LXLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Vergelijkbare documenten
LkLGEMEEN 1EHEERSCOMITE

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Het overbruggingsrecht

ik D In\LGEMEEN D EHEERS&,OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Invoering van nieuwe bijdragedrempels voor starters

Het overbruggingsrecht (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

(wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

Het overbruggingsrecht 1 voor zelfstandigen

IV. SOCIALE BEPALINGEN

Aanvraag overbruggingsrecht bij economische moeilijkheden

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht N80 (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Het overbruggingsrecht

Verzoekschrift overbruggingsrecht

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

~LGEMEEN ~HEERS<eOMITE

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Verslag 2015/02. Evaluatie van de sociale verzekering in geval van faillissement. Juli 2015

Rolnummer Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

Inlichtingenformulier

Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen in het kader van het structureel mechanisme van welvaartsaanpassing

LnGEMEEN D HEERS\SZOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

ISLGEMEEN E3EHEERSOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Aanvraag overbruggingsrecht 1

~LGEMEEN lliseheers~omite

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

I\LGEMEEN E3EHEERSOMITE

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Gelijkstelling van studieperiodes

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen. Deeleconomie

!ALGEMEEN ~EHEERS~OMITE VOOR HET SOCIAAL STATU UT DER ZELFSTANDIGEN

~LGEMEEN lweheers~omite

FORMULIER AANGETEKEND TERUGZENDEN NAAR ACERTA SVF, Groenenborgerlaan 16, 2610 Antwerpen - Wilrijk. Datumregistratie ontvangst aanvraagformulier...

I. DE AANVRAGER. Voornaam :. . Nationaal nummer :.. Tel :... Bankrekening : nr...

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

AANVRAAGFORMULIER VERMINDERDE WETTELIJKE VOORLOPIGE BIJDRAGEN VOOR HET JAAR 2017

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

~LGEMEEN lli3eheerscç:omite

Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen in staat van behoefte

I. De Context VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN. !ALGEMEEN rn3eheers(çomite. Brussel, 30 mei 2013

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

D E M E E S T GE S T E L D E V R A GE N O V E R D E C R I S I S P R E M I E (OF

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

~LGEMEEN l]jeheers~omite

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

Gemeenschappelijke Raadszitting van 29 januari

Opleiding. Het statuut van de zelfstandige!

De hervorming van de sociale bijdragen voor zelfstandigen vanaf Wat u zeker moet weten.

Welvaartsaanpassingen

Sociale bijdragen 2013 (exclusief werkingskosten van de fondsen) Bijwerking 23/07/2013

Contacteer gerust uw Client Advisor als u hulp nodig hebt bij het invullen van dit formulier. Naam:... Voornaam:... T +32 /... M +32 /

ADVIES. 21 september 2017

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 april

FOD Sociale Zekerheid DG Zelfstandigen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum);

Hof van Cassatie van België

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 17 december

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

Sociale bijdragen 2018 (zonder de beheerskosten)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

Sociale bijdragen 2019 (zonder de beheerskosten)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

Wat is je sociaal statuut? Les 3.a. van de module ONDERNEMERSRECHT binnen de opleiding BEDRIJFSBEHEER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

De hervorming van de sociale bijdragen voor zelfstandigen vanaf Wat u zeker moet weten.

A D V I E S Nr

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

ik.lgemeen rn5eheers(çomite

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Naar een gelijkwaardige sociale bescherming voor zelfstandigen

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Sociale bijdragen 2014 (exclusief werkingskosten van de fondsen) 27/03/2014

Transcriptie:

