SCHOOLVEILIGHEIDS PLAN

Vergelijkbare documenten
SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN MONTESSORISCHOOL ELZENEIND

Oosterwolde, 1 juli Gedrags- en pestprotocol

Pestbeleid en pestprotocol De vier Heemskinderen

Pestprotocol. OBS De Trekvogel

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels

Pestprotocol OBS Prinses Marijke

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Eckartcollege / Pleincollege Nuenen

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol BS de Kersenboom

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol. Antoniusschool

GEDRAGSPROTOCOL PCB MEESTER LALLEMAN

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Pestprotocol de Esdoorn

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom

Anti-pestprotocol Angelaschool Boxtel

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Handelingen van leerlingen Als de kinderen merken dat er gepest wordt, vertellen zij dit aan de leerkracht en/of ouders.

Pestprotocol Maria Bernadette

Pestprotocol Deventerleerschool

BURG. DE RUITERSCHOOL

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

PESTPROTOCOL DE SCHELP

Pestprotocol Rietslenke.

Pestprotocol de Regenboog

Gedragsprotocol De Achtbaan

INLEIDING voorwaarden Definitie Vormen van pesten

Pestprotocol SBO De Lings

INHOUD. 1. Waarom kiezen wij voor een pestprotocol?

Bijlage 1 INTERNETPROTOCOL

Protocol. Pestprotocol

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Pestprotocol Prakticon

Pestprotocol. De Triangel

Pesten komt op iedere school voor; ook bij ons! Het is een probleem dat wij onder ogen zien en serieus willen aanpakken. Vandaar dit protocol.

PESTPROTOCOL (versie april 2014)

Pestprotocol basisschool De Vlieger

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Plagen mag wel, pesten niet. Wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Het is plagen wanneer:

Pestprotocol Theo Thijssenschool Waddinxveen

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders.

Anti- Pestprotocol. Bijlage 4 van het Sociaal Veiligheidsplan

Pestprotocol Burg. W.A. Storkschool

Hulp aan het gepeste kind Hulp aan de middengroep Hulp aan de Pester Adviezen aan de leerkracht Adviezen aan ouders. Bijlage : Landelijke organisaties

Anti pestprotocol OBS DE BOUWSTEEN

Pestprotocol O.B.S. Giessen-Oudekerk

Prinses Julianaschool

Plagen is niet hetzelfde als pesten. De verschillen zou je zo kunnen aangeven:

Inhoud. 1. Waarom kiezen wij voor een pestprotocol?

Pestprotocol CBS Oranje Nassau

Gedrags- en pestprotocol

Pestprotocol Johannesschool

PESTPROTOCOL. Pestprotocol Haagstraatplein

Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan.

Pestprotocol Bs. St. Jozef

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool.

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN

P e s t p r o t o c o l

Sociale veiligheid op school

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

PESTPROTOCOL. Fellenoord

PESTPROTOCOL OBS DE REGENBOOG

Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging

April anti-pestprotocol Basisschool De Regenboog Gorinchem

Protocol Pesten. Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk.

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

Pestprotocol obs De Meerwaarde

Pestprotocol. Pagina 1 van 26

Toch komen er soms situaties voor waarbij dit niet altijd lukt. Het is van belang dat men dan op de gemaakte regels en afspraken terug kan vallen.

Juni Inhoudsopgave

GEDRAGSPROTOCOL STICHTING PROCON. versie: revisie: PROTOCOL BIJ ONAANVAARDBAAR EN ANTISOCIAAL GEDRAG

Samen goed voor elkaar!

Pestbeleid op school

Iedereen is hier oké!

Pestprotocol. Basisschool Kerensheide Stein

Pestprotocol Hoe gaan we met elkaar om?

VAN HET PESTPROTOCOL DIGITAAL PESTEN

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

PESTPROTOCOL DE POLDERRAKKERS

Gedragsprotocol St. Michaëlschool November 2015

Inhoud gedragsprotocol

Waarden en normen op RKBS Sint Jan (Waarland)

Pesten komt vrijwel op iedere school voor, dus ook op onze school. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en dat we serieus aanpakken.

Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010

Alle kinderen zich veilig laten voelen in hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen

Transcriptie:

