NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Vergelijkbare documenten
NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.1142/1BIS

VR DOC.1312/1BIS

INFONOTA. Aanpassing regelgeving en refertelijst IMB vanaf 1/01/ Aanpassingen BVR

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0615/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

VR DOC.1142/2BIS

VR DOC.0161/1

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1387/1BIS

Nummer: INF/MDT/1409. Brussel, 8 september 2014

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1498/1BIS

VR DOC.1456/1BIS

VR DOC.1230/1TER

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0633/1BIS

VR DOC.0263/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Personen met een handicap kunnen op het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een beroep doen voor hulpmiddelen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0282/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0356/1BIS

VR DOC.1167/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0962/1BIS

VR DOC.0184/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0673/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0203/1BIS

VR DOC.1026/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1281/1BIS

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

VR DOC.0365/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1186/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Provinciaal kantoor VAPH. Overdracht bevoegdheid mobiliteitshulpmiddelen VAPH - VSB

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0566/1BIS

VR DOC.0394/1

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1472/1TER

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Artikel 1.

VR DOC.0082/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0654/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING. Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag

VR DOC.1199/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0797/1

VR DOC.0850/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0134/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0389/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1191/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0177/1BIS

Huursysteem hulpmiddelen bij snel degeneratieve aandoeningen

VR DOC.0851/1BIS

VR DOC.1496/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0977/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1481/1

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0553/1

VR DOC.0130/1BIS

VR DOC.0290/1BIS

Transcriptie:

DE VLAAMSE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van met een handicap Definitieve goedkeuring na advies Raad van State Bijlagen: - ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van met een handicap; - het advies van de Raad van State 64.459/3 van 30 november 2018. 1. INHOUDELIJK 1 De Vlaamse Regering hechtte op 12 oktober 2018 haar principiële goedkeuring aan het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van met een handicap en gelastte de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan over het ontwerp van besluit, het advies in te winnen van de Raad van State, met verzoek het advies mee te delen binnen een termijn van dertig dagen zoals bepaald in artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. (VR 2018 1210 DOC.1142/1Bis en VR 2018 1210 DOC.1142/2BIS) 2 De Vlaamse Regering beslist over een aantal aanpassingen aan het besluit van de Vlaamse Regering over het verlenen van tussenkomsten in de kosten van aankoop van hulpmiddelen en aanpassingen voor met een handicap. 3 Het advies van de Raad van State werd aangevraagd op 16 oktober 2018 en bekomen op 30 november 2018 onder nummer 64.459/3. In artikel 2, 2 van het ontwerp wordt de definitie van maatwerk aangepast aan de opmerking van de Raad van State. Pagina 1 van 16

