Photovoltaische Inverters en hun gedrag op matige netkwaliteit



Vergelijkbare documenten
(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

P ow er Quality metingen: Harmonischen

Toelichting meetrapporten spanningskwaliteit

Harmonische vervorming & Netvervuiling

Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015

Het bewaken en verbeteren van de netspanningskwaliteit in de energievoorziening

Netbeheer Nederland Spanningskwaliteit

Welkom Copyr y igh t HyT Hy EP E S P S B.V. B.V

Power quality: een breed domein

Energy Efficiency - Monitoring

Harmonischen: remedies

Nieuwe technologie: Nieuwe ontwerpregels Deel 1. 6 november 2014 Bunnik

Dimensionering van de lijnbeveiliging van een transformator

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

DE VEILIGHEID VAN EEN INSTALLATIE BIJ VERVORMDE STROMEN

Ben niet blind voor de kwaliteit van uw installatie. Voor een heldere blik op Power Quality

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

VeriteQ. Power Quality. Inhoud van de presentatie:

Actieve filters. 1 Power Quality

Harmonischen in Vision

/Exendis install. A4 sa :09 Pagina 2. Energy Systems Infrastructure GRIDFIT250 AC-INVERTER. Product-Information

Vermogenelektronica, propere technologie! Of toch niet zo evident?

+31 (0) E:

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Meten aan E+PV installaties

Speciale transformatoren

Harmonischen in de netstroom

Leereenheid 7. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor van een sinusvormige wisselstroom

PQ en EMC Deel 1 verhaaltje ZX ronde 19mei 2013

Vergroot de beschikbaarheid door Power Quality Management. Arjan Pit

+31 (0) E:

Actieve filters. - Inleiding. - Actieve filters. - Hybride filters. - Interne bouw en werkingsprincipes. - Stuurstrategieën

Formuleblad Wisselstromen

Frequentieregelaars en PM motoren : Een energiezuinige combinatie!

Factsheet Kwaliteit 2015

Berekening veiligheid in Gaia

Power Electronics Event 2018

De netimpedantie nader bekeken

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Een mogelijke oplossing verkrijgen we door het gebruik van gyratoren. In de volgende figuur zien we het basisschema van een gyrator.

Douwe Wagenaar Sinamics & Simotion Promoter Douwe.Wagenaar@siemens.com

the shop lighting company Onderhoudsprotocol HIT KVG augustus

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Harmonische problemen bij 1 fase systemen. Danny Langbroek

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker

Harmonischen: een virus op het net? FOCUS

DEC DSP SDR 5 Dicrete Fourier Transform

De 3e harmonische pmo. 11 december 2008

Overgangsverschijnselen

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Het testen van led s en drivers

VeriteQ. PQ (Power Quality) storingen

Invloeden van schok en trillingen op product en verpakkingen

StAB GERECHTELIJKE OMGEVINGSDESKUNDIGEN. Verslag ex artikel 8:47 Algemene wet bestuursrecht

Het belang van Netkwaliteit...ZX-ronde 10 mei 2015

Kwaliteit van de elektrische infrastructuur

Practicum complexe stromen

Verhaaltje ZX-Ronde 21 september Zekeringen ( stroom / tijd beveiligen )

BEVEILIGING GROTERE ELEKTROMOTOREN

Storingsanalyses en predictieve energielogging in hedendaagse installaties

informeert TAD: Technologische AdviesDienst

Wat is de huidige situatie?

Netvervuiling: Soorten, normen en reducerende maatregelen

Elektrische Netwerken 27

De werking van de nulpuntstransformator

Aspecten en gevolgen van netvervuiling ten gevolge van lichtbronnen en verlichtingsystemen Gemaakt in opdracht van Agentschap NL, maart 2010

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!!

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!!

Isolatieweerstand (R iso ) van niet galvanisch gescheiden PV-installaties

Onderzoek naar de oorzaak van hinderlijke spanningsdips

Robuuste TRMS Multimeters, voor het echte veilige veldwerk

NEN 1010 over Photo Voltaïc installaties

Harmonischen: normeringen

De variatie van de Performance Ratio van zonnestroom installaties volgens de Siderea PV Simulator.

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Slimme woningen & power quality SmartgridNL 4 juni 2013 Hoofddorp

Lampmeetrapport 17 maart 2009 voor Lioris. Lioris Tubo 23. Pagina 1 van 16

Meten aan E+PV installaties

Onderzoek werking T-verter.

CA8335 Haal meer uit uw Power Quality Analyzer

Fase-aardsluiting in een zwevend MS-net in Gaia

INSPECTIERAPPORT PV-systeem

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

Meetverslag. Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek WINDESHEIM

Netflicker pmo. 15 september 2005

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken.

Nieaf-Smitt Installatie. Solar. Solar. EazyPV

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

WHITE PAPER WAAROM EEN GOEDE POWER QUALITY ESSENTIËEL IS

Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten

09 april 2015 Joulz, Utrecht. Maintenance for Energy

Schermstromen en hun oorzaken

Vlamboogdetectie ZX ronde 18 juni 2017

Multi Purpose Converter 20A

Herken de kwaliteit van Leddrivers. Rob Snoek - R&D manager Lumotech B.V. - Heerhugowaard

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Transcriptie:

December 23 ECN-C--3-15 Photovoltaische Inverters en hun gedrag op matige netkwaliteit Een laboratorium studie naar het afschakelgedrag van netgekoppelde inverters P.J.M. Heskes P.M. Rooij H.E. Oldenkamp ECN-C--3-15 1

Verantwoording Dit project is uitgevoerd in opdracht van Novem onder overeenkomst nummer 22-2-12-11- 1, ECN projectnummer 7.495. Aan dit project hebben de volgende personen meegewerkt: P.J.M. Heskes ECN P.M. Rooij ECN H.E. Oldenkamp OKE-services J.F.G. Cobben Continuon A. van der Zwam Mastervolt J.H.R. Enslin KEMA J.M.M. Welschen Philips Lighting Een significante bijdrage is geleverd door de heer H.E. Oldenkamp; als geestelijke vader van de harmonische interactietest voor inverters heeft hij de experimenten hiervoor gedirigeerd en input voor rapportage aangeleverd. Personen en bedrijven die inverters beschikbaar hebben gesteld voor dit project worden hiervoor nadrukkelijk bedankt. De heer B. Wolvers van ENECO (voormalig REMU) wordt eveneens bedankt voor het beschikbaar stellen van informatie over netverontreinigingen. 2 ECN-C--3-15

INHOUD LIJST VAN TABELLEN 4 LIJST VAN FIGUREN 4 SAMENVATTING 7 1. INLEIDING 9 2. METHODE VAN ONDERZOEK 11 2.1 Procedure 11 2.1.1 Inverterreacties op dips in de netspanning 11 2.1.2 Inverterreacties op harmonischen in de netspanning 11 2.1.3 Experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters 12 2.2 Meetopstelling 12 2.3 Meetapparaten 12 2.4 Testobjecten 13 2.5 Stimuli 13 2.5.1 Gesimuleerde dips in de netspanning 15 2.5.2 Gesimuleerde harmonischen in de netspanning 16 3. RESULTATEN 19 3.1 Resultaat inverterreacties op dips in de netspanning 19 3.2 Resultaat inverterreacties op harmonischen in de netspanning 22 3.3 Resultaat experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters 24 3.3.1 Bepaling van de frequentie afhankelijke inverterparameters 24 3.3.2 Bepaling van de G-faktor van de inverter 25 3.3.3 Bepaling van de capaciteit van de inverter 26 4. DISCUSSIE 29 4.1 Discussie n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit 29 4.2 Discussie n.a.v. harmonische interactie experimenten 29 5. CONCLUSIE 31 5.1 Conclusies n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit 31 5.2 Conclusies n.a.v. harmonische interactie experimenten 31 6. AANBEVELINGEN 33 6.1 Aanbevelingen n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit 33 6.2 Aanbevelingen n.a.v. harmonische interactie experimenten 33 7. REFERENTIES 35 8. APPENDIX 1: MEETRESULTATEN VAN INVERTERREACTIES OP DIPS IN DE NETSPANNING 37 9. APPENDIX 2: MEETRESULTATEN VAN INVERTERREACTIES OP HARMONISCHEN IN DE NETSPANNING 43 9.1 Metingen aan een schoon net 43 9.2 Metingen aan een net met vervuiling 1 44 9.3 Metingen aan een net met vervuiling 2 45 9.4 Metingen aan een net met vervuiling 3 46 9.5 Metingen aan een net met vervuiling 4 47 1. APPENDIX 3: MEETRESULTATEN VAN EXPERIMENTEN AAN EEN HARMONISCHE INTERACTIETEST VOOR INVERTERS 49 ECN-C--3-15 3

