Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften N-EXAMEN Voorjaar examencommissie amateurradiozendexamens

Vergelijkbare documenten
Proefexamen N najaar 2001

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. N-examen , uur Blad I

Examen. N-Examen. mis. van het werk kan invloed hebben op de beoordelingzyxwvutsrqponmlkjihgfedcbazyxwvutsrqpo

N najaar In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting om HET TEGENSTATION UIT TE NODIGEN OM TE ZENDEN: OVR KK K

N-examen ; uur. Blad

Examenopgaven. Examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften II N-EXAMEN Najaar 2007

N najaar verhoog zendvermogen verhoog de seinsnelheid verlaag de seinsnelheid

Examenopgaven. Examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften II N-EXAMEN Voorjaar 2007

N voorjaar ik houd op ik word gestoord mijn positie is...

Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften N-EXAMEN Najaar examencommissie amateurradiozendexamens

Examen N-Examen. 50e) 50C) 50Ct. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

b. r/r Examen N-Examen c.f 2. Door een weerstand loopt een stroom van I ampère. Voorschriften, procedures en techniek

Gedownload van Hamnieuws.nl

Examen. N-Examen. Oe netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling. N-examen ; uur Blad

N voorjaar zal ik het zendvermogen verlagen? 2 - In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting voor algemene oproep aan alle stations:

Examen N-Examen. 2. De condensatoren C22 en C24 zijn a. keramische condensatoren b. polyestercondensatoren c. elektrolytische condensatoren

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling. '16.00 uur. N-examen :

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeting

N najaar Tijdens een morse-verbinding wilt u weten of uw signalen door andere stations gestoord worden. QRM? QRP? QRT?

Examen N-Examen Voorschriften, procedures en techniek

Examenopgaven. examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften I F-EXAMEN Najaar 2007

Examen N-Examen. . 2koi I. I i2kci. 3. Met een morsesleutel wordt een gelijkspanning gesleuteld. ö **_r a. 8mA b. 13,3 ma c. 20 ma

Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften F-EXAMEN Najaar examencommissie amateurradiozendexamens

01 De roepletters PA1HDT/P worden volgens het spellingalfabet gespeld als:

Uitwerking LES 18 N CURSSUS

F. Voor een goede werking dient R1 een waarde te hebben van:

Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften I F-EXAMEN Voorjaar examencommissie amateurradiozendexamens

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeting

C najaar Met welke Q-codes maakt hij dit aan de andere radiozendamateur kenbaar? QRM, QRP, QRZ QRN, QRT, QRZ QRN, QRX, QRP QSB, QRV, QSY

Examenopgaven. examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften I F-EXAMEN Najaar 2006

Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften I F-EXAMEN Najaar examencommissie amateurradiozendexamens

..t. Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. uáo. ['"ó"".t. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling.

C Najaar verlaag de seinsnelheid. NK aaneengesloten(-.-.-) Europa Afrika Amerika Azië

Examen N-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling. Blad

Blad 1. N-examen a. b. bandfilter parallelkring seriekring. a. b. C.

C NAJAAR ik verlaag de seinsnelheid. 2 - De communicatie tussen amateurstations mag geen berichten bevatten:

Examenopgaven. Radiotechniek en Voorschriften F-EXAMEN Voorjaar examencommissie amateurradiozendexamens

05 Een station met 16F3 modulatie in de MHz-band, mag op de volgende frequentie niet zenden:

F vr. 01 De diodeschakeling D is hier een: a frequentiemodulator b bruggelijkrichter c balansmodulator d frequentievermenigvuldiger

A-examen radioamateur : Zitting van 11 oktober Reglementering

01. Tijdens een morse-verbinding wilt u aan het tegenstation kenbaar maken dat u gestoord wordt door andere stations. U gebruikt dan de Q-code:

C NAJAAR Tijdens een morse-verbinding wilt u weten wat de neembaarheid van uw signalen is. QRK QRT QRV QSO

