Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten

Vergelijkbare documenten
BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004

Smalbladigheid bij groene en bonte potplanten zoals Dieffenbachia

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

Verbranding bladranden Hortensia

Bladvergeling in Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Erik de Rooij Jelle Moree Helma Verberkt Teake Dijkstra

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Consultancy naar optreden van. fysiogene afwijkingen bij. potplanten. In opdracht van: BCO Potplanten LTO Groeiservice

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Bemesting van tulp in de broeierij

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

& 63 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK PRAKTIJKONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN BRUIN BLAD IN ASTER ERICOÏDES "HONTE CASSINO"

Optimalisatie van de bemesting en plantkwaliteit van Buxus sempervirens

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

Paddestoelen in biologische glasgroenten

Bladvlekken bij belichte potplanten

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

Nerfverkleuring bij Howea fosteriana

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

April 1990 Intern verslag nr 27

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Interactie Moddus en Actirob

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Hybride belichting Chrysant

Houdbaarheid Hydrangea

Drijvende teelt van groenten, kruiden en zomerbloemen: onderzoek en praktijk Venray, 26 november 2014 Matthijs Blind, onderzoeker Proeftuin Zwaagdijk

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen.

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

Zure bollen herkennen door middel van thermografie

Bemesting van oriental lelie in de broeierij

Invloed van spuiwater op de bladvertering

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Herinplantziekte bij pioenrozen

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

December 1993 Intern verslag nr 71

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Burkholderia in gladiolen

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Bladschade bij Potanthurium:

FOSFAAT-BEMESTINGSPROEVEN BIJ BEGONIA, DIEFFENBACHIA, FICUS EN SAINTPAULIA

Effect minerale samenstelling van bodem en plant op de expressie van bladnecrose bij Freesia

Kastanjemineermot. ZLTO St. Projectbureau Boomkwekerij Onderwijsboulevard DE Den Bosch. Screening middelen 2012

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

EC IN RELATIE TOT HET TYPE SUBSTRAAT BIJ DE TEELT VAN SLA IN EEN GESLOTEN TEELTSYSTEEM. Proef Intern verslag 4. z.2<*m^7

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Proefverslag. Signaleringstechnieken Duponchelia fovealis. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Jeroen Zwinkels Helma Verberkt

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Optimalisatie van de bemesting en plantkwaliteit van Magnolia soulangeana

Teelt van Ageratum op water

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer:

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Waterbroei tulp: Hergebruik van restwater

Energiebesparing in de teelt van Cyclamen

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

Bodemverbetering in pot- en containerteelt.

VERSLAG. Efficiënt remmen van snel groeiende eenjarige zomerbloeiers van stek. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, oktober 2006

Silicium toepassing in paprika

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

DORMANCY BEPALING AARDBEI

Botrytis aanpak bloeiende potplanten

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei.

Vitale aanpak Cylindrocladium mulchproeven onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Groeiregulatie in Engels raaigras

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Bladvlekken door gebrek of overmaat aan elementen

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

Organische bemesting in pot- en containerteelt.

Fosfaatbeperking in éénjarige zomerbloeiers. M.G. Warmenhoven F.R. van Noort

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Symposium Teelt op water 24 september 2014 Matthijs Blind, onderzoeker Proeftuin Zwaagdijk

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

1 Inleiding en doel 5. 2 Materiaal en methode Proefopzet en materiaal Klimaatmonitoring transportfase 9

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant?

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Transcriptie:

Vervolgonderzoek smalbladigheid bij groene en bonte potplanten DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer In opdracht van Landelijke commissie Groene en bonte planten LTO Groeiservice Postbus 1120 2280 CC Rijswijk Uitgevoerd door Dave van Marwijk Helma Verberkt Onderzoek DLV Plant PT - Projectnummer: 12469-02 Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V.. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave.

Inhoudsopgave Samenvatting 3 1 Inleiding en doel 4 2 Materiaal en methode 5 2.1 Proefopzet en materiaal 5 2.2 Accommodatie en teeltgegevens 7 2.3 Waarnemingen 7 2.3.1 Klimaatwaarnemingen 7 2.3.2 WET metingen 7 2.3.3 Monstername 8 2.3.4 Gewaswaarnemingen 8 2.3.5 Verwerking 8 3 Resultaten 9 3.1 Klimaatrealisatie 9 3.1.1 Klimaatrealisatie tijdens de bewortelingsfase 9 3.1.2 Klimaatrealisatie tijdens de teeltfase 10 3.2 WET metingen 10 3.3 Monstername 11 3.4 Gewaswaarnemingen 11 3.4.1 Gewasontwikkeling 11 3.4.2 Uitgroeiduur bladeren 12 3.4.3 Analyse wortelbacterie 13 3.4.4 Eindwaarneming 13 3.4.5 Overige gewassen 15 4 Conclusies en aanbevelingen 17 Bijlage 1: Proefschema 18 Bijlage 2: Klimaat teeltfase 19 Bijlage 3: Richtwaarden elementen Dieffenbachia 20 2

