Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 te Zaandam, gemeente Zaanstad. HOLLANDIA reeks 516

Vergelijkbare documenten
Archeologische aanbeveling naar aanleiding van de archeologische vondstmeldingen op het vliegveld Bergen, gemeente Bergen

memo Locatiegegevens: Inleiding

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Inventariserend veldonderzoek door middel van boringen en een archeologische begeleiding op de Kinderhuisvest 47 te Haarlem. HOLLANDIA reeks 402

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Inventariserend veldonderzoek door middel van boringen Konijnenpad 20 te Zaandam, gemeente Zaanstad. HOLLANDIA reeks 477

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAPPORT A I Archeologisch onderzoek aan de Graafweg 2c te Lopik, gemeente Lopik

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

4 Archeologisch onderzoek

Een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (IVO-O) aan de Molenkrochtlaan 3 en 5 te Bergen, gemeente Bergen (N-H)

Heesch - Beellandstraat

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Verkennend booronderzoek McDonald's A44 te Oegstgeest, gemeente Oegstgeest. Argo 96 ARCHEOLOGENBUREAU ARGO

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Archeologische MonumentenZorg

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Quickscan Archeologie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Archeologische Quickscan

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Archeologisch bureauonderzoek met aanvullende verkennende boringen Molenwerf 5 te Uitgeest, gemeente Uitgeest, N-H. HOLLANDIA reeks 513

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

Roermond, Swalmen schorsdepot

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

30 sept OU

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

MEMO. Projectgegevens

Archeologisch onderzoek Schulpstet 7, 9 en 13 te Bakkum, gemeente Castricum

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Archeologisch Booronderzoek (IVO-ND) in de Schepenenstraat te Gorinchem. HOLLANDIA reeks 224

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Rotterdamseweg 202 in Delft

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Inventariserend veldonderzoek d.m.v. verkennende boringen Uitgeest - De Koog. HOLLANDIA reeks 724

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Moordrecht, Stevensstraat (gemeente Moordrecht, ZH) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /01

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Afb. 1. Locatie plangebied ter hoogte van de kassen (de te handhaven stolpboerderij ligt in de rode cirkel)

Bureau voor Archeologie Rapport De Limiet 19-23, Vianen, gemeente Vianen: een booronderzoek

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE KONINGIN WILHELMINASTRAAT EN KONINGIN JULIANAPLEIN, HEDEL, MAASDRIEL

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Archeologisch onderzoek t Zand Noord

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. Honderdland Ontwikkelingscombinatie cv Honderdland, fase2

Transcriptie:

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 te Zaandam, gemeente Zaanstad HOLLANDIA reeks 516

COLOFON Hollandia reeks nr. Titel: Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 te Zaandam, gemeente Zaanstad Toponiem: Zuiddijk 400 Gemeente: Zaanstad Onderzoeksmeldingsnummer Archis: 61736 Hoekcoördinaten: Auteurs: 117.612/493.460(NW) 117.661/493.484(NO) 117.683/493.405(ZO) 117.645/493.397(ZW) N. Tuinman Uitvoering: In opdracht van: Contactpersoon opdrachtgever: Wetenschappelijke leiding: Illustraties: R. Floore en K. Salomons Belfi s BV, Heemstede dhr. Rein Binnekade P. Floore N. Tuinman, tenzij anders vermeld Defi nitieve versie: Maart 2015 Oplage: 6 ISSN: 1572-3151 Hollandia archeologen, Zaandijk 2015 HOLLANDIA archeologen Tuinstraat 27a 1544 RS Zaandijk 075-622 49 57 info@archeologen.com

Inhoudsopgave Samenvatting 7 1. Inleiding 9 2. Onderzoeksgebied 2.1 Algemeen 11 2.2 Gemeentelijk beleid en korte archeologische verwachting 13 3. Doel en methode 19 4. Onderzoeksresultaten 21 5. Onderzoeksvragen en beantwoording van de onderzoeksvragen 25 6. Conclusie en aanbeveling 27 Literatuur 28 Bijlagen Bijlage 1: Archeologische perioden 30 Bijlage 2: Archeologisch stappenplan 32 Bijlage 3: Boorstaten en raaiprofiel 35

