportdeelname Gemeente... Gemeentelogo

Z Vragen over sport- en beweegdeelname

Feiten en cijfers beweegnormen

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Gemeente Vlissingen. Tabellenboek

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT

Rapport. Hagenaars en sport. Onderzoek sportdeelname 2014

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18

Sport- en beweegscan [bedrijf X]

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX TOT 18. Meting 17 Mei In opdracht van NOC*NSF

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 27 Maart In opdracht van NOC*NSF

Kerngegevens sportdeelname

Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Robert Selten. Jessica Greven.

Gemeente Schouwen- Duiveland. Tabellenboek

SPORTPARTICIPATIE (2013)

Drentse Sportmonitor 2012

Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari In opdracht van NOC*NSF

% dat vindt dat hij/zij voldoende beweegt jr jr jr. 81% Nederlandse Norm Gezond Bewegen 47% 48% 0% 4-12 jr jr jr.

Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT

[Geef tekst op] Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Transcriptie:

Taskforce Sport 50+ gemeente Bunnik Op weg naar een adequaat sport- en beweegaanbod voor 50-plussers Resultatenrapport Definitief September 2008 Sportservice Midden Nederland 1

Colofon Sportservice Midden Nederland, september 2008 Auteurs: Eindredactie: Uitgave: Theo Hoek/Evelien Wijdeveld Karin Beenen Sportservice Midden Nederland Sportservice Midden Nederland 2

Inhoudsopgave 1. Onderzoeksverantwoording...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Theoretisch kader...5 1.3. Methode...5 1.4. Onderzoekspopulatie, steekproef en respons...6 2. Resultaten...7 2.1 Informatiebehoefte en voorziening sport- en bewegen...8 2.2 Sportparticipatie...8 2.3 Redenen om niet te sporten/bewegen... 11 2.4 Mobiliteit... 11 2.5 ASE-model... 13 2.6 Verband en voorzieningen sport en bewegen... 15 3. Conclusies... 18 3.1 Informatiebehoefte en -voorziening... 18 3.2 Sportparticipatie en Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB)... 18 3.3 Motieven om wel/niet te sporten/bewegen... 18 3.4 Mobiliteit... 18 3.5 Beïnvloeding van sport- en beweeggedrag... 18 3.6 Tevredenheid huidige en wensen gericht op toekomstig sport- en beweegparticipatie... 19 4. Literatuurlijst... 20 Bijlage vragenlijst burgers Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 3

1. Onderzoeksverantwoording 1.1. Aanleiding Sportservice Midden Nederland is begin 2008 gestart met het project Taskforce 50+ in Bunnik. Landelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het huidige sport- en beweegaanbod beter zou kunnen aansluiten bij de steeds groter wordende behoefte van 50-plussers. Doel van Taskforce is dan ook om steeds meer senioren aan het bewegen te krijgen. Landelijk gezien wordt geprobeerd het aantal actieve 50-plussers tot 2010 met 4 procent te verhogen. Zowel de landelijke Taskforce 50+ als ook de provincie Utrecht leveren een bijdrage door een gedeelte van de kosten die gemoeid zijn met de projectuitvoering te dekken. Organisatie Taskforce Sport en Bewegen 50+ Opdrachtgevers voor de Task Force aanpak zijn het Sportplatform Bunnik, het Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen en de provincie Utrecht. De projectaanpak wordt besproken en vastgesteld in overleg met de lokale stuurgroep en de projectuitvoering is opgepakt door Sportservice Midden Nederland. In de lokale stuurgroep zijn de gemeente Bunnik, Sportplatform Bunnik, seniorenactiviteiten Bunnik en Odijk, de Stichting Welzijn Ouderen, de gezamenlijke ouderenbonden plus twee vertegenwoordigers van sportverenigingen (op persoonlijke titel) vertegenwoordigd. Doelstelling en vraagstelling Dit rapport geeft de resultaten weer van de inventarisatie gericht op het beweeggedrag en de factoren die dit beweeggedrag kunnen beïnvloeden van inwoners van de gemeente Bunnik van 50 jaar. De doelstellingen voor de lokale Stuurgroep Taskforce 50+ sluiten naadloos aan bij de doelstellingen zoals geformuleerd door de landelijke Taskforce van het Nederlands Instituut voor Sport & Bewegen (NISB). De doelstellingen zijn: 1. De wensen en behoeften, drempels en stimulansen van de inwoners van 50 jaar en ouder gericht op sport en bewegen in kaart brengen (1) en het krijgen van een objectief beeld van de sportparticipatie en het voldoen aan de beweegnorm (2). 2. Het in beeld brengen van het sport-en beweegaanbod van de sportaanbieders (sportverenigingen, commercieel en anders georganiseerde sportaanbieders). 3. Het uitbrengen van een advies voor de stuurgroep gericht op de gewenste interventies (Dit onderdeel is separaat uitgewerkt in het plan van aanpak). Met behulp van de uitkomsten van het onderzoek wordt een beeld verkregen van de huidige stand van zaken binnen de gemeente Bunnik gericht op de sportparticipatie als ook de belangrijkste factoren die het sport- en beweeggedrag van de burgers beïnvloeden. Op basis van deze inzichten worden conclusies getrokken. In overleg met de Stuurgroep worden de aanbevelingen vertaald naar een plan van aanpak. In dit plan van aanpak zijn de voorgestelde interventies opgenomen die gebaseerd zijn op de resultaten van dit onderzoek. Dit rapport geeft een antwoord op vragen die horen bij doelstelling 1 en 3. De inventarisatie gericht op het in beeld brengen van het sport- en beweegaanbod voor de doelgroep 50+ bij de sportaanbieders, wordt uitgevoerd door het Sportplatform Bunnik. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 4

1.2. Theoretisch kader Om de resultaten van het onderzoek te interpreteren wordt gebruikt gemaakt van het ASEmodel (De Vries, 1993). Dit model vormt het theoretisch kader van waaruit de praktijksituatie wordt getoetst. In onderstaand figuur wordt het conceptueel kader schematisch weergegeven. Attitude Barrières Externe variabelen Sociale Invloed I Eigen effectiviteit teit Sport- en beweegintentie 50-plussers Sport- en beweeggedragb 50-plussers Sportverleden Vaardigheden Figuur 1.1: Het ASE-model (theoretisch kader) De resultaten worden in hoofdstuk 2 beschreven aan de hand van bovenstaand model. De verschillende onderdelen die het uiteindelijke sport- en beweeggedrag kunnen verklaren, zijn te vinden in paragraaf 2.5.1 (sociale invloed), 2.5.2. (attitude/eigen effectiviteit), het sport- en beweeggedrag (2.2). De resultaten gericht op de barrières om te komen tot het gewenste gedrag zijn weergegeven in paragraaf 2.1 (informatie sport- en beweegaanbod) en 2.6.2/2.6.3 aanwezigheid sportvoorzieningen. In de vragenlijst is niet specifiek gevraagd naar het sportverleden. 1.3. Methode Rekening houdend met de demografische opbouw en samenstelling van de gemeente Bunnik met haar kernen Bunnik, Odijk en Werkhoven is een advies opgesteld voor de steekproeftrekking. Conform dit advies is de steekproef getrokken. Door een brief en een schriftelijke vragenlijst zijn 1600 inwoners in de leeftijd van 50 jaar en ouder uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 5