Samenvatting Team Onderzoek van DLV Plant heeft in samenwerking met de landelijke commissie Groene en Bonte potplanten van LTO Groeiservice een onderzoek uitgevoerd met als doel het achterhalen van de oorzaken en/of omstandigheden die leiden tot smalbladigheid bij oa. Dieffenbachia. Uit voorgaand onderzoek blijkt een lage EC een belangrijke oorzaak. Een hoge EC door extra K te geven aan moerplanten levert stekken op die minder last hebben van smalbladigheid. Naast voeding blijken omstandigheden tijdens en vlak na de bewortelingsfase ook van belang te zijn. Het onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw (PT). Met het onderzoek is naar meer inzicht gezocht in de kritische punten: voedingstoestand moerplanten en stek, voedingstoestand en klimaat tijdens beworteling en het tijdstip en de wijze waarop het afdekfolie verwijderd wordt om zo te komen tot concrete en praktische oplossingen. Naast Dieffenbachia zijn ook enkele andere gewassen, ter oriëntatie, meegenomen in het onderzoek. Dit zijn Allocasia, Calathea en Schefflera. Het totaal aantal planten met smalbladigheid was relatief klein in de proef, waardoor het lastig is om harde conclusies te trekken. Er zijn wel aanwijzingen dat teeltomstandigheden vooral invloed hebben op smalbladigheid voor, tijdens en vlak na de bewortelingsfase. Dit lijkt de meest kritische fase voor het optreden van smalbladigheid. Smalbladigheid is, net als bij het voorgaande onderzoek, geïnitieerd tijdens en/of vlak na de bewortelingsfase (in ongeveer het 7 e blad). Terugrekenend betekent dit dat dit blad al in de jonge stek of tijdens de bewortelingsfase geïnitieerd is. Een stek heeft namelijk 3 zichtbare bladeren en in het groeipunt bevinden zich gemiddeld 3 opeenvolgende bladeren. Stekken die zijn opgegroeid (aan de moerplant) met een hogere EC en met meer K resulteren uiteindelijk in planten met minder smalbladigheid. Naast zo gematigd mogelijke omstandigheden tijdens de beworteling is het belangrijk om extreme weersomstandigheden te beperken gedurende de eerste dagen na het verwijderen van het afdekmateriaal. 3

1 Inleiding en doel Bij diverse groene en bonte potplanten kan smalbladigheid optreden. Gewassen waar dit voorkomt zijn o.a. Diefenbachia, Allocasia, Epipremnum, (Calathea) en Spathiphyllum. Het probleem komt bij Dieffenbachia met name voor in de zomerperiode en minder in de winter periode. Het uit zich door afsplitsing van klein smal blad met relatief weinig bladtekeningen bij de bonte typen. In een enkel geval groeit de plant er doorheen, maar veelal blijft het probleem zich voordoen bij dezelfde plant en worden meerdere afwijkende bladeren afgesplitst waardoor de sierwaarde van de planten duidelijk afneemt en niet meer verkoopwaardig is. De uitval loopt uiteen van 10 tot 50%. In incidentele gevallen kan dit echter toenemen tot 80%. Bij Dieffenbachia is bekend dat het probleem enigszins rasgebonden is. Uit praktijkervaring blijken vooral Green Magic, Mars en Subliem gevoelig voor dit probleem te zijn. In het onderzoek van 2006/2007 zijn 3 duidelijke aanknopingspunten gevonden: 1. Uitgangsmateriaal/moerplantomstandigheden (EC, voedingssamenstelling, waaronder K). 2. Omstandigheden tijdens opkweek/beworteling (EC, voedingssamenstelling, waaronder K) en klimaat. 3. Stressmomenten na verwijderen afdekfolie (T, RV). Het doel van het onderzoek is meer inzicht in de kritische punten: voedingstoestand moerplanten en stek, voedingstoestand en klimaat tijdens beworteling en het tijdstip en de wijze waarop het afdekfolie verwijderd wordt om zo te komen tot concrete en praktische oplossingen. Naast Dieffenbachia zijn ook enkele andere gewassen, ter oriëntatie, meegenomen in het onderzoek. Dit zijn Allocasia, Calathea en Schefflera. Het project is uitgevoerd door Team Onderzoek DLV Plant in nauw overleg met de intensieve begeleiding, aangesteld via de landelijke commissie Groene en bonte potplanten van LTO Groeiservice. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in 2008/2009 op een praktijkbedrijf in Nieuwe Wetering. Het Productschap Tuinbouw heeft het project gefinancierd. 4

