Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders

Vergelijkbare documenten
Plangebied Kreater, Rotterdam-Overschie

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Plangebied Zwembad de Vijf Heuvels te Markelo

Plangebied Kleihoogt 9, Berkel en Rodenrijs

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Plangebied Rosinkweg noord

Plangebied Ljouwerterdyk 7 te Hallum

Plangebied Dorpsstraat 96 Aarlanderveen

Verbetering watersysteem polder t Hoekje

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

RAAP-NOTITIE Plangebied Kotmanpark-Oost Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Dijkhuizerzandweg

Plangebied Grijssloot 13 in Leens

Plangebied Koedood 4A in Barendrecht

Plangebied Dorpsstraat 96, Aarlanderveen

4 Archeologisch onderzoek

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Plangebied Lichtenvoordseweg te Groenlo

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Evertsenstraat 132 te Rijnsburg

Plangebied Amanietlaan-Varenlaan- Drieerweg Gemeente Ermelo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

Plangebied Vliegbasis Twenthe, oostelijk deel

Plangebied Groenzoom Berkel en Rodenrijs

Plangebied Griene Dyk te Sneek

Plangebied Van de Spiegelstraat 23 en 23a in Den Haag

Plangebied Zijtak OZ 104 te Nieuw Amsterdam Gemeente Emmen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Melderstraat 30 te Didam

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Plangebied Belgiëlaan 1a in Hazerswoude-Dorp

Plangebied Zuidwendigeweg te Oosterwolde

Plangebied Watertoren in Zwijndrecht

Plangebied Uddelerveen 66 te Uddel

Bijlage 4: Archeologisch vooronderzoek

Plangebied Kerkebogerd en Waalseweg in Tull en t Waal

Plangebied Arendlaan. Archeologisch. Advi esbureau RAAP-NOTITIE 5406

Plangebied Goudse Hout, Gouda

Plangebied Medisch Kwartier

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Plangebied Kasteellaan 2

Plangebied Windturbines Kabeljauwbeek

Plangebied Blokhoeve 7 te Nieuwegein

Bredeweg 96 te Breedeweg

4 Conclusies en aanbevelingen

Plangebied Raadhof, Korte Smidsweg 22 in s-gravendeel

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Plangebied Lobbendijk 16 in Houten

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Plangebied Zanddijk 18 te Mariënvelde

Plangebied Filenserwei 6 te Schettens

Plangebied Veilingterrein

Plangebied Elst Centraal, deelgebied Bemmelseweg te Elst

RAAP-NOTITIE Plangebied t Vaneker. Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek

Plangebied Molenpad te Oosterwolde

RAAP. Plangebied De Vinkenwelde. Gemeente Brummen Een inventariserend archeologisch onderzoek RAAP-NOTITIE 382

Plangebied Natuurspeeltuin de Weijver

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Plangebied Welemanstraat

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

Wegomlegging N355 Zuidhorn- Noordhorn

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Plangebied Mozartlaan te Doorwerth

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Plangebied Lammermarkt in Leiden

RAAP-NOTITIE Plangebied Houtbeekweg te Stroe Gemeente Barneveld Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

Plangebied Lange Blokweg - Sportcomplex Zierikzee

Plangebied Hemmelhorst

Waterberging Brak tussen Korte Belkmerweg en de Ooster Egalementsloot, t Zand

Plangebied Chopinstraat

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Plangebied Rondobrug en Koedijk

RAAP-NOTITIE Plangebied Amsterdamsche Veld Gemeente Emmen Archeologisch vooronderzoek: een karterend veldonderzoek

Bijlagen Bij bestemmingsplan Woningbouw Heiligerweg. Bijlage 5b: Oppervlaktekartering

Plangebied aan de Boezem te Gorinchem

Onderzoeksgebied Klaver 5 in Sevenum

Plangebied Burgemeester van Oostenweg in Bergschenhoek

Plangebied Eksterweg, IJsselstein

Plangebied Tolhuispark in Dokkum

Herstructurerings- en ontwikkelingsplan Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

Plangebied Groeneweg/Homaat te Westerbork

Aanvullend archeologisch onderzoek plangebied Canneveltstraat te Vollenhove

Plangebied Rootvlaas 2 te Bakel

Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo

VDL Nedcar de heer K. Engelen Dr. H. van Doorneweg RD Born

Startingerweg 33-33a te Akersloot

Transcriptie:

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 41 3750 voor Chr. Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders Gemeente Brielle Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr. A r c h e o l o g i s c h A d v i e s b u r e a u 250 na Chr.

