Inspectierapport Krauwelnest (PSZ) Maria-Gewandenstraat 24 6432CP Hoensbroek Toezichthouder: GGD Zuid Limburg In opdracht van gemeente: Heerlen Datum inspectie: 12-07-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 22-08-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 10 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De toezichthouders van de GGD Zuid-Limburg zien erop toe dat kinderopvangorganisaties de weten regelgeving van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen naleven. De houder van een organisatie voor kinderopvang is verantwoordelijk voor een veilige en verantwoorde kinderopvang. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op voorwaarden die het meest bijdragen aan de kwaliteit van de opvang, zoals de pedagogische praktijk, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma s en verklaringen omtrent het gedrag. De itemlijst geeft aan welke voorwaarden tijdens dit onderzoek zijn beoordeeld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van het jaarlijks onderzoek bij peuterspeelzaal Krauwelnest. Na de feiten over de peuterspeelzaal volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Peuterspeelzaal Krauwelnest maakt deel uit van Stichting Peuterspeelzaalwerk Heerlen (PWH). Deze organisatie exploiteert 21 locaties voor peuterspeelzaalwerk. Er worden kinderen opgevangen in de leeftijd van twee tot vier jaar. De locaties zijn gevestigd in de gemeente Heerlen en alle locaties zijn HKZ gecertificeerd. Stichting Peuterspeelzaalwerk Heerlen is lid van de MO groep+ voor instellingen voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Peuterspeelzaal Krauwelnest is gevestigd in een klaslokaal in basisschool De Vlieger te Hoensbroek. Er wordt opvang geboden aan kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar in twee stamgroepen. In het Landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) is deze locatie geregistreerd voor 16 kindplaatsen. Bevindingen van huidige onderzoek: Tijdens het huidige onderzoek is geconstateerd dat de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen met betrekking tot het domein Pedagogisch klimaat. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Pedagogische praktijk Voorschoolse educatie Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk, versie december 2014. Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch handelen worden tijdens teamvergaderingen besproken. De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de pedagogische observatie beoordeelt de toezichthouder of bij peuterspeelzaal Krauwelnest de vier basisdoelen (emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden) uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden gewaarborgd. Onderstaande beschrijvingen en voorbeelden dienen ter illustratie van de conclusies per basisdoel. De beoordeling van de pedagogische praktijk is gebaseerd op observaties in de groep tijdens het kringmoment en het vrij spel. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich veilig voelt, gaat het op ontdekking uit en durft het nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt zelfvertrouwen en door positieve ervaringen kan een kind innerlijke groei doormaken. De beroepskrachten communiceren met de kinderen: De beroepskrachten voeren gesprekjes met de kinderen. Een beroepskracht vraagt bijvoorbeeld aan een kind: "Ga je op vakantie?" en "Waar ga je naartoe?". Het kind geeft antwoord en vertelt. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen: De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Een beroepskracht zegt tijdens het opruimen van het speelgoed tegen de kinderen: "Wat kunnen jullie goed opruimen, goed zo zeg!". De beroepskrachten troosten kinderen die dit nodig hebben. Een beroepskracht biedt nabijheid aan een kind dat huilt. Ze zegt: "Zal ik jou troosten, met je dikke tranen" en gaat bij het kind zitten. Ze troost het kind zowel verbaal als non-verbaal. Het kind laat zich troosten door de beroepskracht. Kinderen reageren op elkaars emoties. Op het moment dat een kind huilt, reageert een ander kind hierop door te benoemen dat het kind huilt. De beroepskracht zegt: "Ja, dat klopt, ze is een beetje verdrietig". Het kind vertelt dat als je verdrietig bent je dan huilt en wil knuffelen. 4 van 13
Uit het onderzoek blijkt dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen: De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Dit is te zien tijdens het kringgesprek, waarbij één kind met andere dingen bezig is, zoals om zich heen kijken en wiebelen op de bank. Terwijl een beroepskracht het kringgesprek leidt, gaat de andere beroepskracht naast het kind zitten en biedt hem individuele aandacht. Op het moment dat ze merkt dat de concentratie van het kind niet toeneemt en van tafel wil, staat ze toe dat hij in de bouwhoek gaat spelen. De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. Een kind dat wil puzzelen krijgt van de beroepskracht een puzzel. De beroepskracht zegt hierbij: "Kijk maar eens of jij deze kan maken!". Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting: Er is voldoende spelmateriaal aanwezig voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Tevens zijn er enkele specifieke speelhoeken, zoals een poppenhoek, huishoek, leeshoek en bouwhoek. In het dagprogramma zijn activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking. Er worden liedjes gezongen, zoals het "goedemorgen-lied" en het "opruim-lied" en tijdens het spel komen het benoemen van kleuren, voorwerpen en getallen aan bod. Uit het onderzoek blijkt dat de persoonlijke competentie voldoende wordt gewaarborgd. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie: De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen en emoties delen. Dit is te zien tijdens een activiteit, waarbij de kinderen in groepjes worden verdeeld en elk groepje om de beurt in de verschillende speelhoeken mag spelen. De kinderen zijn deel van de groep: De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals het opruimen van het speelgoed. Ze zeggen bijvoorbeeld: "Ruim de puzzeltjes maar eens op" en "Help jij ook even mee?". De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen, zoals: "Wat kunnen jullie goed opruimen, goed zo zeg!". Uit het onderzoek blijkt dat de sociale competentie voldoende wordt gewaarborgd. 5 van 13