2 Materiaal en methode 2.1 Proefopzet en materiaal Het onderzoek is uitgevoerd met het gewas Dieffenbachia. In tabel 1 zijn de proeffactoren met de bijbehorende niveaus weergegeven. Tabel 1. Proeffactoren en bijbehorende niveaus Proeffactor Aantal niveaus beschrijving Bijmesten moerplanten 3 0: controle 1: hoge EC door extra K 2: hoogste EC door extra K Bijmesten tijdens en na beworteling 3 0: controle 1: hoge EC door extra K 2: hoogste EC door extra K Type afdekfolie 2 perforatiefolie (standaard) acryldoek Tijdsduur afdekperiode 2 normaal (standaard) lang Herhalingen 3 Herhaling 1 t/m 3 Bijmesten moerplanten 3 verschillende niveau s bijmesten zijn aangehouden in het moerplantenbestand. Een controlebehandeling, een hogere EC (2,5 ms/cm) met extra K en een nog hogere EC (4,0 ms/cm) met extra K. De EC verhoging wordt gerealiseerd door wekelijks een mix van extra K (KNO 3, KHPO 4, K 2 SO 4 ) te geven in de verhouding: 3,7/1,9/1. Vanaf week 14 tot week 23 2008 (moment van stek snijden) zijn de behandelingen toegediend. Bijmesten tijdens en na beworteling De stekken (foto 1) afkomstig van de moerplanten op de proeflocatie zijn gestoken onder verschillende bewortelingsomstandigheden (3 EC niveau s in potgrond (controle, hoger, hoogst)). De EC verhoging is net als bij de proeflocatie gerealiseerd door wekelijks een mix van K mee te geven. De meststoffen zijn toegediend door te broezen voordat het afdekfolie geplaatst werd en na de afdekperiode. De behandelingen zijn nagespoeld om verbranding te voorkomen. Deze behandelingen zijn doorgezet tot 11 weken vanaf het moment van afdekken (tot week 34). 5

Foto 1. Stekken afkomstig van bemestingsbehandelingen bij de moerplanten. Links is de controle, midden is behandeling 1 en rechts is behandeling 2. De laatste 2 zijn iets korter van lengte en iets harder. Foto 2. Stekken van de overige gewassen: v.l.n.r. Calathea zebrina, Allocasia, Schefflera Type afdekfolie Uit praktijkervaringen blijkt dat het type afdekfolie invloed kan hebben op de plantkwaliteit en stressmomenten. Het idee is dat acryldoek door zijn eigenschappen wat meer uitwisseling heeft met het kasklimaat (T, RV), zodat er minder extreme omstandigheden ontstaan tijdens de beworteling. Dit type doek is vergeleken met perforatiefolie, wat standaard wordt gebruikt. Tijdsduur afdekperiode De beworteling duurt standaard 2 tot 3 weken. Vanuit de praktijk is de vraag in hoeverre een langere afdekperiode (3 tot 4 weken) fysiologische afwijkingen kunnen voorkomen. Het idee is dat de plant dan wat meer wortels en gewasomvang heeft om stressmomenten na het verwijderen van de folie op te vangen. Herhaling Elke behandeling is uitgevoerd in 3 parallellen (= drievoud). Het onderzoek is uitgevoerd met het ras Subliem in de 17 cm pot. Op verzoek vanuit de landelijke commissie Groene en bonte potplanten zijn 3 extra gewassen ingezet: Schefflera, Allocasia en Calathea. 6

Proefveldgrootte In totaal zijn er 3 (bijmesten moerplanten) x 3 (bijmesten teelt) x 2 (type afdekfolie) x 2 (tijdsduur afdekperiode) x 3 (herhaling) = 108 proefvelden aangelegd. Elk proefveld bestaat uit 10 planten. De stekken zijn gestoken en gecodeerd in week 24 van 2008. Na het steken zijn de planten in de proefvelden met verschillende factoren weggezet en zijn de verschillende voedingsbehandelingen aangebracht. Daarna zijn de planten afgedekt om zo de bewortelingsfase in te gaan. In bijlage 1 is het proefschema weergegeven. 2.2 Accommodatie en teeltgegevens Van de moerplanten zijn homogene partijen stek geteeld en gesneden, dat als uitgangsmateriaal diende voor dit onderzoek. Dit is uitgevoerd op een vermeerderingsbedrijf in Rijsenhout. Daarna heeft de proef plaatsgevonden op een praktijkbedrijf in Nieuwe Wetering dat gespecialiseerd is in het telen van Dieffenbachia in verschillende potmaten. De extra gewassen zijn ter oriëntatie meegenomen met een aantal van maximaal 10 planten per gewas, per behandeling. De moerplantbehandeling is niet uitgevoerd voor de extra gewassen. Er is geteeld op een betonvloer met een drain-goot in het midden van de kap. De betonvloer loopt iets af richting deze goot zodat geen water op de teeltvloer blijft staan. Watergeven vindt plaats met de regenleiding bovendoor. Na het stek steken is er folie over de planten geplaatst. De folie is na 15 dagen (perforatiefolie: normale afdekperiode) en 22 dagen (acryldoek: normale afdekperiode) en na 22 dagen (perforatiefolie: lange afdekperiode) en 35 dagen (acryldoek: lange afdekperiode) verwijderd. Twee weken na het afdekken is het acryldoek overal vervangen door perforatiefolie. Gedurende deze periode was de instraling zo sterk dat de potten onder het acryldoek te droog werden. 2.3 Waarnemingen 2.3.1 Klimaatwaarnemingen Tijdens de teeltfase zijn de gerealiseerde temperatuur, PAR-licht, CO 2 en RV gegevens verzameld. Elke 5 minuten zijn de metingen vastgelegd. Tijdens de opkweekfase zijn de luchttemperatuur en de pottemperatuur onder de folie en onder het acryldoek gevolgd met kleine dataloggertjes. 2.3.2 WET metingen Gedurende de moerplantfase zijn watergehalte en EC in de pot 4 maal gemeten (12 potten per behandeling). De pot EC mocht oplopen tot +50% t.o.v. de standaard. Tijdens de teeltfase is er 8 keer gemeten. Dit was vooral om inzicht te hebben op het effect van de voedingsbehandelingen en zonodig is bijgestuurd. 7