Colofon Opdrachtgever: Visser & Smith Hanab Titel: Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Status: eindversie Datum: 15 mei 2012 Auteur: drs. H. Feiken Projectcode: BRGP2 Bestandsnaam: NO41_BRGP Projectleider: drs. H. Feiken Projectmedewerkers: drs. J.H.M. van Eijk & drs. S. de Kruif ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 50064 Bewaarplaats documentatie: RAAP West-Nederland Autorisatie: drs. T.Nales Bevoegd gezag: Gemeente Brielle (contactpersoon: P. van der Eijk) ISSN: 0925-6369 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus 5069 1380 GB Weesp telefoon: 0294-491 500 telefax: 0294-491 519 E-mail: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Samenvatting In opdracht van Visser & Smith Hanab heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in januari en maart 2012 een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd in verband met de geplande aanleg van een pompgebouw in de gemeente Brielle. Doel van dit onderzoek was allereerst het middels bureauonderzoek verwerven van informatie over bekende en te verwachten archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Het doel van het veldonderzoek door middel van een karterend booronderzoek was vervolgens die verwachting te toetsen en, voor zover mogelijk, een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische vindplaatsen. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen in het plangebied is vervolgens een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek geformuleerd. Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen (paragraaf 1.3) kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen vermoedelijk geen archeologische waarden zullen worden verstoord. Meer specifiek zijn de volgende bevindingen van belang: Voorafgaande aan het veldwerk gold op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting voor het de aanwezigheid van vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd en een middelhoge verwachting voor de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Middeleeuwen; Uit het bureauonderzoek blijkt dat de verwachte vindplaatsen uit de IJzertijd tot en met de Middeleeuwen door middel van het uitgevoerde karterende booronderzoek zijn op te sporen (Moree, 2002; Warning, 2008); In het plangebied werd een veraarde veenlaag gevonden; Uit het booronderzoek is echter gebleken dat de top van het veraarde veen in het plangebied (het potentiële archeologische niveau) sterk is verstoord door laat-middeleeuwse zee-inbraken (Duinkerke IIIb-inbraken) waardoor eventuele archeologische resten zijn verdwenen; Bovendien zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen in de boringen en zeefmonsters. Tijdens de veldinspectie werden ook geen archeologische indicatoren aangetroffen; Vanwege de waargenomen verstoringen en door het ontbreken van archeologische indicatoren (in de boringen en aan het maaiveld) geldt na het veldwerk voor het plangebied een lage verwachting op het aantreffen van archeologische resten. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Brielle een selectiebesluit. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [3 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Inhoudsopgave Samenvatting...3 1 Inleiding...5 1.1 Kader... 5 1.2 Administratieve gegevens... 5 1.3 Toekomstige situatie... 6 1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen... 6 2 Bureauonderzoek...7 2.1 Methoden... 7 2.2 Resultaten... 7 3 Veldonderzoek... 13 3.1 Methoden... 13 3.2 Resultaten... 13 4 Conclusies en aanbevelingen... 16 4.1 Conclusies... 16 4.2 Aanbevelingen... 16 Literatuur... 17 Gebruikte afkortingen... 19 Overzicht van figuren, tabel en bijlage... 20 Bijlage 1: Boorbeschrijvingen... 25 RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [4 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 1 Inleiding 1.1 Kader In opdracht van Visser & Smith Hanab heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau 2012 in januari 2012 een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd in verband met de aanleg van een pompgebouw en bijbehorende putkelders in de gemeente Brielle. Voor deze werkzaamheden is een bestemmingsplanwijziging en een aanlegvergunning nodig. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Brielle ligt het plangebied in een zone waar archeologisch onderzoek nodig is bij werkzaamheden waarbij het verstoorde gebied groter is dan 250 m² en die dieper gaan dan 50 cm. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgonderzoek. 1.2 Administratieve gegevens Het plangebied (0,8 ha) ligt 1,3 km ten zuidwesten van Vierpolders en op ongeveer 3 km ten zuiden van de historische kern van Brielle (figuur 1). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 37D van de topografische kaart van Nederland (schaal 1:25.000). Het plangebied is tegenwoordig in gebruik als akkerland. Volgens de geraadpleegde topografische kaart en het Actueel Hoogtebestand Nederland (http://www.ahn.nl/) bedraagt de huidige maaiveldhoogte in het plangebied ongeveer 0,7 m -NAP. Volgens de bodemkaart (Vos, 1984) is de gemiddelde grondwaterstand meer dan cm -Mv (grondwatertrap VI). Het plangebied is ingedeeld in twee deelgebieden, beide circa 0,4 ha groot. Deelgebied 1 is het gebied waar het pompgebouw komt te liggen (figuur 2). In deelgebied 2 komen tijdelijk, voor de bouw van het pompgebouw, parkeerplaatsen en een bouwplaats te liggen (figuur 2). Gemeente: Brielle Plaats: Vierpolders Plangebied: Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders Centrumcoördinaten plangebied: 70.430 / 432.153 ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 50064 RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [5 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 1.3 Toekomstige situatie Voor deelgebied 1 zijn er plannen een putkelder en een pomphuis (met aan- en afvoerleidingen) met daaromheen verharding aan te leggen. De precieze diepte van de voorgenomen graafwerkzaamheden is vooralsnog niet bekend. De diepte van de putkelders bedraagt circa 2,5 m -Mv. Dit is volgens de opdrachtgever de diepste ingreep in het plangebied (werkdocument GEO-MEC 4P, tekening met nummer TT12-L-X-32 en mondelinge mededeling mevr. ir. A.M. van der Welle van Visser & Smit Hanab). In deelgebied 2 wordt de grond tijdelijk verhard (met o.a. stelconplaten) om er een bouwplaats, parkeerplaatsen en een (tijdelijke) weg aan te leggen. De bouwplaats wordt hier aangelegd ten behoeve van de aanleg van het pompgebouw. De verstoring in deelgebied 2 zal naar verwachting niet dieper gaan dan 1 m -Mv. 1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek. Het veldonderzoek bestond uit een karterend booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtlijn. In tabel 1 staan de dateringen van de in dit rapport genoemde geologische en archeologische perioden. Achter in dit rapport is een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [6 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden Het bureauonderzoek is uitgevoerd om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Daartoe zijn reeds bekende archeologische en aardkundige gegevens verzameld en is het grondgebruik in het plangebied in het heden en verleden geïnventariseerd. Geraadpleegd zijn de volgende bronnen: het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); literatuur en historisch en aardkundig kaartmateriaal (zie literatuurlijst); de recente topografische kaart 1:25.000; recente luchtfoto's uit Google Earth (http:/www.earth.google.com); het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); het informatiesysteem Kennis Infrastructuur CultuurHistorie (KICH); de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland; de molendatabase; de archeologische beleidsplan- en verwachtingskaart van de gemeente Brielle (Past2Present, 2008). 2.2 Resultaten Aardkundige situatie De bodem in het plangebied bestaat uit kalkrijke poldervaaggronden: grotendeels lichte klei met profielverloop 5 en grondwatertrap VI (Vos, 1984: code Mn35A). Deze gronden worden gerekend tot de zogenaamde zeekleigronden die in een zeer groot deel van Voorne-Putten voorkomen. De kalkrijke poldervaaggronden zijn het gevolg van laat-middeleeuwse overstromingen (Vos, 1984). Het plangebied bestaat geologisch gezien uit Laagpakket van Wormer, met daarboven Hollandveen met daarboven Laagpakket van Walcheren (RGD, 1975). Zowel in het Laagpakket van Walcheren als in het Laagpakket van Wormer kunnen nog (dunne) lagen Hollandveen voorkomen. Onder het Laagpakket van Wormer kan mogelijk nog Basisveen voorkomen, maar het Basisveen is grotendeels geërodeerd. Deze lagen zand, veen en klei zijn afgezet of gevormd gedurende het Holoceen (Berendsen, 1998). Hieronder worden de verschillende geologische lagen in detail besproken: Het Basisveen landschap Vanaf het begin van het Holoceen trad een klimaatsverbetering op. Gevolgen hiervan waren dat het landijs begon te smelten en dat daarmee samenhangend de zeespiegel steeg. Het Basisveen, waarvan de top in het plangebied waarschijnlijk voorkomt op een diepte variërend van 18 tot 19 m RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [7 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) -NAP (RGD, 1975), ligt direct op de pleistocene ondergrond. De dikte van het veen bedraagt doorgaans niet meer dan 25 cm (Van Staalduinen, 1979). Aangenomen wordt dat deze veenlaag ontstond onder de directe invloed van de zeespiegelstijging en de daaraan gekoppelde stijging van het grondwaterniveau aan het begin van het Holoceen (Berendsen, 1998). Omdat het Basisveen pas op grote diepte in het plangebied voorkomt, wordt dit verder buiten beschouwing gelaten. Het oude getijdenlandschap (Laagpakket van Wormer) Een ander gevolg van de zeespiegelstijging was dat de invloed van de zee op het kustgebied steeds sterker werd, waardoor het Basisveen dichtbij de kust werd afgedekt met mariene afzettingen die gerekend worden tot het Laagpakket van Wormer (circa 6.000-1.800 voor Chr.). Door getijdenwerking bleef, via de toenmalige open Maasmonding, de mariene invloed op de kustvlakte groot. Het gebied werd doorsneden door een aantal rivierarmen waarvan de min of meer oost-west georiënteerde hoofdtakken de voorlopers zijn van de huidige Maas. Samen met de zijtakken vormde dit een complex netwerk van geulen dat onder invloed stond van getijdewerking. In dit systeem zijn verschillende sedimenten afgezet. Deze afzettingen bestaan uit lichte (zandige) sedimenten in de geulen zelf. Langs de geulen werd lichte klei en zavel afgezet (de oeverafzettingen). Buiten het geulsysteem, achter de oeverwallen, kon zich plaatselijk veen ontwikkelen en werd bij hoogwater (zware) klei afgezet. Voor zover niet geërodeerd door recentere afzettingen, komt de top van de afzettingen van het Laagpakket van Wormer in het plangebied voor op circa 4 m -NAP, de top ervan bestaat uit zeer slappe klei (RGD, 1975; De Kruif, 2007; Warning, 2008). Het Hollandveen landschap In perioden waarin de zee (tijdelijk) minder invloed op het achterland had, kon veengroei plaatsvinden. Hierdoor komen in de afzettingen van het Laagpakket van Wormer plaatselijk veenlagen voor. Voor de schaal waarop dit zogenaamde Hollandveen tot ontwikkeling kon komen, heeft de verdere sluiting van de kustbarrière in het midden van het Subboreaal een grote rol gespeeld. De zee had alleen nog via een aantal gaten in de kustbarrière, waaronder de monding van de Maas, invloed op het achterland en de zoetwatertoevoer van de rivieren begon een grotere rol te spelen. De verzoeting van het milieu had onder meer op Voorne-Putten, de Hoekse Waard en IJsselmonde tot gevolg dat een uitgestrekt moerasgebied ontstond en dat vanaf circa 2500 voor Chr. op grote schaal veen tot ontwikkeling kon komen. De mariene afzettingen van het Laagpakket van Wormer werden overdekt door een dik pakket Hollandveen. De afwatering van dit veengebied vond plaats