LIJST VAN TABELLEN Tabel 2-1 Netimpedantie... 12 Tabel 2-2 Inverter benaming... 13 Tabel 2-3 Dips zonder fasedraaiing... 15 Tabel 2-4 Spanningsdaling met fasedraaiing... 15 Tabel 2-5 Harmonische netvervuilingen... 16 Tabel 3-1 Opmerking bij inverterreacties op dips in de netspanning... 19 Tabel 3-2 Opmerking bij inverterreacties op fasesprong in de netspanning... 2 Tabel 3-3 Opmerking bij meetresultaat harmonischen in de netspanning... 22 Tabel 8-1 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 2... 37 Tabel 8-2 Reactietijd op fasesprong Inverter 2... 37 Tabel 8-3 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 3... 37 Tabel 8-4 Reactietijd op fasesprong Inverter 3... 37 Tabel 8-5 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 4... 38 Tabel 8-6 Reactietijd op fasesprong Inverter 4... 38 Tabel 8-7 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 5... 38 Tabel 8-8 Reactietijd op fasesprong Inverter 5... 38 Tabel 8-9 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 6... 39 Tabel 8-1 Reactietijd op fasesprong Inverter 6... 39 Tabel 8-11 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 7... 39 Tabel 8-12 Reactietijd op fasesprong Inverter 7... 39 Tabel 8-13 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 8... 4 Tabel 8-14 Reactietijd op fasesprong Inverter 8... 4 Tabel 8-15 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 9... 4 Tabel 8-16 Reactietijd op fasesprong Inverter 9... 4 Tabel 8-17 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 1... 41 Tabel 8-18 Reactietijd op fasesprong Inverter 1... 41 LIJST VAN FIGUREN Figuur 2-1 Meetopstelling... 12 Figuur 2-2 Vervuiling 1... 17 Figuur 2-3 Vervuiling 2... 17 Figuur 2-4 Vervuiling 3... 17 Figuur 2-5 Vervuiling 4... 17 Figuur 3-1 Reactie inverter 6 op dip van 21% -,1s... 2 Figuur 3-2 Reactie inverter 5, 1 en 7 op dip van 31% -,1s... 21 Figuur 3-3 Reactie inverter 1 op dip van 31% -,1s... 21 Figuur 3-4 Reactie inverter 2 op spanningsdaling van % en fasesprong van 1º... 21 Figuur 3-5 Reactie inverter 1 op vervuiling 2... 23 Figuur 3-6 Reactie inverter 6 op vervuiling 2... 23 Figuur 3-7 Reactie inverter 9 op vervuiling 2, 3, 4... 23 Figuur 3-8 Reactie inverter 2 en 4 op vervuiling 4... 24 Figuur 9-1 Metingen aan een schoon net... 43 Figuur 9-2 Metingen aan een net met vervuiling 1... 44 Figuur 9-3 Metingen aan een net met vervuiling 2... 45 Figuur 9-4 Metingen aan een net met vervuiling 3... 46 Figuur 9-5 Metingen aan een net met vervuiling 4... 47 4 ECN-C--3-15

Figuur 1-1 Amplitude van de harmonische stromen van de inverters aangesloten op een hard en schoon net....5 Figuur 1-2 Fasehoek van de harmonische stromen van de inverters aangesloten op een hard en schoon net....5 Figuur 1-3 Amplitude van de harmonische stromen van de inverters aangesloten geciteerd door een harmonische spanning...51 Figuur 1-4 Fase van de harmonische stromen van de inverters aangesloten geëxciteerd door een harmonische spanning...51 Figuur 1-5 De modulus van G/Gref als functie van de harmonische van de netfrequentie...52 Figuur 1-6 Het reële deel van G/Gref als functie van de harmonische van de netfrequentie...52 Figuur 1-7 Het imaginaire deel van G/Gref als functie van de harmonische van de netfrequentie...53 Figuur 1-8 Effectieve uitgangscapaciteit van G/Gref als functie van de harmonische van de netfrequentie...53 ECN-C--3-15 5

6 ECN-C--3-15

SAMENVATTING Voor dit onderzoek zijn tien éénfase inverters geselecteerd uit het marktaanbod, waarvan zes stuks met een nominale uitgangsstroom kleiner dan 2,25A en vier stuks met een nominale uitgangsstroom groter dan 2,25A en kleiner dan 16A, welke achtereenvolgens zijn onderworpen aan drie testen, namelijk het afschakelgedrag van PV-inverters op een net met netspanningsdips, het afschakelgedrag van PV-inverters op een net met harmonische vervorming en experimenten om de harmonische emissie eigenschappen van inverters in relatie tot de netspanningskwaliteit te kunnen beoordelen. De metingen zijn gedaan onder laboratorium omstandigheden, waarbij een netsimulator de netvervuiling nabootste. Hoewel alle gekozen inverters netgekoppelde PV-inverters zijn dient opgemerkt te worden dat dit onderzoek geheel relevant is voor netgekoppelde inverters voor gebruik met andere kleine opwekkers dan PV. Dit kan gesteld worden daar het netgekoppelde deel van de totale groep inverters dezelfde functie heeft. Bij het onderdeel "Inverterreacties op dips in de netspanning" zijn experimenten uitgevoerd op negen verschillende inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaald percentage spanningsdip waarbij de duur van de dip steeds vergroot is, hierna is de meting herhaald met een grotere spanningsdip. Bij de experimenten is het afschakelgedrag geobserveerd. De in dit project gebruikte spanningsdips zijn zowel met als zonder fasedraaiing en gebaseerd op in de praktijk voorkomende waarden. Bij het onderdeel "Inverterreacties op harmonischen in de netspanning" zijn experimenten uitgevoerd op negen verschillende inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaalde netverontreiniging, hierna is de meting herhaald met een sterkere verontreiniging. Bij de experimenten is het afschakelgedrag geobserveerd. De in dit project gebruikte harmonisch verontreinigde netspanningen voldoen alle aan de norm voor de spanning in openbare netwerken en zijn gebaseerd op in de praktijk voorkomende waarden. Bij experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters is het doel een meetmethode te ontwikkelen om het harmonische emissie gedrag van een inverter onder test in relatie tot de netspanningskwaliteit te kunnen beoordelen, daarom was het bij dit onderdeel voldoende, experimenten uit te voeren met vijf inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaalde netverontreiniging. Bij deze experimenten is het harmonische emissie gedrag van de inverter onder test in relatie tot de netverontreiniging beoordeeld met behulp van de power analyser. Uit de "Inverterreacties op dips in de netspanning" metingen blijkt dat er thans inverters in omloop zijn die niet aan de huidige wet- en regelgeving voldoen. Op spanningsdips wordt door enkele inverters niet goed gereageerd. De meeste reageren echter zeer snel. Ook dit gedrag is niet ideaal. Zeer snelle reactietijd kan leiden tot onnodige uitschakeling en derhalve tot verlies aan geleverd vermogen. Daarnaast zijn er bij het herstarten ook weer onnodige inschakelverschijnselen. Uit de "Inverterreacties op harmonischen in de netspanning" metingen blijkt dat diverse inverters niet meer functioneren bij een netvervuiling die nog binnen de norm ligt. Bij het doen van de harmonische interactie experimenten is gebleken dat de in dit rapport beschreven meetmethode eenvoudig is uit te voeren en goede reproduceerbare resultaten lijkt te geven. ECN-C--3-15 7