1.4. Onderzoekspopulatie, steekproef en respons De populatie bestaat uit de 5542 inwoners die de gemeente Bunnik per 1 januari 2008 kende in de leeftijd van 50 jaar en ouder (N=5542). Volgens het advies voor de steekproeftrekking heeft de gemeente Bunnik een adresselectie gemaakt uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). De steekproef bestaat uit 1600 personen, verdeeld over Bunnik, Odijk en Werkhoven. In totaal hebben 527 inwoners de enquête ingevuld. Dit betekent een respons van 33 procent. De betrouwbaarheid komt hiermee uit op ruim 95 procent. In tabel 1a zijn de kenmerken van de responsgroep weergegeven. Tabel 1a: Kenmerken van respondenten Percentage Sekse Man 41(N=218) Vrouw 54(N=287) Leeftijd 50-54 55-59 60-64 65-69 70 74 75+ Inkomen (netto) Minder dan 800,- 801,- - 1.350,- 1351,- - 2.500,- 2501,- - 3.750,- Meer dan 3.750,- 17 (N=91) 15 (N=82) 18 (N=96) 16 (N=85) 13 (N=68) 16 (N=86) 1 (N=5) 9 (N=46) 29 (N=155) 26 (N=135) 21 (N=110) Woonkern Bunnik Odijk Werkhoven Opleiding Geen onderwijs Lager onderwijs Lager beroepsonderwijs MAVO Middelbaar beroepsonderwijs HAVO/VWO Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs/ universiteit Huishoudensituatie Alleenstaand, geen kind(eren) Alleenstaand, met kind(eren) Twee volw. geen kind(eren) Twee volw. met kind(eren) Anders Percentage 51 (N=270) 33 (N=174) 12 (N=61) 1 (N=4) 5 (N=27) 12 (N=62) 12 (N=64) 13 (N=71) 9 (N=48) 22 (N=116) 22 (N=114) 16 (N=83) 2( N=10) 63 (N=332) 15 (N=78) 1 (N=4) Representativiteit De responsgroep komt goed overeen met de groep inwoners van Bunnik van 50 jaar en ouder op de onderdelen leeftijd en kern. Mannen zijn in de responsgroep licht ondervertegenwoordigd (41 procent om 47 procent). In tabel 1b vindt u de gegevens op basis waarvan de representativiteit te beoordelen is. Tabel 1b: Representativiteit naar leeftijd, kern en geslacht Leeftijd Advies Responsgroep steekproef 50 59 jaar 36% 33% 60 69 jaar 31% 34% 70 jaar en ouder 32% 29% Kern Bunnik 52% 51% Odijk 34% 33% Werkhoven 14% 12% Geslacht Man 47% 41%* Vrouw 53% 54%* *Het geslacht is door 5% van de respondenten niet ingevuld Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 6

Tabel 2: Demografische samenstelling Bunnik en vergelijking binnen Provincie Utrecht Naam gemeente/geografische eenheid Totaal inwoners Aandeel < 17 Aandeel 55+ Bunnik 14.160 23% 31% Baarn 24.375 21% 32% Breukelen 14.630 24% 28% Houten 45.568 28% 18% Lopik 13.999 27% 22% Rhenen 18.644 23% 29% Vianen 19.688 23% 26% Provincie Utrecht 1.190.604 23% 24% Bron: Kerncijfers Provincie Utrecht 2007-2008 Het aandeel inwoners van 55 jaar en ouder in de gemeente Bunnik (31%) ligt boven het gemiddelde voor de hele provincie (24%). Samen met de gemeente Baarn, behoort de gemeente Bunnik tot de gemeenten met het hoogste aandeel inwoners van 55 jaar en ouder. Het aandeel jeugdigen t/m 17 jaar in de gemeente Bunnik, komt overeen met het provinciale gemiddelde (beide 23%). Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 7

2. Resultaten In dit hoofdstuk volgen de resultaten van de inventarisatie onder de burgers. 2.1 Informatiebehoefte en voorziening sport- en bewegen Iets meer dan 1 op de 10 respondenten (11 procent) vindt dat zij goed geïnformeerd zijn over het sport- en beweegaanbod in de gemeente Bunnik. Ongeveer één op de drie geeft aan redelijk geïnformeerd te zijn (32 procent) en meer dan de helft geeft aan hierover matig tot slecht geïnformeerd te zijn (52 procent). Het beeld voor mannen en vrouwen komt nagenoeg overeen. In de groep 50 tot en met 64-jarigen geeft ruim de helft van de mensen aan dat zij matig/slecht geïnformeerd zijn (59 procent) en in de groep van 65 jaar en ouder bijna de helft (47 procent). Het aandeel burgers dat aangeeft matig tot slecht geïnformeerd te zijn over het sport- en beweegaanbod is voor alle drie de kernen gelijk. De doelgroep krijgt nu vooral informatie over het aanbod via kranten (59 procent), mond-totmond reclame (45 procent) en folders van de gemeente (21 procent) of de sportvereniging c.q. het zwembad (19 procent). In beperktere mate wordt informatie verkregen via de Stichting Welzijn Ouderen/het WMO-loket (7 procent), folders van het Sportplatform (2 procent), televisie (5 procent) en radio (2 procent). Bijna twee op de vijf senioren (38 procent) ziet het als gewenst om meer informatie te krijgen over de sport- en beweegmogelijkheden. Hierbij gaat het de doelgroep zowel om praktische informatie als locatie (27 procent), tijden (26 procent), prijzen (22 procent) en een contactpersoon (14 procent) als ook om informatie om een inschatting te kunnen maken van de kwaliteit van het aanbod, zoals moeilijkheidsgraad (12 procent), toegankelijkheid (15 procent) en de begeleiding (17 procent). Tabel 3: Verdeling van informatiebehoeften naar kern Specifieke informatiebehoefte Bunnik Odijk Werkhoven Lokaties 70% 73% 89% Tijden 71% 69% 78% Bereikbaarheid 13% 16% 33% Moeilijkheidsgraad 35% 23% 39% Toegankelijkheid 43% 38% 39% Prijzen 55% 67% 72% Grootte groepen 35% 19% 33% Begeleiding 47% 45% 56% Contactpersoon 42% 36% 44% In Werkhoven ligt de behoefte aan informatie over lokaties, tijden en prijzen iets hoger dan in de kernen Bunnik en Odijk. Daarnaast tonen de gegevens in tabel 3 dat er in alle drie de kernen een evengrote informatiebehoefte bestaat op de aspecten groepsgrootte, begeleiding en contactpersoon. 2.2 Sportparticipatie In deze paragraaf vindt u de resultaten gericht op de sportdeelname, Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) en de populariteit van sporten. 2.2.1 Sportdeelname (RSO) Volgens de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) is iemand een sporter wanneer hij/zij minimaal 12 keer per jaar of meer aan sport doet. Getoetst aan deze richtlijn is 75 procent van de respondenten sporter en doet een kwart niet of incidenteel aan sport (25 procent). Bijna één op de vijf respondenten (18 procent) sport onregelmatig en ruim een op de vijf sport regelmatig Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 8