- th-: LXLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wel van 30 december 1992 Brussel, 11 maart2019 Advies 2019103 Uitgebracht op vraag van de minister van Zelfstandigen Artikel 110, 1 van de wel van 30december1992 houdende sociale en diverse bepalingen Overbruggingsrecht: uitbreiding van het toepassingsgebied Het voorontwerp vrn eïjïvoor advies aan het Cotè wordt vooriegd, beoogt een uitbreiding van het toepassiogsgebied van het overbruggingsrecht. Enerzijds versoepelt het de voorwaarden om dit recht te kunnen genieten. In de 3e pijler moet de beschadiging in geval van vernieling niet per definitie meer veroorzaakt worden voor een derde én wordt het overbruggingsrecht ook toegankelijk in situaties waar de uitoefening vén de activiteit onmogelijk is geworden door een beslissing van een derde economische actor of door een gebeurtenis die een economische impact heeft op de onderneming van de aanvrager. d?, 4e pijler (economische moeilijkheden) wordt het inkomstenbedrag waaronder de zelfstandige zich moet bevinden om beschouwd te worden als zijnde in economische moeilijkheden, verdubbeld. Anderzijds beoogt het ontwerp een verdubbeling van de maximale duor voor de toekenning vap het overbrugginsrecht wanneer de zelfstandige over een voldoende lange loopbaan beschikl Tot slot past het voorontwerp van wet het personeel toepassingsgebied van :6e: 1 pijler (faillissement) aan, om rekening te houden met de invoering van het nieuwe begrip onderôëming in het Wetboek van economisch Het Comite neemt kennis van het voorgelegde voorontwerp van wet c-: - Voçr wat betreft de aanpassingen aan de 3d0 pijler stelt het voor om te verçuird&qkej i) wat moet begrepen worden onder een beslissing van een derde economische actor of van een gebeurtenis met economische ifioâö ii) hoe het sociaalverzekeringsfonds moet vaststellen of de onderbreking van de zelfstandige activiteft daarvan het gevolg is en iii) wanneer een onderbreking in dat geval wordt geacht te zijn aangevangen. - - Voor wat de rjaan de 4 pijler betreft, itélt het Comité vast dat het voorontwerp het overbruggingff openstelt voor zelfstandigen die zich weliswaar in een economisch moeilijke situatie bevinden maar er vandaag geen beroep op kunnen doen omdat hun -inkônien niet onder de inkomensgrens 13 847 38 EUR ligt Het ziet een eventuele aanpassing van de toekenningmodaftek&i van het overbrggingsrecht in geval vab economische moeilijkheden echter graag voorafgaan door een grondige evaluatsé van deze 49 pijler. - - Aan het Comité wordt voor advies een voorontwerp van wet voorgelegd dat het overbruggingsrecht moet uitbreiden. 1

1 Het overbruggingsrecht In januari 2017 werd de verzekering in geval van faillissement omgevormd tot het overbruggingsrecht1. Dit recht biedt in een aantal specifieke situaties (cf. infra) sociale bescherming aan zelfstandigen die hun beroepsactiviteit (noodgedwongen) stopzetten of onderbreken. Hiermee wil men zelfstandigen in economische moeilijkheden helpen die situatie te boven te komen en/of de gelegenheid geven om een nieuwe activieit te vinden. Het overbruggingsrecht biedt bescherming in volgende situaties: - faillissement (pijler 1); - collectieve schuldenregeling (pijler 2); - gedwongen onderbreking (pijler 3); - economische moeilijkheden (pijler 4); Om het overbruggingsrecht te kunnen genieten moet de zelfstandige voldoen aan een aantal voorwaarden inzake onderwerping, bijdragebetaling, stopzetting van activiteit en verblijfplaats. Het overbruggingrecht omvat i) een maandelijkse financiële uitkering die overeenstemt met het bedrag van het minimumpensioen2 en N) het behoud van de rechten in de ziekte- en invaliditeitsverzekering3. De regeling is residuair van aard. De betrokkene mag geen recht kunnen laten gelden op een ander vervangingsinkomen. Sinds de invoering van de faillissementsverzekering -later het overbruggingsrecht-, werden systematisch inspanningen geleverd om dit sociaal vangnet te verbeteren, zowel door een uitbreiding van de geboden bescherming als van het toepassingsgebied. Het voorstel dat voor advies wordt voorgelegd, kan gezien worden als een volgende stap in de stelselmatige verbetering van deze regeling. 2 Het voorstel 2. 1 Aanpassing toepassingsgebied 13(0 pijler Het voorontwerp van wet past het personeel toepassingsgebied van de eerste pijler aan, om rekening te houden met het nieuwe begrip onderneming dat in het Wetboek van economisch recht is opgenomen. Volgens het nieuwe insolventierecht kan voortaan immers elke onderneming failliet worden verklaard. Dit begrip is ruimer dan handelsvennootschap, dat op dit ogenblik wordt gebruikt in het kader van het overbruggingsrecht. Als gevolg van deze wijziging zullen de helpers en meewerkende echtgenoten van een gefailleerde zelfstandige voortaan eveneens deze bescherming kunnen genieten. 1 Voor een uitgebreide beschrijving van de evolutie van de faillissementsverzekering en de omvorming ervsn naar het overbruggingsrecht, zie verslag ABC 2015/04 en advies ABC 2016/12 2 1,25383 EUR per maand voor een zelfstandige zonder gezinslast en 1.566,79 EUR per maand voor een zelfstandige met gezinslast, in 2019. Met inbegrip van de arbeidsongeschiktheid en de moederschapsverzekering. 2