8 ECN-C--3-15

1. INLEIDING In dit project is het afschakelgedrag van een aantal PV-inverters uit het marktaanbod onder laboratoriumomstandigheden met nagebootste netspanningsdips, netspanningsvervorming en netimpedantie onderzocht. Dit is gedaan d.m.v. een lab test waarbij de testobjecten anoniem blijven. Om inzicht te krijgen in mogelijke oorzaken van het geconstateerde worden de resultaten besproken. Daarnaast is ruimte gegeven aan onderzoek naar de harmonische emissie eigenschappen van inverters in relatie tot de netspanningskwaliteit, dit in navolging op het vele harmonische interactie werk dat vanuit NEC82 verricht is. Tevens worden in dit project adviezen gegeven t.b.v. regelgeving. ECN-C--3-15 9

1 ECN-C--3-15

2. METHODE VAN ONDERZOEK 2.1 Procedure Voor dit onderzoek zijn tien éénfase inverters geselecteerd uit het marktaanbod, welke achtereenvolgens zijn onderworpen aan drie testen, namelijk het afschakelgedrag van PVinverters op een net met netspanningsdips, het afschakelgedrag van PV-inverters op een net met harmonische vervorming en experimenten om de harmonische emissie eigenschappen van inverters in relatie tot de netspanningskwaliteit te kunnen beoordelen. De metingen zijn gedaan onder laboratorium omstandigheden, waarbij een netsimulator de netvervuiling nabootste; de netimpedantie is gesimuleerd volgens eenvoudig model bestaande uit een weerstand en inductor in serie. Tijdens de metingen werkt de inverter onder test op een niveau dat iets onder het maximale vermogen ligt, zodat nog geen begrenzingverschijnselen optreden. Voor de afzonderlijke metingen in dit project kon volstaan worden met één meetopstelling. In deze meetopstelling zijn spanningen en stromen gemeten met een digitale scoop en een power analyzer. Met een voor de netsimulator toegespitst softwarepakket zijn de spanningsvormen gegenereerd die bij de simulaties gebruikt zijn. Hoewel alle gekozen inverters netgekoppelde PV-inverters zijn dient opgemerkt te worden dat dit onderzoek geheel relevant is voor netgekoppelde inverters voor gebruik met andere kleine opwekkers dan PV. Dit kan gesteld worden daar het netgekoppelde deel van de totale groep inverters dezelfde functie heeft. Het kan natuurlijk mogelijk zijn dat een andere opwekker dan PV een ander bedoeld afschakelgedrag heeft, opgelegd door regelgeving of ter bescherming van een systeemcomponent. 2.1.1 Inverterreacties op dips in de netspanning Bij dit onderdeel zijn experimenten uitgevoerd op negen verschillende inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaald percentage spanningsdip waarbij de duur van de dip steeds vergroot is, hierna is de meting herhaald met een grotere spanningsdip; zie hoofdstuk 2.5.1. Bij de experimenten is het afschakelgedrag geobserveerd, hierbij is voor elke ingestelde netspanningsdip de afschakeltijd genoteerd en is met de digitale geheugenscoop de netspanning en de uitgangsstroom gemeten. 2.1.2 Inverterreacties op harmonischen in de netspanning Bij dit onderdeel zijn experimenten uitgevoerd op negen verschillende inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaalde netverontreiniging, hierna is de meting herhaald met een sterkere verontreiniging; zie hoofdstuk 2.5.2. Bij de experimenten is het afschakelgedrag geobserveerd, hierbij is voor elke ingestelde netspanningsdip de afschakeltijd genoteerd en is op de digitale geheugenscoop de netspanning en de uitgangsstroom gemeten. Om ook een mogelijke beïnvloeding van de MPPT (Maximum Power Point Tracker) te kunnen beoordelen is het tracking gedrag geobserveerd. ECN-C--3-15 11

2.1.3 Experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters Bij deze experimenten is het doel een meetmethode te ontwikkelen om het harmonische emissie gedrag van een inverter onder test in relatie tot de netspanningskwaliteit te kunnen beoordelen, daarom was het bij dit onderdeel voldoende, experimenten uit te voeren met slechts enkele inverters. De netsimulator is hierbij ingesteld op een bepaalde netverontreiniging, hierna is de meting herhaald met een gewijzigde verontreiniging. Bij deze experimenten is het harmonische emissie gedrag van de inverter onder test in relatie tot de netverontreiniging beoordeeld met behulp van de power analyser. 2.2 Meetopstelling PV simulator Test object (PV inverter) + L current sense Net impedantie L R Netsimulator Z= - N Idc Udc Uac Iac Uac Iac Personal Computer Power analyser Storage scope Spanningsvormsoftware Figuur 2-1 Meetopstelling In de beproevingen is enerzijds een impedantie gebruikt, gesimuleerd volgens eenvoudig model bestaande uit een weerstand en een inductor in serie, conform het advies dat gegeven wordt in de EN61-3-3 [2] en anderzijds een impedantie die verwaarloosbaar klein is (Z=): Tabel 2-1 Netimpedantie Weerstand Net Zelfinductie Net.4 Ω.4 mh 2.3 Meetapparaten PV-simulator: Net-simulator: Personal Computer: Netspanningsvorm Software: Power-analyser: Storage-scoop: PV-simulator: DEPV286 Spitzenberger 4-quadrant amplifier, PAS 5, ECN code: DEPV138, DEPV139 en DEPV256 Tulip Vision Line Pentium II, met Windows 95, ECN code: P1483 Signal Manager 2.31 en Spitz & Spies Norma, D6, ECN code: DEPV259 Tektronix, TDS332, ECN code: DEPV266. 12 ECN-C--3-15

2.4 Testobjecten Bij dit onderzoek zijn tien éénfase inverters geselecteerd uit het marktaanbod, waarvan zes stuks met een nominale uitgangsstroom kleiner dan 2,25A en vier stuks met een nominale uitgangsstroom groter dan 2,25A en kleiner dan 16A. De kleine inverters, alle met een nominale uitgangsstroom kleiner dan 2,25A, vallen binnen de scoop van de Nederlandse norm NTA8493 [4]. Indien een PV systeem voldoet aan de NTA8493 mag dit in Nederland op een groep aangesloten worden in het huisnet, die ook gebruikt wordt door andere gebruikers. De geselecteerde groep kleine inverters bestaat op één na geheel uit moderne inverters die maximaal twee jaar op de Nederlandse markt zijn. In de geselecteerde groep grote inverters, met een nominale uitgangsstroom kleiner dan 16A, bevinden zich twee stuks die al een aantal jaren op de Nederlandse markt zijn, de overige zijn nieuwkomers. Alle inverters zijn uitgevoerd met converters voorzien van snelschakelende vermogenstransistoren. De twee oudere typen in de groep van grote inverters onderscheiden zich van de nieuwere door gebruik te maken van een laagfrequente (5Hz) transformator, in plaats van een hoogfrequente ferrietkern transformator. In dit project zijn de inverters genaamd volgens Tabel 2-2. Tabel 2-2 Inverter benaming categorie tot 2,25Aac tot 16Aac Inverter 1 Inverter 2 Inverter 3 Inverter 4 Inverter 5 Inverter 6 Inverter 7 Inverter 8 Inverter 9 Inverter 1 Bij het meten aan inverterreacties op dips in de netspanning en bij het meten aan inverterreacties op harmonischen in de netspanning is gebruik gemaakt van de inverters 2 tot en met 1, totaal 9 stuks. Bij de experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters is gebruik gemaakt van de inverters 1 tot en met 5, totaal 5 stuks. 2.5 Stimuli Een spanningsdip is een kortstondige daling van de effectieve netspanning tot een waarde die kan liggen tussen 1% en 9% van 23V en met een duur van 1 ms tot 1 s. Spanningsdips worden veelal geclassificeerd naar diepte duur en frequentie. Spanningsdips kunnen over een groot deel van het elektrische net merkbaar zijn. Een kortsluiting in een HS net wordt enkele honderden kilometers ver nog gemerkt. Spanningsdips ontstaan door kortsluitingen in het net of door aanlopen van grote motoren. Kortsluitingen in het net ontstaan door weersinvloeden, slijtage van componenten of door menselijke fouten. Bij weersinvloeden valt te denken aan blikseminslag in lijnen, bij slijtage van componenten moet men vooral denken aan waterbomen in kabels of vocht in moffen. Kortsluitingen die ontstaan door de mens zijn vooral graafwerkzaamheden of foutief inschakelen van componenten. ECN-C--3-15 13