2.3.3 Monstername Van het uitgangsmateriaal is bij het steken van het stek een drietal bladmonsters genomen, van de 3 verschillende voedingsbehandelingen gedurende de moerplantfase. Hiervoor is per monster, per stek telkens het jonge volgroeide blad genomen. 8 weken na het steksteken zijn grondmonsters genomen om te achterhalen in hoeverre de verschillende voedingsbehandelingen gerealiseerd zijn. Per monster is grond uit het middelste (1/3) deel van de potten genomen. 2.3.4 Gewaswaarnemingen Regelmatig zijn gewasontwikkeling, groeiafwijkingen en smalbladigheid per behandeling waargenomen. Ook is de uitgroeiduur van nieuwe bladeren waargenomen bij 10 planten per ras. Aanvullend is een aantal afwijkende planten samen met controle planten onderzocht op een mogelijke aantasting door een wortelbacterie. Bij het gewas Saintpaulia is deze bacterie namelijk de oorzaak van fysiologische groeiafwijkingen en daarmee veel uitval. Aan het einde van de proef is elke proefplant beoordeeld op mate van smalbladigheid. Zo is per behandeling een overzicht ontstaan van goede planten versus planten met smalbladigheid (tabel 2). De extra gewassen zijn per behandeling beoordeeld op gewasontwikkeling en afwijkingen. Tabel 2. Beoordelingsklassen voor de eindwaarneming Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5 Veel smalbladigheid hoofdscheut Weinig smalbladigheid hoofdscheut Veel* smalbladigheid zijscheut Weinig* smalbladigheid zijscheut goed *weinig = 2 bladeren, veel = 3 bladeren 2.3.5 Verwerking De resultaten van de verschillende behandelingen zijn vergeleken met behulp van T- toetsen. Daarbij is een betrouwbaarheid van 95% (p=0,05) aangehouden. 8

3 Resultaten 3.1 Klimaatrealisatie 3.1.1 Klimaatrealisatie tijdens de bewortelingsfase In onderstaande figuren staan de gerealiseerde temperaturen tijdens de bewortelingsfase weergegeven. Het betreft hier de gegevens onder de folie en onder acryldoek. Opvallend is dat de pottemperatuur onder het acryldoek meer gematigd is. Gemiddelde lucht- en pottemperaturen zijn nagenoeg gelijk onder beide afdekmaterialen. folie 35 33 31 29 27 T 25 Tpot Tlucht 23 21 19 17 15 10-06-2008 11-06-2008 12-06-2008 13-06-2008 14-06-2008 15-06-2008 16-06-2008 17-06-2008 18-06-2008 19-06-2008 20-06-2008 21-06-2008 22-06-2008 23-06-2008 24-06-2008 25-06-2008 26-06-2008 27-06-2008 28-06-2008 29-06-2008 30-06-2008 01-07-2008 02-07-2008 tijd Figuur 1. Lucht- en pottemperatuur tijdens beworteling onder perforatiefolie acryl 35 33 31 29 27 T 25 Tpot Tlucht 23 21 19 17 15 10-06-2008 11-06-2008 12-06-2008 13-06-2008 14-06-2008 15-06-2008 16-06-2008 17-06-2008 18-06-2008 19-06-2008 20-06-2008 21-06-2008 22-06-2008 23-06-2008 24-06-2008 25-06-2008 26-06-2008 27-06-2008 28-06-2008 29-06-2008 30-06-2008 01-07-2008 02-07-2008 tijd Figuur 2. Lucht- en pottemperatuur tijdens beworteling onder acryldoek 9