op de bestaande rivieren via zogenaamde veenontwateringskreken. Vanaf circa 1500 voor Chr. kwam aan deze extensieve veengroei geleidelijk een einde en begon een periode van hernieuwde mariene invloed (Bekius & Deunhouwer, 2002). Het jonge getijdenlandschap (Laagpakket van Walcheren) In het Subboreaal (rond 1500 voor Chr.) begon de zee via de Maasmonding opnieuw invloed te krijgen op het achterland. Hierbij werd het achterliggende veenmoeras overdekt door een nieuw pakket mariene afzettingen van het Laagpakket van Walcheren. Deze afzettingen zijn in verschillende fasen afgezet. Perioden met actieve sedimentatie werden afgewisseld door perioden waarin de zee minder invloed had en veengroei kon plaatsvinden. Op veel plaatsen ontbreken echter RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [8 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) scheidende veenlagen, waardoor de verschillende afzettingsfasen vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Het landschap in (de omgeving van) het plangebied is doorsneden met zeegeulen. Volgens de geologische kaart (RGD, 1975) komen in het plangebied geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren voor. Volgens Vos (1984) zijn dit Duinkerke IIIb-geulafzettingen (die dateren vanaf de 12 e eeuw na Chr.). De geulafzettingen zijn in de laatste fase waarin de zee van invloed was op het achterland afgezet en hebben zich in het Hollandveen ingesneden. In het zuidwestelijk deel van het plangebied komt volgens de geologische kaart ook een Duinkerke IIIb-geul voor die volgens de geologische kaart van het noordwesten naar het zuidoosten stroomde. Op het AHN zijn deze geulafzettingen als verhoging in het zuidwestelijk deel van het plangebied zichtbaar. Het is niet bekend hoever de geul zich in het plangebied in de onderliggende lagen heeft ingesneden (RGD, 1975). Historische situatie Het plangebied ligt in een jonge zeekleipolder waarin vanaf circa 0 na Chr. de eerste dijken werden aangelegd. In de 12e eeuw waren overal op het land doorgaande dijkenringen opgeworpen. In de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) werd door middel van bedijking nieuw land op de zee herwonnen. Het grootste deel van het landschap bestond uit platen en gorzen met daartussen geulen waar het water bij eb en vloed doorheen stroomde. Deze geulen bleven na bedijking dienen als afvoer van overtollig water door middel van een sluis of gemaal. Het plangebied bevindt zich in de polder Oude-Gote. Deze polder is in de 14e of begin 15e eeuw ingedijkt (RGD, 1975). in de Middeleeuwen is er op Voorne-Putten veen gestoken, de zogenaamde moernering. Veen werd gebruikt als brandstof. Uit het veen werd ook zout gewonnen (Vos, 1984). Om dit zout te winnen werd het onder dunne mariene sedimenten gelegen veen, dat doordrenkt was met zeewater, afgegraven en verbrand. Het as werd in water gekookt; het water werd ingedampt en het zout zo gewonnen. Dit proces staat ook bekend onder de naam selnering (De Groot & Warning, 2010). Moernering dateert (over het algemeen) uit de Middeleeuwen en strekt zich altijd uit over een groter gebied. Om inzicht te krijgen in het grondgebruik in het plangebied in de Nieuwe tijd biedt de analyse van historische kaarten een goede invalshoek. Op de 'Kaart van Holland' uit 1681 van Jacob Aertsz. Colom (Sijmons & Van Eeghen, 19) en op historische kaarten uit de 19e eeuw en topografische kaarten uit de 20 e eeuw staat in het plangebied geen bebouwing afgebeeld (Kuiper, 2008; Wieberdink, 1989; Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 19; http://watwaswaar.nl). Uit de kaartanalyse blijkt dat het plangebied in de historische tijd in gebruik is geweest als bouwland. Bekende archeologische waarden ARCHIS en AMK In ARCHIS komen binnen 300 m van het plangebied twee archeologische monumenten voor (figuur 1; ARCHIS-monumenten en ). Op circa m ten noorden van het plangebied ligt één terrein van hoge archeologische waarde met CMA-code 37D-074 (Monumentnummer ; ARCHIS-waarnemingsnummers, en ). Op dit terrein zijn sporen van RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [9 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) bewoning uit de Late IJzertijd-Romeinse tijd aangetroffen. Het betreft een opgehoogde vindplaats met een cultuurlaag uit de IJzertijd en een uit de Romeinse tijd. In beide lagen zijn aardewerk en constructiehout (palen, en in de Romeinse laag ook liggend hout) aangetroffen. Op 300 m ten noordoosten van het plangebied ligt een terrein van hoge archeologische waarde met CMA-code 37D-073 (Monumentnummer ; ARCHIS-waarnemingsnummers, t/m en ). Verspreid over het terrein zijn in 1983 en 19 resten van een cultuurlaag en grondsporen aangetroffen uit de Romeinse tijd. De diepteligging van de cultuurlaag en grondsporen en in welk pakket deze zijn aangetroffen, wordt niet vermeld in ARCHIS. Op 50 m ten zuiden van het plangebied is bij het verbreden van de wetering die ten westen van het plangebied ligt in 1977 een Romeinse vindplaats gevonden (ARCHIS-waarnemingsnummer ; BOOR-vindplaats 09-09; mondelinge mededeling de heer J. Moree van het BOOR). Het deel van de vindplaats dat zou worden verstoord bij de verbreding is opgegraven (Van Trierum, 1992, p. 88). Hierbij werd (een deel van) een plattegrond van een boerderij uit de Romeinse tijd gevonden (Van Trierum, 1992). Uit het onderzoek bleek dat het woonerf was opgehoogd met een dikke mestlaag. In 19 is getracht om het niet opgegraven deel van het woonerf door middel van booronderzoek op te sporen. Ondanks dat een dergelijke, opgehoogde woonerf door boren kan worden gevonden werd (het restant van) de vindplaats niet aangetroffen (mondelinge mededeling dhr. J. Moree). Hierdoor is de archeologische waarde van de waarneming onduidelijk en het is de vraag of de vindplaats nog aanwezig is of door de verbreding van de wetering volledig is verdwenen. Bewoning vond in de regio rondom Brielle in de IJzertijd en Romeinse tijd plaats op veenkussens of hogere delen van het veen (schriftelijke mededeling Prof. Dr. A. Bosman). Eerder archeologisch onderzoek in de omgeving van het plangebied Binnen 1,5 km van het plangebied zijn twee inventariserende veldonderzoeken door RAAP uitgevoerd (De Kruif, 2007; Warning, 2008). In 2007 is een verkennend booronderzoek uitgevoerd, ongeveer 1,2 km ten noordoosten van het plangebied, aan de kruising van de Middelweg met de Achterdijk/Dijckpotingen in Vierpolders. Tijdens dit verkennende booronderzoek is een geologische opbouw aangetroffen van dekafzettingen van het Laagpakket van Walcheren op Hollandveen. Er zijn geen vindplaatsen aangetroffen (De Kruif, 2007). In 2008 is een karterend booronderzoek is 800 m ten noorden van het plangebied uitgevoerd aan de Rijksstraatweg 28 (direct ten oosten van de Rijksstraatweg en ten zuiden van de Middelweg). Tijdens het veldonderzoek is Hollandveen met daarboven het Laagpakket van Walcheren aangetroffen. De top van de veenlaag is niet veraard en bestaat uit rietveen of bosveen met rietresten met ingespoelde kleilaagjes. Er zijn geen aanwijzingen dat het veen lang genoeg droog heeft gelegen om geschikt voor bewoning geweest te zijn. De top van de bovenste veenlaag is geërodeerd door de erboven liggende geulafzettingen. In het plangebied zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen (Warning, 2008). RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 0 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) In het gebied direct ten noordwesten van het plangebied is door Oranjewoud in 2007 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd (Teekens & Bouter, 2007; gebied A). Tijdens het karterend booronderzoek is een geologische opbouw aangetroffen van getijdengeul- en dekafzettingen van het Laagpakket van Walcheren op Hollandveen op wad- of kwelderafzettingen van het Laagpakket van Wormer. In het Hollandveen zijn dunne lagen rietklei aangetroffen (oudere afzettingen van het Laagpakket van Walcheren). Direct ten noorden van het plangebied werd er veraard veen gevonden. Aan het oppervlak zijn er 50 m ten noorden van het plangebied archeologische indicatoren uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd aangetroffen (Teekens & Bouter, 2008; ARCHISwaarnemingsnummer ). Zij adviseren aan de hand van de veldresultaten om voor het hele gebied A bij bodemingrepen die het veraarde veen aantasten eerst archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuvenonderzoek (IVO-P) uit te voeren. Bekende archeologische verwachtingen Volgens de vigerende archeologische verwachtingskaart van de gemeente Brielle geldt voor het plangebied een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten (Past2Present, 2008 te raadplegen op www.brielle.nl/). Volgens de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (www.geo.zuid-holland.nl) komen in het plangebied zeeafzettingen voor. In het plangebied is er sprake van een middelgrote tot grote kans op het aantreffen van archeologische resten daterend vanaf de IJzertijd. Op de IKAW ligt het plangebied in een zone met een middelhoge kans op het aantreffen van archeologische resten. Deze waardering is gebaseerd op de bodemopbouw in de omgeving van het plangebied (Deeben [red.], 2008). Bekende verstoringen Volgens KLIC liggen halverwege het plangebied een aantal leidingen en kabels. De diepte waarop deze liggen is niet bekend. Op basis van de geraadpleegde bronnen zijn afgezien van deze leidingen en kabels in het plangebied geen relevante verstoringen bekend. Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het bureauonderzoek gold bij aanvang van het veldonderzoek voor het plangebied een middelmatige tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd t/m Middeleeuwen. Meer specifiek kan gesteld worden dat op twee verschillende geologische niveaus archeologische resten voor kunnen komen: Voor de top van het Hollandveen geldt een hoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd uit de omgeving van het plangebied kenmerken zich door het voorkomen van een circa 20 cm dikke bewoningslaag met daarin mest, bot, houtskool en aardewerkfragmenten (Moree, 2002). Voor de top van het Laagpakket van Walcheren geldt een middelhoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten vanaf de 14e eeuw (na inpoldering) tot de Nieuwe tijd. Deze resten zullen aan of direct onder het huidige maaiveld voorkomen. Hierbij kan het gaan om losse huisplaatsen met bijbehorende erven (ca. 1 tot 3 ha) waarvan de meeste resten zich RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 1 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) gezien de geologische situatie waarschijnlijk binnen circa 50 cm -Mv bevinden (Warning, 2008). Voor vindplaatsen uit de Nieuwe tijd geldt echter op basis van historisch kaartmateriaal een lage archeologische verwachting. Ook bovenop het Laagpakket van Wormer worden geen archeologische vindplaatsen verwacht omdat de slappe mariene kleien ongeschikt zijn voor bewoning. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 2 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 3 Veldonderzoek 3.