Onder normale omstandigheden kan het aantal spanningsdips per jaar en per locatie variëren tussen de enkele tientallen en een duizend tal. De meeste spanningsdips hebben een diepte van minder dan 6% van de nominale spanning en duren korter dan één seconde. Spanningsdips met een grotere diepte en tijdsduur kunnen voorkomen, echter het niet vaak. In sommige gebieden kunnen spanningsdips met een diepte tussen 1% en 15% van de nominale spanning erg frequent voorkomen door in- en uitschakelen van belastingen in elektriciteitsinstallaties van gebruikers [3]. Bij kortsluiting in het elektriciteitsnet in het spanningsgebied tussen 15kV en 1kV treed er naast de sterke spanningsdip ook een fasedraaiing op. De mate waarin dit effect voorkomt hangt onder meer af van de transformatorschakeling, echter er kan gezegd worden dat fasedraaiing bij elk type sluiting in het spanningsgebied tussen 15kV en 1kV voorkomt. Een fasedraaiing houdt in dat de hoek tussen de onderliggende fase geen 12 meer is. Een langdurige faseverdraaiing, over een periode van 1 min. of langer, word asymmetrie van het net genoemd. Echter bij het ontstaan van een spanningsdip ontstaat er een faseverdraaiing en bij het opheffen van de dip ontstaat weer een verdraaiing. Dus in een korte periode ontstaat er twee keer een faseverdraaiing. De verdraaiing valt dus niet onder asymmetrie. Bij een één fase sluiting kan er een kleine, onschuldige dip ontstaan, echter er kan wel een faseverdraaiing ontstaan van enkele graden die toch processen verstoort, waaronder de goede werking van een inverter. Zowel een spanningsdip als een fasedraaiing zijn voor de inverter een verstoring. Een spanningsdips zal resulteren dat de uitgangsstroom van de inverter wil toenemen, echter zijn de meeste inverters goed in staat dit snel te corrigeren, moeilijker kan het worden als er een fasesprong optreed, met name rond de nuldoorgangen kunnen sterke stroompieken het gevolg zijn. Het afschakelgedrag van een inverter wordt meer bepaald door het ingrijpen van een beveiliging die moet optreden bij netuitval. De in dit project gebruikte spanningsdips zijn zowel met als zonder fasedraaiing en gebaseerd op in de praktijk voorkomende waarden. De waarden zijn gebaseerd op KEMA-meetgegevens [5]. Bij het definiëren van de harmonische stimuli is gekeken naar in de praktijk voorkomende waarden. Indien er geen resonantieverschijnselen in het net domineren beperkt netvervuiling zich meestal tot een grote 5 e en 7 e harmonische. In dit geval zullen geen drievoudige nuldoorgangen optreden in de netspanning, maar meer platte toppen en flauwe nuldoorgangen. In het geval dat er wel resonantieverschijnselen in het net domineren kunnen er drievoudige nuldoorgangen optreden in de netspanning. In sommige demonstratieprojecten waarin grote aantallen kleine PV-inverters met het laagspanningsnet gekoppeld zijn, is geconstateerd dat de netspanning een zeer hoog niveau van harmonische vervuiling had ten gevolge van resonantieverschijnselen. Dit is onder andere opgetreden in het project Nieuwland te Amersfoort en het A9 demonstratieproject [6], [7]. In deze gevallen ontstonden door resonantieverschijnselen een sterke toename van de hogere harmonischen tussen de 15 e en de 25 e. Deze problemen zijn vervolgens uitgebreid in NEC82 (PV-systemen) [8] besproken. In deze gevallen lijkt het hoge netvervuilingsniveau samen te hangen met de hoge penetratie van PV-inverters. Resonantieverschijnselen komen ook voor bij andere gebruikers dan die met netgekoppelde inverters, zoals asimilatie verlichting. In het algemeen kan gezegd worden, dat in de praktijk sterk verschillende spectra voorkomen, die niet alleen van de locatie afhangen, maar ook zeer sterk van het tijdstip van de dag. De waarden van de verschillende harmonische componenten zijn vaak niet gecorreleerd: op het ene moment kan bijvoorbeeld de 5 e harmonische veruit de grootste component zijn, terwijl op een ander tijdstip de 7 e harmonische de grootste is. De in dit project gebruikte harmonisch verontreinigde netspanningen voldoen alle aan de norm voor de spanning in openbare netwerken, de EN 516 [3], en zijn gebaseerd op in de praktijk voorkomende waarden. Over de fasehoek van de verschillende componenten in de praktijk (en daarmee de golfvorm) is 14 ECN-C--3-15

weinig bekend omdat deze slechts zelden geregistreerd wordt. De fasehoeken zijn zodanig gekozen dat de resulterende golfvorm redelijk overeenkomt met verschillende metingen en simulaties. De voor dit project aangenomen waarden van de fasehoek zijn echter niet direct op metingen gebaseerd en dienen daarom met voorzichtigheid te worden gehanteerd. De netvervuiling waarden zijn gebaseerd op NUON, ECN en KEMA gegevens [9], [1], [11]. 2.5.1 Gesimuleerde dips in de netspanning Tijdens dit onderzoek is gebruik gemaakt van een aantal gesimuleerde, met dips verontreinigde netspanningen, deze zijn vastgelegd in Tabel 2-3 en Tabel 2-4. Tabel 2-3 Dips zonder fasedraaiing Dip (%) Tijdsduur dip (s) 11,1,2,5,1,5 21,1,2,5,1,5 31,1,2,5,1,5 41,1,2,5,1,5 51,1,2,5,1,5 61,1,2,5,1,5 71,1,2,5,1,5 81,1,2,5,1,5 91,1,2,5,1,5 NTA 8493 Netcode (<5kVA) Het lichtgrijs gearceerde gebied duidt aan dat de inverter volgens NTA8493 moet afschakelen en het donkergrijs gearceerde gebied duidt aan dat de inverter volgens de Netcode moet afschakelen. Aangezien de gebruikte dip van,1s volgens de van toepassing zijnde eisen in de Netcode alsmede in de NTA8493 een grensgeval is, worden de inverter reacties hierop niet gebruikt ter beoordeling van overeenstemming. Met de gebruikte meetopstelling was het niet mogelijk een spanningsdip met fasedraaiing te simuleren. Het simuleren van een spanningsdaling met fasedraaiing lag wel binnen de mogelijkheid daarom is voor dit laatste gekozen, zie Tabel 2-4. Bij een spanningsdaling keert de spanning niet binnen een korte tijd weer terug naar de oorspronkelijke waarde. Tabel 2-4 Spanningsdaling met fasedraaiing Spannings- Fasesprong (graden) daling (%) 2,5 5 1 11 2,5 5 1 21 2,5 5 1 NTA 8493 Netcode (<5kVA) ECN-C--3-15 15

