Bij e-mail van 4 maart 2013 heeft de AVRO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het magazine UitCetera.



Vergelijkbare documenten
Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618281

Bij van 23 oktober 2013 heeft de NPO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het Top 2000 magazine (editie 2013).

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /626132

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/IG/ b /614669

Bij van 14 maart 2013 heeft de NTR om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Licentieverlening van Koninginnedagconcerten aan BravaNL.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/nevenactiviteiten/ BIS

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /617012

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /616593

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ / mr. Nienke Meester +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/Nevenactiviteiten/ Huur /617605

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25611/

AANTEKENEN Algemene Omroepvereniging AVRO T.a.v. het bestuur Postbus JA HILVERSUM. Geacht bestuur,

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25745/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25331/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Natuurfilmfestival /628669

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer De Wereld Draait Buiten / mr. Paul van Veen +31 (0)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 24582/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit toestemming nevenactiviteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27908/ mr. Nienke Meester +31 (0)

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

DGP/ /

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27979/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25126/

Besluit toestemming nevenactiviteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 24540/

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25868/

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer / mr. Margreet Verhoef +31 (0)

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

14 februari 2013 Nevenactiviteit toestemming het verhuren van personeel en materiaal aan derden

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Besluit. A. Verloop van de procedure

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Bij van 12 oktober 2010 verzocht u ons om goedkeuring voor de nevenactiviteit verhuren van een medewerker.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618794

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Canon WO II 20552/

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

COMMISSARiAAT VOOR DE MEDIA

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27200/ mr. Nancy van den Brink

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

AANGETEKEND Teleac/NOT

Bij van 8 april 2010 verzocht u ons om goedkeuring voor Deelneming in het productiebedrijf Stokvis Content B.V.

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA Hoge Naarderweq 78 JIIII 1217 AH Hilversum Postbus BK Hilversum

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Aard en strekking besluit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO jnt Mevr. drs. J. Terpstra (035)

gezien het daartegen op 3 september 2014, bij het Commissariaat binnengekomen op 5 september 2014, door de NOS ingediende bezwaarschrift,

1 juli 2010 Nevenactiviteit het verkopen van producten van derden via een eigen webwinkel cluster 5

14 mei 2013 Nevenactiviteiten inzake dienstverlening aan Amstel Televisie Vijf BV

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO jnt Mevr. drs. J. Terpstra (035)

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Feiten

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO jnt Mevr. drs. J. Terpstra (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Hierbij ontvangt u ons besluit inzake het beschikbaar stellen van audiovisueel materiaal ten behoeve van het project Leraar24.

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Transcriptie:

AANTEKENEN Algemene Omroepvereniging AVRO T.a.v. het bestuur Postbus 2 1200 JA HILVERSUM Datum Onderwerp 9 juli 2013 Nevenactiviteit toestemming cluster 11 Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 29485/2013005112 Geacht bestuur, Bij e-mail van 4 maart 2013 heeft de AVRO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het magazine UitCetera. Bij e-mail van 23 april 2013 heeft het Commissariaat om nadere informatie verzocht. Op 3 mei 2013 is een toelichting en een nieuwe begroting van de AVRO ontvangen. Op 8 mei 2013 heeft het Commissariaat naar aanleiding van deze begroting nadere vragen aan de AVRO gesteld. Op 17 mei 2013 is nogmaals informatie van de AVRO ontvangen. Vervolgens is op 19 juni 2013 en 24 juni 2013 opnieuw door het Commissariaat om informatie verzocht. Op 25 juni 2013 is een nadere toelichting van de AVRO ontvangen. Hierna is op 27 juni 2013 door het Commissariaat nogmaals om informatie verzocht. Op 27 juni 2013 heeft de AVRO een nadere toelichting over de begroting en over de toerekening van de indirecte kosten verstrekt. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt toestemming verleend voor de nevenactiviteit Uitgeven van bladen (cluster 11). Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) vormt cluster 11 een uitzondering op de systematiek van de cluster vervolgmelding. Dit betekent dat er voor deze nevenactiviteit een separate toetsing plaatsvindt. A. De activiteit 1. De nevenactiviteit van de AVRO betreft het vier keer per jaar uitgeven van het magazine UitCetera. UitCetera is volgens de AVRO een magazine dat de programma s van de AVRO ondersteunt. Daarnaast vergemakkelijkt het magazine het oriëntatieproces op kunst en cultuur door aandacht te besteden aan het culturele aanbod dat ook aan bod komt in de programma s van de AVRO (zoals Musical Moods, Musical Classics, Opium, Kunstuur, Close Up, etc.) en dit te ontsluiten voor een breed publiek. De AVRO geeft aan dat het magazine een kwalitatieve selectie maakt uit dit aanbod, informeert en biedt hierover achtergrondinformatie, aansprekende interviews en columns. Met dit alles maakt het magazine cultuur toegankelijk. Verder merkt de AVRO op dat in UitCetera het accent

