Op het FK 2019, toernooi om de Haije Kramer Bokaal, gehouden in Damwâld, duurde het even voor de computer onderlinge duels tussen de vier sterkste spelers op het programma zette, en dat resulteerde in een spannende ontknoping. In de eerste helft van het toernooi had titelverdediger Migchiel de Jong goede zaken gedaan en de verkregen buffer na het winnen van zijn eerste vier partijen betekende al bijna een garantie dat er alleen bij een nederlaag van troonsafstand sprake zou kunnen zijn. In de vorige week in deze rubriek getoonde partij tegen Amir Nicolai uit Dokkum in de vijfde ronde kwam die echter nooit serieus in beeld, Nicolai moest juist hard werken om aan de partij een halfje over te houden, maar deed dat met verve. De uiteindelijke remise betekende dat zowel Jeroen Weggen als Erik Sparenberg de achterstand op de koploper tot een half punt had weten terug te brengen, en daarmee was wel bijna zeker dat De Jong in ieder geval ook nog een schermutseling met dat tweetal te wachten stond. Interessant om eens te zien of Jeroen Weggen uit Buitenpost, met wit, in de 6e ronde de kampioen aan het wankelen zou kunnen brengen. Wit: Jeroen Weggen, Zwart: Migchiel de Jong, 6e ronde FK Damwâld, 12 juni 2019. 1.d4 e6 2.Pf3 c5 3.e3 Pf6 4.c4 cxd4 5.exd4 d5 6.Pc3 Lb4 7.cxd5 Pxd5 8.Dc2 Pc6 9.Ld3 Pf6 10.0-0 Want 10.-Pxd4 11.Pxd4 Dxd4 12.Le3 loopt niet goed af voor zwart. 10.-Le7 Brengt het voor wit meestal onwenselijke Pc6-b4 in de stelling. Na 11.a3! wat in eerdere partijen meestal werd gespeeld is slaan op d4 ook fout: 11.-Pxd4 12.Pxd4 Dxd4 13.Pb5! 13.Lg5?! Na deze zet zit dat er ook in, tevens is onmiddellijk 11.-Pb4 nu wat onaantrekkelijker, maar achteraf stelde hij dat de wens dat paard van b4 te houden bijna onvermijdelijk terugkomt en dat zijn nieuwtje geen versterking is. 11.Lg5?! h6! Ook over zijn volgende zet was Weggen kritisch, ook al hebben alle alternatieven (12.Le3 Pb4) eveneens bezwaren. 12.Lh4 Door de positie van de loper komt 12.-Pxd4 nu in aanmerking, het betekent wel een kwaliteitsoffer: 12.-Pxd4 13.Pxd4 Dxd4 14.Pb5 Dxh4 15.Pc7+ met verwikkelingen. 12.-0-0! Nu dreigt zwart op de volgende zet zonder al te veel bezwaren 13.-Pb4 of anders 13.-Pxd4 te spelen, dat 13.Dd2! een remedie tegen beide dreigingen is, zal Weggen hebben gemist. 13.De2 Pxd4 14.Pxd4 Dxd4 Er is zeker wel enige compensatie voor de pion, maar in de komende fase ebt dat weg. 15.Lg3 Dg4 16.f3 Dd4+ 17.Kh1 Ld7 18.Tfd1 Db6 19.Tac1 Lc6 20.Lb1 Tfd8 21.Dc2 Txd1 22.Txd1 Td8 Met 23.Txd8+ kan wit hier nog stand houden, in de partij wordt het kritiek. 23.Le5?! Txd1+ 24.Pxd1 Db5! Net als op zijn 13e zet ziet wit zich
geconfronteerd met een dubbele dreiging (25.-Dxe5 en 25.-Df1#), en beide helften ervan zijn van het ontoelaatbare kaliber. Met zijn 23e zet heeft wit zijn tegenstander onbedoeld op een toevallig buitenkansje getrakteerd, dat er een toevallige verdediging tegen beide dreigingen is zou je echter aan die zelfde 23e zet toe kunnen schrijven. 25.Ld4 De partij tot nu toe illustreert dat het voor de Friese schakers niet meevalt om tegen de Friese kampioen van de laatste jaren op het bord stand te houden, want Weggen is uit die categorie een van de sterkste. Omdat De Jong meestal ook nog een vrij rap tempo aanhoudt fungeert de klok in de praktijk soms als een tweede pressiemiddel. Het nadeel van 'snel spelen' is dat 'te snel spelen' er vlakbij ligt, dat gevaar komt bij De Jong dan ook nog wel eens om de hoek. Als zwart hier met Df1+ en Lxf3 twee mokerslagen tegelijk zou mogen uitdelen en de spelregels zouden daarna ineens weer wel van kracht zijn, dan was het al over. De tienvoudig kampioen ontheffen van de beperking dat je maar één zet tegelijk mag doen, zou echter wel een hele vreemde actie zijn, zeker als je hem bij de zetten afzonderlijk dan ook nog een onbeperkte inzet van gereedschap van het zware soort toestaat. Nu bedoelde ik het ook niet als voorstel, bovendien is wat wit hier kan overkomen als hij tussen de mokerslagen in, zoals de regels hem dat toestaan, nog een zetje spelen mag, al erg genoeg. Als hij na 25.