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 7 Samenvatting In mei 2014 heeft Hollandia archeologen een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd aan de Zuiddijk 400 te Zaandam, gemeente Zaanstad. Het doel van het onderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein en te bepalen of er archeologische vervolgstappen noodzakelijk zijn. De Zuiddijk maakt onderdeel uit van een dijkenstelsel dat gedateerd wordt in de 13 e eeuw. De Zuiddijk staat geregistreerd als beschermd provinciaal monument omdat hij informatie kan verschaffen over de bewonings- en ontginningsgeschiedenis van het gebied. Bij de boringen werd de natuurlijke veenlaag aangeboord op een diepte tussen 2,36m en 3,13m -NAP. Bovenop dit veenpakket bevond zich een, eveneens natuurlijke, laag van klei met riet. Dit was vermoedelijk onderdeel van de oever van de dijk. Het riet in deze kleilaag is gedateerd, wat een datering opleverde tussen 1491-1663 ±31 n.chr. Alle daaropvolgende lagen zijn opgebracht zoals blijkt uit de archeologische indicatoren in deze lagen. Vanwege de geringe afmetingen van deze indicatoren is na determinatie enkel een zeer brede datering mogelijk. Aanbeveling Gelet op de ontgravingsdiepte, het geringe aantal archeologische sporen, het beperkte oppervlak en de aanwezige verhardingslaag worden geen archeologische vervolgstappen aanbevolen. Dit neemt echter niet weg dat indien bij de uitvoer van de graafwerkzaamheden er archeologische resten onverwacht tevoorschijn komen, dit conform de wet op de archeologische monumentenzorg onverlet aan de gemeente Zaanstad gemeld dient te worden. Voor toekomstig booronderzoek aan de Zuiddijk wordt aanbevolen om over de breedte van de gehele dijk boringen te zetten. Hiermee kan bepaald worden of aan beide zijden van de dijk riet aanwezig is in de bodemlagen. Dit kan verklaren of het riet dat gevonden is in de boringen afkomstig is van de oevers van de dijk of dat het aangebracht is ter versteviging. Daarnaast kan zo ook gekeken worden of er uitbreidingen van de dijk naar het oosten toe waren en kan wellicht een oudere fase van de dijk gelocaliseerd worden.

8 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 9 1. Inleiding In opdracht van Belfis BV heeft Hollandia archeologen op 21 mei 2014 aan de Zuiddijk 400 te Zaandam, gemeente Zaanstad, een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoeksgebied bevat het dijklichaam, dijkvoet en een sloot. Op het terrein is de opdrachtgever voornemens een nieuwe uitrit aan te leggen ten behoeve van scheepswerf Vooruit. Het terrein betreft een archeologische locatie van hoge waarde, zoals aangeduid op de Provinciale en Gemeentelijk Cultuur Historische Waardenkaart. Naast en deels op de dijk valt het gebied onder een beschermd provinciaal monument. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein en te bepalen of archeologische vervolgstappen noodzakelijk zijn. In ARCHIS2 heeft het onderzoek onderzoeksmeldingsnummer 61736 toegekend gekregen. 491 492 493 494 495 116 117 118 119 120 Afbeelding 1. Het onderzoeksgebied, in rood met pijl, binnen de topografische kaart van Nederland en in het kader binnen Nederland.

10 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Afbeelding 2. Foto van de onderzoekslocatie, kijkend naar het noorden. Te zien is de helling van de dijk.