Uitwerking LES 23 N CURSSUS ) A De meest effectieve schakeling om laagfrequent inpraten te voorkomen is:

F voorjaar In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting voor ZENDER: TX TR TRX ZDR

Examenopgaven. examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften I F-EXAMEN Voorjaar 2007

C VOORJAAR ik heb last van atmosferische storingen. Afrika en Australië

Examenopgaven. examencommissie amateurradiozendexamens. Radiotechniek en Voorschriften F-EXAMEN Voorjaar 2008

F vr. 01 R 5 heeft ten doel:

C VOORJAAR Tijdens een morse-verbinding wilt u weten wat de neembaarheid van uw signalen is. U zendt: QRK QRX QRZ QSB

Agentschap Telecom. Radiozendamateur N. Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken. Informatie betreffende het examen. Veel succes!

Dit examen is gedownload van Hamnieuws.nl

02 Tijdens een morse-verbinding wilt u weten wat de neembaarheid van uw signalen is. U zendt:

B-examen radioamateur : Zitting van 8 maart Reglementering

Uitwerking LES 10 N CURSSUS

F Vr voorjaar

C VOORJAAR U wilt een morseverbinding met een amateurstation beëindigen en uw station sluiten. U seint dan aaneengesloten: AR BK UR VA

Uitwerking LES 17 N CURSSUS

Uitwerking LES 5 N CURSSUS

F vr. 01 Transistor Q 2

Uitwerking LES 3 N CURSSUS ) A De modulatievorm welke de minste storing door laagfrequent detectie veroorzaakt is:

Vraag 3: Een radioamateur mag volgende andere radiostations contacteren :

1.3 Over een weerstand van 4 kω staat en spanning van 20 mv. De stroomsterkte in die weerstand is A 60 A B 5 A

F a. 01 R1 en R2:

V1 a. 01 Voor een bruikbare modulatie zal de waarde van R 1 liggen in de ordegrootte van: 02 De halfgeleider Q 1 is een:

Examen. F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding. Afbeelding. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Examen F-Examen Voorschriften, procedures en techniek

v2 F vr. 01 De gebruikelijke waarde voor C 21 is ongeveer: a 100 πf b 500 pf c 10 pf d 10 nf

C VOORJAAR In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting om een lopende uitzending te onderbreken: STP BRK BK K

1.2 Over een weerstand van 3 kω staat en spanning van 15 mv. De stroomsterkte in die weerstand is A 45 A B 5 A

Uitwerking LES 22 N CURSSUS

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Examen F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. Afbeelding 2. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Impedantie V I V R R Z R

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs

FORMULE BLAD - VERON ZENDCURSUS

B-examen radioamateur : Zitting van 6 september Reglementering

VRZA Cursus Radiozendamateur. Vraag 3 Antwoord C P = t x U = 60 seconden x 12 volt is 720 Ws.

Naam : Ots Youri Klas : 6Tee Jaar : 2004 /2005 School : VTI Aalst

Examen F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. F-examen , uur Blad

Gedownload van Hamnieuws.nl

Examen F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Gestabiliseerde netvoeding

Examen F-Examen. a. volt per seconde b. watt per seconde c. ampèreseconde d. wattseconde. a. 0A b. 2,r"A c. na d' 1tn A

1. Regeling examen radioamateurs

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

Hoogfrequent technieken.

