De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG. Wetgevingsadvies invoering flexibel cameratoezicht.

Vergelijkbare documenten
De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

IlI1lIIIlIllhI. de Rechtspraak. Raad voor de rechtspraak. Strategie en Ontwikkeling. 2( september Ontwikkeling

Publiek cameratoezicht kent een ander wettelijk regime dan privaat cameratoezicht: artikel 2 politiewet en artikel 151 c Gemeentewet.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

Advies conceptwetsvoorstel Jeugd. Geachte,

VNG: Referentiemodellen Gegevensuitwisseling Jeugddomein. Concept, 30 september 2014.

Memorie van toelichting. I. Algemeen

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De minister van Infrastructuur en milieu

31 mei 2012 z

Minister van Financiën. Postbus EE Den Haag

De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen.

De CIO van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Postbus EH DEN HAAG AANTEKENEN

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties T.a.v. de directeur Woon- en Leefomgeving

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

Ad 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving

verklaring omtrent rechtmatigheid

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Wijziging Wegenverkeerswet in verband met het alcoholslotprogramma

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,

De Minister van Justitie

Ons kenmerk z Contactpersoon

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren

Ons kenmerk z Contactpersoon

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV Den Haag

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV DEN HAAG. Wetgevingsadvies lagere regelgeving Quotumwet.

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

De Minister van Justitie

Datum 8 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie foto s neemt van personen en hun identiteitsbewijzen

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

Op grond van de verstrekte informatie concludeert het CBP dat de FAD voornemens is het Protocol op een aantal punten te wijzigen.

de Minister van Justitie de heer mr. E.H.M. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG

Nederlands Instituut van Psychologen inzagerecht testgegevens

PRESENTATIE JURIDISCHE ASPECTEN CAMERABEVEILIGING OP BEDRIJVENTERREINEN

De Minister van Justitie De heer dr. mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis last onder dwangsom. Geachte A,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.

Stichting RDC. Informatieverplichting

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

de Minister van Economische Zaken Postbus EK DEN HAAG

Ons kenmerk z Contactpersoon -

het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoofddirectie bestuurlijke en juridische zaken Postbus EX DEN HAAG

de Minister van VWS concept wetsvoorstel structurele maatregel wanbetalers

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Arbodienst. Klacht; verzoeker/arbodienst

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking van screeningsgegevens van Curriculum Vitae Zeker B.V.; z

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag. Wetgevingsadvies Wet participatiebijdrage quotumdoelstelling

Ons kenmerk z Contactpersoon Onderwerp Wetgevingsadvies Wet wijziging financieringsstelsel kinderopvang

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

het College bescherming persoonsgegevens, gevestigd in Den Haag, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, hierna te noemen: het CBP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Met deze brief voldoet het CBP aan uw verzoek. In dit advies zullen beide voorstellen in onderlinge samenhang worden behandeld.

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening ten behoeve van inzet cameratoezicht

Gelders Archief. Defintieve bevindingen inzake onderzoek Gelders Archief. Geachte,

Ons kenmerk z

Secretariaat De Eendracht (BETA) Voorafgaand onderzoek Verklaring omtrent rechtmatigheid Definitief besluit. Geachte A,

Ons kenmerk z

De Minister van Financiën. Wetgevingsadvies - Wet gebruik BSN in de financiële sector

Bijgaand treft u het advies van het CBP aan. Het advies kan als volgt worden samengevat.

Stichting Waarschuwingsregister Logistieke Sector. z Postbus KS ZOETERMEER

Hieronder treft u het verloop van de zaak aan en de definitieve bevindingen van het CBP.

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Randstad Nederland B.V.

Winkelier. Winkelier creditcard; definitieve bevindingen

College bescherming persoonsgegevens. Rapport definitieve bevindingen

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

Het CBP geeft u in overweging om de punten uit dit advies (zie: bijlagen) mee te nemen bij de uiteindelijke implementatie van het concept-toetsmodel.

2013 Het CBP in vogelvlucht

De minister voor Wonen en Rijksdienst. Postbus XP Den Haag. Geachte,

De minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag

U heeft contact gezocht met het College bescherming persoonsgegevens (CBP) inzake het navolgende.