3.1.2 Klimaatrealisatie tijdens de teeltfase In bijlage 2 zijn de overzichten van de gerealiseerde klimaatdata weergegeven tijdens de teeltfase. Enkele keren is de spanning eraf geweest door omstandigheden, waardoor er wat data missen. Tijdens de bewortelingperiode, zo tot half juni was er veel instraling met hoge temperaturen overdag. Dit is ook de reden dat halverwege de beworteling het acryldoek is vervangen door folie. De planten en potten droogden teveel uit onder het acryldoek. In de periode na beworteling is er geen extreem warm weer meer geweest. 3.2 WET metingen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de pot omstandigheden bij de moerplanten ten tijde van de bemestingsbehandelingen. De 2 hogere EC trappen zijn goed gehaald. Tabel 3. Gerealiseerde pot omstandigheden tijdens de moerplant fase datum controle behandeling1 behandeling2 11-4-2008 watergehalte 38,0 39,6 42,7 EC 1,2 1,8 2,1 24-4-2008 watergehalte 29,5 36,5 42,3 EC 1,3 1,6 2,0 15-5-2008 watergehalte 40,5 40,9 46,2 EC 1,4 1,7 1,9 10-6-2008 watergehalte 31,7 34,0 37,6 EC 1,2 1,7 1,9 Tijdens de teeltfase is de pot EC op een aantal momenten gemeten, gemiddelden staan in tabel 4. Bij het inzetten van de proef is voorzichtig gestart met de K bemesting, om het bewortelen goed te laten verlopen en de stekken te laten wennen aan de kaliumoplossing. Pas na het bewortelen is met oplossingen met hogere EC gewerkt, waardoor deze ook op is gaan lopen in de pot. Tabel 4. Gerealiseerde pot EC tijdens teeltfase datum controle behandeling1 behandeling2 10-6-2008 2,2 1,9 1,8 25-6-2008 2 1,9 1,8 9-7-2008 2,1 2,2 2,3 16-7-2008 2,1 2,3 2,4 23-7-2008 2,3 2,6 2,9 30-7-2008 2,4 2,8 3,1 5-8-2008 2,3 2,8 3,1 20-8-2008 2,4 3 3,2 10

3.3 Monstername Bij het stek steken zijn 3 bladmonsters genomen, afkomstig van de verschillende bemestingsbehandelingen tijdens de moerplantfase (tabel 5). De hogere K gift is duidelijk tot uiting gekomen in de stekken. Verder opvallend is het relatief hoge Mg cijfer bij de controle. In bijlage 3 staat een overzicht van de richtwaarden voor elementen per kg drogestof bij Dieffenbachia. Tabel 5. Bladmonsters stekken van moerplantbehandelingen d.s. % Ksap K Na Ca Mg N S P Fe Mn Zn B Cu Mo controle 9,6 120,6 1136 70 459 475 2271 139 249 1952 2170 829 1925 45 <15 beh. 1 8,9 158,9 1627 66 558 257 2560 131 242 2034 2687 948 1808 35 <15 beh. 2 8,6 160,0 1700 58 582 246 2598 134 247 1862 2553 951 2234 74 <15 hoofdelementen mmol/kg d.s. sporenelementen µmol/kg d.s. Ksap in mmol/l De grondmonsters zijn 8 weken na het steksteken genomen. Tabel 6 geeft het overzicht. De verschillen in EC tussen de verschillende behandelingen zijn kleiner dan op basis van tabel 4 verwacht mag worden. Mogelijk dat de analysemethode een rol speelt hierin. De grondmonsters zijn geanalyseerd met de 1:1,5 volume extract methode, terwijl de pot EC direct in de pot is gemeten met een WET sensor. Wel duidelijk zijn de oplopende K waarden bij de bemestingsbehandelingen. Overige elementen laten weinig variatie zien tussen de behandelingen. Tabel 6. Grondmonsters van de bemestingsbehandelingen EC ph NH4 K Na Ca Mg NO3 Cl SO4 HCO3 P Si Fe Mn Zn B Cu Mo controle 0,9 5,9 <0,1 2,2 0,8 1 1,1 3,2 0,3 1,2 <0,1 0,91 0,02 2,2 0,5 0,9 3,7 0,2 0,1 beh. 1 0,9 5,9 <0,1 3,9 0,6 0,6 0,6 3,3 0,3 0,9 <0,1 1,3 0,02 2,8 0,6 0,6 2,7 0,1 0,1 beh. 2 1,1 5,9 <0,1 4,7 0,7 1 1,1 4,6 0,3 1,3 <0,1 1,72 0,02 1,5 0,3 0,7 3,9 0,2 0,1 hoofdelementen mmol/l. sporenelementen µmol/l. 3.4 Gewaswaarnemingen 3.4.1 Gewasontwikkeling Twee weken na het afdekken is het acryldoek overal vervangen door perforatiefolie. Gedurende deze periode was de instraling zo sterk dat de potten onder het acryldoek te droog werden. Hierdoor zijn een aantal planten afgevallen bij de behandeling met acryldoek. Ook hebben deze planten een groeiachterstand (ongeveer 1 bladafsplitsing) opgelopen t.o.v. de planten afgedekt met perforatiefolie. Tien weken na stek steken zijn er wat groeiafwijkingen geconstateerd in de blokken die afgedekt zijn geweest met perforatiefolie. Vooral planten van de controlebehandeling hebben op dat moment wat minder bladtekening (wat groener) en soms is al wat neiging naar smalbladigheid te zien (foto 3). 11