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een booronderzoek, karterende fase. De onderzoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek (gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit de KNA versie 3.2. Tijdens het veldonderzoek zijn in totaal 19 boringen verricht: 9 boringen in deelgebied 1 en 10 boringen in deelgebied 2. Hiervan zijn 18 boringen gezet in een grid van 20 bij 25 m in vier zuidwest-noordoost georiënteerde raaien (boringen 1 t/m 8 en 10 t/m 19; figuur 2). Boring 9 is gezet op de plek waar de putkelders komen en waar de diepste ingrepen in het plangebied gaan plaatsvinden (circa 2,5 m -Mv). De boringen in een raai versprongen ten opzichte van die in de naastgelegen raai, waardoor een systeem van gelijkbenige driehoeken ontstond. De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het opsporen van de meeste in dit gebied te verwachten nederzettingsterreinen uit de periode IJzertijd - Late Middeleeuwen omdat de vindplaatsen over het algemeen groter zijn dan 20 bij 25 m met duidelijke archeologische lagen (Moree, 2002). De vindplaatsen zijn, als ze tenminste onverstoord zijn, door middel van het karterend booronderzoek met een boorgrid van 20 bij 25 m op te sporen. De methode is niet geschikt om verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen (Tol e.a., 2004). Tijdens het veldwerk is het oppervlak van het plangebied geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische resten. Er is geboord tot maximaal 4 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met een dgps ingemeten (x- z- en y- waarden). Het opgeboorde materiaal is in het veld gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). De top van de veraarde veenlaag is bij boringen 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 18 en 19 bemonsterd met een Edelmanboor met een diameter van 12 cm. Het opgeboorde materiaal is nat gezeefd met een zeef met een maaswijdte van 0,4 cm; het zeefresidu is met het blote oog geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren. 3.2 Resultaten Veldwaarnemingen Tijdens de veldinspectie zijn er in het veld geen archeologische resten aangetroffen. Geologie en bodem Tijdens het veldonderzoek is van onder naar boven mariene klei met daarop veen met daarop RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 3 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) mariene kleien en zanden aangetroffen. Aan de hand van de boringen zijn twee dwarsdoorsneden van de bodemopbouw in het plangebied gemaakt (figuur 3). Hieronder worden de afzettingen van onder naar boven besproken: Afzettingen van het Laagpakket van Wormer In boringen 1 t/m 4, 6 t/m 9 en boring 17 zijn de afzettingen van het Laagpakket van Wormer aangetroffen. De afzettingen bestaan uit uiterst siltig, zwak humeus, slappe grijze klei en zijn geïnterpreteerd als wadvlakteafzettingen. De top van deze afzettingen bevindt zich op circa 3 m - Mv. Hollandveen In alle boringen is een donkerbruine tot roodbruine, mineraalarm tot zwak kleiige veenlaag aangetroffen. Het veen betreft zeggeveen, rietveen, bosveen en mosveen. De top van het veen is bij boringen 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 18 en 19, veraard. De top van het veraarde veen ligt tussen 1,4 en 0,9 m -Mv. In boringen 5, 13, 14, 15,16, 17 werd geen veraard veen aangetroffen. De top van het veen ligt in deze boringen tussen 1,5 en 2,1 m -Mv. De top van het (veraarde) veen is in alle boringen geërodeerd als gevolg van het afzetten van het Laagpakket van Walcheren in het plangebied. Afzettingen van het Laagpakket van Walcheren Boven het veen bevindt zich een laag met bruingrijze, uiterst siltige tot matige zandige klei en lichtgrijze, zwak tot uiterst siltig zand. Deze laag is over het algemeen kalkrijk en bevat rietresten, zand-, klei en veenbrokken en veel schelpresten (boringen 1 t/m 19). De schelpresten zijn alleen aangetroffen in het Laagpakket van Walcheren. De afzettingen worden geïnterpreteerd als mariene afzettingen afgezet tijdens de laat-middeleeuwse overstromingen (Laagpakket van Walcheren, oude benaming Duinkerke IIIb). De top van deze afzettingen bevindt zich tussen 0,65 en 0,4 m - Mv. Bouwvoor De bovenste 0,4 tot 0,65 m van het bodemprofiel in het plangebied bestaat uit een bouwvoor. In het bouwpuin wordt recent, geel- en roodbakkend baksteenpuin aangetroffen. Archeologie In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ook in de zeefmonsters zijn geen archeologische resten of andere zaken aangetroffen. Waargenomen verstoringen In boringen 5, 13, 14, 15, 16 en 17 komt de top van het veen voor tussen 2,1 en 1,5 m -Mv (o.a. figuur 3 voor boring 5). In deze boringen is geen veraard veen aangetroffen en liggen allen in het zuidelijk deel van het plangebied (figuur 2). In het noordelijk deel van het plangebied ligt de top van het veen veel hoger (tussen de 1,2 en 0,9 m -Mv) en is altijd veraard. In het zuidelijk deel van het plangebied komt het veen dus veel dieper voor. Hoogstwaarschijnlijk heeft zich hier een RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 4 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) mariene geul ingesneden en daarbij het veraarde veel volledig opgeruimd. De mariene geul heeft in het noordelijk deel van het plangebied de veraarde veenlagen aangetast, in de boringen is er namelijk een erosieve overgang zichtbaar van het veen naar de bovenliggende zeekleiafzettingen. Het veldwerk bevestigt het bureauonderzoek, hieruit bleek al dat in het plangebied Duinkerke IIIb-geulen waren gevormd. Grote delen van het plangebied zullen zijn verstoord door de Duinkerke IIIb-inbraak waarbij de top van de veraarde veenlaag (het potentiële archeologische niveau) is verdwenen of op zijn minst aangetast. Gespecificeerde verwachting na het veldwerk Door de verstoring van de top van de veraarde veenlaag door de laat-middeleeuwse zee-inbraak (de Duinkerke IIIb-inbraak) moet de hoge archeologische verwachting naar beneden worden bijgesteld. Bovendien werden in het plangebied tijdens de veldinspectie, in de boringen en in de zeefmonsters geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er geldt daarom na het veldwerk voor het plangebied een lage verwachting op het aantreffen van archeologisch resten. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 5 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen (paragraaf 1.3) kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen vermoedelijk geen archeologische waarden zullen worden verstoord. Meer specifiek zijn de volgende bevindingen van belang: Voorafgaande aan het veldwerk gold op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd en een middelhoge verwachting op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de Middeleeuwen; Uit het bureauonderzoek blijkt dat de verwachte vindplaatsen uit de IJzertijd tot en met de Middeleeuwen door middel van het uitgevoerde karterende booronderzoek zijn op te sporen (Moree, 2002; Warning, 2008); In het plangebied werd een veraarde veenlaag gevonden; Uit het booronderzoek is echter gebleken dat de top van het veraarde veen (het potentiële archeologische niveau) in het plangebied sterk is verstoord door laat-middeleeuwse zeeinbraken (Duinkerke IIIb-inbraken) waardoor eventuele archeologische resten zijn verdwenen; Bovendien zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen in de boringen en zeefmonsters. Tijdens de veldinspectie werden ook geen archeologische indicatoren aangetroffen 1 ; Er werden in de boringen geen aanwijzingen gevonden voor geërodeerde, verhoogde woonplaatsen. Door het ophogen ontstaan er namelijk loading structuren in het veen. Deze werden in de boringen niet waargenomen. Verder zijn er geen aanwijzingen gevonden dat er in het plangebied veenkussens voorkomen. Juist op dit soort plekken werd gewoond; Vanwege de waargenomen verstoringen en door het ontbreken van archeologische indicatoren (in de boringen en aan het maaiveld) geldt na het veldwerk voor het plangebied een lage verwachting op het aantreffen van archeologische resten. 4.2 Aanbevelingen Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Brielle een selectiebesluit. 1 Met het niet aantreffen van archeologische resten bij de veldinspectie moet rekening worden gehouden met een afdekkende laag van gemiddeld 1 m (de Walcheren-afzettingen) die kan eventueel archeologisch vondstmateriaal verborgen houden. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 6 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Literatuur Bekius, D., & P. Deunhouwer, 2002. 750 ha natuur en recreatie, deelgebied Midden- IJsselmonde; inventarisatie en waardering van cultuurhistorische elementen. RAAPrapport 791. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Berendsen, H.J.A., 1998. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Van Gorkum, Assen. Deeben, J.H.C. (red.), 2008. De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: www.cultureelerfgoed.nl). Groot, R.W. de & S. Warning, 2010. Aardgasleiding Zuid-Beveland, gemeenten Reimerswaal, Kapelle en Borsele: een archeologische begeleiding. RAAP-rapport 1815. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Kruif, S. de, 2007. Plangebied kom Vierpolders te Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase). RAAP-notitie 2454. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Kuiper, M., 2008. Topografische en militaire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden (TMK) 1864. 12 provinciën, Landsmeer. Moree, J.M., 2002. Geoarchaeological survey. In: Heeringen, R.M. & E.M. Theunissen (eds.), Desiccation of the archaeological landscape at Voorne-Putten. Nederlandse Archeologische Rapporten (NAR) 25. ROB, Amersfoort. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Past2Present, 2008. Beleidsplan Brielle Archeologie. Past2Present, Woerden. RGD, 1975. Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000. Kaartblad 37 West Rotterdam. Rijks Geologische Dienst, Haarlem. Sijmons, A.H. & I.H. van Eeghen, 19. Jacob Aertsz Colom's kaart van Holland 1681. Canaletto, Alphen aan den Rijn. Staalduinen, C.J. van, 1979. Toelichtingen bij de Geologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000. Blad Rotterdam West (37W). Rijks Geologische Dienst, Haarlem. Teekens, P.C. & H.E. Bouter, 2008. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek op Plangebied Piek, Van der Poel en Waterberging te Vierpolders (gemeente Brielle, Zuid-Holland). Archeologische Rapporten Oranjewoud 2008/12. Oranjewoud, B.V. Heerenveen. Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen, 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP-rapport 0. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam. Trierum, M.C., van, 1992. Nederzettingen uit de IJzertijd en de Romeinse tijd op Voorne-Putten, IJsselmonde en in een deel van de Hoekse Waard. BOOR balans 2, Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, Rotterdam: 15-102. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 7 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Vos, G.A., 1984. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij kaartblad 37 West Rotterdam. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen. Warning, S., 2008. Rijksstraatweg 28, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP-notitie 2873. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 19. Grote historische atlas van Nederland, schaal 1:50.000; Deel 1: West-Nederland 1839-1859. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, Groningen. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 8 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Gebruikte afkortingen AHN AMK ARCHIS CHS CMA IKAW KICH KNA -Mv NAP PvE RACM SIKB TNO Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische Monumenten Kaart ARCHeologisch Informatie Systeem Cultuurhistorische Hoofd Structuur Centraal Monumenten Archief Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden Kennis Infrastructuur Cultuur Historie Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie beneden maaiveld Normaal Amsterdams Peil Programma van Eisen Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [1 9 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Overzicht van figuren, tabel en bijlage Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS-waarnemingen (rood) en AMKterreinen (blauw) op de CHS van Zuid-Holland; inzet: ligging in Nederland (ster). Figuur 2. Resultaten veldonderzoek. Figuur 3. Geologische dwarsprofielen A-A' (boringen 1 t/m 4) en B-B' (boringen 5 t/m 8; zie ook figuur 2). Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal. Bijlage 1. Boorbeschrijvingen. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [2 0 ]