3 van omstandigheden onafhankelijk van hun wil, nl. bij: gedwongen worden om hun zelfstandige activiteit tijdelijk of definitief te onderbreken, als gevolg natuurramp; brand; allergie4. toekenningsvoorwaarden. veroorzaakt door een derde, of; Het aan het Comité voorgelegde voorontwerp van wet voorziet in een versoepeling van deze - vernieling De derde pijler staat open voor zelfstandigen, helpers en meewerkende echtgenoten die De vierde pijler staat open voor de zelfstandigen, helpers en meewerkende echtgenoten die hun De inkomensgrens wordt met andere woorden verhoogd van 13.847,38 EUR op 27.6g4,76 EUR zelfstandige activiteit en waarvoor de zelfstandige niet als invalide werd erkend De zelfstandige moet zijn rechten op arbeidsongeschiktheid hebben uitgeput om het overbruggingsrecht te kunnen genieten. geholpen zelfstandige evenmin boven deze drempel liggen voor de betrokken jaren. De meewerkende echtgenoten en de helpers moeten eveneens aantonen dat de inkomsten van de Die erkend is door de adviserend geneesheer en veroorzaakt werd door de uitoefening van de vrijstelling van betaling van de bijdragen bij de Commissie voor vrijstelling van de leefloon ontvangen op hel ogenblik van de stopzetting of gevolg van beschadigingen die niet door een derde werden veroorzaakt. uitoefening van elke zelfstandige activiteit onmogelijk is geworden door een beslissing van een 2.3 Wijziging van het toepassingsgebied van de 4e pijler derde. De derde pijler zal voortaan dus ook toegankelijk zijn bij stopzetting of onderbreking als derde economische actor of door een gebeurtenis die een economische impact heeft op de bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting, niet langer veroorzaakt worden door een economische moeilijkheden. Het inkomstenbedrag waaronder de zelfstandige zich moet Het aan het Comité voorgelegde voorontwerp van wet voorziet in een versoepeling van de dat hun inkomen onder de minimale bijdragedrempel ligt tijdens het jaar van - aantonen 2.2 Uitbreiding van het toepassingsgebied van de 3e pijler Ten eerste moet in geval van vernieling, de beschadiging van de voor professioneel gebruik bijdragen hebben verkregen binnen de periode van 12 maanden voorafgaand aan de Vervolgens wordt de derde pijler voortaan ook toegankelijk in een vijfde situatie, ni. wanneer de stopzetting en het voorafgaande jaar5. bevinden om beschouwd te worden als zijnde in economische moeilijkheden, wordt verdubbeld. onderneming van de aanvrager. zelfstandige activiteit officieel stopzetten en die: maand van de stopzetting, of inkomensvoorwaarde om het overbruggingsrecht te kunnen genieten op grond van per jaar.