Foto 3. Overzicht van controleplanten in week 34 Enkele weken later is bovenstaand beeld nog steeds zichtbaar, maar wel in mindere mate. De meeste planten lijken er overheen te groeien (foto 4). Foto 4. Overzicht van controleplanten in week 39 3.4.2 Uitgroeiduur bladeren Parallel aan de gewaswaarnemingen is ook de uitgroeiduur van bladeren bekeken. Onder acryldoek hebben de planten te zware omstandigheden gekend, waardoor de bladafsplitsing is vertraagd. Smalbladigheid is geïnitieerd tijdens en/of vlak na de bewortelingsfase, ongeveer het 7 e blad. Een stek heeft bij aanvang van de proef 3 zichtbare bladeren en uit groeipuntanalyse blijkt dat er 2 tot 3 opvolgende bladeren zichtbaar zijn in het groeipunt. Hieruit blijkt dat soms het 6 e en zeker het 7 e blad wordt geïnitieerd tijdens of vlak na de bewortelingsfase. Tabel 7. Afsplitsing van nieuwe bladeren vanaf inzet proef Beh. Weeknr start: wk 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 Folie Blad nr. 4 5 6 7 8 9 Acryl 4 5 6 7 8 *4,5,6 = moment van nieuwe bladafsplitsing (groeipunt is kleiner of gelijk aan 1 cm groot) 12

3.4.3 Analyse wortelbacterie In week 36 zijn verschillende planten Mars met smalbladigheid en gezonde planten verzameld en zijn wortels geanalyseerd door Groen Agro Control op de aanwezigheid van Dikke Wortel Bacterie. Zowel de aangetaste planten als de controle planten scoorden negatief, waardoor de kans klein is dat dezelfde aantaster als bij Saintpaulia fysiologische afwijkingen bij Dieffenbachia zou veroorzaken. 3.4.4 Eindwaarneming De eindwaarneming is uitgevoerd in week 48, 24 weken na inzetten van de proef. In figuur 3 staan de resultaten weergegeven. Elk proefveld staat voor een andere behandeling (bijlage 1). De verticale zwarte lijn in de figuur geeft de scheiding weer tussen de afdekmaterialen. Proefveld 1 t/m 18 stonden onder de folie en 19 t/m 36 onder het acryldoek. Wat betreft afdekmateriaal is er een significant verschil tussen de folie en het acryldoek wat betreft het aantal goede planten. Onder de folie zijn er meer goede planten opgekweekt dan onder het acryldoek vandaan. Wat betreft smalbladigheid zijn geen statistische verschillen gevonden voor de verschillende afdekmaterialen. De proeffactor afdekperiode heeft geen betrouwbare verschillen opgeleverd wat betreft mate van smalbladigheid. Heel opvallend bij de voedingsbehandelingen is dat deze behandeling bij de moerplanten voor een aantal effecten heeft gezorgd en tijdens de teelt niet (althans niet significant). Voedingsbehandeling 2 bij de moerplanten heeft betrouwbaar meer goede planten opgeleverd dan zowel de controle als voedingsbehandeling 1. Ook hebben voedingsbehandeling 1 en 2 voor minder planten met veel smalbladigheid in de zijscheut (klasse 3) gezorgd vergeleken met de controlebehandeling. Verder heeft voedingsbehandeling 2 geresulteerd in significant minder planten met weinig smalbladigheid in de hoofdscheut (klasse 2) vergeleken met de controle (figuur 4). 13

gestapelde waarnemingen per proefveld 15 14 13 12 11 10 aantal planten 9 8 7 6 5 4 3 2 1 veel smbl hoofdscheut enkel smbl hoofdscheut veel smbl zijscheut enkel smbl zijscheut goed 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 proefveld Figuur 3. Beoordeling op smalbladigheid per proefveld Tabel 8. Overzicht proefvelden nr behandeling 1 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 2 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 3 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 4 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 5 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 6 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 7 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 8 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 9 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 10 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 11 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 12 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 13 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 14 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 15 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 16 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 17 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 18 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 19 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 20 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 21 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 22 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 23 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 24 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 25 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 26 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 27 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 28 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 29 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 30 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 31 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 32 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 33 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 34 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 35 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 36 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 14