De leden van de vaste commissie voor Justitie van de Tweede Kamer Postbus EH DEN HAAG

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ONS KENMERK z

Privacybeleid.

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een onderzoek gedaan naar aanleiding van de klacht bij brief van 10 maart 2006 A.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag. Advies inzake effectiever gebruik van gegevens.

Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie D.t.v. mevrouw mr. drs. C.S. Valkenburg Postbus EH DEN HAAG. Geachte mevrouw Verdonk,

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Definitieve bevindingen MC/Lelystad

De Minister van Justitie Zwarte lijst drugskoeriers/ convenanten luchtvaartmaatschappijen

De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG. Wetgevingsadvies CBP inzake wijziging van artikel 22 van de Wbp.

Cameratoezicht in de gemeente Oss

Uit artikel 24 Wbp volgt dat het gebruik van wettelijke identificatienummers, zoals het BSN, een wettelijke grondslag moet hebben.

Definitieve bevindingen Rijnland ziekenhuis

Wettelijke kaders voor de omgang met gegevens

B & W-nota. Onderwerp melding CBP cameratoezicht sportaccomodatie Zwemmerslaan. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Ons kenmerk z Contactpersoon

Transcriptie:

POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG DATUM 29 augustus 2012 CONTACTPERSOON UW BRIEF VAN 12 juli 2012 UW KENMERK ONDERWERP Wetgevingsadvies invoering flexibel cameratoezicht Geachte, Bij brief van 13 juli 2012 heeft u, het College bescherming persoonsgegevens (CBP) op grond van het bepaalde in artikel 51, tweede lid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) verzocht te adviseren over het conceptwetsvoorstel invoering flexibel cameratoezicht (hierna: wetsvoorstel). De voorgestelde wijzigingen van het wetsvoorstel betreffen de verruiming van de bevoegdheid van de burgemeester tot de inzet van cameratoezicht ten behoeve van de handhaving van de openbare orde. Met het onderstaande advies voldoet het CBP aan dat verzoek. Aanleiding De huidige regeling in de Gemeentewet 1 (artikel 151c) voorziet in vast cameratoezicht, hetgeen erop neerkomt dat camera s nagelvast en doorgaans voor lange duur op een specifieke plek worden aangebracht. Gebleken is echter dat gemeenten behoefte hebben aan een meer flexibele inzet van cameratoezicht in de openbare ruimte. 2 Deze behoefte is ingegeven door de wens om aanhoudende en zich verplaatsende overlast in de openbare ruimte beter en effectiever te bestrijden door de gerichte inzet van tijdelijke camera s die snel en eenvoudig met de overlast mee kunnen worden verplaatst. Bij brief van 1 december 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 3 heeft de minister aangekondigd een wetsvoorstel voor te bereiden om tijdelijk en flexibel cameratoezicht in de openbare ruimte mogelijk te maken. Met het thans voorliggende wetsvoorstel, dat strekt tot wijziging van artikel 151c en opneming van een nieuw artikel 152 Gemeentewet, wordt de toezegging van de minister in de praktijk gebracht. De bevoegdheid van de burgemeester om camera s te plaatsen in het kader van de openbare orde handhaving wordt zodanig geformuleerd dat camera s flexibeler kunnen worden ingezet. Op deze wijze krijgt de burgemeester meer BIJLAGEN - BLAD 1