2.4 Verlenging van de maximale toekenningsduur De zelfstandige kan in de loop van zijn loopbaan meerdere keren beroep doen op het overbruggingsrecht. De maximale toekenningsduur mag over de gehele carrière echter nooit meer bedragen dan 12 maanden (financiële uitkeringen) of 4 kwartalen (behoud van rechten inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering)6. Een derde wijziging in het voorontwerp van wet verlengt de maximale toekenningsduur van het overbwggingsrecht in bepaalde gevallen. Zelfstandigen die beschikken over een loopbaan van minstens 15 jaar waarin bijdragen werden betaald waar tegenover pensioenrechten staan, zullen voortaan over hun loopbaan gedurende 24 maanden/skwartalen het overbruggingsrecht kunnen genieten. Voor elke afzonderlijke gebeurtenis blijft de maximale toekenningsduur echter 12 maanden/4kwartalen. 3 Budgettaire raming Het Actuariaat van de DG Zelfstandigen heeft de kostprijs van de voorgestelde wijzigingen berekend. De berekening is gebaseerd op onderstaande RSVZ-gegevens. Tabel 1. Aantal uitkeringen over een periode van 15 maanden Pijler.4 elfstaa7i Z 9 en Aantal toegekende maanden Gemiddelde uitkering per zelfstandige Faillissement 409 4.743 1 60 Gedwongen onderbreking: brand 14 111 7,93 Gedwongen onderbreking: désastre nature 9 90 1000 Economische moeilijkheden: beslissingen CVB 77 761 9,88 Economische moeilijkheden: leefloon 20 172 8,60 Economische moeilijkheden: laag inkomen 2 24 12,00 Totaal 531 5.901 11,11 Bron : RSVZ Wat betreft de verlenging van de maximale uitkeringsduur van het overbruggingsrecht tot 24 maanden is het Actuariaat van oordeel dat de budgettaire impact gering zal zijn. Het is immers van mening dat het aantal onderbrekingen dat aanleiding geeft tot het overbruggingsrecht, weinig zal toenemen. De meerderheid van de zelfstandigen zal gedurende de carrière met andere woorden niet meer dan 1 keer een beroep doen op het overbruggingsrecht. 6 Uitzondering vormt de vierde pijler. Voor deze pijler is de duur van de toekenning van het overbruggingsrecht afhankelijk van een aantal kwartalen waarvoor de aanvrager kan aantonen dat er pensioenrechten werden opgebouwd. 4

5 Uitbreiding van de maximale duur van het overbruggingsrecht moeilijk te ramen Maatregel Kost Tabel 2. Geraamde kostprijs van de voorgestelde wijzigingen zal zorgen voor een verdubbehng van de uitgaven toegekend aan zelfstandigen die zich in een inschatting van de maatregel gemaakt worden. Het Actuariaat gaat ervan uit dat de maatregel situatie van gedwongen onderbreking bevinden. zelfstandigen die economisch afhankelijk zijn van een derde. Daarom kan geen nauwkeurige Wat de uitbreiding van de derde pijler betreft, beschikt het Actuariaat niet over gegevens over Wat de verdubbeling van de inkomensgrens in de vierde pijler betreft, is het eveneens zeer worden dat de kostprijs hoger zal liggen dan 550.341 EUR. formuleert daarbij enkele opmerkingen. voorstellen tot aanpassing van de ontwerptekst zoals die voor advies aan het Comité werd zelfstandige die voldoet aan de voorwaarden, doet er een beroep op. Het Comité wijst er op dat beroep doet op de vierde pijler, schat het Actuariaat de kostprijs in op 550.341 EUR. Er moet overbruggingsrecht dus toegankelijk voor een brede groep zelfstandigen die stopzetten. In een maximumscenario vraagt 57% van de zelfstandigen in hoofdberoep die stopzetten een houdend met een gemiddelde opnametermijn van 11,11 maanden voorgelegd. Het stelt meer bepaald voor om: 4 Advies van het Comité Het Comité neemt kennis van het voorontwerp van wet dat zelfstandigen die hun economische activiteit (noodgedwongen) moeten onderbreken of stopzetten, nog beter wil beschermen. Het Voor wat de uitbreiding van het toepassingsgebied van de 3i pijler betreft, heeft het Comité vier 291 miljoen EUR. geen recht kan laten gelden op een ander vervangingsinkomen. Niettemin mag verwacht 57% van alle zelfstandigen in hoofdberoep in 2017 sociale bijdragen betaalde op een inkomen van 27.500 EUR of minder. Een verdubbeling van de inkomensgrens maakt het en het overbruggingsrecht een residuair recht is dat enkel toegankelijk is als de zelfstandige echter rekening mee worden gehouden dat deze pijler momenteel onderbenut wordt. Niet elke moeilijk om de kostprijs daarvan in te schatten, Op basis van het huidig aantal zelfstandigen dat Actuariaat van de DG Zelfstandigen Totale kost 756.042 EUR Uitbreiding 3de pijler gedwongen stopzetting 207.701 EUR Verhoging van de inkomensgrens voor de erkenning als zelfstandige in moeilijkheden 550.341 EUR - Faillissement - Gedwon gen stopzetting - Economische moeilijkheden Dit scenario zal zich echter niet realiseren omdat er steeds sprake zal zijn van onderbenutting bedraagt overbruggingsuitkering aan. De kostprijs van een dergelijk maximumscenario rekening