SCHOOLVEILIGHEIDS PLAN schoolveiligheidsbeleid Bs. De Schare 2016-2020

Inhoudsopgave SCHOOLVEILIGHEIDSBELEID DE SCHARE ST. HUBERT... 2 INLEIDING... 2 ONDERZOEK... 2 VISIE SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN DE SCHARE... 2 DOELSTELLING BELEIDSPLAN... 3 PREVENTIEF BELEID... 3 CURATIEF BELEID... 3 REGISTRATIE EN EVALUATIE... 4 GEDRAGSREGELS... 4 PROTOCOLLEN... 5 GEDRAGS- EN PESTPROTOCOL... 6 GEDRAGSPROTOCOL VOOR LEERLINGEN, LEERKRACHTEN EN OUDERS/VERZORGERS... 7 Uitgangspunten... 7 Grenzen... 7 Grenzen in gedrag... 7 Grenzen in taalgebruik... 7 Naleving van het protocol... 7 Regels... 8 Belonen en straffen... 8 Negatieve uitingen van gedrag... 9 Afspraken over nablijven:... 9 PESTPROTOCOL... 10 Pestbeleid van de school.... 10 Waarom een pestprotocol?... 10 Wat is pesten?... 10 Plan van aanpak... 10 De preventieve aanpak... 12 De directe aanpak... 13 De leerkracht en het pestprotocol... 14 VEILIG INTERNETGEBRUIK, CYBERPESTEN EN OMGAAN MET SOCIAL MEDIA... 19 VEILIG INTERNETGEBRUIK VOOR LEERLINGEN EN LEERKRACHTEN... 19 CYBERPESTEN... 19 OMGAAN MET SOCIAL MEDIA... 22 PROTOCOL FYSIEK, VERBAAL EN PSYCHISCH GEWELD EN AGRESSIE... 23 PROTOCOL DISCRIMINATIE... 24 PROTOCOL VERNIELINGEN... 25 PROTOCOL SEKSUELE INTIMIDATIE... 26 PROTOCOL SCHORSING EN VERWIJDERING VAN LEERLINGEN... 28 PROTOCOL OPVANG PERSONEEL EN LEERLINGEN BIJ ERNSTIGE INCIDENTEN... 30 OPVANGPROCEDURE... 30 CONTACT MET HET SLACHTOFFER... 30 PRIVACYREGELING... 31 BELEID T.A.V. INFORMATIEPLICHT... 31 INTENTIEVERKLARING DE SCHARE... 32 REGISTRATIEFORMULIER AGRESSIE EN GEWELD VOOR INTERN GEBRUIK DE SCHARE... 33 VERSLAG INZAKE TIME-OUT, SCHORSING OF VERWIJDERING VAN LEERLINGEN... 35 ONGEVALLENREGISTER DE SCHARE... 36 1

Schoolveiligheidsbeleid de Schare St. Hubert Inleiding Het beleid met betrekking tot agressie, geweld en seksuele intimidatie maakt onderdeel uit van het arbo- en personeelsbeleid. Onder agressie en geweld wordt in de wetsbepaling verstaan: voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen wordt onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Deze wetsbepaling heeft betrekking op werknemers en personen zoals stagiaires, ouders en leerlingen. De wetsbepaling betreft het schoolgebouw en de onmiddellijke omgeving van de school zoals het schoolplein. (Dit wordt onderhouden in het VBA rapport en jaarlijks besproken met de preventiemedewerker) Het beleidsplan Agressie, geweld en seksuele intimidatie van de Schare is een nadere uitwerking van het arbobeleidsplan. Het stelt zich ten doel alle vormen van agressie, geweld en seksuele intimidatie binnen of in de directe omgeving van de school te voorkomen. Daar waar zich incidenten voordoen adequate maatregelen te treffen om verdere escalatie te voorkomen. Om te zorgen voor een zo breed mogelijk gedragen beleid op het gebied van agressie, geweld en seksuele intimidatie is door de school een intentieverklaring opgesteld en deze is ondertekend door alle geledingen van de school. Deze intentieverklaring is te vinden als bijlage. Het beleidsplan richt zich op alle vormen van agressie, geweld en seksuele intimidatie die binnen of in de directe omgeving van de school kunnen plaatsvinden. Agressie en geweld kunnen zich manifesteren in verschillende vormen: fysiek geweld psychisch geweld verbaal geweld seksuele intimidatie discriminatie vernielingen cyberpesten (multimedia) Onderzoek Landelijke cijfers laten zien dat de criminaliteit en het gevoel van onveiligheid de laatste jaren sterk zijn toegenomen. Visie schoolveiligheidsplan de Schare Zorgdragen voor een veilige omgeving is voor de Schare een onderdeel van het schoolbeleid. Veiligheid wordt gekenschetst als het totaal pedagogisch klimaat in en rond de school. De school streeft ernaar een omgeving te creëren waarin leerlingen, medewerkers en ouders zich veilig voelen en in alle harmonie samenwerken. Dit vertaalt zich in betrokkenheid op elkaar in een omgeving waar iedereen binnen de gestelde normen zichzelf durft en kan zijn. Een gemeenschap zoals omschreven is voor onze school de basis en het fundament voor sociaal emotionele en cognitieve ontwikkeling. Veiligheid is verbonden aan het sterk pedagogisch klimaat van de school en hiermee wordt geïnvesteerd in de betrokkenheid en het stimuleren van de ontwikkeling van de leerlingen. 2