In artikel 4 van het ontwerp wordt punt 2 aangepast aan de opmerking van de Raad van State; punt 2 wordt opgesplitst in een punt 2 en een punt 3. In punt 4 van artikel 4, dat in voorliggend ontwerpbesluit punt 5 is geworden wordt de inleidende zin aangepast. Punt 5 vervangt artikel 7, 11, van het IMB-besluit dat handelt over hulpmiddelen die zullen worden gebruikt in een voorziening voor met een handicap die aanspraak kan maken op VIPA-subsidiëring. De Raad van State is van oordeel dat het niet duidelijk is welke hulpmiddelen in onderdeel c) worden bedoeld. Het gaat in dit onderdeel om hulpmiddelen die niet in de refertelijst zijn opgenomen, noch in de refertelijst bis. Er kan een tussenkomst voor deze hulpmiddelen worden toegekend als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: het gaat om maatwerk of het gaat om hulpmiddelen voor communicatie of mobiliteit en deze hulpmiddelen voor communicatie of mobiliteit kunnen niet door verschillende, eventueel opeenvolgend of eventueel na een omkeerbare individuele aanpassing gebruikt worden. De libellering van onderdeel c) werd aangepast. In artikel 4, punt 6 en 7, van het voorliggende ontwerpbesluit wordt conform de opmerking van de Raad van State de verwijzing naar reeds opgeheven regelgeving geschrapt. De Raad van State merkte nog op dat moet verantwoord kunnen worden waarom de afwijkingen die worden toegestaan bij artikel 4, 5 en 6, (6 en 7 in het voorliggende ontwerpbesluit) aan bepaalde residentiële ouderenvoorzieningen in overeenstemming zijn met het gelijkheidsbeginsel. Eerst en vooral kan opgemerkt worden dat de aanpassing met betrekking tot de residentiële oudervoorzieningen een uitbreiding is van reeds bestaande regelgeving. De motivering waarom voor serviceflats en assistentiewoningen en in mindere mate voor RVT's, WZC en ROB's een uitzondering wordt gemaakt op art. 7, 3 (er kan geen materiële bijstand worden toegekend aan die langer dan drie maanden opgenomen zijn in een voorziening, die bijstand en verzorging biedt en die krachtens andere wettelijke, decretale of ordonnantiële bepalingen dan het decreet aangemeld is, erkend is of gesubsidieerd wordt) is omdat heel wat met een handicap in een van deze woonvormen verblijven. Soms is dat een keuze maar in een aantal gevallen is dat ook een noodzaak voor hen omdat zij daar de meest gepaste ondersteuning voor hun handicap vinden wanneer ze bijvoorbeeld door gebrek aan budget niet bij een vergunde zorgaanbieder terecht kunnen. Deze zorgvormen sluiten ook zeer vaak het dichtst aan bij hun noden. Vanuit andere sectoren, vb. de psychiatrie, krijgen we deze vragen niet, wellicht omdat er ook een groter verschil is qua problematiek tussen hun doelgroep en de onze. Artikel 9 van het ontwerpbesluit werd aangepast aan de opmerking van de Raad van State. In artikel 10 dat artikel 19 van het IMB-besluit aanpast wordt punt 2 geschrapt aangezien deze bepaling zoals de Raad van State opmerkt doelloos is. Artikel 13 van het ontwerpbesluit past artikel 31 van het IMB-besluit aan dat handelt over de Bijzondere Bijstandscommissie (BBC). De Raad van State merkte op dat het niet duidelijk is wat wordt bedoeld met de passage de refertelijst als vermeld in artikel 7, 11, c) die voorkomt in het ontworpen artikel 31, 1, 1 en 3, eerste lid 1. Deze passage wordt geschrapt. De BBC beslist over de toekenning van een tussenkomst voor hulpmiddelen die niet zijn opgenomen in de refertelijst (en dus ook niet in de refertelijst bis, aangezien de refertelijst bis een extract is van de refertelijst). Als het gaat om een hulpmiddel dat zal worden gebruikt in een voorziening voor met een handicap die aanspraak kan maken op VIPA-subsidiëring dan kan de BBC alleen maar een Pagina 2 van 16

tussenkomst toekennen als is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 7, 11, c). Deze voorwaarde werd reeds opgenomen in paragraaf 3, tweede lid van artikel 31. In artikel 31 1, 1 wordt bijgevolg gesteld dat de BBC bevoegd is om te oordelen over hulpmiddelen en aanpassingen die niet zijn opgenomen in de refertelijst. In paragraaf 3, 1, wordt als voorwaarde om een vraag te kunnen voorleggen aan de BBC gezegd dat het om hulpmiddelen en aanpassingen moet gaan die niet in de refertelijst zijn opgenomen. De Raad van State merkte bij artikel 18 van het ontwerpbesluit het volgende op: Het heeft geen zin om de nieuwe refertelijst en de refertelijst bis samen met de overige wijzigingen van de artikelen van het IMB-besluit in werking te laten treden op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 18, eerste lid, van het ontwerp) en deze refertelijsten te vervangen met ingang van 1 januari 2019 (artikelen 16, 17 en 18, eerste lid), temeer daar de kans bestaat dat de eerste datum van inwerkingtreding pas na 1 januari 2019 valt. In dat laatste geval zou het te nemen besluit zelfs al dadelijk over zijn eigen benen struikelen nadat het uit de startblokken is vertrokken. Er is heel wat tijd verlopen tussen de opmaak van het ontwerp en de principiële goedkeuring ervan. Er werd in extremis nog een aangepast ontwerp opgemaakt dat zou ingaan op 1.01.2019 en waarbij de refertelijst eenmaal wordt vervangen en een refertelijst bis van toepassing vanaf 1.01.2019 werd toegevoegd. Deze versie van het ontwerp kon evenwel niet meer tijdig worden geagendeerd. Het voorliggende ontwerpbesluit werd aangepast aan de hiervoor vermelde opmerkingen van de Raad van State. Het treedt in werking op 1 januari 2019. 2. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE BEGROTING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 3.1. Wijzigingen aan het IMB-besluit Vergoeding voor toegankelijke tablets met mobiele telefonie Aangezien er geen tegemoetkoming mogelijk is voor smartphones of gsm s naast de in de refertelijst te voorziene rubrieken, geven we een berekening van de budgettaire gevolgen bij elk voorstel voor de opname in de refertelijst. U vindt de berekening onder Communicatie. IMB voor gebruik bij zorgaanbieder Deze aanpassing is een verduidelijking van de regelgeving die uitgaat van de bestaande standpunten en principes. We voorzien daarom geen wijziging in de uitgaven ten opzichte van de huidige uitgaven. Uitbreiding tegemoetkomingen IMB in WZC, serviceflat,. We ramen dat er de eerste drie jaren 2 groepen met een handicap gebruik zullen maken van de nieuwe mogelijkheden die het VAPH biedt: - die vandaag al in één van deze woonvormen verblijven (groep 1) en; - die vanaf het ingaan van de nieuwe regelgeving nieuw instromen in één van deze woonvormen (groep 2). We ramen dat de aanvragen en aankopen van noodzakelijke hulpmiddelen die nog niet werden aangeschaft voor de in groep 1 op relatief korte termijn zullen worden aangevraagd (een inhaalbeweging) maar niet allemaal in de periode van 1 jaar. Op Pagina 3 van 16