- in - in het kader van de 3 pijler te verwijzen naar situaties van onderbreking (die tijdelijk of definitief van aard kunnen zijn) en dus niet te spreken van stopzetting; de definitie van beslissing van een derde economische actor of een gebeurtenis die economische impact heeft te verduidelijken dat: i) er sprake moet zijn van een oorzakelijk verband tussen de beslissing of gebeurtenis enerzijds en de onderbreking anderzijds en, ii) de impact van de beslissing of gebeurtenis aanzienlijk moet zijn. Het Comité stelt daarom voor om de definitie opgenomen in artikel 8, b) van het voorontwerp als volgt te wzigen Onder beslissing van een derde economische actor of een gebeurtenis die economische impact heeft wordt verstaan: de beslissing van een derde economische actor of de gebeurtenis waarvan de economische impact de activiteit van de onderneming van de aanvrager rechtstreeks en aanzienlijk raakt. bepaling te voorzien waarin aangegeven wordt hoe de datum moet vastgesteld worden van een onderbreking die het gevolg is van een beslissing van een derde economische actor of van een gebeurtenis met een economische impact. Die datum is immers niet per definitie identiek aan de datum waarop de beslissing of de gebeurtenis die aan de onderbreking ten grondslag ligt, plaatsvindt. Het Comité stelt voor om artikel 3 van het KB van 8januari 2017v als volgt aan te vullen: De onderbreking van de zelfstandige activiteit naar aanleiding van de in artikel 2, 1, 5, bedoelde situatie, wordt geacht aan te vangen op de door de aanvrager verklaarde datum bepaling te voorzien waarin aangegeven wordt hoe het sociaalverzekeringsfonds kan vaststellen of de zelfstandige zijn beroepsactiviteit heeft moeten onderbreken als gevolg van een beslissing van een derde economische actor of van een gebeurtenis met een economische impact. Het Comité stelt voor om artikel 5 van het KB van 8 januari 2017 aan te vullen met een bepaling 3, luidende: «in geval van de in artikel 2, 1, 5, bedoelde situatie, afdoende documenten toelaten om vast te stellen dat; a) de beslissing of de gebeurtenis zich heeft voorgedaan op een bepaalde datum en, b) de beslissing of de gebeurtenis de rechtstreekse oorzaak is van de tijdelijke of definitieve onmogelijkheid van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot om elke zelfstandige activiteit verder te zetten.». De notie bepaalde datum onder punt a) heeft betrekking op elk welomlijnd tijdvak. Voor wat de aanpassing van de 4de pijler betreft, wijst het Comité er op dat zelfstandigen in economische moeilijkheden slechts sinds 1 januari 2017 toegang hebben tot het overbruggingsrecht. Deze 4de pijler werd ingevoerd op voorstel van het Comité, dat was ingegeven vanuit de expliciete overweging om ook een vangnet te creëren voor zelfstandigen in ernstige financiële moeilijkheden8: Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen 8 Verslag ABC 2015/02 Evaluatie van de sociale verzekering in geval van faillissement van juli 2015, p21 6

