Overlegcomité Vlaams Audiovisueel Fonds Vergadering 18 juni 2004 Verslag Aanwezig : Voor het Fonds : Luckas Vander Taelen, Rudy Verzyck, Jan Vandierendonck, Simon Wullens Voor de sector : Frank Van Den Eeckhout, Bram Renders, Jan Roekens, Frank Theys, Stijn Coninx, Peter Missotten Verontschuldigd: Christian De Schutter, Karla Puttemans, Erwin Provoost, Paul Pauwels, Sabine Vander Linden, Peter Krüger, Filip Callewaert 1. Ateliers : stand van zaken 1.1 Animatie Luckas Vander Taelen geeft een korte stand van zaken. Linda Sterckx zal met ingang van 1 september 2004 het animatieatelier op zich nemen. Een tijdelijk contract van 6 maanden wordt aangeboden. Bij het sollicitatiegesprek waren drie vertegenwoordigers uit de animatiesector aanwezig: - voor de regisseurs/animatoren (BOA) was dat Yves Bex - voor de producenten Linda Van Tulden - voor animatiefestivals Karin Vandenrydt Voor het VAF waren aanwezig: het Dagelijks Bestuur en de ateliercoördinator. Gezien haar capaciteiten op het gebied van productie en coördinatie, haar kennis van de animatiesector en de noden hiervan, haar aanpak en diplomatie, werd Linda Sterckx weerhouden voor de invulling van de job. 1.2 Fictie-atelier Twee projecten zijn de laatste fase ingegaan. Het betreft Bert Scholiers Let s Fall in Love ( Over Sarah ) en Frank Theys, Familiebezoek. Het project van Bert Scholiers is ingediend voor ontwikkelingssteun, dat van Frank Theys zal wellicht in november worden ingediend. Het weze duidelijk dat beide aanvragen de gewone procedure zullen moeten doorlopen en bijgevolg de concurrentie met de andere aanvragen zullen moeten aangaan. Zij krijgen geen voorkeursbehandeling. 1.3 Scenario-atelier Momenteel schrijven de deelnemers een first of second draft met dialogen. Deadline is voorzien op 30 juni. De ateliermeesters zullen een inleiding geven over : wat is pitchen en hoe moet je pitch er uit zien? De deelnemers bereiden hun pitch voor en pitchen zelf naderhand hun eigen project.
Stijn Coninx benadrukt dat misverstanden omtrent scenario-ontwikkeling moeten vermeden worden. Een duidelijke communicatie omtrent atelierwerking is aangewezen. Luckas antwoordt dat momenteel intern en met de Raad van Bestuur over de toekomst van de ateliers wordt gesproken. In een volgende fase zal hierover met de sector gecommuniceerd worden. Luckas meldt dat het VAF vanaf 1/9/04 bepaalde projecten uit het reguliere circuit zullen begeleid worden. Peter Missotten vraagt tot hoever deze begeleiding loopt. Luckas zegt dat het VAF deze begeleiding aanbiedt als een soort service naar de sector toe en dit om de kritiek te weerleggen dat het VAF te weinig ondersteunend werkt. Deze service wordt in overleg met de indieners aangeboden. Stijn Coninx vindt die piste interessant om op die manier de moeilijkheden binnen een project sneller te vinden zodat het VAF tijdig kan tussenkomen om rampen te vermijden. 1.4 Experimentele Mediakunst De 3 verschillende ateliers zijn momenteel in hun productiefase (workshops) of voorbereiding. Liquid Space 02 (Lab[au]) De workshop heeft ondertussen plaatsgevonden onder een grote belangstelling. De geselecteerde deelnemers werden vermeld op de webstek van het VAF. Een eerste evaluatie wordt eerstdaags verwacht. De resultaten van de workshopcreaties zijn nu in volle ontwikkeling en zullen worden tentoongesteld in een centrale en/of afzonderlijke installatie. De tentoonstelling zal doorgaan in het MAP (Matrix Art Project) tijdens de maand juli. X-Med-K (samenwerkingsverband Nadine-Looking Glass-Fo.am) De eerste van de zeven workshops is zeer goed verlopen en was heel intensief, de deelnemers waren zeer gedreven. Voor de andere workshops lopen nog steeds inschrijvingen (de deelnemers moeten het ganse traject van de workshops niet doorlopen). Four Becoming (Cargo) De inschrijvingen voor de workshops lopen nog. Op 5 juni werd er een infodag voorzien voor geïnteresseerden. Het programma van alle workshops van de 3 ateliers werd uitvoerig beschreven op de website van het VAF alsook op de IAK-site. 2. Automatische steun Rudy geeft hierbij verdere toelichting met betrekking tot automatische steun. Er is een ad-hoc werkgroep bijeengekomen die voor de herinvoering van het oude systeem (i.e. oude detaxatiesysteem) opteert. Dat wil zeggen dat de huidige beheersovereenkomst die nog tot eind december 2004 loopt ten aanzien van de Europese Unie, zal moeten aangepast worden. Peter Missotten uit opnieuw bezwaren tegen dat systeem. Rudy Verzyck acht het niet aangewezen om via deze vergadering op deze problematiek opnieuw in te gaan. De gemandateerde werkgroep heeft zijn werk gedaan. 2