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 11 2. Onderzoeksgebied 2.1 Algemeen Het onderzoeksgebied bevindt zich aan de westzijde van de Zuiddijk te Zaandam en beslaat het dijklichaam, de dijkvoet en een sloot. Deze dijk is gelegen op de oostelijke oever van de Zaan. Beneden aan de dijk zijn enkele woningen gelegen. De dijk zelf is op de onderzoekslocatie onbebouwd (afb. 2). De RD-coördinaten van het onderzoeksgebied zijn: 117.612/493.460 (NW), 117.661/493.484 (NO), 117.683/493.405 (ZO) en 117.645/493.397 (ZW). Er zijn geen recente vergravingen bekend. Het plangebied van de nieuw aan te leggen uitrit beslaat 500m 2. Voor de aanleg dient de bovengrond afgegraven te worden en een nieuwe laag wordt opgebracht. De geplande ontwikkeling zal de bodem mogelijk op maximaal een diepte van 0,8m tot 1,0m beneden het maaiveld verstoren. Om de archeologische waarde van het terrein vast te stellen en te bepalen of archeologische vervolgstappen noodzakelijk zijn, is besloten om 5 boringen te zetten van boven aan de dijk tot aan de slootkant. De locaties van de boringen staan vooraf bepaald in het PvE (Kleij 2014)(Afb. 3). De dijk maakt onderdeel uit van een beschermd provinciaal monument omdat het informatie kan verschaffen over de bewonings- en ontginningsgeschiedenis van het gebied. Vanwege de dichte bebouwing is het gebied niet gekarteerd op de Indicatieve Kaart Archeologische van Waarde (IKAW). Afbeelding 3. De geplande boringen. Kaart niet op schaal. Bron: Kleij 2014.

12 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 118587 / 494326 Legenda MONUMENTEN TOP10 ((c)tdn) IKAW zeer lage trefkans lage trefkans middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water) water niet gekarteerd PROVINCIES 14680 0 500 m N Archis2 116793 / 492532 Afbeelding 4. De Zuiddijk weergegeven als monument met de onderzoekslocatie bij de blauwe stip. Bron: ARCHIS2.

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 13 2.2 Gemeentelijk beleid en een korte archeologische verwachting In 2009 heeft de gemeente Zaanstad een beleidsnota archeologie opgesteld (Kleij 2009). Het gemeentelijk archeologisch beleid stelt het behoud van archeologische vindplaatsen voorop. Gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden dienen zoveel mogelijk te worden ontzien bij bodemverstoringen. Wanneer een archeologische vindplaats niet ontzien kan worden zal over worden gegaan op een opgraving. Het beschermen of opgraven van een vindplaats zal gebeuren wanneer hier gegevens aanwezig kunnen zijn over de geschiedenis van Nederland in het algemeen en die van Zaanstad in het bijzonder (Kleij 2009, 26). Om vindplaatsen te behouden heeft de gemeente aan bepaalde gebieden de codering Waarde archeologie (WR-A) toegekend. Deze archeologiegebieden zijn uitgerust met aanvullende regels ter bescherming van archeologische vindplaatsen. De locatie van de archeologiegebieden kan worden gebaseerd op het archeologische deel van de Provinciale Cultuur Historische Waardekaart en Gemeentelijke Cultuur Historische Waardekaart. In de praktijk betekent dit dat bij werkzaamheden in archeologiegebieden de aanvrager van de vergunning verplicht kan worden maatregelen te treffen om een vindplaats te beschermen of op te graven (Kleij 2009, 28). In principe heeft deze regelgeving, conform de Monumentenwet 1988, enkel betrekking op bouwplannen met een oppervlak groter dan 100 m². Echter, deze ondergrens zorgt ervoor dat archeologische resten van kleinere woningen en bedrijven die gevonden worden langs de oude bewoningslinten, verloren gaan. Hierom streeft de gemeente ernaar om ook aan kleinere bouwplannen voorschriften met betrekking tot archeologie te koppelen. Uit archeologisch onderzoek in diverse delen van Zaanstad is gebleken dat archeologische sporen langs oude bewoningslinten en in oude bewoningskernen te verwachten zijn op een diepte van 50 centimeter. Door bebouwing en bijbehorend grondgebruik is de bo-venste halve meter van de bodem dermate verstoord dat archeologische vindplaatsen pas beneden dit niveau zullen beginnen (Kleij 2009, 29-31). Dijken zoals de Zuiddijk zijn een uitzondering op deze regel. Dijken zijn te beschouwen als grondlagen op elkaar en elke laag geeft informatie over de ouderdom en de tot standkoming van de dijk. Een kleine ingreep in een dijk verstoort dan ook direct veel waardevolle informatie. Hierdoor is besloten om bij dijken een ondergrens van 25m2 te hanteren. De verstorings-diepte waar beneden archeologische maatregelen verplicht zijn is in dit gebied 0,50m onder het maaiveld (Kleij 2009, 32). De vorming van het landschap in de Zaanstreek begint in het Holoceen vanaf ca. 10.000 v.chr. In deze periode steeg de zeespiegel drastisch en ontstond er in het huidige westelijke kustgebied achter lage strandwallen een lagune waarin veenvorming plaatsvond. Dit zo-genaamde basisveen bevindt zich nu op ca. 12m tot 14m -NAP. Tussen 5000 en 3000 v.chr steeg de zeespiegel verder waardoor een waddengebied kon ontstaan. Hierdoor werden wadafzettingen gevormd waardoor het gebied langszaam in een kwelder veranderde. Vegetatie vormde zich en vormde uiteindelijk het Hollandveen. Na 3000 v.chr. nam de zeespiegelstijging af waardoor de veengroei door kon zetten. Het onderzoeksgebied bevindt zich op de oevers van wat eens het Oer-IJ was. Dit Oer-IJ voerde zoet Rijnwater af via een meanderende geul waarvan het brede mondingsgebied ter hoogte van het huidige Castricum lag. In de vroege middeleeuwen bestond het Zaanse landschap uit hoge mosveenkussens, geflankeerd door lagere woud- en rietvenen (Afb. 5). Gedurende de middeleeuwen nam de invloed van de zee toe en werden grote delen van het veen in het kustgebied weggeslagen. Ook het menselijke ingrijpen in het landschap door grootschalige ontwatering en later inpoldering, heeft het