Examen F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Besturing. 200W eindtrap. 28V Voeding db MHz db 2: MHz db db 4: MHz db. 3:

Examen F-Examen. Voorschriften, procedures en techniek. Afbeelding 1. De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

De Electronische Smoorspoel


Onderdelenpakket hf kristal-oscillatoreenheid

Gebruikersbepalingen amateur frequentiegebruik

Antenne impedantie Theorie en praktijk voorbeelden

Uitwerking LES 21 N CURSSUS ) B De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voorplating van radiogolven in de :

Figuur 1. Rabo bank Lekkerkerk nr Handelsregister nr K.v.K. te Rotterdam

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

Transcriptie:

Examenopgaven examencommissie amateurradiozendexamens Radiotechniek en Voorschriften N-EXAMEN Voorjaar 2005 II 80.806.910

1. Een radiozendamateur ondervindt tijdens een verbinding met een andere radiozendamateur veel last van onweersstoringen; hij wil deze verbinding beëindigen en de verbinding op een later tijdstip met kleiner vermogen hervatten. Met welke Q-codes maakt hij dit aan de andere radiozendamateur kenbaar? A. QRM, QRP en QRZ B. QRN, QRT en QRZ C. QRN, QRX en QRP 2. In het telegrafieverkeer is de gebruikelijke afkorting voor ONTVANGER: A. REC B. RX C. R 3. Volgens het Internationale Radioreglement is radiocommunicatie tussen amateurstations van verschillende landen: A. altijd toegestaan B. alleen toegestaan als in het internationale amateuroverleg hierover een overeenkomst is bereikt C. verboden indien de administratie van één der betrokken landen heeft laten weten hiertegen bezwaar te hebben 4. De ITU regio 1, waartoe Nederland behoort, omvat globaal de volgende gebieden: A. Oost- en West-Europa B. Europa en Afrika C. Europa, Afrika en Amerika 2

5. In de "Voorschriften en beperkingen" wordt onder het zendvermogen van een FM-zender verstaan: A. het vermogen dat als gevolg van de constructie van de eindtrap niet kan worden overschreden B. het produkt van de voedingsspanning en de gemiddelde stroom toegevoerd aan het deel van de eindtrap waarmee de antenne is gekoppeld C. het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de hoogfrequente uitgangswisselspanning tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power) 6. Een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt en kan werken in de band van 144-148 MHz. Mag een N-vergunninghouder dit apparaat gebruiken? A. alleen als de eindtrap is gedemonteerd B. ja, mits hij binnen de grenzen van zijn vergunning blijft C. alleen als de niet toegestane frequenties zijn geblokkeerd 7. De roepletters PDøNRO worden volgens het spellingalfabet gespeld als: A. Papa Delta Nul November Romeo Oscar B. Papa December Nul November Romeo Oscar C. Papa Delta Nul November Radio Oscar 8. Een N-vergunninghouder mag in de 70-cm band: A. alleen telefonie-uitzendingen doen B. alleen telegrafie-uitzendingen doen C. zowel telefonie- als telegrafie-uitzendingen doen 3

9. In de schakeling komen de volgende onderdelen voor: A. kwartskristal, transistor en zenerdiode B. trimmercondensator, transistor en bandsperfilter C. weerstand, transistor en banddoorlaatfilter 10. De stroom door de weerstand R is: A. 1 A B. 5 A C. 7,5 A 11. De spanning die in Nederland op het lichtnet verwacht mag worden ligt tussen: A. 200 en 220 V B. 218 en 222 V C. 216 en 244 V 12. Elektromagnetische golven met een frequentie van ongeveer 1,8 MHz: A. zijn uitermate geschikt om afstanden van meer dan 10.000 km te overbruggen B. geven bij afstanden van meer dan 500 km in het algemeen 's nachts een betere ontvangst dan overdag C. worden gereflecteerd als gevolg van temperatuurinversie 4

13. Onder de frequentie van een wisselspanning wordt verstaan: A. de tijdsduur van één periode B. het aantal nuldoorgangen per seconde C. het aantal perioden per seconde 14. Met een morsesleutel wordt een gelijkspanning gesleuteld. Hierdoor ontstaat in principe een: A. digitaal signaal B. audio signaal C. hoogfrequent signaal 15. Een voordeel van amplitudemodulatie ten opzichte van enkelzijbandmodulatie is: A. minder vervorming door selectieve fading B. minder vervorming door frequentie-afwijkingen C. plaats voor meer zenders in de banden 16. Een zender is aangesloten op een kunstantenne (dummyload). Het uitgangsvermogen van de zender wordt 4 maal zo groot De uitgangsspanning wordt dan: A. 2 maal zo groot B. 4 maal zo groot C. 16 maal zo groot 17. De waarde van deze weerstand is: A. 470 kω B. 270 kω C. 4,7 kω 18. Een condensator met een capaciteit van 200 µf is een: A. luchtcondensator B. micacondensator C. elektrolytische condensator 5