De fvierdej pijler moet een vangnet vormen voor zelfstandigen wiens activiteit niet langer financieel leefbaar of rendabel is dan wel nog weinig perspectieven biedt, zonder dat er reeds sprake is van een faillissement. Op voorwaarde dat zij alle zelfstandige activiteit definitief en officieel stopzetten én zich in een behartigenswaardige situatie bevinden, zouden deze zelfstandigen een beroep kunnen doen op de bescherming die geboden wordt via de [vierde] pijler. Zelfstandigen die geconfronteerd worden met ernst/ge financiële moeilijkheden, zouden op die manier op zoek kunnen gaan naar een nieuwe professionele bezigheid terwijl zij tijdelijk ondersteuning genieten. Het is vanuit deze optiek dat de huidige criteria (ontvangst van een leefloon, vrijstelling van bijdragen en een inkomen onder de minimale bijdragedrempel) werden vastgelegd. Het Comité wijst er op dat er in de vierde pijler geen voorwaarde is opgenomen die bepaalt dat de moeilijke situatie waarin de zelfstandige zich bevindt, ontstaan moet zijn onafhankelijk van zijn wil of dat elke zelfstandige activiteit onmogelijk moet zijn. De inkomensdrempel werd geacht om deze voorwaarde mee Ie vatten door het bedrag ervan te laten samenvallen met de minimale bijdragedrempel. Een verdubbeling van de inkomensdrempel naar 27.694,76 EUR wijkt volgens het Comité dan ook substantieel af van de intentie om zich met de vierde pijler specifiek te richten op zelfstandigen in ernstige financiële moeilijkheden. In het jaar 2017 betaalde 57% van de zelfstandigen immers sociale bijdragen op een inkomen van 27.500 EUR of minder. Bovendien kan deze maatregel potentieel belangrijke meeruitgaven met zich meebrengen voor het sociaal statuut (cf. punt 3). Het Comité deelt echter wel de bezorgdheid dat momenteel slechts een beperkt aantal zelfstandigen gebruik maakt van de vierde pijler. Er is dus sprake van onderbenutting. Bovendien kan de vraag gesteld worden of een zelfstandige wiens inkomen licht boven de minimale bijdrage ligt, ook geen economische en financiële moeilijkheden ondervindt waarvoor het overbruggingsrecht een gewenste tijdelijke ondersteuning zou kunnen bieden. Het Comité stelt vast dat het voorontwerp het overbruggingsrecht openstelt voor deze groep, ni. de zelfstandigen die zich in een economisch moeilijke situatie bevinden maar vandaag geen beroep op kunnen doen op het overbruggingsrecht omdat hun inkomen niet onder de inkomensgrens van 13.647,36 EUR ligt. Omdat vooralsnog geen grondige evaluatie van deze vierde pijler plaatsvond, is het op dit moment moeilijk in te schaffen i) in welke mate de bestaande toegangscriteria voor zelfstandigen een rem vormen om zich bij economische moeilijkheden te wenden tot het overbruggingsrecht en/of h) in hoeverre de toegangscriteria ervoor zorgen dat zelfstandigen uit de beoogde doelgroep geen toegang krijgen tot het overbruggingsrecht. Het Comité vraagt dan ook dat de 4 pijler eerst het voorwerp zou uitmaken van een uitgebreide evaluatiestudie vooraleer over te gaan tot een substantiële aanpassing van de modaliteiten ervan. Op die manier kan men een onderbouwde inschatting maken van de ingrepen (en hun kostprijs) die noodzakelijk en/of wenselijk zijn, om de regeling beter en adequater te maken. Vanuit deze overwegingen pleit het Comité er dan ook voor om het bedrag van de inkomensgrens 7

waaronder men geacht wordt zich in economische moeilijkheden te bevinden, op dit moment ongewijzigd te laten, m.n. gelijk aan het bedrag van de minimale bijdragedrempel (momenteel 13.847,38 EUR). Verder wijst het Comité er ook op dat het aangewezen in om de artikelen 6 en 7 van het koninklijk besluit van 8januari 2017 aan te passen in functie van de hervormde regeling inzake vrijstelling van bijdragen. Met name - zou artikel 6 voortaan als volgt moeten luiden : hij heeft in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de maand van de stopzetting, in het kader van een aanvraag voor vrijstelling van bijdragen ingediend bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, - moet een beslissing tot volledige of gedeeltelijke vrijstelling van bijdragebetaling bekomen;. in artikel 7 Commissie voor vrijstelling van bijdragen vervangen worden door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Het Comité stelt tot slot vast dat de wetgeving over het overbruggingsrecht door de jaren heen verschillende keren uitgebreid werd, waardoor ze op vandaag versnipperd en ondoorzichtig is geworden. Het Comité plant dan ook een grondige evaluatie van de wetgeving met het oog op een betere transparantie en doeltreffendheid. Namens het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, op 11 2019: maart VeerIeDEMAESSC HALC K, Secretaris VERLYNcK, Voorzitter 8