Doelstelling beleidsplan De Schare streeft naar een veilige leer- en werkomgeving, kortom een veilige school. Het beleid dat hiertoe gevoerd wordt is een ontwikkeling die gestoeld is op het besef dat versterking van dit beleid ten goede komt aan de ontwikkeling en het welbevinden van alle leerlingen en het welbevinden van het personeel. Iedereen die werkzaamheden verricht voor de Schare dan wel onderwijs volgt of anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap wordt geacht zich te onthouden van elke vorm van ongewenst gedrag. De Schare neemt preventieve en curatieve maatregelen om ongewenst gedrag te voorkomen en te bestrijden. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan elke vorm van (seksuele) intimidatie, racisme, discriminatie, agressie en geweld. Ouders worden geïnformeerd tijdens de infoavond over het beleidsplan en de protocollen. Door de leerkrachten worden de gedragsregels met de leerlingen regelmatig besproken via klassenregels en via kanjertraining. (Het A4 rond gedragsregels wordt jaarlijks aangereikt.) Aan iedere leerling wordt de zorg en aandacht geboden die nodig is om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door het pro-actief uitdragen van het streven naar een veilige leer-en werkomgeving binnen onze school, onder andere door passende activiteiten uit te voeren. Deze activiteiten zijn gebaseerd op de volgende onderdelen: preventief beleid, ter voorkoming van incidenten curatief beleid, ter voorkoming van verder escalatie bij incidenten registratie en evaluatie (ongevallenregistratie met jaarlijkse evaluatie preventiemedewerker) Preventief beleid De Schare neemt maatregelen om agressie, geweld en seksuele intimidatie tegen te gaan en hiertoe worden de volgende activiteiten ondernomen: gevoelens van veiligheid worden regelmatig geïnventariseerd bij personeel, leerlingen en ouders er zijn gedragsregels opgesteld en deze worden door alle personeelsleden consequent gehandhaafd er is een incidentenregistratie personeel, leerlingen en ouders worden geïnformeerd over geldende gedragsregels. Deze regels worden kenbaar gemaakt in de schoolgids en infoavond. Daarnaast wordt agressie, geweld en seksuele intimidatie aan de orde gesteld: tijdens individuele gesprekken met ouders / medewerkers (functioneringsgesprekken) tijdens teamvergaderingen tijdens het managementoverleg tijdens bestuur overleg in overleggen met en van de medezeggenschapsraden in de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)en plan van aanpak (VBA) Curatief beleid Om adequaat te kunnen handelen naar aanleiding van incidenten en om escalatie te voorkomen wordt iedereen die betrokken of geconfronteerd is met agressie en geweld, door de school afdoende hulp en begeleiding geboden. De Schare heeft hiervoor de volgende maatregelen doorgevoerd: er is een protocol voor opvang bij ernstige incidenten er is een protocol voor melding van, (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie opgesteld er is een procedure voor schorsing en verwijdering van leerlingen vastgesteld schorsing van personeel vindt plaats conform het geldende RPBO voor ernstige incidenten zijn er vertrouwenspersonen aanwezig er kan hulp worden ingeroepen van externe hulpverleners de vertrouwenspersonen volgen cursussen om zich te specialiseren in hun taak Als een incident leidt tot ziekteverzuim, wordt gehandeld conform het algemeen geldende ziekteverzuimbeleid van het schoolbestuur. Indien een incident niet leidt tot verzuim is aandacht voor slachtoffer (en eventueel) agressor evenzeer gewenst. De schoolleiding van de Schare stimuleert de betrokkenheid van leidinggevende en collega s bij de situatie. 3

Registratie en evaluatie Personeel, leerlingen en ouders die incidenten willen melden, kunnen daarvoor terecht bij de interne contactpersonen. De anonimiteit is hierbij gewaarborgd. Zij werken hierbij volgens de richtlijnen van de klachtenregeling zoals die is vastgesteld door de stichting Peelraam. Om te kunnen sturen, evalueren en haar beleid bij te kunnen stellen draagt onze school zorg voor een nauwkeurige registratie en administratie van incidenten inzake agressie, geweld en seksuele intimidatie. De Schare maakt hiertoe gebruik van een registratiesysteem waarin de gegevens van het (interne) meldingsformulier zijn verwerkt. Minimaal een maal per schooljaar wordt een overzicht van het aantal meldingen gemaakt. Dit overzicht bevat algemene gegevens, (geen individuele, inhoudelijke of privacygevoelige gegevens) die in de MR en het team van de school worden besproken. Een ieder kan verbetervoorstellen met betrekking tot het beleidsplan melden bij de directie Het beleidsplan wordt jaarlijks geëvalueerd in het teamoverleg, managementoverleg en met de Medezeggenschapsraad. Verbeteracties die voortkomen uit de evaluatie worden opgenomen in het plan van aanpak van de Risico Inventarisatie en Evaluatie en via dit plan van aanpak wordt ook de voortgang in de uitvoering bewaakt. Gedragsregels Binnen de Schare hanteren we drie hoofdregels met betrekking tot het omgaan met elkaar, materialen en de ruimte. Wij hebben respect voor elkaar en elkaars spullen. Wij zorgen voor een rustige werk- en speelomgeving. Wij zorgen ervoor dat iedereen zich veilig voelt. Vanuit de methode die wij gebruiken voor de sociaal emotionele ontwikkeling (de Kanjertraining) komen de volgende doelstellingen: De leerlingen leren met hun mogelijkheden en grenzen om te gaan: ze hebben zelfvertrouwen; ze kunnen gedragsimpulsen beheersen; ze kunnen en durven voor zichzelf en anderen op te komen. De leerlingen leveren een positieve bijdrage in de groep: ze gaan respectvol met anderen om; ze handelen naar algemeen geaccepteerde normen en waarden; ze respecteren verschillen in levensbeschouwing en cultuur; ze durven in de groep voor hun eigen standpunt uit te komen; ze houden rekening met gevoelens en wensen van anderen; ze durven in de groep steun te geven aan iemand met een afwijkend standpunt; ze nemen verantwoordelijkheid voor te verrichten taken. De leerlingen weten dat zijzelf en andere mensen sociale en affectieve behoeften hebben: ze kunnen opkomen voor zichzelf; ze kunnen rekening houden met anderen; ze laten kanjergedrag zien. Verder gelden er de volgende basisgedragsregels: wij onthouden ons van elke vorm van verbale en fysieke agressie, geweld en/of seksuele intimidatie; wij pesten niet; wij tolereren geen vuurwerkbezit; wij tolereren geen wapenbezit. 4