Ook hier geldt dat het lichtgrijs gearceerde gebied aanduidt dat de inverter volgens NTA8493 moet afschakelen en het donkergrijs gearceerde gebied aanduidt dat de inverter volgens de Netcode moet afschakelen. 2.5.2 Gesimuleerde harmonischen in de netspanning Tijdens dit onderzoek is gebruik gemaakt van vier gesimuleerde verontreinigde netspanningen. De verontreinigde netspanningen zijn vastgelegd in een viertal spanningsvormen, deze worden vervolgens vervuiling 1, vervuiling 2, vervuiling 3 en vervuiling 4 genoemd, zie Tabel 2-5. Tabel 2-5 Harmonische netvervuilingen Harmonische netvervuilingen Harm. Vervuiling 1 Vervuiling 2 Vervuiling 3 Vervuiling 4 rangnr. Ampl. fase Ampl. fase Ampl. fase Ampl. fase n % graden % graden % graden % graden 1 1 1 1 1 2. 18. 2. 245 2. 18 3.7 1.7 15 2.5 25 2.5 4. 18. 1. 18 1. 18 5 2.6 18 4.7 2 3.5 12 3.7 18 6. 18..5 18.5 18 7 1.6 18 3. 18 2.5 18 2.5 18 8. 18..5 18.5 18 9.3 18.8 18 1.5 18 1.5 18 1. 18..5 18.5 18 11.5 18.9 15 3.5 18 3. 18 12. 18..5 18.2 18 13.3 18 1. 18 3. 18 3. 18 14. 18..5 18.2 18 15.1 18.2 18.5 18.3 18 16. 18..5 18.2 18 17.1 18.5 135 2. 1 2. 18 18. 18..5 18.2 18 19.1 18.3 18 1.5 18 1.5 18 2. 18..5 18.2 18 21.1 18.2 18.5 18.5 18 22. 18..5 18.2 18 23.1 18.4 18 1.5 18 1.5 18 24. 18..5 18.2 18 25.1 18.3 18. 18 1.5 18 16 ECN-C--3-15

De onderstaande figuren geven de spanningsvorm weer van de volgende netsituaties: Vervuiling 1 is een gemiddeld vuil net, zie Figuur 2-2 Vervuiling 2 zijn uitschieters in de tijd, die echter wel gemiddeld zijn over 1 minuten van een gemiddeld vuil net, zie Figuur 2-3 bij Vervuiling 3 is de en de 18 nuldoorgang verschillend, zie Figuur 2-4 bij Vervuiling 4 is de figuur vrijwel symmetrisch gebleven, zie Figuur 2-5. 4. Vervuiling 1 4. Vervuiling 2 3. 3. 2. 2. 1. 1... -1. -1. -2. -2. -3. -3. -4. -4. Figuur 2-2 Vervuiling 1 Figuur 2-3 Vervuiling 2 4. Vervuiling 3 4. Vervuiling 4 3. 3. 2. 2. 1. 1... -1. -1. -2. -2. -3. -3. -4. -4. Figuur 2-4 Vervuiling 3 Figuur 2-5 Vervuiling 4 ECN-C--3-15 17

18 ECN-C--3-15

3. RESULTATEN Volgens de voorwaarden met betrekking tot aansluiting op het openbare elektriciteitsnet moet een aangesloten productie-eenheid zoals een PV systeem voldoen aan de van toepassing zijnde eisen die in de Netcode gesteld worden. De Netcode heeft een wettelijke status. Om de meetresultaten te kunnen beoordelen volgt hier een korte beschouwing van de van toepassing zijnde regelgeving en normen. Voor wat betreft het afschakelen ten gevolge van dips gelden volgens de Netcode geen eisen. Wel geldt de eis dat een vermogenselektronische omzetter (<5kVA) binnen,1s moet afschakelen indien de netspanning meer gedaald is dan 2% ten opzichte van de nominale waarde van 23Vac; dit is een actie ter voorkoming van eilandbedrijf. Indien de dip dus groter is dan 2% en langer duurt dan,1s is deze regel van toepassing. Aangezien de gebruikte dip van,1s een grensgeval is, is de inverter reactie hierop niet gebruikt ter beoordeling van overeenstemming met de Netcode. Voor wat betreft inverterreacties op harmonischen in de netspanning gelden volgens de Netcode ook geen eisen. Wel geldt volgens de Netcode dat storing veroorzakende aangeslotenen afgekoppeld mogen worden. Vanuit de kant van de aangeslotenen, dus de kant van de inverter, geldt dat de harmonische stroom emissie moet voldoen aan de IEC 61-3-2 [1], aangezien dit is opgenomen in de Europese regelgeving, voldoen alle hier geteste inverters hieraan. Vanuit de kant van het net, dus de netbeheerder kant, geldt dat op het aansluitpunt de harmonische spanningsverontreiniging moet voldoen aan de EN 516. 3.1 Resultaat inverterreacties op dips in de netspanning Indien een inverter als reactie op een dip die korter duurt dan,1s afschakelt, wordt in dit rapport gezegd dat dit onnodig is. Indien een van de grotere inverters (<16A) afschakelt als reactie op een dip van 11%, wordt in dit rapport ook gezegd dat dit onnodig is. Beide uitspraken gelden voor toepassing op de Nederlandse markt. Tabel 3-1 geeft weer of de gemeten inverterreacties op dips in de netspanning in overeenstemming zijn met de Netcode en de NTA8493 en noemt de meest opvallende resultaten op. Tabel 3-1 Opmerking bij inverterreacties op dips in de netspanning Inverterreacties op dips in de netspanning Inverter Netcode NTA8493 afschakelgedrag voldoet voldoet 2 nee nee schakelt iets te traag af bij 21% dip 3 ja ja schakelt slechts bij dips groter dan 5% nog onnodig af. 4 ja ja schakelt nog onnodig af 5 ja nvt schakelt zeer snel en onnodig af, dit gedrag kan aanleiding geven tot netvervuiling 6 ja ja schakelt zeer snel en onnodig af 7 nee nvt schakelt onnodig af en meestal te traag waar het moet 8 nee nee schakelt zeer snel en onnodig af en soms te traag waar het moet 9 nee nvt schakelt zeer snel en onnodig af en soms te traag waar het moet 1 nee nvt schakelt zeer snel en onnodig af en soms niet waar het moet ECN-C--3-15 19

Tabel 3-2 geeft weer of de gemeten inverterreacties op spanningsdalingen zonder fasesprong in de netspanning in overeenstemming zijn met de Netcode en de NTA8493. Tevens noemt de tabel de meest opvallende resultaten op bij gemeten inverterreacties op spanningsdalingen zowel met als zonder fasesprong in de netspanning. Tabel 3-2 Opmerking bij inverterreacties op fasesprong in de netspanning Inverterreacties op fasesprong in de netspanning Inverter Netcode NTA8493 afschakelgedrag voldoet voldoet 2 nee nee schakelt iets te traag af bij 21% - º dip, reageert op grote fasesprong 3 ja nee reageert direct op fasesprong, schakelt laat uit bij -11% - º dip 4 ja ja reageert op grote fasesprong 5 ja nvt schakelt zeer snel af, reageert op fasesprong 6 ja ja schakelt snel af, reageert niet op fasesprong 7 nee nvt schakelt te traag af, wordt nog trager bij fasesprong 8 nee nee schakelt te traag af, reageert op grote fasesprong 9 ja nvt reageert op grote fasesprong 1 nee nvt schakelt te traag af, reageert op grote fasesprong In de onderstaande figuren die zijn afgeleid van beelden van de storage scope (zie Figuur 2-1 Meetopstelling), is het bovenste signaal de netspanning als functie van de tijd, gemeten op de uitgang van de inverter onder test, en het onderste signaal is de uitgangsstroom als functie van de tijd van de inverter onder test. Op de horizontale as is de tijd uitgezet. Figuur 3-1 geeft een voorbeeld van een inverter die zeer snel reageert op een dip in de netspanning. Figuur 3-1 Reactie inverter 6 op dip van 21% -,1s 2 ECN-C--3-15