mogelijkheden voor maatwerk bij de inzet van cameratoezicht als toezichtinstrument in de openbare ruimte. Inhoud wetsvoorstel U heeft het CBP om advies over de voorgestelde artikelen 151c en 152 van de Gemeentewet. Hieronder volgt een samenvatting van de voorgestelde wijzigingen uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel. Opheffing beperking vast cameratoezicht Het wetsvoorstel schrapt het vereiste van vast cameratoezicht uit artikel 151c Gemeentewet. Hierdoor wordt de bestaande mogelijkheid tot het inzetten van vaste camera s uitgebreid met de inzet van mobiele camera s. De burgemeester krijgt hiermee de noodzakelijke handvatten om doelmatiger en effectiever gebruik te maken van cameratoezicht in de openbare orde. Het gebruik van flexibele camera s zal naar verwachting nut hebben in situaties waarin sprake is van tijdelijke en zich verplaatsende overlast. Indien op een bepaalde plaats in het vooraf aangewezen gebied niet langer toezicht nodig is, maar op een andere plaats binnen dat gebied wel, dan kan de camera eenvoudig en snel worden verplaatst. Als geen toezicht meer nodig is, dient de camera te worden verwijderd. Het is aan de gemeenten zelf om te bepalen van welke vorm van cameratoezicht vast of mobiel gebruik wordt gemaakt in een specifieke situatie. Het wetsvoorstel bepaalt dat het exclusieve karakter van de regeling wordt gehandhaafd, uitsluitend in de gevallen omschreven in artikel 151c Gemeentewet kan de burgemeester overgaan tot de inzet van cameratoezicht in het kader van het toezicht op de openbare ruimte. Ook blijft het doel ongewijzigd, cameratoezicht kan worden ingezet indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde ten behoeve van toezicht op een openbare plaats. Gebiedsaanwijzing Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat de burgemeester, indien de raad hem deze bevoegdheid bij verordening heeft verleend, een gebied aanwijst waarbinnen gebruik kan worden gemaakt van cameratoezicht. De camera s kunnen dan vast worden bevestigd of mobiel worden ingezet. Anders dan de huidige regeling, vereist het wetsvoorstel geen specifiek plaatsingsbesluit waarin de plaatsing van iedere afzonderlijke camera wordt vastgelegd. In de plaats daarvan komt een gebiedsaanwijzing waarin wordt bepaald binnen welk gebied de flexibele camera s geplaatst en verplaatst mogen worden. De burgemeester toetst de gebiedsaanwijzing aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Uit deze vereisten volgt dat het gebied niet groter mag zijn dan noodzakelijk voor de handhaving van de openbare orde. De burgemeester stelt de grenzen van het gebied vast en zet de gebiedsaanwijzing op schrift met daarbij een omschrijving van het gebied waarop het besluit van toepassing is. Binnen het aangewezen gebied kan de burgemeester camera s verplaatsen, zonder nadere besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te hoeven nemen. De verplaatsing van de camera s binnen het aangewezen gebied kan BLAD 2

plaatsvinden als dat nodig is in het kader van de handhaving van de openbare orde voor het toezicht in het publieke domein. Het wetsvoorstel bepaalt dat in dat gebied kenbaar moet worden gemaakt dat gebruik wordt gemaakt van verplaatsbare camera s. De camera wordt zichtbaar voor het publiek opgesteld. Het wetsvoorstel regelt dat de burgemeester de gebiedsaanwijzing intrekt zodra het cameratoezicht niet langer meer noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde. Van de gemeenten wordt verwacht dat de inzet van cameratoezicht periodiek wordt geëvalueerd. Indien blijkt dat de rechtvaardigheidsgrond aan het cameratoezicht is ontvallen, wordt het cameratoezicht verplaatst of stopgezet. Tijdsduur flexibel cameratoezicht Het wetsvoorstel bepaalt dat de bevoegdheid tot inzet van flexibel cameratoezicht niet wordt beperkt tot een bepaalde tijdsduur. Gemeenten zijn met het oog op de lokale situatie zelf het beste in staat om te beoordelen in welke vorm en voor welke duur de inzet van cameratoezicht, met inachtneming van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, op de meest efficiënte manier kan plaatsvinden. De wettelijke begrenzing van de duur van de inzet van flexibel cameratoezicht is aanwezig in de intrekkingsgrond voor de gebiedsaanwijzing van de burgemeester. Zodra cameratoezicht in het belang van de handhaving van de openbare orde niet langer nodig is, dient de gebiedsaanwijzing te worden ingetrokken, aldus de MvT van het wetsvoorstel. Waarborgen voor een zorgvuldige gegevensverwerking en bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna: privacyparagraaf) In de privacyparagraaf van het wetsvoorstel worden de privacyrisico s van het wetsvoorstel in kaart gebracht. Door de privacyrisico s vroegtijdig in beeld te brengen, kan in een vroeg stadium rekening worden gehouden met risicobeheersende maatregelen. Zo kunnen onnodige en ongewenste inbreuken op de persoonlijke levenssfeer worden voorkomen en wordt de transparantie over de wijze waarop het flexibele cameratoezicht plaatsvindt vergroot. Voor het in kaart brengen van de privacyrisico s is een Privacy Impact Assessment (PIA) opgesteld. Ten aanzien daarvan roept de MvT van het wetsvoorstel in herinnering dat het bij dit wetsvoorstel niet gaat om het invoeren van een nieuw instrument, maar om het flexibiliseren van een bestaand instrument. Een groot deel van de risico s die dit wetsvoorstel met zich meebrengt zijn risico s die nu al bestaan te aanzien van vast cameratoezicht. Dit wetsvoorstel voegt hieraan een risicobeheersende maatregel toe door de opneming van een wettelijke bepaling die de burgemeester verplicht om camera s te verwijderen zodra deze niet meer noodzakelijk zijn in het belang van de handhaving van de openbare orde. Het wetsvoorstel brengt ook nieuwe risico s met zich mee en het kan bestaande risico s vergroten: zo kunnen burgers zich gevolgd voelen door de camera s omdat deze snel en eenvoudig kunnen worden verplaatst binnen het door de burgemeester aangewezen gebied. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken blijft het vereiste van kenbaarheid in de wet gehandhaafd. BLAD 3