Protocollen Op het schoolplein en in de school wordt iedere vorm van verbaal, fysiek en psychisch geweld/ agressie en seksuele intimidatie, door personeel, ouders/ verzorgers, leerlingen, vrijwilligers, stagiaires en overige medewerkers niet getolereerd. Hieronder wordt tevens verstaan aanhoudend pesten, diefstal, vernieling, vuurwerkbezit en wapenbezit. Om te weten hoe een ieder in voorkomende gevallen dient te handelen, zijn de volgende protocollen opgesteld: 5

Gedrags- en Pestprotocol Inleiding Ieder kind moet zich op school thuis voelen. Onze school moet een veilige haven zijn. Wij willen als school een open oor, oog en hart hebben voor onze leerlingen. Wij willen een school zijn waar kinderen kunnen leren en leven. Dit moet in harmonie zijn met elkaar. Wij benaderen de kinderen vanuit een positieve levenshouding. Wij vinden het belangrijk dat kinderen algemeen geldende waarden en normen hanteren waarbij zij respect hebben voor elkaar, voor elkaars eigendommen en elkaars leefomgeving. Tegen discriminatie en pesten treden we alert op. Door middel van de sociaal en emotionele training in alle groepen, proberen we preventief te zijn en negatief gedrag in de kiem te smoren. De kinderen brengen een belangrijk deel van de dag door op school. Het is belangrijk dat de kinderen in een prettige omgeving kunnen verkeren. De groepssfeer en schoolsfeer zijn dus van groot belang. Om dit te kunnen bereiken is het goed dat kinderen weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van anderen mogen verwachten. Binnen de school hanteren we groepsregels. Kinderen weten wat de afspraken in de klassen zijn. Daarnaast zijn er schoolregels die binnen en buiten het gebouw gelden. Uitgangspunt is dat kinderen respect hebben voor elkaar en hun omgeving, waarbij wij het omgaan met elkaar en elkaars eigendommen van belang vinden. Er is voor leerlingen, ouders en leerkrachten een gedragsprotocol opgesteld, als onderdeel van dit beleidsplan. Als school zien we erop toe dat de regels van dit protocol worden nageleefd. Wij zijn ons ervan bewust dat kinderen de regels moeten leren. Daarvoor moeten zij de ruimte krijgen. Kinderen kunnen elkaar op een positieve wijze corrigeren. Ook is het belangrijk dat school en ouders samenwerken daar waar het gaat om gedragscodes. De regels die aan gedragscodes zijn gekoppeld, zijn niet te bediscussiëren. Consequent omgaan met regels en afspraken schept duidelijkheid. Door dit in gezamenlijkheid te hanteren, versterk je de duidelijkheid thuis en op school. Het gedragsprotocol is op onze school ontwikkeld. In samenspraak met ouders (MR) is dit tot een definitief stuk gemaakt. Binnen dit beleidsplan is ook duidelijk aangegeven hoe de school tegenover pestgedrag van kinderen staat. Door hier helderheid over te verschaffen, weet eenieder wat er van elkaar verwacht mag worden. In het Pestprotocol staat het pestbeleid nauwkeurig omschreven. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen plagen, ruzie maken en pesten. Kinderen, maar ook ouders en leerkrachten zullen ervaring en persoonlijk inschatten nodig moeten hebben om te bepalen of het gedrag grensoverschrijdend is. Zij moeten dit onderscheid leren maken. Ouders en leerkrachten kunnen hen daarbij helpen. Kinderen moeten ook zelf leren om met conflicten om te gaan. Zij moeten, met vallen en opstaan, hun sociale vaardigheden ontwikkelen. Zij moeten leren omgaan met gevoelens van onvrede en agressie, zowel bij anderen als bij zichzelf. Zij moeten leren hoe je humor gebruikt, hoe je onderhandelt, wanneer je voor je recht op moet komen of wanneer je moet incasseren. Zij moeten een stijl leren ontwikkelen die bij hen past. In een over beschermd milieu kunnen zij dit niet leren. Zij hebben hier ruimte voor nodig. Het moet voor iedereen die met school te maken heeft, duidelijk zijn dat we problemen serieus nemen en dat we die problemen consequent aanpakken. We streven naar een uniform en herkenbaar beleid. Het team van de Schare vindt het van groot belang dat kinderen altijd bij de leerkrachten op school terecht kunnen. Er zijn twee Interne Contactpersonen (IC) waarbij kinderen terecht kunnen. Deze IC-ers hebben geheimhoudingsplicht. 6