19. Een gebruikelijke waarde voor een variabele condensator is: A. 1 microfarad B. 10 nanofarad C. 100 picofarad 20. De eenheid van zelfinductie is: A. ohm B. henry C. farad 21. In een netvoeding wordt de uitgangsspanning hoofdzakelijk bepaald door de: A. waarde van de afvlakcondensator B. zelfinductie van de smoorspoel C. transformator 22. Om een gestabiliseerde gelijkspanning van 5 volt te verkrijgen maakt men gebruik van een: A. hoogvacuümdiode B. varicapdiode C. zenerdiode 23. Aansluiting 3 is de: A. basis B. collector C. emitter 6

24. De spanning tussen X en Y is: A. 5 volt B. 17,5 volt C. 20 volt 25. De spoelen zijn niet gekoppeld. Welke schakeling heeft een vervangingszelfinductie van 10 mh? 26. In de weerstand R wordt een vermogen gedissipeerd van: A. 20 W B. 80 W C. 200 W 27. Een parallelkring heeft: A. in resonantie een hoge impedantie B. bij alle frequenties dezelfde impedantie C. in resonantie een lage impedantie 7

28. Dit is het schema van een: A. laagdoorlatend filter B. hoogdoorlatend filter C. banddoorlatend filter 29. Een enkel-superheterodyne-ontvanger heeft een middenfrequentie van 455 khz. Voor ontvangst op 7,055 MHz is de oscillator afgestemd op: A. 6,145 MHz B. 7,510 MHz C. 7,055 MHz 30 De frequentiestabiliteit van een 2-meter FM-ontvanger wordt bepaald door de: A. FM-detector B. oscillator C. modulator 31. In het blokschema is de functie van blok 7: A. laagdoorlaatfilter B. laagfrequentversterker C. interferentie oscillator 8

32. Blokschema FM-zender: Het blokje gemerkt met X stelt voor de: A. oscillator B. modulator C. eindtrap 33. Door frequentievermenigvuldiging van een frequentiegemoduleerd signaal: A. wordt de frequentiezwaai kleiner B. blijft de frequentiezwaai gelijk C. wordt de frequentiezwaai groter 34. Een antenne straalt in het horizontale vlak gelijkmatig in alle richtingen. Deze antenne kan zijn een: A. yagi B. groundplane C. middengevoede horizontale dipool 35. Welke figuur stelt een eindgevoede halvegolfantenne voor? 9

36. De beste antennevoedingslijn die dicht bij metalen objecten kan worden toegepast is: A. twin-lead B. coaxiale kabel C. open lijn 37. Lange-afstand-hf-signalen zijn veelal onderhevig aan fading. Dit wordt in het algemeen veroorzaakt door: A. veranderende demping van de atmosfeer B. veranderend zendvermogen C. veranderende trajecten van het signaal tussen zender en ontvanger 38. In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden. Wat is de juiste schakeling? 10

39. Een amateurzender veroorzaakt storing in een elektronisch orgel. De oorzaak hiervan kan zijn: A. de zender heeft een te grote bandbreedte B. in het orgel treedt ongewenste detectie op C. de zender straalt harmonischen uit 40. De beste methode om een ontvanger te beschermen tegen de effecten van een nabije blikseminslag is: A. de ontvanger uitschakelen B. de ontvanger loskoppelen van antenne en lichtnet C. de ontvangerkast goed aarden 11