431 431 432 432 433 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2012 433 71 70 70 71 8 Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS-waarnemingen (rood) en AMKterreinen (blauw) op de CHS van Zuid-Holland; inzet: ligging in Nederland (ster).

A' A B B' 432 70500 70500 70400 70300 432 432200 432200 432300 432300 Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2012 70400 70300 2 3 4 8 19 10 11 18 5 17 16 15 13 14 1 6 7 9 12 A-A' raailetter locatie raai overig boornummer top veraard veen (cm -Mv) boring met veraard veen 7 legenda veldonderzoek boring zonder veraard veen grens deelgebied pompgebouw grens deelgebied parkeerplaatsen 2012 1:2.000 m 50 0 Figuur 2. Resultaten veldonderzoek. SK1/brgp2_fig2_res_veld

A A' B B' -70 1 2 3 4-70 5 6 7 8 Hoogte t.o.v. NAP in centimeters - -170-220 -270-320 -370 Hoogte t.o.v. NAP in centimeters - -170-220 -270-320 -370-420 -420-470 0 25 50 75 0 25 50 75 Afstand tot nulpunt in meters Afstand tot nulpunt in meters legenda bouwvoor / verstoord pakket Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer boring 4 boornummer Figuur 3. Geologische dwarsprofielen A - A' (boringen 1 t/m 4) en B - B' (boringen 5 t/m 8; zie ook figuur 2).