% smalbladigheid klasse 2 bij planten van voedingsbehandeling moeren 3 2,5 2 1,5 % 1 voeding 2 controle 0,5 0-0,5 Figuur 4. Verschil in smalbladigheid tussen planten afkomstig van voeding 2 en controle uit de moerplantbehandeling Als puur naar smalbladigheid wordt gekeken dan is er binnen de voedingsbehandelingen een trend waarbij de controle heeft geleid tot zowel de meeste proefvelden als de meeste planten met smalbladigheid in de hoofdscheut. Dit geldt voor de voedingsbehandelingen tijdens de moerplantfase èn de teeltfase. De verschillen zijn echter niet significant. 3.4.5 Overige gewassen Parallel aan de eindbeoordeling van Dieffenbachia zijn de 3 andere gewassen beoordeeld. Voor Schefflera zijn geen grote fysiologische afwijkingen waargenomen per proefveld. Wel viel op dat de plantlengte wat achterbleef bij de kortste afdekperiode in combinatie met de hoogste voedingsbehandeling tijdens de teelt. Ook was de bladtekening wat minder bij deze planten. Daartegenover gaf de langste afdekperiode in combinatie met voedingsbehandeling 1 de grootste (meest gevulde) planten (foto 5-6). Bij Allocasia was er veel variatie in potvochtigheid en zijn veel droge potten opgemerkt. Het is onduidelijk wat hiervan de oorzaak is, mogelijk heeft het te maken met de bladvorm van het gewas. Het lijkt erop dat de middellange afdekperiode (22 dagen) heeft geleid tot de grootste planten met grotere bladeren, maar dit kan ook verband hebben met de potvochtigheid. Een drogere pot leidt heel snel tot kleinere planten met kleine bladeren. Planten die het kortst zijn afgedekt bleven over het algemeen wat kleiner en de variatie in potvochtigheid was het grootst bij deze planten Bij Calathea viel op dat alle behandelingen in bepaalde mate schade lieten zien aan de bladranden. Het lijkt op mechanische schade wat opgelopen is toen het blad nog was opgerold (foto 7). Daarnaast is nog een ander type bladschade waargenomen, ook aan de bladrand (foto 8). Deze schade lijkt verband te houden met potvochtigheid. De nattere potten, welke vaak ook de grootste planten opleverde, lieten meer van dit type bladschade zien. Daarnaast lijkt deze schade toe te nemen bij een hoge EC tijdens de teelt. Planten die waren afgedekt met acryldoek hadden het minst last van deze bladschade en waren ook iets kleiner van formaat. 15

Foto 5. Schefflera met korte afdekperiode en hoge voeding Foto 6. Schefflera met lange afdekperiode en minder hoge voeding Foto 7. Schade (type 1) aan de bladrand bij Calathea Foto 8. Schade (type 2) aan de bladrand bij Calathea 16

4 Conclusies en aanbevelingen Uit de resultaten van dit onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd: Gedurende de afdekperiode is de pottemperatuur veel gematigder onder het acryldoek vergeleken met de perforatiefolie. Echter de hoge instraling en luchttemperatuur tijdens de bewortelingfase zorgden voor (te) droge omstandigheden onder het acryldoek. Bij deze omstandigheden is het beter om meerdere lagen acryldoek te gebruiken, of om ander (minder vochtdoorlatend) afdekmateriaal in te zetten. Na analyse is het onwaarschijnlijk dat smalbladigheid bij Dieffenbachia veroorzaakt wordt door de wortelbacterie die bij Saintpaulia fysiologische afwijkingen veroorzaakt. Een hogere K gift tijdens de moerplantfase werkt ook door in een hoger K cijfer in bladeren van stekken. Smalbladigheid is, net als bij het voorgaande onderzoek, geïnitieerd tijdens en/of vlak na de bewortelingsfase, in ongeveer het 7 e blad. Het type afdekmateriaal en de tijdsduur van de bewortelingsfase hebben geen verschillen veroorzaakt in de mate van optreden van smalbladigheid. De hoogste voedingsbehandeling tijdens de moerplantfase heeft gezorgd voor betrouwbaar meer goede planten en minder planten met smalbladigheid op moment van afleveren. Het totaal aantal planten met smalbladigheid was relatief klein in de proef, waardoor het lastig is om harde conclusies te trekken. Als er een behandeling met een lagere EC was meegenomen dan zou dit ongetwijfeld anders zijn geweest. Het doel was echter om o.a. de voeding zo optimaal mogelijk als een sturingsmechanisme in te zetten tegen smalbladigheid. Er zijn dan ook aanwijzingen dat teeltomstandigheden vooral invloed hebben op smalbladigheid voor, tijdens en vlak na de bewortelingsfase. Dit lijkt de meest kritische fase voor het optreden van smalbladigheid. Stekken die zijn opgegroeid met een hogere EC en met meer K resulteren uiteindelijk in planten met minder smalbladigheid. Naast zo gematigd mogelijke omstandigheden tijdens de beworteling is het belangrijk om extreme weersomstandigheden te beperken gedurende de eerste dagen na het verwijderen van het afdekmateriaal. 17