Figuur 3-2 geeft een voorbeeld van drie inverters die varierend van zeer snel tot traag reageren op een dip in de netspanning. Figuur 3-2 Reactie inverter 5, 1 en 7 op dip van 31% -,1s Figuur 3-3 laat zien hoe een inverter na afschakeling ten gevolge van een dip in de netspanning, weer opstart. De dip zelf is niet te zien in dit figuur, daarvoor is de tijdbasis te lang. De tijd tussen het afschakelen en het weer opstarten bedraagt ca. 2s. Figuur 3-3 Reactie inverter 1 op dip van 31% -,1s Figuur 3-4 laat zien hoe een inverter ten gevolge van slechts een fasesprong in de netspanning afschakelt. Figuur 3-4 Reactie inverter 2 op spanningsdaling van % en fasesprong van 1º Zie verder Appendix 1 voor de gedetailleerde resultaten. ECN-C--3-15 21

3.2 Resultaat inverterreacties op harmonischen in de netspanning Tabel 3-3 noemt de meest opvallende resultaten van de gemeten inverterreacties op harmonischen in de netspanning. Om ook een mogelijke beïnvloeding van de MPPT te kunnen beoordelen is het MPPT rendement gemeten. Bij alle geteste inverters is geen beïnvloeding van de MPPT waargenomen. Tabel 3-3 Opmerking bij meetresultaat harmonischen in de netspanning Inverterreatie op harmonischen in de netspanning Inverter gedrag bij vervuiling 1 gedrag bij vervuiling 2 2 lichte reactie in nuldoorgangen 3 lichte reactie in nuldoorgangen 4 lichte resonantie in nuldoorgangen lichte resonantie in nuldoorgangen 5 6 lichte reactie in nuldoorgangen resonantie in nuldoorgangen 7 resonantie in nuldoorgangen resonantie in nuldoorgangen 8 verstoorde nuldoorgangen verstoorde nuldoorgangen 9 resonantie in nuldoorgangen slaat af 1 lichte resonantie in nuldoorgangen Inverter gedrag bij vervuiling 3 gedrag bij vervuiling 4 2 slaat af en reageert daarnaast nog zeer sterk op vervuilde nuldoorgangen reageert zeer sterk op vervuilde nuldoorgangen 3 weinig harmonische emissie, lichte slaat af reactie in nuldoorgangen 4 reageert zeer sterk op vervuilde nuldoorgangen reageert zeer sterk op vervuilde nuldoorgangen 5 reactie op vervuilde nuldoorgangen 6 slaat af slaat af 7 resonantie in nuldoorgangen resonantie in nuldoorgangen 8 9 slaat af slaat af 1 resonantie in nuldoorgangen In de onderstaande figuren die zijn afgeleid van beelden van de storage scope (zie Figuur 2-1 Meetopstelling), is het bovenste signaal de netspanning als functie van de tijd, gemeten op de uitgang van de inverter onder test, en het onderste signaal is de uitgangsstroom als functie van de tijd van de inverter onder test. Op de horizontale as is de tijd uitgezet. 22 ECN-C--3-15

Figuur 3-5 inverter 1 toont een lichte resonantie in de nuldoorgangen van de uitgangsstroom. Deze situatie was niet stabiel, in het rechter plaatje is te zien dat de inverter afschakelt, dit was ten gevolge van netvervuiling 2. Figuur 3-5 Reactie inverter 1 op vervuiling 2 In het linker plaatje van Figuur 3-6 is te zien dat inverter 6 opstart en kort daarna weer afschakelt. Dit was ten gevolge van netvervuiling 2. In het middelste plaatje is te zien dat de inverter in de ingeschakelde toestand een sterke resonantie vertoont in de nuldoorgangen van de uitgangsstroom. In het rechter plaatje is de uitgangstroom te zien in de afgeschakelde toestand. De reststroom is het gevolg van filter capaciteit in het uitgangscircuit, let op de fasehoek tussen stroom en spanning, de is naar -9º verschoven, dit impliceert een capacitieve blindstroom. Figuur 3-6 Reactie inverter 6 op vervuiling 2 In Figuur 3-7 is te zien dat inverter 9 bij vervuilde nuldoorgangen van de netspanning, die boven het gemiddelde uitkomen, afgeslagen is. Figuur 3-7 Reactie inverter 9 op vervuiling 2, 3, 4 ECN-C--3-15 23

In Figuur 3-8 is te zien dat inverter 2 en inverter 4 bij vervuilde nuldoorgangen, zeer heftig reageren met sterke stroompulsen. Figuur 3-8 Reactie inverter 2 en 4 op vervuiling 4 Zie verder Appendix 2 voor de gedetailleerde resultaten. 3.3 Resultaat experimenten aan een harmonische interactietest voor inverters In dit rapport worden de eerste verkennende resultaten gepresenteerd van frequentieafhankelijke inverterparameter metingen aan 5 inverters. Doel is te verifiëren of met de beschreven meetmethode deze parameters op eenvoudige wijze te bepalen zijn. Deze parameters vormen de basisgegevens van een inverter, die nodig zijn om te voorspellen hoe de interactie met het net zal zijn, wanneer grote aantallen van deze inverters parallel op het net aangesloten worden. Aangezien de meetmethode onderdeel was van het experiment is deze uitvoerig beschreven in dit hoofdstuk. Tijdens de metingen werkt de inverter onder test op een niveau dat iets onder het maximale vermogen ligt, zodat nog geen begrenzingverschijnselen optreden. 3.3.1 Bepaling van de frequentie afhankelijke inverterparameters Tijdens de eerste serie metingen worden de inverters afzonderlijk aangesloten op een hard en schoon net. Met een hard net wordt een net bedoeld met een te verwaarlozen impedantie, dit is gesimuleerd door in de meetopstelling de netimpedantie te vervangen door een kortsluiting, zie Figuur 2-1. Met de power analyser worden alle harmonische stromen gemeten. De resultaten staan in Appendix 3, Figuur 1-1 en Figuur 1-2. Tijdens de tweede serie metingen wordt op de harde en schone netspanning één harmonische spanning gesuperponeerd. Met behulp van de power analyser wordt alleen van deze harmonische de spanning, de stroom en het vermogen bepaald. Deze procedure wordt vervolgens herhaald voor alle harmonischen afzonderlijk, waarvan de amplitude bij de eerste meting voldoende laag was, dit tot maximaal de 5 e harmonische. Indien een harmonische stroom bij de eerste meting kleiner was dan,5% is dit stukje spectrum schoon genoeg bevonden om hier te gebruiken in de tweede meting. De amplitude van de gesuperponeerde harmonische spanning was steeds 1% of 3% van de netspanning, bij inverter 5 is zowel 1% als 3% gebruikt. 24 ECN-C--3-15