Gedragsprotocol voor leerlingen, leerkrachten en ouders/verzorgers Uitgangspunten Een school moet een omgeving zijn waar kinderen, leerkrachten en ouders zich prettig voelen. Het moet een veilige plaats zijn waar men zich thuis voelt. Het hanteren van normen en waarden is daarbij een hulpmiddel. We hebben in samenspraak een gedragsprotocol opgesteld met als doel een goede sfeer te scheppen en te waarborgen. De goede sfeer is voorwaarde voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen, voor personeel om te kunnen functioneren en voor ouders om zich prettig te voelen. Basis voor het gedragsprotocol vormt het uitgangspunt; respect voor de ander en de omgeving. Dit komt tot uiting in: Respect voor de mening van een ander Respect voor het werk van de ander Respect voor spullen van een ander Respect voor een andere religie Respect voor sterke en zwakke kanten van een ander Respect voor de regels van school en van de groep Dit is de basis voor iedereen op school om goed en prettig te kunnen functioneren. Wij gaan uit van wat maatschappelijk aanvaard wordt. Dit is de norm voor sociaal wenselijk gedrag. Grenzen Hierbij wordt in hoofdlijnen aangegeven waar de grenzen in gedrag liggen. Deze grenzen mogen niet overschreden worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in zichtbaar gedrag naar de ander toe en de wijze van communicatie met de ander. Grenzen in gedrag Wij accepteren geen: Storend gedrag Negatief gedrag t.o.v. andere kinderen; o.a. pestgedrag / ruzie maken Saboterend en brutaal gedrag Discriminerend gedrag Agressief en gewelddadig gedrag Provocerende lichaamstaal Roddelen ( gewoon en via social media) Grenzen in taalgebruik Op de Schare doen we niet mee aan : Schelden Schuttingtaal Vloeken Kwetsen Vernederen Provoceren Naleving van het protocol Dit protocol van gedragsregels wordt door leerlingen, ouders en leden van ons team consequent nageleefd. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor de correcte uitvoering ervan. Het is de zorg van ons allen om erop toe te zien dat iedereen zich volgens het protocol gedraagt. Het niet naleven van het protocol leidt tot gesprekken en mogelijk tot sancties. 7

Regels De regels van het gedragsprotocol zijn voor de groepen vertaald in omgangsregels. Deze omgangsregels zijn daarmee een middel om het protocol vorm te geven. Alle omgangsregels zijn terug te voeren op het uitgangspunt respectvol omgaan met elkaar. In een veilige Schare gelden voor alle betrokkenen de volgende omgangsregels: Op school: 1. Word je niet op je uiterlijk beoordeeld. 2. Word je met je voornaam aangesproken. 3. Word je met rust gelaten als je dit aangeeft. 4. Wordt er naar je geluisterd. 5. Worden je spullen met rust gelaten. 6. Wordt een ruzie eerst door de betrokkenen uitgepraat. 7. Wordt de leerkracht erbij betrokken als de leerlingen er niet uitkomen. 8. Wordt bij pestgedrag door andere leerlingen geen partij gekozen. 9. Word pestgedrag aan de juf/meester verteld (Pesten melden is geen klikken maar moet!) 10. Wordt er alles aan gedaan om een prettige omgeving te creëren voor iedereen en wordt dus niemand buiten gesloten! Dit betekent dat: 1. Ik niemand op zijn/haar uiterlijk beoordeel. 2. Ik iemand met zijn/haar voornaam aanspreek. 3. Ik iemand met rust laat als hij/zij dit aangeeft. 4. Ik luister naar de ander. 5. Ik niet aan de spullen van een ander zit. 6. Ik een ruzie met een ander eerst zelf probeer uit te praten. 7. Ik de leerkracht erbij betrek als ik er niet uitkom of zie dat anderen er niet uitkomen. 8. Ik niet meedoe aan het pesten van een ander kind. 9. Ik pestgedrag meld aan mijn juf/meester. 10. Ik er alles aan doe om het ook voor de ander op school prettig te maken en dus niemand buiten sluit De omgangsregel uit de kanjerlessen: Doet de ander iets wat jij niet wilt? Zeg wat je niet bevalt! Vraag de ander ermee te stoppen Gaat het toch door, loop dan weg of ga naar de leerkracht. Daarnaast zijn er schoolregels. Hierin wordt nader aangegeven wat men wel en niet van elkaar mag verwachten. Uiteraard kan met deze regels niet alles uitputtend beschreven worden. De groepsregels hangen in elke klas. Belonen en straffen Het gedragsprotocol is erop gericht een sfeer te creëren waarin iedereen zich prettig voelt en normaal kan functioneren. De leerkrachten zullen dit onderstrepen en de kinderen positief benaderen. Een compliment werkt uiteindelijk het beste. Ook binnen de groep kunnen afspraken gemaakt worden over een vorm van beloning waar de kinderen en de leerkracht achter staan. Bij straffen hanteren we bepaalde sancties. De sanctie is afhankelijk van de mate van overtreden van de groeps- en of schoolregels. Ook de frequentie van het overtreden en de houding van de leerling in deze, kan bij de sanctie meegewogen worden. 8