-Lxf3! namelijk niet zou verhinderen dat zwart die loper zonder problemen weer op c6 kan zetten is het voor hem met twee pionnen minder nagenoeg verloren, het alternatief 26.gxf3?! is echter niet aantrekkelijker want na 26.-Df1+ 27.Lg1 Dxf3+ 28.Dg2 Dxd1 is het verschil drie pionnen. De hoop om dit te overleven is voor zwart vooral gelegen in het feit dat De Jong ook wel eens een foutje maakt. 25.-Df1+?! De verkeerde moker. 26.Lg1 Nakomen met die andere, 26.-Lxf3?, komt nu na 27.gxf3 Dxf3+ op het zelfde, echter 27.Pe3! maakt dan het verschil. Dan staan ze beide in en
en rest zwart niet beter dan met 27.-Lxg2+ de kleine moker in te leveren. 26.-g6 27.Pe3 De1 28.a3 Pd5 29.Dd1! Dxd1 30.Pxd1 Lf6 31.Le4 a5 32.Lc5 Le5 33.b3 f5 34.Ld3 b6 35.Lf2 b5 36.Le1 Lc7 37.Pc3 Pxc3 38.Lxc3 g5 39.Kg1 Kf7 40.Kf2 a4 41.b4 Lf4 Wit leeft nog, en behoudt, als hij nu de juiste pion (a3 of h2) beschermt, zijn kansen op remise. Als hier in de partij 42.g3? Lc1! was gebeurd, dan zou de witspeler waarschijnlijk al snel daarna tot het besef gekomen zijn dat de dan naast het bord staande pion die nu nog op a3 staat, op de 42e zet de bescherming had moeten krijgen. 42.Lb2! Omdat zwart nu kiest om op h2 te slaan en daarna al snel blijkt dat zijn winstkansen zijn geslonken, is te stellen dat 42.-h5! hier kansrijker is. 42.-Lxh2?! 43.g3 f4 Zwart behoudt de loper, maar die komt de hoek rechtsonder niet meer uit. 44.g4 Lg3+ 45.Ke2 Le8 46.Ld4 Lh4 47.Le5 Lc6 48.Lc3 Lf8 49.Ld4 Le8 De hoop nog iets iets met h6-h5 te hebben is ijdel. 50.Lc5 Kg8 51.Ld4 Lg3 52.Lc3 Lh4 53.Ld4 Lc6 54.Lc3 Lg3 55.Ld4 Kf7 56.Lc3 e5 57.Le5 Lh2 58.Kf2 Lg3 59.Ke2 Lh2 60.Kf2 Lg3+ Remise. Evaluerend kan gesteld worden dat het de titelhouder in de 6e ronde, net als een week eerder, opnieuw lukt om een werkelijke aanval op zijn troon al bij voorbaat de kop in te drukken en er van verliesgevaar op geen enkel moment sprake is. Al snel hangt de potentiële belager in de touwen en die blijft daar vrijwel tot het eind. Er is een duidelijk moment om de knock-out uit te delen, maar die komt niet en dan eindigt ook dit gevecht met een ontsnapping. Afgezet tegen de dominantie in beide partijen kan het bijna niet anders of de twee halfjes die er op de ranglijst bijkomen moeten hebben aangevoeld als een wat magere beloning. Als ik na de 6e ronde de tussenstand aanklik blijkt zowaar gebeurd te zijn wat na vier ronden niet zo waarschijnlijk meer leek: De Jong blijkt een plekje gezakt te zijn
en wordt gerangschikt onder stadgenoot Erik Sparenberg die in de laatste ronden optimaal geprofiteerd heeft van de mogelijkheid om de achterstand in te lopen en ook op vijf punten gekomen is. Als het FK 2019 halverwege is lijkt het er op dat de winnaar van de laatste vijf edities mogelijk al in de voorlaatste ronde met een claim op de zesde achtereenvolgende titel gaat komen, maar uiteindelijk zal hij voor onmiddellijke titelprolongatie in de zevende ronde het rechtstreekse duel met Sparenberg, de nummer twee van de FK's in 2017 en 2018, moeten winnen. Een driezet van Jacques Mieses (Deutsche Schachzeitung 1880), was opgave 3535. De oplossing is 1.Pe8! waarna 2.Tf6+ Kd5 3.Lb7# dreigt. Aardige varianten zijn 1.-Kd5 2.Tf5+ Kc6/Ke6 3.b5#/3.Te5#, 1.-Txd7 2.Tf5! Kxf5 3.Lxd7# en 1.-Txc8 2.dxc8D+ Kd5 3.Tf5#, het is Mieses vast om 1.-Txe8 2.Tf6+! Kxf6 3.dxe8P#! te doen geweest. Want materialisme, 2.dxe8D+? Kd5 of 2.d8D+? Kd5, leidt tot niets. Je moet het even zien! Het is de vraag of die laatste vaststelling wel altijd klopt. De componist van de nu volgende driezet zal er, zeker in de laatste fase van zijn leven, zo zijn eigen ideeën over hebben gehad. Opgave 3539 Arthur F. Mackenzie 2e prijs T.T. Britsh Chess Magazine 1891-92
Wit begint en geeft mat op de 3e zet. Sleutel + alle varianten t/m de 2e witte zet (5 punten) voor 18 juli naar: Dolf Wissmann Dirk Boutsstraat 53-b 8932 CP Leeuwarden d.wissman@kpnmail.nl