(22 procent). Het aandeel dat competitief en georganiseerd sport is bij de groep onregelmatige sporters ongeveer even groot. Tabel 2: Kengetallen sportdeelname volgens COMPASS-schema Bunnik 2008 Aard Sportdeelname Senioren 50 t/m 69 jaar Senioren 70 jaar en ouder Totaal senioren 50 jaar en ouder Intensieve, competitieve en 12% 5% 9% georganiseerde sportdeelname Intensieve sportdeelname 26% 27% 26% Regelmatige, competitieve en 11% 14% 11% georganiseerde sportdeelname Regelmatige sportdeelname 12% 7% 10% Onregelmatige sportdeelname 20% 14% 18% Incidentele sportdeelname 4% 3% 3% Geen sportdeelname 13% 30% 22% Meer dan eenderde van de respondenten sport intensief (35 procent). Ongeveer een kwart van de intensieve sporters doet dit georganiseerd en driekwart anders of ongeorganiseerd. In tabel 2 zijn de resultaten weergegeven aan de hand van het COMPASS-schema. Hiermee worden resultaten van sportdeelname onderzoeken nationaal en internationaal vergelijkbaar weergegeven. Ruim vier van de vijf senioren in de leeftijd van 50 t/m 69 jaar doet aan sport (83%), waarvan meer dan eenderde (38%) intensief. In de groep senioren van 70 en ouder doet 67% aan sport, waarvan 32% intensief. 2.2.2 Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Voor 50-plussers geldt de volgende Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB): een half uur per dag matig intensief bewegen op minimaal vijf dagen per week en bij voorkeur op alle dagen in de week. Van alle respondenten voldoet 48 procent in de zomer aan de NNGB. In de winter ligt dit percentage op 39 procent. In tabel 3a is het voldoen aan deze gezondheidsnorm weergegeven voor de leeftijdscategorieën 50 tot en met 69 jaar en 70 jaar en ouder. Tabel 3a: Percentage burgers dat voldoet aan NNGB in zomer en winter in Bunnik 2008 naar leeftijd Leeftijd Voldoet NNGB in zomer Voldoet NNGB in winter 50-54 jaar 54% 38% 55-64 jaar 47% 36% 65-74 jaar 50% 29% 75 jaar en ouder 46% 34% Landelijke kengetallen TNO heeft in het kader van het onderzoek Bewegen in Nederland 2006 onderzocht in welke mate volwassenen voldoen aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen. Een vergelijking tussen de resultaten van dit landelijke onderzoek en de lokale Taskforce is weergegeven in tabel 3b: Tabel 3b: Percentage burgers dat in de zomer voldoet aan NNGB in Nederland 2006 vergeleken met Bunnik 2008 Leeftijd Nederland 2006 Bunnik 55 t/m 64 jaar 63 47 65 t/m 74 jaar 57 55 75 jaar en ouder 53 49 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 9

In de leeftijdscategorie van 55 tot en met 64 jaar voldoet een significant lager deel van de inwoners van Bunnik (47 procent) aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen dat de Nederlandse bevolking (63 procent). In de leeftijdscategorieën 65 tot en met 74 jaar en 75 jaar en ouder is er geen sprake van een significant verschil. Relatie beweegnorm met opleidingsniveau en leeftijd In de leeftijd van 50 t/m 69 jaar voldoen meer hoger dan lager opgeleiden aan de beweegnorm (36 om 29% in zomer en 28 om 22% in de winter). In de leeftijdscategorie van 70 jaar en ouder voldoen de lager opgeleiden juist meer aan deze norm (19 om 12% in zomer en 13 om 7% in winter). Relatie beweegnorm met werksituatie en leeftijd In de leeftijd van 50 t/m 69 jaar voldoen parttime werkende het meest aan de beweegnorm (53%), gevolgd door werklozen/wao-ers (47%), huisvrouwen/huismannen (43%) en fulltime werkende (41%). Inwoners in de VUT/gepensioneerden voldoen het minst aan de beweegnorm (25%). In de leeftijd van 70 jaar en ouder voldoen huismannen en vrouwen duidelijk minder aan de norm dan de groep 50 t/m 69 jarigen (43 om 17% in zomer en 28 om 12% in winter). Het onderscheid fulltime/parttime werkend en VUT/Gepensioneerd vervalt in deze levensfase. 2.2.3 Populariteitsrangorde Tabel 4 laat de top tien van meest populaire sport- en beweegactiviteiten onder de inwoners van Bunnik in de leeftijd van 50 jaar en ouder. Tabel 4: De tien meest beoefende sporten (in % sporters) en verdeling man/vrouw (absoluut) en leeftijd (percentage) Totaal in % % 50-70 %70+ (absoluut) 1. Fitness conditie 2. Toerfietsen 3. Sportief wandelen 4. Wandelsport 5. Tennis 6. Zwemsport 7. Nordic Walking 8. Volleybal 9. Hardlopen/joggen 10. Fitness kracht 27 (n=139) 24 (n=127) 19 (n=98) 16 (n=83) 13 (n=71) 13 (n=66) 10 (n=54) 9 (n=49) 9 (n=48) 8 (n= 44) 29 26 19 16 16 12 12 9 12 11 23 21 14 18 8 16 6 10 4 3 N.B. Totaal > 100% omdat burgers meerdere takken van sport kunnen beoefenen Opvallend is dat meest ongebonden takken van sport voorkomen in de top 10. De top 3 bestaat uit fitness conditie, toerfietsen en sportief wandelen. Tennis als semi-individuele taken van sport komt op de 5e plaats. De top tien van meest populaire sporten voor mannen en vrouwen kent zowel enkele verschillen als overeenkomsten. Fitness conditie, toerfietsen en sportief wandelen behoren zowel bij mannen als vrouwen tot de meest populaire sporten. Bij mannen zijn verder tennis, volleybal, golf en hardlopen populair. Bij vrouwen zijn darts, aerobics/steps, jeu de - boules, tafeltennis, tennis en zwemmen populair. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 10