14 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam veen drastisch doen slinken (De Bont & Kleij 2012). De eerste bewoning in de Zaanstreek wordt gedateerd in de 8e eeuw v.chr. (Stolp 2000, 20-21). De Zuiddijk kan gezien worden als uiterdijk buiten de Hogedijk, die waarschijnlijk de voornaamste waterkerende functie had. (zie afb. van Braam)(afb. 7). Deze bewoning werd echter meerdere keren onderbroken op het moment dat het gebied vernatte. Direct langs de Zaan ontstond pas permanente bewoning nadat in de tweede helft van de 13e eeuw een dam in de Zaan werd aangelegd. Deze Zaander- of Hogendam maakte deel uit van de IJ- of Zeedijk die eveneens in deze periode kan worden gedateerd. Deze IJ- of Zeedijk werd in het gebied van Oostzaandam de Zuiddijk genoemd (afb. 6). Op de kadastrale minuut (1811-1832) is tijdens deze periode geen bebouwing zichtbaar ter hoogte van het onderzoeksgebied. De betreffende percelen bestaan in deze tijd uit rietland (afb. 8). Afbeelding 5. De Zaanstreek omstreeks 1000 n.chr. Te zien zijn de grote oppervlaktes veen met de veenstromen. Bron: De Bont & Kleij 2012, 16.

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 15 Afbeelding 6. Detail van Beeldsnijders Caerte van Noorthollant uit 1575. De globale positie van de onderzoekslocatie is in het blauw aangegeven. Kaart niet op schaal, het noorden is boven. Bij de boringen kunnen sporen verwacht worden afkomstig van de aanleg van deze dijk uit verschillende periodes. Ook sporen van een mogelijk ouder dijkje en een dijksloot kunnen worden aangetroffen. In de directe omgeving zijn geen archeologische waarnemingen gedaan en is geen archeologisch onderzoek uitgevoerd.

16 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Afbeelding 7. Schematische weergave van de loop van de dijken rondom Zaandam (Zaanderdam) in de 14 e en 15 e eeuw. Met de globale positie van de onderzoekslocatie bij de stip. Bron: Van Braam 1993, 21.

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 17 0 20 40 60 80 100 m Afbeelding 8. Kadastrale minuut uit 1811-1832 met de onderzoekslocatie bij de blauwe stip. Bron: www. watwaswaar.nl.