De resultaten staan in Appendix 3, Figuur 1-3 en Figuur 1-4. Om ze goed te kunnen vergelijken zijn de resultaten van de meting met een harmonische bronspanning van 1% van de netspanning omgerekend naar een harmonische bronspanning van 3% van de netspanning. In alle gevallen is het resultaat een vloeiende kromme met weinig ruis. Beide resultaten van inverter 5 (1% en 3% bronspanning) zijn in dezelfde grafiek weergegeven. Deze resultaten blijken onafhankelijk van de amplitude van de bronspanning. Dit betekent dat de resultaten van inverter 5 lineair zijn. Opmerking: bij inverter 5 neemt de amplitude van de stroom af bij hoge frequenties, bij de overige inverters neemt de amplitude van de stroom ongeveer lineair toe met de frequentie. Dit betekent dat bij inverter 1 t/m 4 de uitgangsimpedantie waarschijnlijk door de uitgangsfiltercapaciteit wordt gedomineerd. Inverter 5 wordt waarschijnlijk inductief voor frequenties groter dan de 5 e harmonische. 3.3.2 Bepaling van de G-faktor van de inverter Het doel van de meting is het bepalen van de G-faktor van de inverter. Deze factor wordt gebruikt om het spanningsafhankelijke gedrag van de inverter voor frequenties groter dan de netfrequentie te modelleren. De G-faktor is als volgt gedefinieerd: G = I / U, hierin is U de complexe amplitude van de bronspanning en I de complexe amplitude van de inverterstroom. Alleen dat deel van de stroom welke door de bronspanning wordt veroorzaakt moet in deze vergelijking worden meegenomen. Om dit gemakkelijk te maken is er alleen gemeten bij frequenties waar de harmonische stroomemissie laag was, in het algemeen zijn dit de even-harmonischen. In de grafische presentatie is het teken van G zo gedefinieerd dat de inverter vermogen levert als Re(G) >. Indien het Re(G) < is zal de inverter een ontdempend karakter vertonen, waarbij potentiele resonanties in het net, gedempt door onder meer verbruikers, mogelijk de kop op kunnen steken. Om de verschillende metingen te vergelijken is de G-faktor genormeerd. Dit is gebeurd door G door een referentie waarde te delen. De referentie waarde is gedefinieerd als een geleiding die het nominale inverter vermogen zou dissiperen indien deze aangesloten zou worden op de nominale netspanning. Definitie: G = I = ref 2 nom / U nom Pnom / Unom Voor het normeren kan elk van de volgende uitdrukking gebruikt worden: G( f ) I ( f ) 1 U( f ) I ( f ) 1 S( f ) 1 = = =. 2 2 G U( f ) G U f G U f G ref ref ( ) ref ( ) ref Appendix 3, Figuur 1-5 geeft het resultaat van de normering. Opmerking: de vorm van deze grafieken is identiek aan die van Appendix 3, Figuur 1-3, alleen de verticale schalen zijn nu dimensieloos. In Appendix 3, Figuur 1-6 is het reële deel van G weergeven. Deze is berekend uit Re( G) P( f ) 1 = 2 G U f G ref ( ) ref ECN-C--3-15 25

Opmerkingen: het is duidelijk te zien dat alleen voor inverter 1 het reële deel van G positief is. Deze inverter kopieert de vorm van de spanning in de stroom. De inverter zal dus energie leveren aan de harmonischen in de netspanning. Blijkbaar wordt de netspanning voor het kopiëren eerst nog gefilterd. Door dit filter kan er geen energie aan spannings harmonischen boven de 13 Hz geleverd worden. Dit filter heeft waarschijnlijk een opslingering bij 1 Hz. het verloop van het reële deel van G is zeer sterk afhankelijk van het type inverter: bij sommige inverters is Re(G) vrijwel nul, en bij andere kan Re(G) sterk negatief worden. In Appendix 3, Figuur 1-7 is het imaginaire deel van G gegeven, deze is berekend met behulp van: ( ) Q( f ) = 2 ref U ( f ) ref 2 ( f ) P ( f ) 2 U ( f ) Gref 2 Im G 1 S 1 = G G Opmerkingen: het imaginaire deel van G kan worden gezien als de impedantie van het frequentie afhankelijke reactieve deel. bij de meeste inverters neemt Im(G) ongeveer lineair toe met de frequentie. Dit betekent dat voor deze inverters de uitgangscapaciteit redelijk onafhankelijk van de frequentie is. Bij inverter 5 is dat niet het geval, het Im(G) gaat voor hoge frequenties vrijwel naar nul. Mogelijk wordt Im(G) bij nog hogere frequenties negatief. Dit zou betekenen dat de uitgangsimpedantie voor die frequenties een inductief karakter krijgt. 3.3.3 Bepaling van de capaciteit van de inverter Het imaginaire deel kan worden gezien als de impedantie van een frequentie afhankelijke reactieve deel van G, meestal een capaciteit. Deze capaciteit kan berekend worden uit: Q ( ) ( f ) Im( G) C f = 2 ω U =. ω Vervolgens kan ook deze capaciteit worden genormeerd t.o.v. het nominale inverter vermogen: C. Het resultaat is te zien in Appendix 3, Figuur 1-8. P nom Opmerking: het eerste punt van deze grafiek is de capaciteit die de net frequentie ziet, deze is Q direct berekend uit: ( ) ( 5Hz) C 5Hz = 2 2 π 5 U nom Ondanks het feit dat de capaciteit van inverter 5 grillig verloopt zijn de resultaten voor een bronspanning van 1% en 3% toch gelijk. Hier lijkt de inverter dus lineair. 26 ECN-C--3-15

Voor wat betreft de uitgangscapaciteit van de geteste inverters kan gezegd worden dat deze, met uitzondering van inverter 5, redelijke constant is. De specifieke capaciteit, de capaciteit per kw, varieert echter sterk per type inverter: van ca 2 F/kW tot ca 9 F/kW. Op grond van twee voorbeelden wordt het duidelijk dat het bepalen van de uitgangscapaciteit bij één frequentie, b.v. 5 Hz, een zeer beperkt beeld geeft van de effectieve uitgangscapaciteit (de uitgangscapaciteit van de inverter in de bedrijfstoestand) over het frequentiegebied tot de 5 e harmonische. Zo is bij inverter 4 de capaciteit bij 5 Hz ongeveer nul, waarschijnlijk compenseert de inverter de fase van de uigangsstroom zo, dat de fasedraaiing van het uitgangsfilter wordt gecompenseerd; hierdoor wordt de capaciteit voor 5Hz gelijk aan nul. Dit helpt echter niet om de effectieve capaciteit voor de hogere frequenties te verminderen. Bij inverter 5 is de capaciteit voor 5 Hz negatief. Dit betekent dat deze inverter voor 5 Hz een inductief karakter heeft. Voor hogere frequenties wordt de uitgangsimpedantie weer capacitief, waarschijnlijk wordt de uitgangsimpedantie ook weer inductief voor frequenties groter dan de 5 e harmonische, zie Appendix 3, Figuur 1-8. ECN-C--3-15 27

28 ECN-C--3-15

4. DISCUSSIE 4.1 Discussie n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit Uit de metingen blijkt dat er thans inverters in omloop zijn die niet aan de huidige wet- en regelgeving voldoen. Op spanningsdips wordt door enkele inverters niet goed gereageerd. De meeste reageren echter zeer snel. Ook dit gedrag is niet ideaal. Zeer snelle reactietijd kan leiden tot onnodige uitschakeling en derhalve tot verlies aan geleverd vermogen. Daarnaast zijn er bij het herstarten ook weer onnodige inschakelverschijnselen. Naast de eigenschappen van de inverters kan ook worden gekeken naar de eisen die thans aan de inverters vanuit netcode of NTA worden gesteld. De vereiste uitschakeltijden zijn kort en een discussie over een mogelijke verlenging van deze tijden zou zinvol kunnen zijn. Enerzijds omdat onnodige uitschakeling van de inverters dan kan worden geminimaliseerd, anderzijds omdat afschakeling van de inverters een verdere spanningsdaling tot gevolg heeft waardoor een dip kan worden vergroot. Uit de metingen blijken de grote verschillen in de kwaliteit van de spanning die geleverd mag worden (EN 516) en de mate waarin aangesloten apparatuur (inverter) met deze spanning kunnen functioneren. Diverse inverters functioneren niet meer bij een netvervuiling die nog binnen de norm ligt. 4.2 Discussie n.a.v. harmonische interactie experimenten Bij de vijf geteste inverters geven de meetresultaten mooie vloeiende curven, ondanks het beperkte aantal discrete meetwaarden. Hiermee is het doel van dit project bereikt; pas in een later stadium is het qualificeren van inverters op grond van deze meetresultaten aan de orde. Eerst zal in een gepland vervolgproject wordt getracht de harmonische interactie test definitief te maken, zodat die kan worden gebruikt als normvoorstel. Hierna zullen toegestane limieten bepaald moeten worden; na het vaststellen van de limieten kan duidelijk gemaakt worden welke omvormers hinder kunnen veroorzaken in hun werkomgeving. ECN-C--3-15 29