3. Studie over de effecten op de werkgelegenheid in Vlaanderen van eventuele bijkomende overheidsmaatregelen voor de audiovisuele sector: resultaten. Tot op heden is er van Vlaamse zijde alleen het VAF als financierende overheidsinstelling. Dit in tegenstelling tot Franstalig België (o.a. Wallimage). De studie over alternatieve financieringsmogelijkheden schuift diverse maatregelen naar voor die een toegevoegde waarde voor de overheid kunnen geven en voor bijkomende werkgelegenheid kan zorgen. De resultaten van dit onderzoek zullen worden aangekaart bij de nieuwe Vlaamse regering. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sector, heeft de voorlopige versie van deze studie onderzocht en suggesties gedaan met het oog op de definitieve versie. 4. VAF en Nederlands Fonds voor Film & Vlaams-Nederlands producententreffen Jan Van Dierendonck licht toe. Bij de bespreking tussen VAF en NFF werden volgende krachtlijnen voorgesteld: 1.De fictiefilms moeten in hun financieringsplan een duidelijke financiering van het andere land voorzien, met technische en creatieve inbreng van het coproductieland. 2. De aanvraag in het minoritaire land moet gebeuren door een plaatselijke coproducent. 3. De film moet door het Fonds van het meerderheidsland worden gesteund. 4. De lectoren van het coproducerende land beoordelen het project ten adviserenden titel. 5. Distributie- en exploitatiekansen voor de film in het coproducerende land worden niet in de weegschaal gelegd. 6. Drie keer per jaar (januari; mei (voor Cannes); september) en rekening houdend met de deadlines voor Eurimages, komen afgevaardigden van de twee fondsen samen om in principe telkens één film van het andere land te ondersteunen; (in totaal 3x2=6 langspeelfictiefilms in coproductie VL-NL). 7. De coproductiesteun bedraagt in principe 200.000. 8. De coproducersfee mag niet hoger liggen dan 10% van de coproductiesteun. 9. 50% van de coproductiesteun moet in het coproductieland worden besteed (inclusief de max 10% producersfee). 10. Niet weerhouden projecten kunnen mits substantiële aanpassingen weer worden ingediend. Stijn Coninx vindt dat het aantal (nl 6) te ondersteunen projecten niet strikt bepaald moet worden. Het moet eerder een streefdoel zijn. Hij vraagt ook of 200.000 euro het plafond is. Rudy Verzyck antwoordt dat de huidige steun voor minoritaire coproducties 150.000 euro is, een bedrag dat wordt opgetrokken in het geval de Vlaamse aanknopingspunten belangrijk zijn. 5. Verdere uitwerking beleidsvisie VAF (na consultatieronde) Daniël Biltereyst heeft de diverse reacties op de consultatie verzameld en verwerkt in een beleidsvoorbereidend document. Het VAF zal hieruit bepaalde conclusies trekken en deze integreren in zijn beleidsvisie. Hieraan wordt momenteel door het team gewerkt. Binnenkort vindt hierover een discussie met de Raad van Bestuur plaats. Het team gaat voorstellen om in september met de definitieve versie naar buiten te komen. 3
6. Concretisering bestedingsverplichting in coproducties met de omroepen (bv. Reeks Faits Divers) Er is onduidelijkheid ontstaan bij scenaristen uit de sector omtrent de reeks Faits Divers. Het VAF heeft een brief (zie bijlage) gestuurd om deze misverstanden recht te zetten. 6. Varia en rondvraag Stijn Coninx vraagt of het vertrek van Rudy onomkeerbaar is. Luckas zegt dat de beslissing van de Raad van bestuur is genomen en dat dit nu onomkeerbaar is. 4