18 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 19 3. Doel en methode Het doel van dit inventariserend veldonderzoek door middel van boringen is het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein en advies geven met betrekking tot archeologische vervolgstappen. Het veldwerk dient te worden uitgevoerd conform de richtlijnen in de KNA versie 3.3 en de eisen die gesteld worden in het PvE. De bovenste halve meter van elke boring wordt uitgeboord met een Edelmanboor. De boring wordt vervolgens voortgezet met een gutsboring. De totale boring wordt doorgezet tot aan het rode veen. Dit kan in de boringen boven aan de dijk wel 2 tot 3 meter diep zijn. De grond uit de Edelman- en uit de gutsboor wordt handmatig doorzocht op vondsten. Vondsten dienen verzameld te worden per laag. Van verschillende lagen dienen monsters te worden genomen voor een C14 datering tenzij uit aardewerk de datering van de laag kan worden afgeleid. Wanneer direct onder de dijk een veenlaag aanwezig is moet hiervan een monster worden genomen voor landschapsreconstructie. Dit monster wordt ook gedateerd met C14 en gewaardeerd op de mogelijkheden voor landschapsreconstructie. Conform het PvE zijn 5 boringen geplaats van oost naar west beginnende boven aan de dijk (afb. 9). De bodem is beschreven aan de hand van de Archeologische Standaard Boorbeschrijving. Met een GPS-instrument zijn de RD-coördinaten en maaiveldhoogtes ten opzichte van NAP van alle geplaatste boringen bepaald. Afbeelding 9. Locaties van de uitgevoerde boringen binnen het onderzoeksgebied.

20 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 21 4. Onderzoeksresultaten Bodemopbouw en recente vergravingen Met de boringen is een beeld verkregen van de bodemopbouw en of er eventuele vergravingen in het verleden hebben plaatsgevonden (Bijlage 3 en 4). Dit was niet het geval. Bij bijna alle boringen, boring 4 uitgezonderd, bleek de bovenste laag variërend tot een diepte tussen 0,45m en 1,0m (-mv) te bestaan uit zandige klei (Kz1). De daaropvolgende lagen bestonden nagenoeg allemaal uit siltige klei (Ks1) met veel verschillende archeologische indicatoren. Boring 2, 3 en 4 bevatten allen een bandje klei van 4cm tot 10cm op respectievelijk 1,46m, 1,98m en 1,63m -NAP. Bij boring 2, 3, 4 en 5 is de natuurlijke veenlaag aangetroffen op een diepte van respectievelijk 2,36m, 3,13m, 3,07m en 2,65m -NAP. Bovenop deze natuurlijke veenlaag lag bij boring 2 en 5 een siltige klei laag (Ks1) waarin een hoeveelheid rechtopstaand riet werd aangetroffen. Deze laag werd ook aangeboord bij boring 1, wat doet vermoeden dat bij boring 1 de natuurlijke veenlaag nog onder deze laag zit. De opbouw van de bodem zoals aangetroffen in de boringen strookt met de gegevens van een geologisch booronderzoek ca. 150m ten zuiden van het onderzoeksgebied ook uitgevoerd op de Zuiddijk (afb. 10). Archeologische indicatoren De archeologische indicatoren bestonden uit houtskool, natuursteen, mortel, baksteen, puin, aardewerk en stukken hout. Datering Conform het programma van eisen is een monster genomen van riet op een diepte van 4,40m -MV(V2). Dit monster is gedateerd en leverde een datering op van 1491-1663 n.chr. ±31 jaar. Hoewel aan de hand van het programma van eisen een datering van de natuurlijke veenlaag onder de dijk vereist was, is gekozen voor een monster uit de kleilaag met riet. Dit vanwege het feit dat de top van het veen doorgaans verdwenen is. Met dit gegeven is in overleg met de gemeente archeoloog dhr. Kleij besloten om de eveneens natuurlijk afgezette kleilaag met riet te dateren die direct op het veen lag. Van de overige vondsten kon enkel twee scherven aardewerk, een stuk steengoed en een pijpsteel gedateerd worden. Vanwege de kleine fragmenten moet bij deze datering echter een slag om de arm worden gehouden waardoor gekozen is voor een brede datering. Vondstnummer Boring Materiaal Datering Diepte t.o.v. NAP V1 1 Steen Onbekend 22cm V2 1 Riet 1491-1663 ±31 jaar. -313cm V3 2 Schelpen Onbekend -121cm V4 2 Top van veen Onbekend -236cm V5 3 Aardewerk 1500-1900 -218cm V6 3 Hout Onbekend -303cm V7 4 Steengoed S2 geglazuurd 1600-1800 -27cm V8 4 Rood geglazuurd aardewerk 1700- heden -197cm V9 4 Pijpaarde (pijpsteel) 1700-1900 -224cm

22 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Boormonsterprofiel en interpretatie Identificatie: B25B2077 Coördinaten: 117733, 493203 Maaiveld: 2,14 m t.o.v. NAP Dieptetraject t.o.v. NAP: -7,86 m - 2,14 m Afbeelding 10. Boormonsterprofiel ca. 150m ten zuiden van de onderzoekslocatie. Bron: www.dinoloket.nl.