basis van de gegevens van het agentschap telt deze groep aanvragers 2.700. We voorzien dat de aanvragen gespreid zullen verlopen over een periode van 3 jaar. Daarnaast is te verwachten dat de uit groep 1 al heel wat noodzakelijke hulpmiddelen op eigen initiatief hebben aangekocht. Voor deze groep ramen we dat ongeveer 25 % van het totale nieuwe aanbod aan hulpmiddelen zal aangevraagd worden. Naast deze inhaalbeweging moet binnen groep 1 ook rekening gehouden worden met gewoon recurrent beleid dat onmiddellijk ontstaat, bijvoorbeeld door de hernieuwing van versleten hulpmiddelen. Voor de hulpmiddelen die nu opengesteld worden ten aanzien van in een assistentiewoning of serviceflat zien we dat 17 % van de totale groep IMB-gebruikers in 2017 een IMB-tegemoetkoming kreeg. Voor de hulpmiddelen die opengesteld worden voor in een WZC, RVT of ROB is dat 5 %. We hanteren deze percentages voor de berekening van het gewone recurrente beleid voor de respectieve doelgroepen. Voor in groep 2 (186 ) verwachten we dat ze onmiddellijk volledig gebruik zullen maken van de nieuwe mogelijkheden die de regelgeving biedt. Zij beschikken immers onmiddellijk over de uitgebreide mogelijkheden om in hun IMBbehoeften te voorzien. De totale gemiddelde subsidie per persoon voor het pakket hulpmiddelen dat bijkomend beschikbaar gesteld wordt in assistentiewoningen en serviceflats met deze aanpassing bedraagt 1.500. De totale gemiddelde subsidie per persoon voor het pakket hulpmiddelen dat bijkomend beschikbaar gesteld wordt in woonzorgcentra, RVT s en ROB s bedraagt 500. We ramen dat dit in 2019 zal resulteren in een meeruitgave van 658.333,33. Groep 1: inhaalbeweging Woonvorm Gemiddelde Tegemoetk oming per jaar per persoon Percentage aangevraag de hulpmiddel en subsidie (3 jaar) tegemoet koming per jaar Assistentiewoningen 1.500 1.000 25 % 375.000 125.000 /serviceflats WZC/RVT/ROB 500 1.700 25 % 212.500 70.833,33 Totaal 195.833,33 Groep 1: recurrente uitgave Woonvorm Gemiddelde Tegemoetk oming per jaar per persoon Totaal aantal Percentage aangevraag de hulpmiddel en tegemoet koming Assistentiewoningen 1.500 1.000 17 % 170 255.000 /serviceflats WZC/RVT/ROB 500 1.700 5 % 85 42.500 Totaal 297.500 Pagina 4 van 16