2.3 Redenen om niet te sporten/bewegen In deze paragraaf vindt u informatie over de motieven die sporters noemen om te sporten en welke redenen niet-sporters noemen om niet te sporten/bewegen. 2.3.1.Redenen om niet te sporten De top 5 vijf redenen om niet te sporten/bewegen voor niet-sporters vindt u in tabel 5. Tabel 5: Redenen om niet aan sport en bewegen deel te nemen (in aantallen niet-sporters) Motief % (Geheel) mee eens In absoluut aantal Gezondheid staat niet toe Andere hobby s interessanter Deelname te verplichtend Bereikbaarheid activiteiten is slecht Aanbod onbekend 5,7 5,3 4,9 4,6 4,5 30 28 25 24 24 2.3.2. Redenen om te sporten Sporters kunnen verschillende redenen hebben om aan sport te doen. Zo zijn er mensen die sporten een aangename bezigheid vinden. Anderen nemen deel aan sportieve activiteiten vanwege gezondheidsredenen. Tabel 6 geeft een overzicht van de top vijf meest genoemde redenen om te sporten door sporters. Tabel 6: Top 5 van redenen om te sporten in afgelopen twaalf maanden (in aandeel sporters in %) Motivatie sporters (in %) Vanwege gezondheid en/of fitheid Vanwege plezier en/of ontspanning Vanwege het sociale contact of vriendschap Aandacht Sport & Bewegen in de media Motivatie anders, nl.... De belangrijkste reden om aan sporten of bewegen te doen is de gezondheid en/of fitheid. Ook sporten voor het plezier en/of ontspanning is een belangrijke reden. Op de derde plaats geven de mensen die bewegen aan dat het hen gaat om de sociale contacten/de vriendschappen. Ook de positieve aandacht voor sport en bewegen in de media vormt voor een belangrijk deel van de senioren een belangrijke motivator om te sporten. 2.4 Mobiliteit In deze paragraaf komen reistijd, vervoer, plaats van sportbeoefening en de redenen om buiten Bunnik te sporten/bewegen aan bod. 2.4.1 Reistijd en vervoer Meer dan de helft van de respondenten (52 procent) is bereid tussen de 5 en maximaal 15 minuten te reizen om de sport- en beweegactiviteit te bereiken. In tabel 7 is de acceptabele reistijd om het sport- en beweegaanbod te bereiken, weergegeven naar kern. Tabel 7: Maximaal acceptabele reistijd naar kern binnen gemeente Bunnik (in %) Acceptabele reistijd Bunnik Odijk Werkhoven < 5 minuten 7 5 18 Tussen 5 en 15 minuten 54 51 48 Tussen 15 en 30 minuten 21 20 18 Meer dan 30 minuten 4 4 2 97 89 63 65 84 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 11

Ongeacht de kern en de leeftijd vindt in de meeste gevallen het vervoer plaats per fiets/te voet (74 procent), gevolgd door de auto (58 procent), het openbaar vervoer (15 procent). De regiotaxi sluit met 2 procent gebruik de rij. Tabel 8 toont de cijfers gericht op de wijze van vervoer naar het sport- en beweegaanbod naar kern. Tabel 8: Wijze vervoer naar sport- en beweegaanbod naar kern (in %) Wijze vervoer Bunnik Odijk Werkhoven Auto 56 65 66 Per fiets/te voet 79 71 79 Openbaar vervoer 14 16 20 Regiotaxi 3 2 3 Anders, nl.. 1 1 1 2.4.2 Plaats van sportbeoefening De groep sporters is gevraagd van welke type accommodatie zij gebruik maken om te sporten en bewegen. Tabel 9: Plaats van sportbeoefening (in % sporters) Eigen gemeente Elders Eigen + elders Totaal 38 (N=407) 40 (N=436) 22 (N=241) Officiële Binnensportaccommodatie 20 (N=217) 19 (N=209) 3 (N=35) Officiële Buitensportaccommodatie 7 (N=73) 6 (N=69) 2 (N=18) Sportvoorziening in de openbare ruimte 1 (N=6) 1 (N=10) 0 (N=4) Andersoortige voorziening 10 (N=111) 14 (N=148) 17 (N=184) Uit de gegevens in tabel 9 blijkt dat 38 procent van de mensen die sporten dit in de eigen gemeente doen en het meest in een officiële binnensportaccommodatie. Een ongeveer even groot deel van de inwoners van Bunnik sport buiten de gemeentegrenzen. Wanneer we kijken naar welke sporten burgers elders beoefenen, blijkt het vooral om schaatsen (22%), golf (16%), skiën/snowboarden (16%), volksdansen (17%) en zwemmen (11%) te gaan. Daarnaast worden ook handbal en tennis buiten elders beoefend (beide 9%). 2.4.3 Reden van sportbeoefening buiten Bunnik Voor de gemeente Bunnik is het van belang te weten waarom sporters niet of niet altijd in de gemeente zelf sporten. Tabel 10 laat zien wat de redenen daarvan zijn. Tabel 10: Redenen van sportbeoefening buiten gemeente Bunnik (in % sporters) Faciliteiten buiten Bunnik zijn beter/mooier In Bunnik zijn te weinig/geen faciliteiten Sport met vrienden/kennissen die buiten Bunnik wonen In Bunnik is te weinig/geen aanbod Ik sport in de plaats waar ik werk Anders, nl.... Aandeel sporters (in %) 14 9 9 5 2 18 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 12

Een belangrijke motivatie om buiten de gemeentegrenzen van Bunnik te sporten vormen de accommodaties. Enerzijds vinden de burgers dat er in Bunnik te weinig faciliteiten zijn (9 procent) en anderzijds dat de faciliteiten buiten Bunnik beter/mooier zijn (14 procent). Ook de sociale contacten vormen een aspect die de keuze om buiten Bunnik te sporten beïnvloeden. In de categorie anders, nl.. worden als redenen om buiten de eigen gemeentegrenzen te sporten vaak genoemd: 1. wandelen en fietsen op diverse locaties met vrienden 2. sporten/bewegen tijdens vakanties 3. het ontbreken van een passend zwemaanbod (koud water) 2.5 ASE-model De aspecten attitude, sociale invloed, beoordeling van de eigen effectiviteit en het zelfbeeld vormen belangrijke onderdelen in de verklaring voor het sport- en beweeggedrag. In paragraaf 2.5.1 wordt ingegaan op de sociale invloed en in paragraaf 2.5.2 op de eigen effectiviteit en het zelfbeeld. Hierbinnen vormen de meningen/attitudes van sporters en niet sporters de belangrijkste verklarende factoren gericht op het gewenste sport- en beweeggedrag. 2.5.1 Sociale invloed De resultaten gericht op de mate waarin personen uit de leefomgeving volgens de respondenten een rol kunnen spelen om hen aan te sporen te gaan sporten of bewegen staat weergegeven in tabel 11. Tabel 11: Personen uit de directe leefomgeving aansporen om te gaan sporten of bewegen (absoluut en relatief) Absoluut Relatief (in %) Leden uit eigen gezin/ partner Overige familieleden Vrienden/kennissen Collega s Huisarts of andere medisch specialisten Fysiotherapeut 27 16 19 11 51 47 5,1 3,1 3,6 2,1 9,7 8,9 De aansporing te gaan sporten of bewegen door de huisarts of andere specialisten zal volgens de respondenten het meest effectief zijn (10 procent), direct gevolgd door de aansporing door de fysiotherapeut (9 procent) en leden uit het eigen gezin/de partner (5 procent). Niet-sporters lijken iets gevoeliger voor de aansporing door de huisarts/medisch specialist dan sporters (10% om 8%). Eenzelfde beeld gaat op voor de aansporing door de fysiotherapeut (9% om 7%). De verschillen zijn te klein om te spreken van een significant verschil. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 13

