Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen wegens (medeplegen van) verkrachting. Indiener veronderstelt dat van sommige getuigenverhoren geen proces-verbaal aan het dossier is toegevoegd. Formeel voldoet het verzoek aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indiener van het voorstel heeft een rapport aan de strafzaak gewijd. Inhoudelijk is de Toegangscommissie van oordeel dat er aanleiding is voor nader onderzoek omdat niet uit te sluiten is dat er aan de rechter informatie is onthouden die tot een ander oordeel zou kunnen leiden. Het is de toegangscommissie bekend dat er een herzieningsverzoek in voorbereiding is. Naar de mening van de toegangscommissie staat dat niet in de weg aan een onderzoek door de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken. geadviseerd een onderzoek in te stellen. Het College heeft dit CEAS 2006/0002 pleitbezorger Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die in 1982 heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling wegens medeplegen van moord. Formeel voldoet het verzoek aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indiener van het voorstel heeft een manuscript aan de strafzaak gewijd. Inhoudelijk acht de toegangscommissie het voorstel ongeschikt om te kunnen leiden tot het instellen van onderzoek. Een aantal van de genoemde punten is al tijdens het strafproces expliciet door de verdediging naar voren gebracht en was dus bekend bij de rechter. Indiener wijst op onregelmatigheden in het verhoor, al dan niet gekoppeld aan een slechte tolk. Hoewel dit punt op zichzelf onderzoekswaardig is, acht de Toegangscommissie het gestelde omtrent de sturende tolk en de gevolgen hiervan onvoldoende concreet onderbouwd. Een bijkomend aspect is dat, naarmate een zaak ouder is, preciezer moet worden aangegeven wat er fout zou zijn gegaan, wil de Toegangscommissie kunnen beoordelen of onderzoek zinvol is. CEAS 2006/0003 burger zijn strafzaak, waarin hij was gedagvaard vanwege belaging. De indiener behoort niet tot de groep personen die zich tot de Daarnaast betreft het hier geen feit waarop tenminste 12 jaar gevangenisstraf staat of waardoor de rechtsorde ernstig is
geschokt. Op het delict belaging staat namelijk een maximale gevangenisstraf van 3 jaar. CEAS 2006/0004 Dit dossier wordt gebruikt voor algemene correspondentie. CEAS 2006/0005 veroordeelde een tweetal strafzaken, die hebben geleid tot zijn onherroepelijke veroordeling wegens valsheid in geschrift. De indiener behoort niet tot de groep personen die zich tot de Daarnaast betreft het hier geen feit waarop tenminste 12 jaar gevangenisstraf staat of waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Op het delict valsheid in geschrift staat namelijk een maximale gevangenisstraf van 6 jaar. CEAS 2006/0006 Dit dossier betreft een vraag van een veroordeelde of het zin heeft om een voorstel tot onderzoek in te dienen. Betrokkene is per brief gemeld dat hij niet behoort tot de kring van personen die zich tot de commissie kan wenden. CEAS 2006/0007 anoniem een strafzaak, welke die heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling wegens moord. De zaak is onherroepelijk afgesloten en het betreft een feit waar een strafbedreiging van 12 jaar of meer op staat. Onzekerheid bestaat echter of de indiener behoort tot de kring van personen die zich tot de commissie kunnen wenden; door zijn anonimiteit is dat ook niet te controleren. Hierdoor acht de Toegangscommissie zich niet overtuigd dat aan de formele criteria is voldaan. Ook inhoudelijk kan het voorstel niet leiden tot een onderzoek. Nagenoeg alle in de brief opgeworpen kwesties zijn blijkens de beslissingen van de Rechtbank, het Gerechtshof en de conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad, onderwerp van debat geweest bij de behandeling van de strafzaak. Een aantal overgebleven kwesties is te vaag om te kunnen beoordelen, waarbij in aanmerking is genomen dat de schrijver van de brief anoniem is, waardoor navraag onmogelijk is. Niet is gebleken dat de zaak gebrekkig of anderszins met fouten bij de rechter is aangebracht.
CEAS 2006/0008 burger/pleitbezorger een strafzaak, die heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling wegens het valselijk opmaken van reisdocumenten, valsheid in geschrift, deelname aan een criminele organisatie en opzetheling. De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek. Bovendien staat op geen van de bewezen feiten een gevangenis van 12 jaar of meer, zoals artikel 4 van het Instellingsbesluit vereist. CEAS 2006/0009 veroordeelde De indiener vraagt de Commissie om de executoriale verkoop van zijn huis te verhinderen. Die gedwongen verkoop zou het gevolg zijn van een opgelegde schadevergoedingsmaatregel na een veroordeling wegens bedreiging. De indiener behoort niet tot de groep personen die zich tot de Daarnaast betreft het hier geen feit waarop tenminste 12 jaar gevangenisstraf staat of waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Op het delict bedreiging staat namelijk een maximale gevangenisstraf van 2 jaar. Tenslotte wordt niet gevraagd om een onderzoek, maar wenst de indiener verhindering van de executoriale verkoop van zijn huis. CEAS 2006/0010 burger De indiener stelt dat hij valselijk wordt aangemerkt als psychiatrisch patiënt en dat politie en justitie geen onderzoek willen doen naar zijn onwetmatige behandeling. De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Commissie kunnen wenden met een verzoek onderzoek. Burgers kunnen zich immers niet zelf tot de Commissie wenden. De indiener vraagt alsnog onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van zijn behandeling in een psychiatrische instelling. Dat is iets anders dan het type onderzoek dat bedoeld wordt in het Instellingsbesluit, namelijk: of zich in het opsporingsonderzoek manco s hebben voorgedaan waardoor de rechter de zaak niet goed kon beoordelen.