Groep 2: nieuwe instromers Woonvorm Gemidde lde Tegemo etkomin g per jaar per persoon Aanta l perso nen Percentag e aangevra agde hulpmidd elen jaarlijkse tegemoetko ming (C) Assistentiewoni 1.500 72 100 % 108.000 ngen/serviceflat s WZC/RVT/ROB 500 114 100 % 57.000 Totaal 165.000 jaarlijkse subsidie voor de komende jaren jaarlijkse tegemoetko ming 2019 + + (C) 658.333,33 2020 + + (C) 658.333,33 2021 + + (C) 658.333,33 2022 + (C) 462.5 00 Aanvullende herstellingskosten Er valt geen toename van het aantal aanvragen en goedkeuringen te verwachten. Deze aanpassing is enkel een wijziging van de administratieve procedure. Termijn voor het indienen van facturen Dit is een verduidelijking van de huidige regeling en wordt vandaag al toegepast. Er zal dus bij de toepassing van het gewijzigde besluit op dit punt geen verschil zijn met de huidige praktijk. Vandaar dat er geen wijziging in de budgettaire impact voorzien wordt. Aanvraag na het verstrijken van de geldigheidstermijn van een toewijzingsbeslissing Deze werkwijze wordt nu expliciet opgenomen in de regelgeving maar werd reeds toegepast omwille van de eerder omschreven argumenten en zal daarom geen verandering in de uitgaven met zich meebrengen. Procedure ZUZ Aanvraagtermijn ZUZ De ZUZ wordt doorgaans samen met het refertebedrag aangevraagd. In een minderheid van de gevallen wordt na de aanvraag voor een refertebedrag nog een vraag voor de ZUZ ingediend voor hetzelfde hulpmiddel. In 2017 was dat het geval voor 38 goedgekeurde ZUZ-aanvragen op een totaal van 513 goedgekeurde ZUZ-aanvragen. Van deze 38 goedkeuringen, werd in 5 gevallen de aanvraag ingediend na het verstrijken van de geldigheidstermijn van de goedkeuring voor het refertebedrag. De totale toegekende tegemoetkoming voor deze aanvragen kwam neer op 8.617,50. Pagina 5 van 16

Bij de toepassing van de nieuwe regelgeving zal de minderuitgave zeer beperkt zijn. We ramen deze op 9.000. Datum tenlasteneming ZUZ De voorgestelde maatregel wordt momenteel al door de administratie toegepast. Het betreft een verduidelijking van de regelgeving. Daarom wordt er geen meeruitgave verwacht vanwege het aanpassen van de regelgeving. Motivering van de ZUZ De formele vereiste voor een motivering van de ZUZ zal niet leiden tot een verschil in beslissing ten opzichte van vandaag. Een goedkeuring van de BBC voor een extra tegemoetkoming in functie van de ZUZ is immers enkel mogelijk mits voldoende motivering. Dat blijft in de toekomst het geval. De nieuwe voorwaarde voor een minimale specifieke motivering zal niet als gevolg hebben dat teams die in het verleden geen argumenten vonden voor de ZUZ dit nu wel zullen doen. De formele eis van een specifieke motivering voor de ZUZ in de regelgeving maakt het wel mogelijk dat aanvragen waarvoor geen enkele motivering wordt bezorgd onmiddellijk worden geweigerd waardoor een uitgebreid en zinloos administratief parcours wordt vermeden. Vandaag moeten dergelijke vragen wel nog aan de BBC voorgelegd worden. We verwachten dat deze regel de MDT s meer aandacht zal doen besteden aan de specifieke motivering van de ZUZ en zal leiden tot een vermindering van het aantal niet gemotiveerde ZUZ-aanvragen. stuks voor toetsing van voorwaarde van 300 voor ZUZ en hulpmiddelen die niet in de refertelijst zijn opgenomen De voorgestelde maatregel wordt momenteel al door de administratie toegepast. Het betreft een verduidelijking van de regelgeving. Daarom wordt er geen meeruitgave verwacht vanwege het aanpassen van de regelgeving. 3.2. Aanpassingen aan de refertelijst WONEN Zenders voor omgevingsbediening Dit voorstel houdt geen toename van de tegemoetkoming in voor deze types zenders. Bij het bepalen van de aangepaste tegemoetkomingen werd de vergoeding voor de smartphone in mindering gebracht bij de huidige refertebedragen voor deze zenders. Daarom is er geen meeruitgave te voorzien voor deze aanpassing. COMMUNICATIE a) Smartphone als zender voor bluetooth-geluidsoverdrachtssysteem smartphone Volgens het STATBEL gebruikte 73 % van de Belgen de laatste drie maanden een smartphone 1. We kunnen dit percentage toepassen op de groep met een handicap. Het is aannemelijk dat quasi elk van deze die een smartphone gebruikt ook voor een hulpmiddel zal kiezen dat gebruik maakt van die smartphone 1 Bron: https://statbel.fgov.be/nl/nieuws/sociale-media-zijn-voor-62-van-belgische-internetgebruikers-dagelijksegewoonte Pagina 6 van 16