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Geologische perioden Archeologische perioden Tijdvak Chronozone Datering Tijdperk Datering Holoceen Laat Subatlanticum Vroeg Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal Weichselien Pleniglaciaal Laat Glaciaal Laat Midden Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling Vroegste Dryas Denekamp Hengelo - 1150 na Chr. - 0-450 voor Chr. - 3700-7300 - 8700-9700 - 11.050-11.500-12.000-12.500-13.500-30.500-60.000 Prehistorie Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) B A Laat Vol Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Jong B Jong A Ottoons Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg - 17-1650 - 1500-0 - 0-0 - 725-525 - 450-270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250-500 - 800-1 - 1800-2000 - 2850-4200 - 40/5300-6450 - 8640-9700 - 12.500-16.000-35.000 Pleistoceen Vroeg Vroeg Glaciaal Moershoofd Odderade Brørup - 71.000 Paleolithicum (Oude Steentijd) Midden Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien Elsterien - 114.000-126.000-236.000-241.000-322.000-336.000-384.000-416.000 Oud - 250.000 463.000 tabel1_standaard_geobioarcheo_raap_2010 Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal. RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [2 4 ]

Plangebied Pompgebouw Moersaatsenweg, Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Bijlage 1: Boorbeschrijvingen RAAP-notitie 41 / eindversie, 16 mei 2012 [2 5 ]

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-1 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.401,08, Y: 432.160,81, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,79, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West, opmerking: Geen monster, veraard veen is weg. 0 cm -Mv / 0,79 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, matig humeus, donkerbruingrijs, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv / 1,24 m -NAP Lithologie: klei, matig zandig, bruingrijs, zand- en kleibrokken, schelpfragment, spoor hout en riet Opmerking: vb; verploegd? cm -Mv / 1,84 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, bruingrijs, veenbrokken, schelpfragment, spoor hout en riet Opmerking: verspoeling of diepploeg cm -Mv / 2,04 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, matig stevig, interpretatie: komafzettingen 130 cm -Mv / 2,09 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, rietveen, matig slap, interpretatie: komafzettingen 135 cm -Mv / 2,14 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, bruingrijs, rietveen, matig slap, interpretatie: komafzettingen 155 cm -Mv / 2,34 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, zeggeveen, matig slap, interpretatie: komafzettingen 335 cm -Mv / 4,14 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, slap, spoor riet, kalkloos Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,29 m -NAP 1

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-2 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.419,01, Y: 432.178,12, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,86, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,86 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs, veenbrokken, matig stevig, schelpfragment, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 1,26 m -NAP Lithologie: klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, enkele klei- en zandlagen, matig stevig, schelpfragment, kalkrijk Opmerking: verploegd? 55 cm -Mv / 1,41 m -NAP Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, kleibrokken, matig stevig, zeer fijn, schelpfragment, kalkrijk Bodemkundig: veel Fe-vlekken 75 cm -Mv / 1,61 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, kleibrokken, matig stevig, zeer fijn, schelpfragment, kalkrijk Bodemkundig: veel Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselen cm -Mv / 1,76 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, stevig, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M3 cm -Mv / 1,91 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen, matig stevig, spoor hout en riet, interpretatie: komafzettingen cm -Mv / 2,06 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, donkerbruin, rietveen, matig stevig, interpretatie: komafzettingen 165 cm -Mv / 2,51 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, rietveen, matig slap, spoor plantenresten, interpretatie: komafzettingen Opmerking: klapklei 210 cm -Mv / 2,96 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, bosveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 2 cm -Mv / 3,76 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, slap, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 315 cm -Mv / 4,01 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, slap, schelpengruis, spoor plantenresten, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,36 m -NAP 2

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-3 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.436,, Y: 432.1,45, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,86, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,86 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, schelpfragment Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 40 cm -Mv / 1,26 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, enkele klei- en zandlagen, schelpfragment, kalkrijk 80 cm -Mv / 1,66 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, enkele klei- en zandlagen, schelpfragment, kalkrijk, oxidatie en reductie verschijnselen cm -Mv / 1,76 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M2 cm -Mv / 1,86 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 225 cm -Mv / 3,11 m -NAP Lithologie: klei, matig siltig, matig humeus, grijs, enkele veenlagen, interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 235 cm -Mv / 3,21 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 280 cm -Mv / 3,66 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, bosveen, interpretatie: komafzettingen 325 cm -Mv / 4,11 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, slap, schelpengruis, weinig riet, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,36 m -NAP 3