Bijlage 1: Proefschema perforatiefolie acryldoek 90 subl(30 per moer EC) +10 extra per gewas Ec1 90 subl +10 extra per gewas Ec2 90 subl +10 extra per gewas Ec3 90 subl +10 extra per gewas Ec1 90 subl +10 extra per gewas Ec2 90 subl +10 extra per gewas Ec3 tijdsduur beworteling 2 90 subl(30 per moer EC) +10 extra per gewas Ec1 90 subl +10 extra per gewas Ec2 90 subl +10 extra per gewas Ec3 90 subl +10 extra per gewas Ec1 90 subl +10 extra per gewas Ec2 90 subl +10 extra per gewas Ec3 tijdsduur beworteling 1 codering proefvelden nr behandeling 1 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 2 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 3 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 4 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 5 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 6 perforatie folie, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 7 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 8 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 9 perforatie folie, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 10 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 11 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 12 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 13 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 14 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 15 perforatie folie, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 16 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 17 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 18 perforatie folie, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 19 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 20 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 21 acryldoek, korte afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 22 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 23 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 24 acryldoek, korte afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 25 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 26 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 27 acryldoek, korte afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 28 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 2 moeren 29 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC 1 moeren 30 acryldoek, lange afdekperiode, EC 2 voeding, EC controle moeren 31 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 2 moeren 32 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC 1 moeren 33 acryldoek, lange afdekperiode, EC 1 voeding, EC controle moeren 34 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 2 moeren 35 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC 1 moeren 36 acryldoek, lange afdekperiode, EC controle voeding, EC controle moeren 18

Bijlage 2: Klimaat teeltfase klimaat teelt 100 1000 90 900 80 800 70 700 T, RV 60 50 40 600 500 400 par, co2 T RV par CO2 30 300 20 200 10 100 0 0 10-6-2008 12-6-2008 14-6-2008 16-6-2008 18-6-2008 20-6-2008 22-6-2008 24-6-2008 26-6-2008 28-6-2008 30-6-2008 2-7-2008 4-7-2008 6-7-2008 8-7-2008 10-7-2008 8:40 12-7-2008 8:10 14-7-2008 7:40 16-7-2008 7:10 18-7-2008 6:40 20-7-2008 6:10 22-7-2008 5:40 24-7-2008 5:10 26-7-2008 4:40 28-7-2008 4:10 30-7-2008 3:40 1-8-2008 3:10 3-8-2008 2:40 5-8-2008 2:10 7-8-2008 1:40 9-8-2008 1:10 tijd klimaat teelt 100 1000 90 900 80 800 70 700 60 600 T T, RV 50 40 500 400 par, co2 RV par CO2 30 300 20 200 10 100 18-8-2008 15:55 20-8-2008 15:25 22-8-2008 14:55 24-8-2008 14:25 26-8-2008 13:55 28-8-2008 13:25 30-8-2008 12:55 1-9-2008 12:25 3-9-2008 11:55 6-9-2008 8-9-2008 10-9-2008 11-9-2008 13-9-2008 15-9-2008 17-9-2008 19-9-2008 21-9-2008 23-9-2008 25-9-2008 27-9-2008 29-9-2008 1-10-2008 3-10-2008 5-10-2008 7-10-2008 9-10-2008 11-10-2008 13-10-2008 15-10-2008 17-10-2008 19-10-2008 21-10-2008 23-10-2008 25-10-2008 27-10-2008 29-10-2008 31-10-2008 2-11-2008 4-11-2008 6-11-2008 8-11-2008 10-11-2008 12-11-2008 14-11-2008 16-11-2008 18-11-2008 20-11-2008 22-11-2008 24-11-2008 26-11-2008 0 0 tijd 19

Bijlage 3: Richtwaarden elementen Dieffenbachia Richtwaarden elementen Dieffenbachia Richtwaarde gebrek K 1000-1600 Ca 400-600 Mg 200-300 N-totaal 2400-2800 < 2000 NO3 S-totaal S04 P 200-300 Cl Na Fe 1.0-2.0 Mn 1.5-2.5 Zn 1.20-3.00 B 3.0-5.0 Cu, umol/kg ds 50-100 Mo, umol/kg ds Gehalten in mmol per kg droge stof (ds), behalve Cu en Mo Bron: Brochure No. 15. Normen voor gehalten aan voedingselementen van groenten en bloemen onder glas 20