aangezien dit het gebruik van hulpmiddelen sterk kan vereenvoudigen. Het is immers een compacte en draagbare oplossing die heel wat kwalitatieve mogelijkheden biedt. We nemen aan dat 30 % van de met een goedkeuring voor een vergoeding voor een bluetooth-geluidsoverdrachtsysteem zullen kiezen voor een oplossing via de smartphone. Op basis van de aanvragen in 2017 ramen we zo dat 116 gebruik zullen maken van de nieuwe tegemoetkoming. Een groot deel van de houdt wellicht toch liever vast aan het gekende bluetooth-geluidsoverdrachtsysteem. Aangezien de uitgave voor het duurdere bluetooth-geluidsoverdrachtsysteem in 30 % van de gevallen niet meer aangevraagd wordt door deze resulteert dit in een minderuitgave van 58.000. Huidige tegemoetkomingen Bluetoothgeluidsoverdrachtssysteem Referteb edrag Aant al tegemoetkoming 650 116 75.400 Nieuwe tegemoetkomingen Smartphone als zender voor bluetoothgeluidsoverdrachtssysteem Referteb edrag Aant al tegemoetkoming 150 116 17.400 Totaal tegemoetkoming Totaal Totaal - 75.400 17.400-58.000 b) Smartphone voor communicatie via gebarentaal met Afstandstolkendienst Hier kunnen we aannemen dat de groep smartphone-gebruikers integraal zal gebruik maken van de mogelijkheid om doventolken via de smartphone in te schakelen. Het lijkt zelfs aannemelijk dat deze mogelijkheid om tolken op afstand in te schakelen meer mensen zal motiveren om een smartphone te gaan gebruiken. Voor die Vlaamse gebarentaal gebruiken is dit immers een zeer handig instrument om in allerhande situaties een communicatieprobleem op te lossen. Een bijkomend argument hiervoor is dat er momenteel ook gewerkt wordt aan een uitbreiding van het aantal tolkuren. Indien men meer tolkuren ter beschikking krijgt, zal men die ook in meer verschillende situaties gaan inzetten. We gaan er daarom van uit dat 85 % van de die een doventolk gebruiken ook zullen kiezen voor de mogelijkheid van afstandstolken. Dat betekent dat 810 uit die groep een smartphone zullen gebruiken om tolken op afstand in te schakelen. Dat betekent een totale meeruitgave van 121.500. Pagina 7 van 16

Refertebedrag tegemoetkoming x Smartphone voor communicatie via gebarentaal met Afstandstolkendienst 150 810 121.500 c) Smartphone gebruikt als communicatietoestel (toestel met synthetische spraak) De smartphone als communicatiehulpmiddel zal als alternatief voor statische communicatietoestellen en teksttoestellen gebruikt worden maar is niet voor iedereen geschikt. We verwachten hier dat 29 de smartphone zullen verkiezen als adequaat alternatief boven deze gebruikelijke communicatietoestellen. Dat resulteert in een minderuitgave van 40.387,73. Huidige tegemoetkomingen Refertebe drag perso nen tegemoetko ming Statisch communicatietoestel met 556,60 22 12.245,2 meerdere boodschappen Teksttoestellen (toestel met 4.641,79 7 32.492,53 synthetische spraak) Totaal 44.737,73 Nieuwe tegemoetkomingen Refertebedrag person en Smartphone gebruikt als communicatietoestel Totaal tegemoetkom ing 150 29 4.350 tegemoetkoming Totaal Totaal - 44.737,73 4.350-40.387,73 d) Smartphone of mobiele telefoon met toetsen voorzien van spraakuitvoer en vergroting We verwachten dat deze referterubriek vrij intensief aangevraagd zal worden een de tegemoetkoming in de refertelijst is opgenomen. Een toegankelijke smartphone biedt blinden en slechtzienden immers heel wat mogelijkheden. We ramen dat jaarlijks 750 deze tegemoetkoming zullen aanvragen. Daardoor valt een bijkomende uitgave van 340.207,50 te verwachten. Pagina 8 van 16