CEAS 2006/0011 veroordeelde/pleitbezorger De indiener vraagt de Commissie om een onderzoek in te stellen naar een tweetal strafzaken. De eerste strafzaak heeft geleid tot een veroordeling van de indiener wegens poging tot medeplegen van zware mishandeling, verkrachting en gemeenschap met iemand beneden de leeftijd van 12 jaar. De tweede strafzaak betreft een moord. Het strafrechtelijk onderzoek naar deze moord heeft niet geleid tot een veroordeling. De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Bovendien heeft het verzoek, bij de tweede zaak, geen betrekking op een strafzaak die heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling, zoals is vereist op grond van artikel 4 van het Instellingsbesluit. geadviseerd om in beide zaken geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit CEAS 2006/0012 (nieuw) veroordeelde De indiener stelt dat hij ten onrechte is veroordeeld voor het vervaardigen en in voorraad hebben van kinderporno en het plegen van ontucht met een minderjarige. De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Commissie kunnen wenden met een verzoek onderzoek. Burgers kunnen zich immers niet zelf tot de Commissie wenden. Daarnaast staat op geen van de bewezenverklaarde delicten een gevangenisstraf van 12 jaar of meer en is er geen sprake van een ernstig geschokte rechtsorde.
CEAS 2006/0013 NN (status bij Toegangscommissie bekend) De indiener vraagt de aandacht voor een tweetal zaken. De eerste zaak betreft een moord. Hiervoor is iemand onherroepelijk veroordeeld, maar het lichaam van het slachtoffer is nooit gevonden. De indiener geeft aan waar het lichaam zich mogelijk bevindt. De tweede zaak betreft de ontvoering en verdwijning van Oosteuropeaan, een aantal jaar geleden. Tegen de verdachte was onvoldoende bewijs en hij heeft een kennisgeving van niet verdere vervolging gekregen. De indiener is van mening dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar een mogelijke andere verdachte. Bij de eerste zaak stelt de indiener niet dat er iemand ten onrechte is veroordeeld. De indiener acht het van belang dat het lichaam alsnog wordt gevonden, maar hij stelt niet dat het uitblijven dat die vondst een evenwichtige beoordeling door de rechter in de weg heeft gestaan. Dit laatste (een mogelijk niet evenwichtige beoordeling door de rechter) is een van de vereisten voor het in behandeling kunnen nemen van een verzoek. Bij de tweede zaak is de Toegangscommissie van oordeel dat het verzoek van indiener niet kan worden ingewilligd, aangezien deze zaak is geëindigd in een kennisgeving niet verdere vervolging; zij heeft dus niet geleid tot een onherroepelijke veroordeling, zoals vereist op grond van artikel 4 van het Instellingsbesluit. geadviseerd om in beide zaken geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit Wel is de aanwijzing over de mogelijke vindplaats van het lichaam, doorgegeven aan het betreffende politieteam. Beoordeling Toegangscie.: CEAS 2006/0014 (nieuw) wetenschapper De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, onder andere wegens het medeplegen van moord. De Toegangscommissie is van oordeel dat het verzoek niet voldoet aan de eisen die zijn neergelegd in het instellingsbesluit aangezien geen sprake is van een in een wetenschappelijke publicatie neergelegde - analyse van de strafzaak in kwestie. Evenmin komt de indiener vanuit zijn deskundigheid tot de conclusie dat er in de aangedragen strafzaak manco s zijn in het opsporingsonderzoek en/of de presentatie ter terechtzitting die aan een evenwichtige beoordeling van de feiten door de rechter in de weg kunnen hebben gestaan.
Beoordeling Toegangscie.: CEAS 2006/0015 (nieuw) wetenschapper De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, wegens het plegen van onder meer zeven moorden en drie pogingen daartoe. Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indiener van het verzoek heeft een wetenschappelijke publicatie aan de strafzaak gewijd. Inhoudelijk is de Toegangscommissie van oordeel dat er door de indiener een aantal punten naar voren is gebracht waarvan nader moet worden onderzocht of, en zo ja hoe, deze in het opsporingsonderzoek aan de orde zijn geweest. geadviseerd een onderzoek in te stellen. Het College heeft dit CEAS 2006/0016 (nieuw) burger/pleitbezorger De indiener vraagt aandacht voor een moord, waarvoor iemand onherroepelijk is veroordeeld. De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het CEAS 2006/0017 (nieuw) gewezen verdachte De indiener vraagt de Commissie hulp om te voorkomen dat het opsporingsonderzoek naar een moord/doodslag wordt stopgezet en de zaak niet wordt opgelost. De indiener behoort niet tot de groep personen die zich tot de Bovendien is er geen sprake van een strafzaak die tot een onherroepelijke veroordeling heeft geleid.
CEAS 2006/0018 (nieuw) drie wetenschappers De indiener vraagt, mede namens twee collega s, aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar wegens doodslag en valsheid in geschrift Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indieners van het verzoek hebben diverse wetenschappelijke publicaties aan de strafzaak gewijd. De Toegangscommissie is van oordeel dat er aanleiding is voor nader onderzoek omdat, gegeven de door de indieners aangedragen punten, niet is uit te sluiten dat zich manco s hebben voorgedaan die een evenwichtige beoordeling door de rechter in de weg hebben kunnen staan. geadviseerd een onderzoek in te stellen. Het College heeft dit