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-4 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.455,08, Y: 432.212,73, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,85, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,85 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, schelpengruis, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 1,25 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, veel dunne klei- en zandlagen, matig stevig, schelp compleet marien, kalkrijk Bodemkundig: veel Fe-vlekken Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) cm -Mv / 1, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, spoor plantenresten, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M1 155 cm -Mv / 2,40 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen, matig slap, weinig riet, interpretatie: komafzettingen 215 cm -Mv / 3,00 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, enkele veenlagen, matig slap, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Echteld 225 cm -Mv / 3,10 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen, slap, weinig riet, interpretatie: komafzettingen 300 cm -Mv / 3,85 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, grijs, zeer slap, schelpengruis, spoor riet, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 360 cm -Mv / 4,45 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, enkele kleilagen, zeer slap, schelpengruis, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 400 cm -Mv / 4,85 m -NAP 4

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-5 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.405,91, Y: 432.137,71, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,72, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,72 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs, veen- en kleibrokken, schelpfragment Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 1,12 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, schelpfragment cm -Mv / 1,62 m -NAP Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelpengruis cm -Mv / 1,92 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelpfragment marien, oxidatie en reductie verschijnselen 185 cm -Mv / 2,57 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, zeggeveen, spoor hout en riet, interpretatie: komafzettingen Opmerking: geen monster 215 cm -Mv / 2,87 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 240 cm -Mv / 3,12 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, rietveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 300 cm -Mv / 3,72 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, enkele kleilagen, bosveen, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 350 cm -Mv / 4,22 m -NAP 5

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-6 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.423,86, Y: 432.153,82, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,75, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,75 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs, schelpfragment Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 1,05 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs, veen- en kleibrokken, schelpfragment Bodemkundig: interpretatie: verploegd 65 cm -Mv / 1,40 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruingrijs, zeer fijn, schelpfragment 80 cm -Mv / 1,55 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelpfragment cm -Mv / 1,85 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingrijs, humusvlekken, zeer fijn, schelpfragment Opmerking: klotszone cm -Mv / 1, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M4 cm -Mv / 2,15 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zeggeveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 160 cm -Mv / 2,35 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 275 cm -Mv / 3,50 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, roodbruin, bosveen, interpretatie: komafzettingen 330 cm -Mv / 4,05 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, slap, weinig riet Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,25 m -NAP 6

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-7 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.441,98, Y: 432.172,33, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,82, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,82 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: recent puin 45 cm -Mv / 1,27 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, kleibrokken, zeer fijn, schelpfragment Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verploegd 65 cm -Mv / 1,47 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelpfragment Bodemkundig: veel Fe-vlekken 85 cm -Mv / 1,67 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, schelpfragment, spoor plantenresten, kalkrijk cm -Mv / 1,87 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, matig stevig, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M6 130 cm -Mv / 2,12 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zeggeveen, matig slap, kalkloos, interpretatie: komafzettingen 150 cm -Mv / 2,32 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, grijsbruin, rietveen, matig slap, spoor plantenresten, kalkloos, interpretatie: komafzettingen 165 cm -Mv / 2,47 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, matig slap, spoor plantenresten, kalkloos, interpretatie: komafzettingen 1 cm -Mv / 2,72 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, rietveen, matig slap, spoor plantenresten, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Opmerking: klapklei 210 cm -Mv / 2,92 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), matig slap, spoor hout en riet, kalkloos, interpretatie: komafzettingen 285 cm -Mv / 3,67 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, slap, schelpfragment, kalkloos Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 310 cm -Mv / 3,92 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, veel dunne siltlagen, slap, schelpfragment, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,32 m -NAP 7

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-8 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.459,85, Y: 432.189,64, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,86, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,86 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs, veenbrokken, schelpfragment Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 35 cm -Mv / 1,21 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs, veenbrokken, schelpengruis, interpretatie: verploegd 50 cm -Mv / 1,36 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, schelpengruis 85 cm -Mv / 1,71 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, zeer fijn, schelpengruis Bodemkundig: veel Fe-vlekken cm -Mv / 1,86 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M7 115 cm -Mv / 2,01 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerroodbruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Opmerking: zegge achtig 150 cm -Mv / 2,36 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, zeggeveen, spoor riet, interpretatie: komafzettingen 1 cm -Mv / 2,76 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 235 cm -Mv / 3,21 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 260 cm -Mv / 3,46 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, rietveen, interpretatie: komafzettingen Opmerking: klap 2 cm -Mv / 3,81 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, slap, weinig riet, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 320 cm -Mv / 4,06 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele zandlagen, slap, weinig riet, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,36 m -NAP 8

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP-9 beschrijver: JVE/HF, datum: 11-1-2012, X: 70.429,, Y: 432.172,96, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,80, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: goed, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: van der Hee, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,80 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, zwak humeus, donkerbruingrijs, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 35 cm -Mv / 1,15 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, bruingrijs, veenbrokken, kalkrijk Bodemkundig: interpretatie: verploegd Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: recent puin 55 cm -Mv / 1,35 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, matig stevig, matig fijn, kalkrijk 65 cm -Mv / 1,45 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingrijs, matig stevig, matig fijn, schelpfragment marien, kalkrijk 85 cm -Mv / 1,65 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, bruingrijs, veen- en kleibrokken, zeer fijn, schelp compleet, kalkrijk Bodemkundig: veel Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselen Opmerking: klotszone cm -Mv / 1,75 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, matig stevig, kalkloos, interpretatie: komafzettingen Opmerking: M5 115 cm -Mv / 1, m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen, matig stevig, kalkloos, interpretatie: komafzettingen 135 cm -Mv / 2,15 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, zeggeveen, matig stevig, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 165 cm -Mv / 2,45 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, grijsbruin, rietveen, matig stevig, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 185 cm -Mv / 2,65 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, rietveen, matig stevig, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 1 cm -Mv / 2,70 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, rietveen, matig stevig, spoor hout, interpretatie: komafzettingen Opmerking: klapklei 205 cm -Mv / 2,85 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, bosveen, matig stevig, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 2 cm -Mv / 3,70 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, slap, weinig hout en riet Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 315 cm -Mv / 3, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, slap, spoor riet, kalkrijk Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Einde boring op 350 cm -Mv / 4,30 m -NAP 9

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-10 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.475,52, Y: 432.181,78, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,83, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,83 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruin, kleibrokken, spoor plantenresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv / 1,28 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, geelgrijs, schelpfragment marien, kalkrijk, interpretatie: kreekafzettingen 70 cm -Mv / 1,53 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, schelpfragment marien, kalkrijk, interpretatie: kreekafzettingen, oxidatie en reductie verschijnselen cm -Mv / 1,83 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen cm -Mv / 1,93 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), veel plantenresten, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,83 m -NAP boring: BRGP2-11 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.457,08, Y: 432.164,40, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,83, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,83 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: roodbak. puin, mortel 45 cm -Mv / 1,28 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, donkergrijs, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen 70 cm -Mv / 1,53 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, uiterst fijn, schelpfragment marien, interpretatie: kreekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken, oxidatie en reductie verschijnselen cm -Mv / 1,88 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen cm -Mv / 1,93 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,83 m -NAP 10

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-12 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.438,88, Y: 432.147,81, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,80, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,80 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: puinspikkel recent 20 cm -Mv / 1,00 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokken, schelpengruis, interpretatie: verploegd Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: puinspikkel recent 60 cm -Mv / 1,40 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, kleiig, lichtgrijs, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen 75 cm -Mv / 1,55 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen cm -Mv / 1, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, uiterst fijn, schelpfragment marien, kalkrijk, interpretatie: kreekafzettingen cm -Mv / 2,00 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen Opmerking: veraard bosveen/mosveen? 135 cm -Mv / 2,15 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen 155 cm -Mv / 2,35 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, mosveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen 180 cm -Mv / 2,60 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veen (niet gedifferentieerd), spoor hout, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,80 m -NAP 11