Smartphone of mobiele telefoon met toetsen voorzien van spraakuitvoer en vergroting Refertebe drag Aant al perso nen tegemoetko ming 453,61 750 340.207,50 e) Uitspraak GSM/uitspraak of vergroting GSM Van de aanvragen voor deze referterubrieken die in 2017 werden ingediend, werden er 81 positief beslist. De totale toegekende tegemoetkoming voor deze referterubrieken bedroeg 22.096,80. We kunnen aannemen dat dit de minderuitgave zal zijn die het VAPH bij de ingang van deze maatregel zal realiseren. Refertebedrag tegemoetkoming x Uitspraak GSM 272,80 44 12.003,20 Uitspraak of vergroting 272,80 37 10.093,60 GSM Totaal - 22.096,80 f) Dynamische communicatietoestellen Aanpassing bestaande referterubriek De diverse types dynamische communicatietoestellen werden reeds vergoed via de huidige referterubriek Dynamisch systeem (toestel met communicatiesoftware en spraaksynthese). Deze toestellen werden vaak ook aan de BBC voorgelegd voor een noodzakelijke aanvullende tegemoetkoming in het kader van de ZUZ. De voorgestelde wijziging zal geen effect hebben op de toegekende tegemoetkoming voor dergelijke toestellen maar zal er vooral voor zorgen dat een meerderheid van de toestellen met het nieuwe refertebedrag gepast zal kunnen vergoed worden. We voorzien hiervoor dus geen meeruitgave. Aanvulling bij dynamische systemen Ook bij de integratie van de huidige referterubriek Omgevingsbedieningsmodule geïntegreerd in communicatietoestel in de twee nieuwe referterubrieken met hogere tegemoetkomingen verwachten we geen meeruitgave. De doelgroep voor deze nieuwe referterubrieken zijn immers die dermate motorisch beperkt zijn dat zij sowieso omgevingsbediening nodig hebben. De integratie van de omgevingsbediening in het communicatietoestel, dat men altijd bij de hand moet hebben, is dan een logische keuze. g) Rolstoelstatieven voor communicatietoestellen Mechanische rolstoelstatieven Het refertebedrag voor een statief om een communicatietoestel op de rolstoel te bevestigen, wordt verhoogd van 890,78 naar 1.070. Dit is een toename van 179,22 per goedkeuring. Op basis van de goedkeuringen in 2017 ramen we dat jaarlijks 29 Pagina 9 van 16

hiervoor een goedkeuringen zullen krijgen. Dat betekent een totale meeruitgave van 5.197,38. Referteru briek Huidig refertebedra g Voorge steld referte bedrag Verschil perso nen meeruitga ve x Rolstoelst atieven 890,78 1.070 179,22 29 5.197,38 Elektrisch wegzwenkbare rolstoelstatieven In 2017 kende de Bijzondere Bijstandscommissie 18 elektrisch wegzwenkbare rolstoelstatieven toe voor een totaal bedrag van 45.919,7. Indien we rekening houden met eenzelfde aantal goedkeuringen bij de toepassing van de aangepaste regelgeving en het voorgestelde refertebedrag van 2.880 dan betekent dit een totale tegemoetkoming van 51.840. Dat betekent een meeruitgave van 5.920,3 Huidige tegemoetkomingen Tegemoetkoming BBC person en Tegemoetkomi ng Elektrisch wegzwenkbare rolstoelstatieven 18 45.919,7 Nieuwe tegemoetkomingen Nieuwe referterubriek Elektrisch wegzwenkbare rolstoelstatieven Referteb edrag Aant al perso nen tegemoetko ming 2.880 18 51.840 Totaal tegemoetkoming Totaal Totaal - 45.919,7 51.840 5.920,3 h) Herstellingskosten communicatietoestellen Voor de in 2017 ingediende aanvragen met betrekking tot de referterubrieken in het domein communicatie in de lijsten Aanvulling/vervanging stem en spraak en Aanvulling intellectuele en andere mentale functies werd een totale vergoeding (incl. BBC) van 1.029.092,89 toegekend. Indien we de nieuwe maatregel toepassen op de huidige situatie zou dat betekenen dat het VAPH automatisch voor elk aanvraagdossier 20 % van de toegekende tegemoetkoming extra toekent om herstellingskosten buiten de garantieperiode te vergoeden. Dat komt neer op een bedrag van 205.818,58. De voorgestelde wijzigingen in dit domein zullen daar weinig aan veranderen. Pagina 10 van 16