2.5.2 Beoordeling eigen-effectiviteit/zelfbeeld Eigen effectiviteit De respondenten is gevraagd om op een aantal onderdelen hun mening te geven over hun succesinschatting. Het resultaat van deze eigen beoordeling is in onderstaande grafiek weergegeven. Grafiek 1: Vergelijking variabelen gericht op Sport- en Beweeggedrag voor sporters /nietsporters Verklaring Sport- en Beweeggedrag Perecentage 70 60 50 40 30 20 10 0 50 45 66 47 37 3837 32 50 43 32 33 5354 29 22 41 44 Sporters Niet sporters motivatie alleen gaan succesinschatting uithoudingsvermogen Start moeilijk vaardigheden in staat sporten/bewegen fysieke beperking Totalen Attitude/Mening Uit de vergelijking van de beoordeling van sporters en niet-sporters valt op dat niet-sporters het moeilijker vinden om te starten (50 procent om 32 procent) en een lagere inschatting hebben van de eigen vaardigheden (43 procent om 33 procent). Opvallend genoeg geven sporters (66 procent) meer dan niet-sporters (47 procent) aan dat het voor hen een probleem is alleen naar activiteiten te gaan. De mening/attitude gericht op de motivatie, voldoende uithoudingsvermogen en de inschatting om in staat te zijn om te sporten en bewegen, komt ongeveer overeen tussen sporters en nietsporters. Zelfbeeld sporter en sportfrequentie Van de 106 personen die zichzelf in het geheel niet als sporter zien, doen er 46 minder dan 12 keer/jaar aan sport (43 procent) en doen er 17 meer dan 120 keer/jaar aan sport (16 procent). Van de 33 personen die zichzelf zonder meer als sporter zien, doen er 2 minder dan 12 keer/jaar aan sport (6 procent) en 20 meer dan 120 keer/jaar aan sport (61 procent). Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 14

2.6 Voorkeur type sportaanbieder en voorzieningen sport en bewegen 2.6.1 Organisatorisch verband sportbeoefening In deze paragraaf wordt ingegaan op het verband waarin de 50-plussers in Bunnik sporten. De resultaten zijn gebaseerd op de sportende 50-plusser. De resultaten staan weergegeven in onderstaand cirkeldiagram 1. Cirkeldiagram 1: Sportparticipatie naar type verband Sportparticipatie naar type aanbieder (in %) 21 33 Sportvereniging Commerciële aanbieder Anders georganiseerd Ongebonden 55 28 De meeste sportende 50-plussers sporten ongebonden (55 procent), 33 procent sport in verenigingsverband, 28 procent sport bij een commerciële aanbieder en 21 procent anders georganiseerd. 2.6.2 Tevredenheid sportvoorzieningen Om de mate van tevredenheid over de voorzieningen in de gemeente Bunnik in het geheel en voor de eigen woonkern in beeld te brengen, is aan de respondenten gevraagd een oordeel te geven over verschillende aspecten die betrekking hebben op (sport)voorzieningen. De resultaten worden besproken in deze paragraaf. In tabel 14 zijn de percentages weergegeven van respondenten die (zeer) tevreden en die (zeer) ontevreden zijn over de verschillende aspecten betreffende de (sport)voorzieningen. Tabel 14: Tevredenheid over sport- en beweegaanbod in de gemeente Bunnik (in %) Criterium Zeer tevreden/ Tevreden Neutraal Ontevreden/Zeer ontevreden Variatie 47% 46% 5% Hoeveelheid 47% 47% 6% Kwaliteit 37% 55% 8% Begeleiding 31% 66% 3% Aanpassingen aan specifieke doelgroepen zoals mensen met een beperking en ouderen 20% 59% 21% Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 15

Uit de beoordeling van de kwaliteit van het aanbod vanuit het perspectief van de doelgroep, blijkt dat de respondenten het minst tevreden zijn over de afstemming op de doelgroep (59 procent neutraal en 21 procent ontevreden/zeer ontevreden) en de begeleiding (66 procent neutraal en 3 procent ontevreden/zeer ontevreden). 2.6.3 Behoefte aan sport- en beweegvoorzieningen Het is voor de gemeente van belang de behoefte aan sportvoorzieningen te kennen. In tabel 15 op de volgende pagina is de top 5 van sportvoorzieningen weergegeven waaraan de burgers van 50 jaar en ouder aangeven behoefte te hebben. Tabel 15: Behoefte aan sportvoorzieningen in totale gemeente Bunnik en naar kernen (in % inwoners) Type sportvoorziening Bunnik Odijk Werkhoven Totaal Gemarkeerde fiets- en wandelroutes 35% 43% 50% 40% Bos (wandelen, fietsen) 28% 36% 38% 32% Zwembad 25% 26% 21% 25% Buurthuis/wijkgebouw 21% 13% 7% 16% Openbaar water (meer, plas) 18% 14% 19% 16% Onder de 50-plussers in Bunnik is vooral behoefte aan gemarkeerde fiets- en wandelroutes (40%) en bos waar gewandeld en gefietst kan worden (32%). Ook geeft een kwart van de burgers aan behoefte te hebben aan een zwembad (25%). Gericht op deze voorzieningen komt het beeld voor de totale gemeente en de drie kernen nagenoeg overeen. Ook gericht op de behoefte aan openbaar water is er geen siginficant verschil te herkennen tussen de kernen. In de kern Bunnik en Odijk is in verhouding meer behoefte aan een buurthuis/wijkgebouw (21 en 13%), dan in Werkhoven (7%). 2.6.4 Sporten en Bewegen in de komende jaren Voorkeur sportactiviteiten Zowel sporters als niet-sporters zijn gevraagd of zij de huidige situatie willen handhaven of veranderen. Het resultaat vindt u in cirkeldiagram 2. Cirkeldiagram 2: Voorkeur sport- en bewegen in toekomst voor sporters/niet-sporters Verdeling segmenten Sport en Bewegen 5 9 13 2 Sporter met interesse extra sporten Sporter wil stoppen met huidige activiteit en starten nieuw Sporter wil doorgaan met huidige activiteit Niet-sporter met interesse nieuw aanbod Niet-sporter die dit zo wil houden 55 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 16

Voorkeur sportaanbieder De voorkeur van de doelgroep om in de komende jaren te sporten, gaat het meest uit naar ongeorganiseerd sporten (42 procent), gevolgd door de sportschool (23 procent), de sportvereniging (22 procent) en de St. Welzijn Ouderen en de fysiotherapeut/bewegingstherapeut (beide 17 procent). Voorkeur invulling sportaanbod (groepssamenstelling, moment) Ongeveer een even groot gedeelte van de respondenten sport het liefst met leeftijdsgenoten (26 procent) als in een gemengde groep (25 procent). Een iets groter deel van de doelgroep heeft hierin geen voorkeur (29 procent). Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 17