Overdracht van normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen, de cultuur eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Kinderopvang biedt een breder samenleving dan het gezin; kinderen komen in aanraking met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. De groepssetting biedt daarom, in aanvulling op de socialisatie in het gezin, heel eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast: Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. De beroepskracht zegt bijvoorbeeld tegen een kind: "Doe het stokje maar uit de mond, dat is vies" of "Kom je nog even aan tafel, wij gaan dadelijk pas opruimen". Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn: De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Er wordt gebruik gemaakt van dagritmekaarten die tijdens het kringgesprek met de kinderen besproken worden. Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen: De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten, helpen en werken samen. De beroepskrachten gebruiken ook woorden als 'alsjeblieft' en 'dankjewel'. Uit het onderzoek blijkt dat de overdracht van normen en waarden voldoende wordt gewaarborgd. Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college De peuterspeelzaal is vier dagen geopend. Alle dagen wordt voorschoolse educatie geboden. In de peuterspeelzaal werken momenteel 2 beroepskrachten. De groep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Krauwelnest werkt met de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) methode Piramide. Piramide stimuleert jonge kinderen door een combinatie van spelen, werken en leren op een speelse manier in hun ontwikkeling. Vanuit de methode Piramide wordt er gewerkt met projectthema s, zoals de thema s: lente, verkeer, kleuren en vormen. De groepsruimten bestaan uit verschillende speelhoeken, zodat het kind gestimuleerd wordt om zelf initiatieven te nemen en keuzes te maken. De beroepskrachten zijn hierin geschoold zoals blijkt tijdens de controle van de VVE-certificaten. De VVE-certificaten van de twee aanwezige vaste beroepskrachten zijn beoordeeld. Op het moment van het inspectiebezoek staat, in verband met de aankomende vakantieperiode, geen thema centraal. Het voorgaande thema was: "zomer". De houder heeft voor het jaar 2017 een opleidingsplan opgesteld. De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van Vroeg-Voorschoolse Educatie. Gebruikte bronnen: Interview (met de aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (Peuterspeelzaalwerk Heerlen, versie) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (Peuterspeelzaalwerk Heerlen, 2017) 6 van 13
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Verklaringen omtrent het gedrag Beroepskwalificaties Opvang in stamgroepen Beroepskracht-kindratio Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Bij dit onderzoek zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de aanwezige twee vaste beroepskrachten en twee vrijwilligers beoordeeld. Er zijn momenteel geen stagiaires werkzaam. Deze verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Bij dit onderzoek zijn de diploma's van de aanwezige twee vaste beroepskrachten beoordeeld. Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in twee stamgroepen. De indeling is als volgt: Naam groep Leeftijd Maximum aantal kinderen VVE groep 1 2-4 jaar 16 VVE groep 2 2-4 jaar 16 Kinderen worden opgevangen in vaste groepen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De beroepskracht-kindratio wordt beoordeeld volgens de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Tijdens dit onderzoek (schooldag) is de inzet van beroepskrachten per groep als volgt: Naam groep: VVEgroep 2 Aantal aanwezige Aantal aanwezige Aantal benodigde kinderen per leeftijd: beroepskrachten: beroepskrachten: 2-4 jaar: 6 kinderen 2 2 7 van 13
Houder zorgt voor inzet van voldoende medewerkers gezien leeftijd en aantal kinderen in de groep. Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview (met de aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 8 van 13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Opmerking: De houder is op de hoogte van de aangescherpte ventilatie-eisen Bouwbesluit 2012 en de wijzigingen per 01-04-2017 voor de kinderopvang. Bij peuterspeelzaal Krauwelnest wordt momenteel door middel van de natuurlijke spuivoorziening gelucht (deur- en kiepramen open). Het is de taak van de houder om deze eisen in de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid op te nemen, de werkwijze in de praktijk te implementeren, te borgen en de beroepskrachten hierover te informeren en te instrueren. 9 van 13
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht voorschoolse educatie per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en art 4 lid 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder van een peuterspeelzaal waar voorschoolse educatie wordt aangeboden draagt er zorg voor dat de beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit zijn van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen opleiding, specifiek gericht op het opdoen van pedagogische vaardigheden. Bij meer dan acht aanwezige kinderen geldt voor maximaal 1 beroepskracht voorschoolse educatie de uitzonderingsregel voor een beroepskracht die is geboren vóór 1955, op 1 januari 2010 tenminste 15 jaar als beroepskracht bedoeld in artikel 2.1 van de Wet werkzaam was en de scholing voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 5 van het besluit, heeft gevolgd. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties ten aanzien van de door hen te verrichten beroepswerkzaamheden. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 10 van 13
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht voorschoolse educatie bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. Daarin komt tot uitdrukking op welke wijze de kennis van en de vaardigheden van de beroepskracht voorschoolse educatie in het vroegtijdig bestrijden van achterstanden door middel van voorschoolse educatie, worden onderhouden. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de meest recent aangevangen cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Krauwelnest Website : http://www.peuterspeelzaalwerk.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : PeuterspeelzaalWerk Heerlen Adres houder : Molenwei 400 Postcode en plaats : 6412WG Heerlen Website : www.peuterspeelzaalwerk.nl KvK nummer : 14075465 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zuid Limburg Adres : Postbus 2022 Postcode en plaats : 6160HA GELEEN Telefoonnummer : 046-8506666 Onderzoek uitgevoerd door : N. Custers Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Heerlen Adres : Postbus 1 Postcode en plaats : 6400AA HEERLEN Planning Datum inspectie : 12-07-2017 Opstellen concept inspectierapport : 15-08-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 22-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 22-08-2017 Verzenden inspectierapport naar : 22-08-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 29-08-2017 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13