ANTI-DECUBITUSMATERIAAL a) Statische matrassen De uitbreiding van de huidige referterubriek statische matras zal geen wijziging brengen in het aantal tegemoetkomingen (216) maar de gewijzigde vergoeding zal wel een meeruitgave van 48.600 met zich meebrengen. Referterubrie k Huidig refertebe drag Voorgest eld refertebe drag Ver schi l Aant al perso nen tegemoetko ming x Statische 446,32 371,32-194 -14.550 matras 75 Statische 446,32 371,32-22 -1.650 oplegmatras 75 30 zijligkussen / 180 216 38.880 180 Zwevende / 120 216 25.920 hielenkussen 120 Totaal 48.600 b) Wisseldrukmatrassen Voor de aanpassing van de tegemoetkomingen voor wisseldrukmatrassen hanteren we dezelfde redenering als voor de statische matrassen. In dit geval gaat het om 218 tegemoetkomingen. Dit betekent een totale meeruitgave van 78.858,85. Huidige tegemoetkomingen Huidige referterubriek anti-decubitus wisseldrukmatras Herstellingskosten wisseldrukmatras anti-decubitus wisseldrukmatras PRI>50 Herstellingskosten wisseldrukmatras PRI > 50 Huidig refertebedr ag person en tegemoetkomi ng 1.049,54 157 164.777,78 524,06 157 82.277,42 1.408,86 61 85.940,46 681,29 61 41.558,69 Totaal 374.554,35 Pagina 11 van 16

Nieuwe tegemoetkomingen Huidige referterubriek Huidig refertebedrag persone n tegemoetkomin g Wisseldrukmatras 1.291 196 253.036 Herstellingskosten wisseldrukmatras 645,50 196 126.518 Wisseldruk oplegmatras 1.049,54 22 23.089,88 Herstellingskosten wisseldruk oplegmatras 524,06 22 11.529,32 30 zijligkussen 180 218 39.240 453.413,2 Totaal tegemoetkoming Totaal Totaal - 374.554,35 453.413,2 78.858,85 SPECIALE BEDDEN Hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem Hiervoor voorzien we een minderuitgave naar aanleiding van deze aanpassing. Bij het huidige refertebedrag ( 1.481,47) wordt in de nieuwe regelgeving een basiskost ( 120) in mindering gebracht. Deze basiskost valt ten laste van de persoon met een handicap. Bovendien zal de optionele rugsteun met virtueel draaipunt ook niet voor iedereen noodzakelijk zijn. We voorzien een identiek aantal toegekende tegemoetkomingen voor het verzorgingsbed als in 2017 (419). Dat resulteert in een totale minderuitgave van 27.076,93. Hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag-bed-inbed-systeem Rugsteun met virtueel draaipunt Totaal Huidig refertebedrag Voorgesteld refertebedra g Verschil 1.481,47 1.361-120,47 tegemoetkomin g x 419-50.476,93 / 120 120 195 23.400,00-27.076,93 Pagina 12 van 16

TRANSFERHULPMIDDELEN Opsta-transferhulpmiddelen In 2017 kende de BBC voor deze hulpmiddelen in 10 gevallen een tegemoetkoming toe. De totale tegemoetkoming bedroeg 11.954,57. Bij de opname van dit hulpmiddel in de refertelijst gaan we er van uit dat meer dit hulpmiddel zullen overwegen als oplossing. Vandaar de verwachte meeruitgave van 33.073,43. Huidige tegemoetkomingen tegemoetkoming Opsta-transferhulpmiddel 10 11.954,57 Nieuwe tegemoetkomingen Voorgesteld refertebedrag tegemoetkoming Opsta-transferhulpmiddel voor staand gebruik 998 15 14.970 Steungordel of riem 133 10 1.330 Opsta-transferhulpmiddel 2.394 12 28.728 met zitmogelijkheid Totaal 45.028 Totaal tegemoetkoming Totaal Totaal - 11.954,57 45.028 33.073,43 DOUCHESTOELEN Doucherolstoel, zelfrijder Deze nieuwe referterubriek wordt reeds vergoed via het huidige refertebedrag voor een douchestoel met een aanvullende tegemoetkoming van de BBC voor de ZUZ. Deze nieuwe maatregel zal dus geen wijziging in de uitgaven teweeg brengen. MOBILITEIT Aanvullende aanpassingen bij bodemverlaging Deze opties bij de bodemverlaging zullen niet bij alle bodemverlagingen noodzakelijk zijn. Gelet op de doelgroep voor deze opties, ramen we dat de elektrische lier en de extra Pagina 13 van 16