3 Conclusies In dit hoofdstuk wordt op basis van de resultaten de belangrijkste conclusies getrokken. Hierbij dienen de doelstellingen van de Taskforce stuurgroep als referentiekader. 3.1 Informatiebehoefte en -voorziening In de groep 50 tot en met 64-jarigen ligt het aandeel mensen dat aangeeft matig/slecht geïnformeerd te zijn hoger (59 procent), dan in de groep van 65 jaar en ouder (47 procent). Hieruit blijkt dat een groot deel van de doelgroep een extra informatiebehoefte kent gericht op de sport- en beweegaanbod 3.2 Sportparticipatie en Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) Er lijkt sprake te zijn van een positieve relatie tussen het zelfbeeld en de intensiteit van sportbeoefening. In de leeftijdscategorie van 55 tot en met 64 jaar voldoet 47 procent aan de landelijke beweegnorm. Dit percentage ligt duidelijk lager dan in een vergelijkbaar onderzoek gericht op de Nederlandse populatie (63 procent). Ongebonden vormen van sportbeoefening zijn het meest populair bij de doelgroep. Sporten bij de commercieel sportaanbieder en sporten bij de sportvereniging zijn daarna ongeveer even populair. Het anders georganiseerde aanbod (van bijvoorbeeld de St. Welzijn Ouderen) is op dit moment het minst populair. 3.3 Motieven om wel/niet te sporten/bewegen De belangrijkste reden om aan sporten of bewegen te doen is vanwege de gezondheid en/of fitheid. Ook sporten vanwege het plezier en/of ontspanning is een belangrijke reden. Op de derde plaats geven de mensen die bewegen aan dat het hen gaat om de sociale contacten/de vriendschappen. 3.4 Mobiliteit Meer dan de helft van de respondenten (52 procent) is bereid tussen de 5 en maximaal 15 minuten te reizen om de sport- en beweegactiviteit te bereiken. Ongeacht de kern en de leeftijd vindt in de meeste gevallen het vervoer naar de sportactiviteit plaats per fiets/te voet (74 procent), gevolgd door de auto (58 procent), het openbaar vervoer (15 procent). Qua wijze van vervoer naar de sport- en beweegactiviteit wordt het minst gebruik gemaakt van de regiotaxi (2 procent). 3.5 Beïnvloeding van sport- en beweeggedrag Sociale invloed De meeste invloed op het sport- en beweeggedrag van de doelgroep heeft de huisarts of een andere specialist als de fysiotherapeut, gevolgd door leden uit het eigen gezin danwel de partner. Eigen-effectiviteit/zelfbeeld Er lijkt sprake te zijn van een positieve relatie tussen de toename van het zelfbeeld sporter bij een hogere intensiteit van sporten en bewegen. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 18

3.6 Tevredenheid huidige en wensen gericht op toekomstig sport- en beweegparticipatie Huidig sportaanbod Het huidige (anders) georganiseerde aanbod voldoet in de ogen van de sporters het minst aan hun wensen/verwachtingen op de aspecten afstemming op de doelgroep en de begeleiding. Binnen het segment sport en bewegen op de openbare weg, bestaat onder de 50-plussers in Bunnik vooral behoefte aan gemarkeerde fiets- en wandelroutes en bos waar gewandeld en gefietst kan worden. Ook geeft één op de vijf burgers aan behoefte te hebben aan een zwembad. Wensen toekomstig sportaanbod De voorkeur van de doelgroep om in de komende jaren te sporten, gaat het meest uit: ongeorganiseerd sporten (42 procent), gevolgd door de sportschool (23 procent), de sportvereniging (22 procent) en de Stichting Welzijn Ouderen en de fysiotherapeut/bewegingstherapeut (beide 17 procent). De voorkeur van de Bunnikse senior gaat voor een even groot gedeelte uit naar sporten met leeftijdsgenoten (26 procent) als in een gemengde groep (25 procent). Een ander deel van de doelgroep heeft hierin geen voorkeur (29 procent). Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 19

4 Literatuurlijst Ajzen, I. (1988). Attitudes, personality and behaviour. Milton Keynes: Open University Press. Babbie, E.R. (2003). The Practice of Social Research. Belmonth, CA: Wadsworth Publishing Bennet, P. en G. Bozionelos (1999). The theory of planned behaviour as predictor of exercise, the moderating influence of beliefs and personality variables. Journal of Health Psychology, 4, p. 517-529. De Vries, H. (1993). Determinanten van gedrag. In: H.T. v. Damoiseaux, G.J.van der Molen & G.J. Kok, Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum, p. 109-132. Fishbein, M. en I. Azjen (1975). Belief, attitude, intention and behaviour. New York: Wiley t Hart, H. e.a. (1998). Onderzoeksmethoden, 5e druk. Amsterdam: Boom. Prochaska, J.O. en B.H. Marcus (1994) The transtheoretical model : Applications to exercise. In: Dishman, R.K., Advances in Exercise Adherence. Champaign, IL: Human Kinetics, p. 161-180. Schaalma, H.P. (1993). De analyse van gedragsdeterminanten. In: V. Damoiseaux, H.T. van der Molen en G.J. Kok. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum, p. 133-167. Steenbergen, J. (2004). Grenzen aan de sport: Een theoretische benadering van het sportbegrip. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Tamboer, J.W.I. en J. Steenbergen (2000). Sportfilosofie. Best: Damon. Hoyng, J., Roques, C. en van Bottenburg, M. (2003), Kerngegevens Sportdeelname W.J.H. Mulier Instituut. Provincie Utrecht (2008), Kerngegevens Provincie Utrecht 2007 2008. Mulier Instituut (2007), Sporters in beeld: Sportersmonitor 2005-2006 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 20

Bijlage: Vragenlijst Sport en Bewegen 50+, Gemeente Bunnik 2008 Inleiding In deze vragenlijst zijn open en gesloten vragen opgenomen binnen de thema s informatievoorziening, Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB), Beweeggedrag, Sportdeelname, Huidig sportaanbod, Verbetering sportaanbod en Persoonlijke gegevens. Het invullen duurt ongeveer 20 minuten. Informatievoorziening De volgende vragen gaan over de informatievoorziening van de sport en beweegmogelijkheden in de gemeente Bunnik. Dit onderdeel bestaat uit 4 vragen. Vraag 1. Hoe goed bent u op de hoogte van het sport- en beweegaanbod voor 50-plussers binnen de gemeente Bunnik? Goed Redelijk Matig Slecht Vraag 2. Waar haalt u in het algemeen informatie vandaan over sport- en beweegvoorzieningen en/of sport- en beweegactiviteiten in Bunnik? (meerdere antwoorden mogelijk) Folders/boekjes/brochures van verenigingen, zwembad, sportcentra Folders/boekjes/brochures van de gemeente Folders/boekjes/brochures van Sportplatform Stichting Welzijn Ouderen / WMO-loket (ouderenadviseurs) Kranten (dag-,week-, dorps- en zondagsbladen) Televisie (RTV Utrecht, lokale tv) Radio (Radio M/Omroep Utrecht FM, lokale radio) Internet Mond-tot-mond reclame (bijvoorbeeld via familie, vrienden, kennissen, etc.) Ik haal nergens mijn informatie vandaan Anders, namelijk Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 21

Vraag 3. Zou u meer willen weten over het sport- en beweegaanbod voor 50- plussers binnen de gemeente Bunnik? Ja Nee ga verder met vraag 5 Vraag 4. Kunt u aangeven waarover u meer zou willen weten als het gaat om het sport- en beweegaanbod voor 50-plussers binnen de gemeente Bunnik? (meerdere antwoorden mogelijk) Locaties waar gesport of bewogen kan worden Tijden (dagen en tijden waarop gesport of bewogen kan worden) Bereikbaarheid Moeilijkheidsgraad Toegankelijkheid (wat betreft leeftijd, beperkingen, etc.) Prijzen Grootte van de groepen Begeleiding Contact (contactpersonen, telefoonnummers, etc.) Meer informatie over een specifieke sport- of beweegmogelijkheid, namelijk Anders, namelijk Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 22

Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen Een aantal landelijke organisaties heeft de Nederlandse norm voor gezond bewegen (beweegnorm) opgesteld. De beweegnorm staat voor de minimale hoeveelheid beweging per dag, die voldoende is om de gezondheid te verbeteren of op peil te houden. Voor volwassenen is 30 minuten matig intensief bewegen per dag voldoende, als u ook tenminste 2 keer per week gedurende 20 minuten zware lichamelijke inspanning doet. De onderstaande vragen gaan over de beweegnorm. Vraag 5..... Op hoeveel dagen per week heeft u tenminste 30 minuten lichaamsbeweging die tenminste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen (denk aan wandelen, fietsen, tuinieren)? Het gaat om het gemiddelde aantal dagen van een gewone week. dagen per week in de zomer dagen per week in de winter Vraag 6..... Hoe vaak per week beoefent u inspannende sporten of andere zware lichamelijke activiteiten die lang genoeg duren om bezweet te raken (tenminste 20 minuten per keer). dagen per week in de zomer dagen per week in de winter Vraag 7. Bent u van plan om in de komende zes maanden meer te gaan bewegen? Ja Nee Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 23

Beweeggedrag Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat er verschillende factoren zijn die het beweeggedrag beïnvloeden. Met de volgende vragen willen wij inzicht krijgen in de mate waarin die factoren een rol spelen onder de 50-plussers in de gemeente Bunnik. Vraag 8. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen? Ik sport of beweeg: Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens voor mijn gezondheid en of fitheid voor de prestatie / winst / competitie voor het sociale contact / vriendschap voor mijn plezier / ontspanning n.v.t. voor mijn uiterlijk en/of afslanken / lijnen omdat familieleden van mij ook sporten of bewegen omdat vrienden van mij ook sporten of bewegen vanwege positieve ervaringen met sporten of bewegen in het verleden vanwege de aandacht voor sporten en bewegen in de media omdat ik de sport of beweging zelf leuk vind om een andere reden, namelijk Vraag 9 t/m 13 zijn bedoeld voor mensen die op dit moment niet sporten of bewegen: Indien u op dit moment wel sport/beweegt: ga door naar vraag 14 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 24

Vraag 9. In hoeverre spelen de volgende redenen voor u persoonlijk mee om niet te sporten of te bewegen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk!) Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens n.v.t. Ik heb geen behoefte om te sporten of te bewegen Ik weet niet welke sport- of beweegactiviteiten er in mijn gemeente worden aangeboden De activiteiten spreken me niet aan Ik vind het te duur Ik heb geen tijd De deelname aan activiteiten is te verplichtend Mijn gezondheid laat het niet meer toe Ik heb andere hobby s die ik interessanter vind Het niveau van de activiteiten is te hoog Er zijn onvoldoende sport- en beweegmogelijkheden in de buurt De bereikbaarheid van de activiteiten is slecht Ik ken geen of te weinig mensen om dit samen mee te doen De activiteiten vinden op een ongunstig tijdstip plaats Het niveau van de activiteiten is te laag Er wordt geen rekening gehouden met de wensen en behoeften van 50-plussers De begeleiding/organisatie van de activiteiten is slecht Ik heb gezondheidsklachten en ik sport of beweeg niet omdat ik geen mensen in mijn omgeving ken die dezelfde klachten hebben en met mij mee kunnen Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 25

Vraag 10. Door welke van onderstaande personen wordt u aangespoord om te gaan sporten of bewegen? Ja Nee Leden uit eigen gezin/partner Overige familieleden Vrienden/kennissen Collega s Huisarts of andere medisch specialisten Fysiotherapeut Anderen, namelijk.. Vraag 11. Als onderstaande personen u zouden aansporen, zou u hierdoor meer gaan sporten of bewegen? Ja, waarschijnlijk wel Ja, misschien wel Nee Leden uit eigen gezin/partner Overige familieleden Vrienden/kennissen Collega s Huisarts of andere medisch specialisten Fysiotherapeut Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 26

Vraag 12. In hoeverre u het eens/oneens met de volgende stellingen? Geheel mee eens Mee eens Neutraal Mee oneens Geheel mee oneens Niet van toepassing/ weet niet Ik vind het moeilijk om de motivatie op te brengen om te gaan sporten of bewegen Ik vind het geen probleem om alleen naar activiteiten te gaan Ik wil (meer) gaan sporten of bewegen en dat gaat me ook lukken Ik heb voldoende uithoudingsvermogen om te sporten of bewegen Ik vind het moeilijk om te beginnen met sporten of bewegen Ik denk dat ik te weinig sportieve vaardigheden heb om te kunnen sporten of bewegen Ik acht mezelf in staat om aan sport of beweging te doen Ik ga niet sporten of bewegen omdat ik door mijn fysieke beperking steeds andere mensen om hulp moet vragen Vraag 13. Als u de gelegenheid krijgt om deel te nemen aan een fitheidstest (tegen een vergoeding van ongeveer 4,00), zou u hier naar toegaan? Ja, waarschijnlijk wel Nee Weet niet Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 27

Sportdeelname De vorige onderdelen van de vragenlijst gingen over sport en bewegen. Dit onderdeel gaat uitsluitend over sport. U moet dus denken aan bijvoorbeeld badminton, fitness, gymnastiek, toerfietsen en schaken, maar niet aan tuinieren, puzzelen of fietsen naar de bakker. In dit onderdeel komen onderwerpen aan bod voor sporters en voor niet-sporters, dus ook als u niet aan sport doet, verzoeken we u dit onderdeel in te vullen. Vraag 14. Welke sport(en) heeft u de afgelopen 12 maanden beoefend? (meerdere antwoorden mogelijk) Aerobics/steps (1) Atletiek (2) Badminton (3) Basketbal (4) Biljart/poolbiljart/ snooker (5) Bowling (6) Bridge (7) Countrylinedansen (8) Dammen (9) Danssport (10) Darts (11) Duiksport (12) Fitness conditie (13) Fitness kracht (14) Golf (15) Gymnastiek/turnen(16) Handbal (17) Hardlopen/joggen/ trimmen (18) Hockey (19) Honkbal/softbal (20) Jeu de boules (21) Kanosport (22) Karting (23) Kegelen (24) Klimsport/ Bergwandelen (25) Koersbal (26) Kolven (27) Korfbal (28) Midgetgolf (29) Motorsport (30) Nordic walking (31) Paardensport (32) Roeien (33) Schaatsen (34) Schaken (35) Schietsport (36) Skeeleren/skaten (37) Skiën/langlaufen/ snowboarden (38) Sportief wandelen (39) Squash (40) Tafeltennis (41) Tai chi (42) Tennis (43) Vecht- en verdedigings- sporten (44) Veldvoetbal (45) Volksdansen (46) Volleybal (47) Wandelsport (48) Watersport/zeilen/ surfen (49) Wielrennen/ mountainbiken (50) Toerfietsen (51) Yoga (52) Zaalvoetbal (53) Zwemsport/aquarobics/ aquajoggen (54) Andere sport, namelijk:... (55) Geen sport (56) Ga door met vraag 22 Vraag 15. Hoeveel keer heeft u in de afgelopen twaalf maanden in totaal gesport? 1-11 keer 12-59 keer 60-119 keer 120 keer of meer De volgende vragen gaan over de sporten die u hebt aangekruist bij vraag 14 Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 28