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-13 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.420,58, Y: 432.130,72, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,66, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West, opmerking: geen veraard veen, dus geen monster genomen 0 cm -Mv / 0,66 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkergrijsbruin Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 45 cm -Mv / 1,11 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, bruingrijs, veen- en kleibrokken Bodemkundig: interpretatie: verploegd Opmerking: lijkt te zijn vergraven, moernering? cm -Mv / 1,61 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, schelpfragment marien, interpretatie: kreekafzettingen cm -Mv / 1,76 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, veenbrokken, uiterst fijn, schelpfragment marien, interpretatie: kreekafzettingen 150 cm -Mv / 2,16 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, mosveen, interpretatie: komafzettingen 170 cm -Mv / 2,36 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,66 m -NAP boring: BRGP2-14 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.402,26, Y: 432.113,67, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,69, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West, opmerking: geen veraard veen, dus geen monster genomen 0 cm -Mv / 0,69 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: Recen puin 35 cm -Mv / 1,04 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veen- en kleibrokken Bodemkundig: interpretatie: verstoord Opmerking: verslagen veenbrok 65 cm -Mv / 1,34 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, lichtgrijs, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Opmerking: verslagen veenbrok of vergraven veen cm -Mv / 1,74 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, zand- en veenbrokken, interpretatie: verstoord Opmerking: moernering? verstikt 170 cm -Mv / 2,39 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, mosveen, interpretatie: komafzettingen 1 cm -Mv / 2,59 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,69 m -NAP 12

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-15 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.406,56, Y: 432.0,47, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,56, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West, opmerking: geen veraard veen, dus geen monster genomen 0 cm -Mv / 0,56 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruin, veen- en kleibrokken, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 45 cm -Mv / 1,01 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, kleibrokken, interpretatie: verstoord 70 cm -Mv / 1,26 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zandbrokken, veraard veen, schelpengruis marien Bodemkundig: interpretatie: verstoord 85 cm -Mv / 1,41 m -NAP Lithologie: klei, sterk zandig, lichtgrijs, kleibrokken Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord cm -Mv / 1,76 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, blauwgrijs, zand- en veenbrokken, interpretatie: verstoord 175 cm -Mv / 2,31 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, kleibrokken, uiterst fijn, interpretatie: kreekgeulafzettingen 240 cm -Mv / 2,96 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, uiterst fijn, spoor plantenresten, interpretatie: kreekgeulafzettingen 270 cm -Mv / 3,26 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, interpretatie: kreekgeulafzettingen Einde boring op 300 cm -Mv / 3,56 m -NAP 13

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-16 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.425,02, Y: 432.107,58, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,50, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West, opmerking: geen veraard veen, dus geen monster genomen 0 cm -Mv / 0,50 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruin, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 45 cm -Mv / 0, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, schelpengruis, interpretatie: verploegd Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 70 cm -Mv / 1,20 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, lichtgrijs, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken cm -Mv / 1,45 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, veel dunne kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekgeulafzettingen 160 cm -Mv / 2,10 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, blauwgrijs, veel dunne kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekgeulafzettingen 180 cm -Mv / 2,30 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, blauwgrijs, enkele kleilagen, zeer fijn, schelpengruis, spoor plantenresten, interpretatie: kreekgeulafzettingen Opmerking: onderin veenbrok + m2 210 cm -Mv / 2,60 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen 235 cm -Mv / 2,85 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, mosveen, interpretatie: komafzettingen 260 cm -Mv / 3,10 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, bosveen, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 300 cm -Mv / 3,50 m -NAP 14

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-17 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.443,31, Y: 432.124,46, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,65, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West, opmerking: geen veraard veen, dus geen monster genomen 0 cm -Mv / 0,65 m -NAP Lithologie: klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 1,05 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokken, schelpengruis, interpretatie: verploegd Opmerking: vb 60 cm -Mv / 1,25 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, lichtgrijs, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen 80 cm -Mv / 1,45 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen cm -Mv / 2,05 m -NAP Lithologie: zand, matig siltig, lichtgrijs, enkele schelpenlagen, uiterst fijn, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen Opmerking: in cl1 pl1 155 cm -Mv / 2,20 m -NAP Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, enkele zandlagen, schelpengruis, spoor plantenresten, interpretatie: kreekgeulafzettingen Opmerking: vb 165 cm -Mv / 2,30 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, enkele zandlagen, weinig plantenresten, interpretatie: kreekgeulafzettingen Opmerking: vb 175 cm -Mv / 2,40 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, enkele kleilagen, veen (niet gedifferentieerd), weinig plantenresten, interpretatie: komafzettingen Opmerking: kb klapklei 1 cm -Mv / 2,55 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, bruingrijs, gyttja, interpretatie: komafzettingen 200 cm -Mv / 2,65 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, mosveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen Opmerking: bv? 210 cm -Mv / 2,75 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, bosveen, spoor hout, interpretatie: komafzettingen Opmerking: klapklei 235 cm -Mv / 3,00 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), spoor riet, interpretatie: komafzettingen 260 cm -Mv / 3,25 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen, interpretatie: komafzettingen 310 cm -Mv / 3,75 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen, interpretatie: komafzettingen 330 cm -Mv / 3, m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, grijs, slap, weinig plantenresten, interpretatie: wadafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 340 cm -Mv / 4,05 m -NAP Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, grijs, humusvlekken, slap, spoor plantenresten, interpretatie: wadafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 365 cm -Mv / 4,30 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) 15 Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, veel dunne humus- en siltlagen, slap, spoor plantenresten, interpretatie: wadafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer

Bijlage 1: boorbeschrijvingen. boring: BRGP2-18 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.461,69, Y: 432.141,47, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,79, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,79 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 1,19 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, grijs, veen- en kleibrokken, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) cm -Mv / 1,69 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele kleilagen, uiterst fijn, interpretatie: kreekgeulafzettingen cm -Mv / 2,19 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen 145 cm -Mv / 2,24 m -NAP Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen 155 cm -Mv / 2,34 m -NAP Lithologie: veen, zwak kleiig, donkergrijsbruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen 170 cm -Mv / 2,49 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, roodbruin, mosveen, interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,79 m -NAP boring: BRGP2-19 beschrijver: HF/SK, datum: 13-3-2012, X: 70.479,98, Y: 432.158,53, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37D, hoogte: -0,74, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Brielle, plaatsnaam: Vierpolders, opdrachtgever: Visser Smit Hanab, uitvoerder: RAAP West 0 cm -Mv / 0,74 m -NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: geel baksteen, mortel 30 cm -Mv / 1,04 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, lichtbruingrijs Bodemkundig: interpretatie: verploegd 50 cm -Mv / 1,24 m -NAP Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen 80 cm -Mv / 1,54 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: klei, matig zandig, lichtbruingrijs, schelpengruis, interpretatie: kreekafzettingen cm -Mv / 1,99 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen, interpretatie: komafzettingen 130 cm -Mv / 2,04 m -NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, veen (niet gedifferentieerd), interpretatie: komafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 2,74 m -NAP 16