Negatieve uitingen van gedrag Hieronder verstaan we gedrag dat niet binnen de afgesproken school- en groepsregels valt en waarbij de school handelend optreedt: Storend gedrag Hieronder wordt verstaan: gedrag dat ertoe leidt dat de voortgang van de les (activiteit) wordt verstoord. (roepen door de klas, hardop praten als dat niet is toegestaan; kortom ongeoorloofd en storend gedrag tijdens schooltijd binnen het schoolgebouw, op de speelplaats of in de gymzaal, maar ook tijdens excursies e.d.) Aanpak: Duidelijk waarschuwen en corrigeren in woord en of gebaar. Bij voortduring van ongewenst gedrag, na schooltijd bespreken. Negatief gedrag, gericht tegen medeleerlingen Hieronder wordt gedrag verstaan dat lichamelijk of geestelijk kwetsend is. Dit valt onder pesten en hiervoor verwijzen wij naar het Pestprotocol over het pestbeleid van onze school. Saboterend en brutaal gedrag Overtredingen als het bewust niet luisteren naar of negeren van de leerkracht, dan wel het leveren van onbehoorlijk commentaar / discussie of brutaal gedrag, al dan niet in de vorm van lichaamstaal, waaruit een gebrek aan respect blijkt, worden gezien als saboterend gedrag. Omdat dit een zeer elementaire voorwaarde is voor een goed en veilig schoolklimaat, wordt dit als zeer ernstig beschouwd. Aanpak: Duidelijk corrigeren Bij voortduring of herhaling: na schooltijd bespreken en evt. strafwerk geven. De leerkracht stelt de ouders van het gedrag op de hoogte. Bij herhaling: in gesprek met de ouders. Verandert er niets, dan kan de directeur, na overleg met het CvB, de leerling tijdelijk schorsen. Ouders en bestuur worden hiervan op de hoogte gesteld. Discriminerend gedrag Hieronder verstaan we minachting voor een ander in algemene zin. Aangezien gelijkwaardigheid een van onze uitgangspunten is, zullen we hier tegen optreden. Aanpak: Via gesprekken op het gedrag ingaan en aangeven wat in dezen gewenst gedrag is. Bij herhaling treden we bestraffend op. Aqressief en qewelddadig gedrag Voor deze gedragsuiting verwijzen wij naar het pestprotocol. Afspraken over nablijven: Het bespreken van gedragsproblemen zal veelal na schooltijd plaatsvinden. Hierover hebben we de volgende afspraken gemaakt: We laten de kinderen nooit tussen de middag nablijven. Een kort gesprekje is wel mogelijk. Bij een overtreding of wanneer de leerling moet overblijven, belt de leerling zelf naar huis om door te geven dat hij moet nablijven. Het nablijven duurt maximaal een kwartier. 9