ligt op musicals, toneel, cabaret, populaire muziek, workshops en culturele uitjes om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken. De toegankelijkheid van UitCetera komt tot uiting in de selectie van relatief goedkope uitjes of gratis evenementen. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zal UitCetera, daar waar in het magazine aandacht wordt besteed aan culturele uitjes, ook praktische informatie geven. Het magazine wordt door de AVRO uitgegeven. De uitvoering van het marketingbeleid en de redactie liggen bij uitgeverij Bindinc (voorheen Programmabladen AKN). 2. De AVRO geeft aan dat UitCetera een relatie legt met het media-aanbod van de AVRO. Verder geeft de AVRO aan op termijn ook een brug te willen slaan naar fusiepartner TROS, door (nu al) verhalen te brengen die gekoppeld zijn aan programma s van deze publieke media-instelling. 3. Conform de clusterindeling zoals vermeld in onze brief van 23 december 2008 valt deze nevenactiviteit in cluster 11. B. Relevante bepalingen 4. Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. 5. Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009). C. Status 6. Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. 7. Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten. blad 2

8. Het uitgeven van het magazine UitCetera houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van uw publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit. 9. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. D. Toetsing 10. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. Relatietoets 11. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien de betrokkenheid van gebruikers bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt vergroot. In deze gevallen dient de activiteit op grond van artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, tevens aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling. 12. De onderhavige nevenactiviteit betreft het uitgeven van een magazine. Door de AVRO is aangegeven dat het magazine lezers op originele ideeën brengt, hen voor meer informatie verwijst naar radio, televisie of website (van de AVRO) en hen inspireert en stimuleert er daadwerkelijk op uit te gaan en de blik (verder) open te zetten voor kunst en cultuur. Volgens de AVRO gidst het magazine lezers letterlijk door het brede culturele aanbod en attendeert hen op de aandacht hiervoor in radio-, televisie- en internetprogramma s van de AVRO. Het is aannemelijk dat deze nevenactiviteit ertoe kan leiden dat door de verkoop van het magazine de betrokkenheid van kijkers bij de programma s van de AVRO wordt vergroot of dat de lezer van het magazine zich meer dan daarvoor betrokken voelt of gaat voelen bij de AVRO. 13. Sinds de wetswijziging van de Mediawet 2008 op 2 juli 2009, in werking getreden op 17 juli 2009 (Stb. 2009, 300), is artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet, aangepast. Gelet op de Toelichting bij het Amendement van het lid Van Dam (Kamerstukken II 2008-09, 31 804, nr. 24), ziet de toegevoegde zinsnede erop om de ruimte om algemene glossy s uit te geven, te beperken. Daartoe dient de formulering dat de nevenactiviteit direct gerelateerd dient te zijn aan het media-aanbod van de publieke media-instelling. 14. Het Commissariaat is van oordeel dat pas voor zover minimaal 50% van de inhoud van het magazine UitCetera bestaat uit onderwerpen die in de programma s van de AVRO aan bod zijn geweest en/of aan bod zullen komen, de nevenactiviteit direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de AVRO. De AVRO heeft ter toelichting aangegeven dat ongeveer 60% van de inhoud van het magazine direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de AVRO. Uit het voorbeeld dat de AVRO heeft overgelegd inzake de blad 3