3 ECN-C--3-15

5. CONCLUSIE 5.1 Conclusies n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit Op basis van de projectresultaten van dit project kunnen de volgende conclusies getrokken worden: inverters schakelen bij een spanningsdip vaak onnodig snel af, hetgeen nadelig is voor het geleverde vermogen en de optredende dip zelf als veel opwekvermogen gelijktijdig wordt afgeschakeld; Inverters schakelen niet altijd gegarandeerd af binnen de huidige eisen; Diverse inverters kunnen niet functioneren bij de aangebrachte netvervuilingen, alhoewel deze binnen de norm EN 516 liggen; Het gedrag van de diverse inverters bij een aangeboden netvervuiling is niet gelijk en dient per inverter type gecontroleerd te worden. 5.2 Conclusies n.a.v. harmonische interactie experimenten Uit de meetresultaten blijkt dat de beoogde frequentieafhankelijke inverterparameters goed te bepalen zijn met de in dit rapport beschreven meetmethode. De meetmethode is eenvoudig uit te voeren en lijkt goede reproduceerbare resultaten te geven. Essentieel is dat zonder het gebruik van een netimpedantie toch alle relevante parameters bepaald kunnen worden. ECN-C--3-15 31

32 ECN-C--3-15

6. AANBEVELINGEN 6.1 Aanbevelingen n.a.v. inverterreacties op netspanningskwaliteit Op basis van de projectresultaten van dit project kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden: er moet een discussie worden opgestart over de eisen aan de uitschakeltijden die thans in netcode en NTA worden gesteld; De beveiliging en het regelconcept in de inverters zou zodanig ingericht moeten worden dat ze bij een dip zo lang als toelaatbaar is aan het net gekoppeld blijven; Er moet een discussie worden opgestart over de eisen die thans worden gesteld aan inverters. Hierin moet minimaal het gedrag van inverters bij netvervuiling worden meegenomen. 6.2 Aanbevelingen n.a.v. harmonische interactie experimenten Er zijn nog wel een aantal vragen die mogelijk in een vervolgonderzoek met behulp van deze meetopstelling beantwoord kunnen worden: is de effectieve uitgangscapaciteit onafhankelijk van het vermogen? is het reële deel van G evenredig met het inverter vermogen? zijn inverters over het algemeen zodanig lineair dat de meetfouten toelaatbaar zijn? wat gebeurt er boven de 5 e harmonische? hoe reageren andere typen inverters, dan de hier geteste? hoe verschilt een inverter van andere (huishoudelijke) belastingen voor frequenties groter dan de grondharmonische? In een vervolgproject kan beoogd worden de harmonische interactie test definitief te maken, zodat die kan worden gebruikt voor normering. Een direct resultaat van dit vervolgproject zal dan een meetmethode moeten zijn om interactie tussen een inverter en het net te bepalen, waardoor duidelijk kan worden gemaakt welke omvormers hinder kunnen veroorzaken in hun werkomgeving. Hierna zal bepaald moeten worden welke eisen er aan het reele deel en het imaginaire (reactieve) deel van de geleiding voor DG-omvormers gesteld moeten worden. Tevens zal er gekeken moeten worden of de meetmethode en de gestelde eisen ook kunnen en moeten gelden voor overige gebruikers van het net, zoals huishoudelijke apparatuur. ECN-C--3-15 33

34 ECN-C--3-15

7. REFERENTIES [2] IEC 61-3-3: Limitation of voltage fluctuations and flicker in low-voltage supply systems for equipment with rated current 16A per phase [3] EN 516: Voltage characteristics of electricity supplied by public distribution systems [4] NTA8493: "Kleine aan het net gekoppelde fotovoltaïsche systemen" [5] Rapport over spanningsdips met fasedraaiing, KEMA 4233-TDC 3-33467A [6] B. Wolvers: Confidential report Summary of the performed measurements at Nieuwland up to July 21, REMU Rapport, 4-4-22. [7] Confidential report about harmonic study A9 March 2 (in Dutch: Vertrouwelijk harmonischen onderzoek aan de A9 in maart 2) [8] Nederlands Elektrotechnisch Comité, NEC 82 "Zonne-energiesystemen" [9] J.F.G. Cobben: PV and PQ, interaction en limits (in Dutch: PV en PQ, interactie en grenzen ), Final Year Thesis, Technical University Eindhoven, May 22 [1] P.J.M. Heskes; J.F. Groeman; M.J. Jansen: Harmonic interaction between PVinverters in parallel en their effects on the voltage distortion (in Dutch: Harmonische interactie tussen PV-inverters in parallel bedrijf en het effect op netspanningsvervorming ). ECN-KEMA Report: ECN-CX--1-25, Jan. 21 [11] J.H.R. Enslin; W.T.J. Hulshorst; J.F. Groeman; A.M.S. Atmadji; P.J.M. Heskes; A. Kotsopoulos: "Harmonic Interaction between Large Numbers of Photovoltaic Inverters and the Distribution Network". KEMA-ECN Report: 4214 TDC 2-29719A. [12] IEC 61-3-2: Limit for harmonic current emissions (equipment input current 16A per phase) ECN-C--3-15 35

36 ECN-C--3-15

8. APPENDIX 1: MEETRESULTATEN VAN INVERTER REACTIES OP DIPS IN DE NETSPANNING Tabel 8-1 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 2 Dip,1s,2s,5s,1s,5s Reactietijd op spanningsdip [ms] 11% - - - - 43 21% - - - 11 11 31% - - - 11 9 41% - - - 9 9 51% - - - 9 9 61% - - - 9 9 71% - - - 9 9 81% - - 17 9 9 91% - - - 9 9 Tabel 8-2 Reactietijd op fasesprong Inverter 2 Fasesprong 2,5 5 1 Spanningsdaling Reactietijd op fasesprong [ms] % - - - 1 11% 43 47 49 1 21% 11 11 11 1 Tabel 8-3 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 3 Dip,1s,2s,5s,1s,5s Reactietijd op spanningsdip [ms] 11% - - - 9 9 21% - - - 8 8 31% - - - 8 8 41% - - - 8 8 51% 3 3 3 2 3 61% 3 3 3 3 3 71% - - 7 7 6 81% - - 6 6 6 91% - - 6 6 6 Tabel 8-4 Reactietijd op fasesprong Inverter 3 Fasesprong 2,5 5 1 Spanningsdaling Reactietijd op fasesprong [ms] % - 7 7 7 11% 52 7 5 5 21% 8 4 4 4 ECN-C--3-15 37

Tabel 8-5 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 4 Dip,1s,2s,5s,1s,5s Reactietijd op spanningsdip [ms] 11% - - - 7 7 21% - - 5 5 5 31% - 5 5 5 5 41% - 5 5 5 5 51% - 5 5 5 5 61% - 3 3 3 3 71% - 3 3 3 3 81% 28 28 3 3 28 91% 28 28 3 3 3 Tabel 8-6 Reactietijd op fasesprong Inverter 4 Fasesprong 2,5 5 1 Spanningsdaling Reactietijd op fasesprong [ms] % - - - 17 11% 7 7 7 17 21% 5 5 5 17 Tabel 8-7 Reactietijd op spanningsdaling Inverter 5 Dip,1s,2s,5s,1s,5s Reactietijd op spanningsdip [ms] 11% 2 2 2 2 2 21% 2 2 2 2 2 31% 22 2 2 2 2 41% 2 2 2 2 21 51% 21 6 6 2 6 61% 6 6 6 6 6 71% 6 6 6 6 6 81% 6 6 6 6 6 91% 6 6 6 6 6 Tabel 8-8 Reactietijd op fasesprong Inverter 5 Fasesprong 2,5 5 1 Spanningsdaling Reactietijd op fasesprong [ms] % - - 15 15 11% 2 2 2 2 21% 2 2 2 2 38 ECN-C--3-15