Vraag 16. Welke van deze sporten heeft u de afgelopen twaalf maanden het meest beoefend? (Vul maximaal drie sporten in. Doe dit door het nummer te noteren die bij vraag 14 bij de betreffende sport(en) is aangegeven. Als er meer dan drie sporten in aanmerking komen, vul dan de drie sporten in die u de afgelopen twaalf maanden het meest heeft beoefend.) Sport 1 Sport 2 Sport 3 Vraag 17. Hoeveel keer heeft u deze sport in de Sport 1 Sport 2 Sport 3 afgelopen twaalf maanden beoefend? x x x Vraag 18. Beoefende u deze sport in de afgelopen twaalf maanden... (Per sport meer antwoorden mogelijk) Sport 1 Sport 2 Sport 3 Als lid van een sportvereniging Als abonnee/lid/cursist van een fitnesscentrum of andere commerciële sportaanbieder In het kader van bedrijfssport Via het sociaal-cultureel werk, sportbuurtwerk of Stichting Welzijn Ouderen Tijdens een georganiseerde sportvakantie Als deelnemer aan een georganiseerd sportevenement In groepsverband, georganiseerd door uzelf, familie, vrienden en/of kennissen Alleen, ongeorganiseerd Anders, namelijk Vraag 19. Heeft u voor deze sport in de afgelopen twaalf maanden deelgenomen aan (Per sport meer antwoorden mogelijk) Sport 1 Sport 2 Sport 3 Lessen/cursussen Trainingen Competitie Toernooien/sportevenementen Geen van bovenstaande Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 29

Vraag 20. Waar heeft u deze sport in de afgelopen twaalf maanden beoefend? En was dit binnen uw eigen gemeente en/of elders? (Per sport meer antwoorden mogelijk) Officiële binnensportaccommodatie zoals sporthal, gymnastieklokaal, Fitnesscentrum/sportschool, overdekt of combi-zwembad, ijshal/ijsbaan (binnen), tennisbaan (binnen), etc. Officiële buitensportaccommodatie zoals voetbalveld, hockeyveld, tennisbaan (buiten), openluchtzwembad, ijsbaan (buiten/half-overdekt), manege etc. Sportvoorziening in de openbare ruimte zoals jeu de boulesbaan, trapveldje etc. Andersoortige voorziening zoals park, bos, bergen, strand, meer, openbare weg, buurthuis, wijkcentrum, café, huis/tuin etc. Sport 1 Sport 2 Sport 3 Eigen Eigen Eigen Elders Elders Elders gemeente gemeente gemeente Vraag 21. Indien u deze sport(en) in de afgelopen 12 maanden (ook) buiten Bunnik heeft beoefend, wat is hiervan de reden? (meerdere antwoorden mogelijk) In Bunnik zijn te weinig/geen faciliteiten (tennisbaan, sporthal, etc..) In Bunnik is te weinig/geen aanbod (verenigingen, cursussen, etc.) Faciliteiten buiten Bunnik zijn beter/mooier Ik sport met familie/vrienden/kennissen die buiten Bunnik wonen Ik sport in de plaats waar ik werk Anders, namelijk. Niet van toepassing Vraag 22. Ziet u zichzelf als sporter? Nee, in het geheel niet Nee, nauwelijks Enigszins Ja, tamelijk Ja, zonder meer Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 30

Huidig sportaanbod De volgende vragen gaan over het sport- en beweegaanbod in de gemeente Bunnik. Vraag 23. Kunt u aangeven in hoeverre u tevreden bent over het aanbod om te sporten en te bewegen in de gemeente als het gaat om de... Zeer tevreden Tevreden Neutraal Ontevreden Zeer ontevreden Weet niet/ geen mening Variatie/soorten Hoeveelheid Kwaliteit Begeleiding Aanpassingen aan specifieke doelgroepen, zoals mensen met een beperking en ouderen Vraag 24. Kunt u aangeven aan welke van de onderstaande (sport- en beweeg) voorzieningen u meer behoefte heeft in de gemeente: (meerdere antwoorden mogelijk) Gymnastieklokaal, sportzaal, sporthal Sportveld Atletiekbaan Tennisbaan Zwembad IJsbaan Fitnesscentrum/sportschool Tennis- en squashhal, klimhal Skibaan Golfbaan Buurthuis, wijkgebouw Veldje, park (geschikt om te sporten, zoals voetbal, jeu de boules) Openbare weg (geschikt om te sporten, zoals fietsen, hardlopen, skeeleren/skaten) Gemarkeerde fiets- en/of wandelroutes Bos (geschikt om te sporten, zoals wandelen, fietsen) Openbaar water zoals een meer of een plas (geschikt om te sporten, zoals zwemmen, watersport) Anders, namelijk Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 31

Sporten/Bewegen in de komende jaren Om het sport- en beweegaanbod te verbeteren of uit te breiden volgen hieronder enkele vragen over uw wensen voor de komende jaren op dit gebied Vraag 25. Welke sport(en) en beweegactiviteiten zou u in de toekomst het liefst beoefenen? Naast de sporten die ik nu al beoefen (aangegeven bij vraag 14), heb ik ook interesse in nog andere sporten. Ik denk er over om te stoppen met één of meerdere sporten die ik nu beoefen (aangegeven bij vraag 14) en heb interesse in andere sporten. Dezelfde sporten die ik nu al beoefen (aangegeven bij vraag 14) ga door met vraag 27 Ik sport nu niet, maar ik heb wel interesse in bepaalde sporten. Ik sport nu niet en mijn interesse gaat hier ook niet naar uit ga door met vraag 33 Anders, namelijk.. Vraag 26. De (andere) sporten en bewegingsactiviteiten waar mijn interesses naar uitgaan zijn: 1. 2. 3. Vraag 27. Hoe zou u het liefst willen sporten of actief bewegen in de komende jaren? Bij een sportvereniging Bij een sportschool, fitnesscentrum Bij een Stichting Welzijn (voor ouderen) Ongeorganiseerd (bijv. alleen of met anderen wandelen, fietsen) Onder begeleiding van bijvoorbeeld een fysiotherapeut of oefentherapeut Mensendieck of Cesar Bij een particuliere docent Anders, namelijk. Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 32

Vraag 28. Aan welke groepssamenstelling geeft u de voorkeur? Wat betreft leeftijdsgenoten: Ik sport het liefst met leeftijdsgenoten Ik sport het liefst met een gemêleerde groep (waarin bijvoorbeeld 30-ers en 60-ers deelnemen) Geen voorkeur Wat betreft seksegenoten: Ik sport het liefst met seksegenoten Ik sport het liefst met een groep van mannen en vrouwen door elkaar Geen voorkeur Vraag 29. Op welk moment zou u het liefst willen sporten of actief bewegen? Doordeweeks s ochtends Doordeweeks s middags Doordeweeks s avonds In het weekend s ochtends In het weekend s middags In het weekend s avonds Vraag 30. Hoeveel tijd bent u bereid maximaal te reizen (enkele reis) om te kunnen sporten? Minder dan 5 minuten Tussen de 5 en 15 minuten Tussen de 15 en 30 minuten Meer dan 30 minuten Sportservice Midden Nederland/Taskforce 50+ Sport en Bewegen 33