Pestprotocol Pestbeleid van de school. Dit pestbeleid gaat nadrukkelijk in op de aanpak van pesten. Deze negatieve vorm van gedrag en de aanpak daarvan, vinden wij dermate belangrijk dat dit losgekoppeld is van het gedragsprotocol en als aanvullend onderdeel is opgenomen. Waarom een pestprotocol? Het team van de Schare wil een veilig en prettig pedagogisch klimaat creëren en waarborgen voor alle kinderen. In een klimaat waarin pesten gedoogd wordt, worden de pedagogische structuur en veiligheid ernstig aangetast. Voor onze school is dat een niet te accepteren en ongewenste situatie. M.b.v. dit pestprotocol wordt duidelijk waar we met elkaar voor staan, en wat we doen ter voorkoming en bestrijding van pesten in de school. Het team is overtuigd van de negatieve gevolgen van pestgedrag en zich bewust van haar verantwoordelijkheid in deze. Wat is pesten? Het is belangrijk pesten niet te verwarren met plagen. Ruzie of plagen komt in een groep leerlingen dagelijks voor. Het behoort tot het natuurlijke gedrag van mensen en dus ook tot dat van kinderen. Plagen is een meer tijdelijk iets, is eenmalig in deze vorm, heeft geen structurele kenmerken, is situatiegebonden, en niet op personen, maar meer op gedragingen van personen gericht. Plagen is ook wederzijds, het gaat over en weer en berokkent geen blijvende schade aan kinderen. Het verschil tussen plagen en pesten blijft een moeilijke kwestie. Wat in onze ogen plagen is kan door de betrokkene als pestgedrag ervaren worden. Pestgedrag is gedrag wat zich structureel en systematisch herhaalt en gericht is op één of enkele specifieke personen. Het is pesten als een kind zich niet kan verweren en het als kwetsend wordt ervaren door het kind. Pesten heeft duidelijke kenmerken: Pesten gebeurt opzettelijk Pesten gebeurt systematisch Bij pesten is altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen Pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt erger als er niet wordt ingegrepen Plan van aanpak In de eerste plaats geldt het gezegde dat voorkomen beter is dan genezen. Door een preventieve aanpak moet worden voorkomen dat pesten een probleem kan gaan worden. De preventieve aanpak houdt in: Dat we een klimaat creëren waarbinnen pesten geen normaal gedrag is en met behulp van omgangsregels spreken we af hoe we ons ten opzichte van elkaar gedragen. We zien pesten als een serieus probleem. Dat de leerkrachten vaardigheden op doen in signaleren en bestrijden van pestgedrag. Dat de Schare haar leerkrachten ondersteunt door het in huis hebben van voldoende lesmateriaal om pestgedrag tegen te gaan. Dat we de Kanjermethode actief hanteren als preventief middel tegen pesten. Als pesten zich voordoet moeten leerkrachten, ouders en medeleerlingen dit kunnen signaleren. Een aantal signalen van pestgedrag kan bijvoorbeeld zijn: buitensluiten opmerkingen maken, bijvoorbeeld over kleding of uiterlijk bezittingen afpakken nooit de echte naam van een leerling gebruiken, maar een bijnaam opmerkingen over elkaar via social media (twitter, facebook, instagram etc.). Zie ook protocol veilig internetgebruik, cyberpesten en omgaan met social media. Bij kinderen die gepest worden kunnen gedragsveranderingen optreden. Ouders en leerkrachten moeten alert zijn op deze signalen. 10

Naast de preventieve aanpak hanteren we ook de directe aanpak. De directe aanpak houdt in: Kleine plagerijen worden met en door de kinderen zelf afgehandeld. Het serieus nemen van een pestprobleem en direct duidelijk stelling nemen tegen het pestgedrag. Onderscheid te maken in activiteiten gericht op: 1.het gepeste kind 2.de pester 3.de medeleerling(en) 4.de leerkrachten 5.de ouders Schriftelijke vastlegging van alle gepleegde inspanningen in DOTCOM leerlingvolgsysteem. Mogelijkheid tot inschakelen van de interne contactpersoon en/of het kunnen indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Namen en telefoonnummers staan in de schoolgids. Het gepeste kind kan rekenen op de hulp van de leerkracht en eventueel kan er, indien wenselijk, een verwijzing naar SOVA, psycholoog etc. plaatsvinden. Aan de pester wordt duidelijk gemaakt welk gedrag niet wordt geaccepteerd. In voorkomende gevallen worden medeleerlingen aangesproken op hun verantwoordelijkheid. 11

De preventieve aanpak Creëren van een goed klimaat en gebruiken van de omgangsregels Het voorbeeld van de leerkracht en de ouders is van groot belang. Er zal minder worden gepest in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar aanvaarding van verschillen wordt aangemoedigd, waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar uitgesproken, waar leerlingen gerespecteerd worden in hun eigenheid, waar agressief gedrag niet wordt geaccepteerd en waar leerkrachten en ouders duidelijk stelling nemen tegen dergelijke gedragingen. Alle betrokken partijen worden op de hoogte gebracht van de geldende omgangsregels. Leerkrachten onderschrijven de omgangsregels, ouders worden er d.m.v. de schoolgids / website op gewezen. Leerlingen worden er regelmatig, in ieder geval bij de start van elk schooljaar, rekening houdend met hun ontwikkelingsniveau/leeftijd, van op de hoogte gebracht en als de situatie erom vraagt, op gewezen. Pesten als een serieus probleem zien Pesten komt voor, ook in een veilige school of veilige thuissituatie. Gelet op de signalen die onderzoekers afgeven (één op de vier kinderen in het basisonderwijs is slachtoffer van pestgedrag!), kan er maar beter van uitgegaan worden dat in elke omgeving gepest wordt. De piek van het pesten ligt tussen de 10 en 14 jaar wat niet wegneemt dat er in lagere groepen ook kan worden gepest. Vaardigheden van leerkrachten Vanaf schooljaar 2002/2003 wordt er gewerkt met de KANJER methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. In alle groepen wordt hier frequent mee gewerkt. Indien de leerkracht er aanleiding toe ziet besteedt hij of zij expliciet aandacht aan pestgedrag en kan daarbij gebruik maken van de KANJER-boeken. Andere activiteiten van de leerkracht: De leerkracht bespreekt met de leerlingen aan het begin van elk schooljaar de omgangsregels en schoolregels. Het onderling plagen en pesten wordt hier benoemd en besproken in alle groepen van de school. Naar het school veiligheidsplan wordt tijdens de algemene informatieavond aan de ouders verwezen. De schoolregels worden nog aangevuld met groepsregels die de leerkracht samen met de leerlingen vaststelt. De leerkracht moet geborgenheid en veiligheid bieden door eigen voorbeeldgedrag. De leerkracht moet kunnen observeren en signaleren en direct ingrijpen bij dreigende pestsituaties. De leerkrachten werken aan een positief groepsklimaat (middels activiteiten zoals, kringgesprekken, evaluatiegesprekken). Twee keer per jaar vullen de leerlingen van groep 5,6,7 en 8 een middels het kanjer leerlingvolgsysteem in november en in juni kanjervragenlijst in. Op deze vragenlijst kunnen kinderen hun welbevinden aangeven. De groepsleerkracht meldt opvallende resultaten bij de IB groepsbesprekingen en noteert dit. Tijdens de groepsbesprekingen met de IB wordt m.b.v de HGPD formulering gevraagd naar de sfeer in de groep en naar het welbevinden van de individuele leerlingen. Ondersteuning van leerkrachten Er wordt rekening gehouden met verschil in leeftijd/ontwikkelingsniveau en daarom onderscheid gemaakt in (les)activiteiten voor de onder- en bovenbouw. Het onderwerp wordt regelmatig aan de orde gesteld en er wordt gebruik gemaakt van andere bewoordingen zoals, buitensluiten, anderszijn, aanvaarden van verschillen, veiligheid, omgaan met elkaar en ook met gebruikmaking van verschillende werkvormen, zoals lezen, voorlezen,spreekbeurten, rollenspelen, uiten van gevoelens, kringgesprekken, groepsopdrachten, naar aanleiding van krantenknipsel, tv-uitzending (als de situatie erom vraagt). 12