BIJLAGE Ter info : deze brief werd gericht aan alle auteurs die voor hun project in het kader van Faits Divers 6.250 scenariosteun ontvingen. Brussel, 10 juni 2004 Geachte heer/mevrouw, Betreft: Titel (Faits Divers) Wij vernemen vanuit verschillende hoeken dat er onvrede zou bestaan over het feit dat wij niet alle geselecteerde scenario-aanvragen in het kader van Faits Divers de maximum steun van 12.500 verleenden. Wij zijn zo vrij u de context te schetsen waarbinnen de behandeling van deze scenariosteunaanvragen plaats vond. Zoals voor alle aanvragen voor scenariosteun, hanteren wij het bedrag van 12.500 als een absoluut maximum, niet als vast tarief. Vele aanvragen worden goedgekeurd voor een lager bedrag; uw project maakt daar geenszins een uitzondering op. Met VTM werd nooit afgesproken dat wij aan goedgekeurde projecten in de Faits Diversreeks automatisch het maximumbedrag zouden toekennen. Indien hierover misverstanden zijn gerezen, kunnen wij dit enkel maar betreuren. De 50/50-regeling waarnaar door Jan Verheyen in Gent werd verwezen, is enkel een vereenvoudigde vertaling van het principe dat in artikel 4.5. van onze beheersovereenkomst staat ingeschreven i.v.m. de investering van het Fonds in omroep-coproducties. Het betrof hier geen specifieke afspraak tussen VTM en het VAF, laat staan een engagement tot investering vanwege het VAF. Dat zou volledig tegen onze eigen procedures indruisen. Wel is het zo dat er over Faits Divers communicatie met VTM plaats vond en dit in een zeer positieve atmosfeer. Als Fonds zijn wij single-fictie immers principieel gunstig gezind en waarderen wij ten zeerste de inspanning die VTM wil doen om dit soort televisiefictie te herwaarderen. Bij het bestuderen van de 16 projecten die voor Faits Divers werden ingediend, stelden wij samen met onze lectoren vast dat er grote niveauverschillen tussen de aanvragen zaten. Wij beslisten echter om een aantal minder gunstig geëvalueerde projecten toch het voordeel van de twijfel te geven (en deze een weliswaar lager bedrag toe te kennen) om op die manier toch voldoende scenario s te kunnen laten ontwikkelen. Dit had als voordeel dat meer scenaristen een kans kregen, en dat VTM voor de definitieve selectie voor productie nog voldoende keuze zou hebben. 13 van de 16 aanvragen werden dan ook gehonoreerd. Voor de volledigheid voegen wij hieraan toe dat deze goedkeuringen geen engagement inhielden tot het verlenen van productiesteun. Als u de ruimere context waarin wij werken in ogenschouw neemt, zal u begrijpen dat wij moeilijk als principe kunnen hanteren dat projecten die minder gunstig worden onthaald, evenveel of meer steun verdienen dan de andere. 5
Geheel in de lijn van onze gewone procedure, hebben wij dan ook beslist dat de minder overtuigende projecten die toch potentieel hadden, de helft van de maximumpremie zouden krijgen, met als achterliggende gedachte dat de mogelijkheid bestaat om met een herwerkte versie bij een volgende fictie-deadline bijkomende scenariosteun bij het VAF te vragen. Deze optie is ook in het contract met de aanvragers voorzien. Indien dit consequenties heeft voor de vooropgestelde productieplanning, is het aan de producent en opdrachtgever om hiermee rekening te houden. Onze genomen beslissing zomaar herzien n.a.v. de onvrede bij bepaalde indieners, zou een belangrijk precedent scheppen en kunnen wij dan ook onmogelijk overwegen. Zoals reeds bij de beslissing door ons aan u gemeld, staat het u uiteraard vrij een bezwaarprocedure op te starten, indien u meent hiervoor voldoende argumenten te hebben. Voor alle modaliteiten van deze procedure verwijzen wij u naar ons Intern Reglement (te vinden onder INFO op onze website). Aangezien deze discussie rechtstreeks verband houdt met VTM en ook door de Scenaristengilde wordt gevolgd, zijn wij zo vrij een kopie van dit antwoord naar dhr. Jan Verheyen en naar de Gilde op te sturen. In de hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, tekenen wij, Met vriendelijke groet Luckas Vander Taelen Directeur-intendant 6