indeling van het magazine, is zelfs te zien dat 65% van de inhoud van het magazine direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de AVRO. 15. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de AVRO zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 16. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de verkoopprijs als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. 17. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 18. Overeenkomstig artikel 8, eerste lid van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 bepaalt het Commissariaat om te beoordelen of de nevenactiviteit op marktconforme wijze wordt verricht, de relevante markt. Voor de vaststelling van de relevante markt baseert het Commissariaat zich, aldus het tweede lid van artikel 8 Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, op de uitgangspunten van de Autoriteit Consument en Markt (voorheen NMa). Volgens de ACM omvat de relevante markt voor een product of dienst alle producten of diensten die daarmee substitueerbaar of voldoende uitwisselbaar zijn, niet alleen op grond van hun objectieve kenmerken, waardoor ze geschikt zijn om in een constante behoefte van de consument te voorzien, de prijs of de beoogde toepassing ervan, maar ook op grond van mededingingsvoorwaarden en/of de structuur van vraag en aanbod op de betrokken markt. Producten die alleen in beperkte of relatief beperkte mate onderling uitwisselbaar zijn behoren niet tot dezelfde markt. 19. In het onderhavige geval gaat het om het uitgeven van het magazine UitCetera. Uit een verkennend marktonderzoek door het Commissariaat blijkt dat in de tijdschriftenmarkt geen bladen zijn te verkrijgen die zowel gaan over media-aanbod als over onderwerpen inzake kunst en cultuur. UitCetera laat zich moeilijk vergelijken met andere bladen die gericht zijn op kunst en cultuur. Daarnaast bestaat er nog geen landelijk georiënteerd tijdschrift op de markt dat redactionele artikelen over culturele onderwerpen voor een heel breed publiek brengt, gekoppeld aan het media-aanbod van een publieke mediainstelling. Ook is er geen tijdschrift dat zijn lezers helpt zich te oriënteren op wat er allemaal aan kunst en cultuur te beleven is. Wel zijn er tijdschriften met een of meerdere onderdelen of rubrieken die zich laten vergelijken met een onderdeel of rubriek uit de bladformule van UitCetera. blad 4

20. Het Commissariaat heeft een aantal categorieën bladen onderzocht die raakvlakken vertonen met UitCetera, zoals bladen waarin lezers worden geïnformeerd over kunst, culturele uitjes, musea, etc. Voor dit onderzoek heeft het Commissariaat zich gebaseerd op informatie van het Instituut voor Media Auditing (hierna: HOI) over de publiekstijdschriften. Het Commissariaat heeft de categorieën Vrouwenbladen en Gezinsbladen in dit onderzoek betrokken. In dit onderzoek zijn ook de Uitbladen betrokken. Het Commissariaat komt tot de conclusie dat UitCetera slechts in beperkte mate onderling uitwisselbaar is met bladen uit genoemde categorieën. Dit betekent dat deze bladen niet tot dezelfde productmarkt als UitCetera behoren. 21. Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt, in die gevallen waarin het Commissariaat naar aanleiding van de in kaart gebrachte relevante markt constateert dat er geen sprake is van andere aanbieders van dezelfde of vergelijkbare goederen of diensten, de nevenactiviteit geacht marktconform te worden verricht. In onderhavig geval is hiervan sprake. 22. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 23. Wanneer een derde zich bij het Commissariaat meldt als andere aanbieder van dezelfde of vergelijkbare diensten, kan op grond van artikel 9, tweede lid, van de Beleidsregel nevenactiviteiten 2009, de nevenactiviteit op dit onderdeel opnieuw worden beoordeeld. Kostendekkendheid 24. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 25. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 26. Door de AVRO is een gedetailleerde begroting bijgevoegd. Daarnaast is ter onderbouwing van de begroting een toelichting gegeven over de analyses/het onderzoek die de AVRO heeft laten doen. Ook zijn de ervaringscijfers van Bindinc gebruikt om de begroting toe te lichten. 27. Op basis van de toelichting van de AVRO hoe de begroting is opgebouwd en gelet op het onderzoek en de analyses die hieraan ten grondslag liggen, is er aanleiding vooralsnog te veronderstellen dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht, zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 28. De AVRO dient er voor zorg te dragen dat de nevenactiviteit in ieder geval binnen drie jaar kostendekkend wordt verricht, zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. De AVRO zal het Commissariaat tijdig informeren indien de prognose afwijkt van de huidige begroting. blad 5

29. Verder blijkt uit de begroting dat er met een gebroken boekjaar (september 2013 augustus 2014) wordt gewerkt. In de jaarrekening zijn halve boekjaren niet zichtbaar. Om die reden dient de AVRO ervoor te zorgen dat deze nevenactiviteit in de jaarrekening over boekjaar 2016 een batig saldo dient heeft. 30. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening. Daarnaast dient de AVRO een jaar na aanvang van deze nevenactiviteit het Commissariaat te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de kostendekkendheid van deze nevenactiviteit. F. Besluit 31. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit Het uitgeven van het magazine UitCetera toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. G. Register 32. De nevenactiviteit is als het Uitgeven van bladen met daaronder vermelding van Het uitgeven van het magazine UitCetera opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). H. Publicatie 33. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van de AVRO. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de AVRO door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld. Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO. Hilversum, 9 juli 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. blad 6