De directe aanpak Het afhandelen van kleine plagerijen Wanneer de leerkracht kleine plagerijen signaleert worden deze afgehandeld door de kinderen zelf indien nodig met behulp van de leerkracht. De problemen worden besproken en er worden afspraken gemaakt over vervolggedrag. Voor sommige kinderen is het moeilijk over hun gevoelens te praten maar eerder genoemde methode voor sociaalemotionele ontwikkeling, kan hierbij helpen. Bij een ernstige pestzaak worden de ouders van het gepeste kind uitgenodigd voor een gesprek over het probleem en de wijze van aanpak. Bij herhaling van kleine plagerijen worden deze opgevat als een grotere pestzaak en als zodanig behandeld. Het serieus nemen van een pestprobleem en direct duidelijk stelling nemen tegen het pestgedrag Als pestgedrag wordt vermoed of geconstateerd, onderneemt de leerkracht actie. Er wordt onderzoek gedaan waarbij de leerkracht informerend (en niet beoordelend) met het slachtoffer praat. De leerkracht neemt eventueel contact op met de ouders van het gepeste kind en informeert of zij bij hun kind de laatste tijd afwijkend gedrag hebben geconstateerd. Daarnaast praat de leerkracht met de vermoede pester door hem/haar te confronteren met het pestgedrag en door hem/haar het volgende duidelijk te maken: Het concrete gedrag wat je als leerkracht niet accepteert Het gevoel dat dit gedrag jou als leraar geeft Het gevolg van dit gedrag ( voor jou als leerkracht ) Onderscheid maken in activiteiten gericht op Wanneer een leerkracht merkt dat na zijn inspanningen zoals boven omschreven het pestgedrag niet vermindert zijn verdere inspanningen vereist ( grotere pestzaak ). De diverse betrokkenen bij het pestgedrag te weten: gepeste, pester, medeleerlingen, ouders, leerkracht(en) spelen allemaal een eigen rol. Alle betrokkenen worden daarop aangesproken en er wordt getracht een ontwikkeling in gang te zetten naar gewenst gedrag. We onderscheiden daarbij vijf sporen. De zogenaamde vijfsporen aanpak werkt als volgt: 1. Steun bieden aan het kind dat gepest wordt door te luisteren en te werken aan oplossingen. 2. Steun bieden aan het kind dat zelf pest door praten en hulp te bieden. 3. De middengroep betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem. 4. Andere leerkrachten informeren zodat het probleem gezamenlijk gedragen wordt. 5. De ouders steunen door informatie en advies te geven. Schriftelijke vastlegging van alle gepleegde inspanningen Elk signaleren van pestgedrag wordt schriftelijk vastgelegd in DOTCOM onder verslaglegging en bevat minimaal de volgende onderwerpen: datum, groep en leerkracht betrokkenen omschrijving hoe probleem is gesignaleerd beschrijving incident(en) genomen maatregelen door school als geheel genomen maatregelen in de groep individuele maatregelen Mogelijkheid tot inschakelen van een vertrouwenspersoon en het kunnen indienen van een klacht bij de klachtencommissie Als de aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt, kan er een beroep worden gedaan op de vertrouwenspersoon. Er kan eventueel met behulp van de vertrouwenspersoon een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie, die het probleem onderzoekt, deskundigen raadpleegt en hierover adviseert aan het bevoegde gezag, te weten directie en bestuur. 13