een ander risico is dat er steeds meer camera s worden ingezet waarvan niet duidelijk is of zij noodzakelijk zijn in het belang van de handhaving van de openbare orde. Om die reden wordt een bepaling voorgesteld die de burgemeester verplicht om het besluit strekkende tot de gebiedsaanwijzing in te trekken zodra het gebruik van camera s niet meer noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde. de flexibele en snelle inzet van camera s impliceert ook het risico dat een en ander niet zorgvuldig verloopt. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de politie. De beelden van de gemeentelijke camera s moet worden uitgekeken door de politie, die dus wel moeten weten wat de spelregels van het gemeentelijke cameratoezicht zijn. Daarnaast worden enkele onder de huidige regeling bestaande risico s verminderd. Zo kunnen de camera s eenvoudig worden verplaatst of verwijderd wanneer zij niet meer noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde en kunnen zij vervolgens daar worden neergezet waar zij wel noodzakelijk zijn, aldus de MvT van het wetsvoorstel. In de MvT van het wetsvoorstel staat vermeld dat het risico dat burgers te weinig weten over cameratoezicht aanwezig blijft. Gemeenten zullen daarom moeten blijven inzetten op goede communicatie naar burgers over de inzet van cameratoezicht. De minister heeft hiertoe opdracht gegeven aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid om de Handreiking Cameratoezicht te actualiseren en actueel te houden. Beoordeling Met dit wetsvoorstel gaat het niet om het invoeren van een nieuw instrument, maar om het flexibiliseren van een bestaand instrument. Het cameratoezicht in het kader van de handhaving van de openbare orde kan met de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel niet alleen vast maar ook flexibel ingezet worden. Bovendien zijn de meeste privacyrisico s die dit wetsvoorstel met zich meebrengt, risico s die nu al bestaan te aanzien van vast cameratoezicht. De nieuwe risico s zijn middels een PIA voldoende adequaat behandeld in de privacyparagraaf van het wetsvoorstel. Desalniettemin wil het CBP op het volgende wijzen: cameratoezicht in deze vorm, ook binnen een aangegeven gebied, heeft het in zich dat burgers zich (sneller) dan voorheen gevolgd kunnen voelen. Camera s kunnen snel en eenvoudig worden verplaatst. Heldere communicatie met betrekking tot de noodzaak van deze flexibele camera s in dat gebied (gebiedsaanwijzing) richting burgers acht het CBP daarom van groot belang. Conclusie Het wetvoorstel geeft het CBP geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Het CBP vraagt echter wel aandacht voor heldere communicatie met betrekking tot de noodzaak van deze flexibele camera s in dat gebied (gebiedsaanwijzing) richting burgers. BLAD 4

Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Het College bescherming persoonsgegevens, Voor het College, Mr. W.B.M. Tomesen Lid van het College BLAD 5