zitplaats in 25 % van de gevallen bijkomend noodzakelijk zal zijn. Sinds het invoeren van de bodemverlaging werden op een half jaar tijd 90 tegemoetkomingen toegekend. Dat zijn 180 goedkeuringen op jaarbasis. Voor de lier betekent dat 45 goedkeuringen en voor de extra zitplaats 45 goedkeuringen. Dat zorgt voor een totale meeruitgave van 87.750 Voorgesteld refertebedrag tegemoetkoming x Elektrische lier 1.300 45 58.500 Extra zitplaats 650 45 29.250 Totaal 87.750 b) Schrappen refertebedragen in functie van bevoegdheidsoverdracht naar VSB Er is geen ander budgettair effect verbonden aan deze maatregel dan wat reeds werd voorzien bij de raming bij het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 25 mei 2018. Deze maatregel maakt deel uit van de bevoegdheidsoverdracht van het VAPH naar VSB. TOTALE IMPACT In deze tabel vindt u een overzicht van alle hierboven berekende financiële consequenties en het totale effect van deze maatregelen. De nodige middelen om deze maatregelen te realiseren halen we uit het vanaf 2017 recurrent toegekende uitbreidingsbeleid van 2,4 miljoen euro. Bij een vorige aanpassing in 2017 werd daarvan reeds 868.170,33 ingezet. Dat maakt dat er op dit ogenblik nog 1.531.829,67 ter beschikking is. De totale geraamde kost van de hierboven vermelde maatregelen bedraagt 1.437.697,91. We voorzien dus dat alles binnen het toegekende budget kan gerealiseerd worden. Aanpassing Wijzigingen aan het IMB-besluit: Vergoeding voor toegankelijke tablets met mobiele telefonie Budgettaire impact IMB voor gebruik bij zorgaanbieder 0 Uitbreiding tegemoetkomingen IMB in WZC, serviceflat,. 0 658.333,33 Aanvullende herstellingskosten 0 Termijn voor het indienen van facturen 0 Aanvraag na het verstrijken van de geldigheidstermijn van een toewijzingsbeslissing Procedure ZUZ 0 stuks voor toetsing van voorwaarde van 300 voor ZUZ en hulpmiddelen die niet in de refertelijst zijn opgenomen Wijzigingen aan de refertelijst: Zenders voor omgevingsbediening 0 Smartphone als zender voor bluetoothgeluidsoverdrachtssysteem smartphone 0 0-58.000 Pagina 14 van 16

Smartphone voor communicatie via gebarentaal met Afstandstolkendienst Smartphone gebruikt als communicatietoestel (toestel met synthetische spraak) Smartphone of mobiele telefoon met toetsen voorzien van spraakuitvoer en vergroting 121.500-40.387,73 340.207,50 Uitspraak GSM/uitspraak of vergroting GSM - 22.096,8 Dynamische communicatietoestellen 0 Mechanische rolstoelstatieven 5.197,38 Elektrisch wegzwenkbare rolstoelstatieven 5.920,3 Herstellingskosten communicatietoestellen 205.818,58 Statische matrassen 48.600 Wisseldrukmatrassen 78.858,85 Hoog-laag verzorgingsbed of hoog-laag bed-in-bed systeem - 27.076,93 Opsta-transferhulpmiddelen 33.073,43 Doucherolstoel, zelfrijder 0 Aanvullende aanpassingen bij bodemverlaging 87.750 Schrappen refertebedragen in functie van bevoegdheidsoverdracht naar VSB TOTAAL 1.437.697,91 0 Inspectie van financiën heeft zijn gunstig advies verleend op 2 juli 2018. Het begrotingsakkoord werd bekomen op 18 juli 2018. 3. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP DE LOKALE BESTUREN Het ontwerpbesluit heeft geen weerslag op de werking van de lokale besturen. 4. WEERSLAG VAN HET VOORSTEL OP HET PERSONEELSBESTAND EN DE PERSONEELSBUDGETTEN Het ontwerpbesluit heeft geen effect op de personeelsformatie noch op het personeelsbudget. 5. KWALITEIT VAN DE REGELGEVING Het ontwerpbesluit werd aangepast aan het wetgevingstechnisch en taalkundig advies nr.2018/315 van 6 juli 2018. Het betreft hier regelgeving met geen of zeer weinig inhoudelijke effecten. De opmaak van een RIA is dus niet nodig. Pagina 15 van 16

6. VOORSTEL VAN BESLISSING De Vlaamse Regering hecht haar definitieve goedkeuring aan het bijgaande ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van met een handicap. De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo VANDEURZEN Pagina 16 van 16