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 23 Interpretatie De gelaagdheid in de bodem strookt met wat verwacht kan worden bij een dijk (afb. 11). De boringen tonen meerdere kleilagen waarin een grote hoeveelheid archeologische indicatoren zit. Dit betekent dat deze lagen anthropogeen zijn. De onderste laag, de veenlaag is natuurlijk. Vermoedelijk is de top van het veen deels verdwenen door ontginning. Het feit dat de veenlaag niet aangetroffen is bij boring 1 kan wellicht verklaard worden doordat het gewicht van de dijk hier het hoogst is. Dit resulteerde vervolgens in meer inklinking van de onderliggende veenlaag. Boven het veen bevindt zich een kleilaag waarin rechtopstaand riet aanwezig was. Het feit dat dit riet verticaal staat wijst er waarschijnlijk op dat we hier ook te maken hebben met een natuurlijke laag waarin riet groeide, vermoedelijk een oever. Dit komt overeen met het gegeven dat aan de westelijke zijde van de dijk een rietveld lag zoals aangegeven staat op de kadastrale minuut. Dat het riet onder de huidige dijk ligt kan verklaard worden door te stellen dat de dijk in ieder geval in westelijke richting verbreed is en misschien ook enigszins in deze richting is verplaatst. Alle lagen boven deze kleilaag met riet, zijn opgebracht waarbij de bovenste laag met zandige klei de meest recente verhardingslaag van de dijk is. Dit was duidelijk te zien aan de hoeveelheid beton, mortel en ook kunststof in deze laag. Het bandje veen dat aangetroffen is bij boring 2, 3 en 4 zijn vermoedelijk plaggen die gebruikt zijn om de dijk te verstevigen of op te hogen. Naar alle waarschijnlijkheid was de eerste dijk, aangelegd in de 13e eeuw, een stuk kleiner dan de huidige dijk of lag deze meer naar het oosten toe. Dit zou verklaren waarom midden onder de huidige dijk ook riet aanwezig is en ook de relatief jonge datering van het gedateerde riet.

24 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Afbeelding 11. Raaiprofiel van de gezette boringen Van oost naar west. Reconstructie opgebrachte laag Natuurlijke laag met riet Natuurlijke veenlaag

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 25 5. Onderzoeksvragen en beantwoording van de onderzoeksvragen 1. Het plangebied heeft een bodemkundige situatie die in archeologisch opzicht hoog scoort. In hoeverre is de ondergrond in de 20 e eeuw verstoord? Bij de boringen in de dijk zijn geen vergravingen aangetroffen. Wel was duidelijk dat de bovenste laag, tot maximaal 1,0m onder het maaiveld, een recente verhardingslaag van de dijk is. Dit was te zien aan de hoeveelheid puin, beton en kunststof in deze laag. 2. Wat is de opbouw van het dijklichaam? Onder de dijk ligt een natuurlijke veenlaag. Hierboven bevindt zich een natuurlijke kleilaag met riet. Deze is vermoedelijk gevormd door de aanwezigheid van een oever. Boven op deze natuurlijke laag zijn meerdere kleilagen aanwezig die, aan de hand van de vele archeologische indicatoren, allen kunnen worden geïdentificeerd als opgebrachte lagen. Het bovenste deel van de dijk, beginnend op een diepte van ca. 1,0m bestaat uit een verhardingslaag. 3. Wat is de datering van de oudste laag? De oudste laag direct onder de dijk, de natuurlijke veenlaag is niet gedateerd doordat de top van deze veenlaag doorgaans verdwenen is waardoor geen goede datering mogelijk is. De oudste laag onder de dijk die wel is gedateerd is de natuurlijke kleilaag met riet. Deze laag is gedateerd tussen 1491-1663 n.chr. ±31 jaar. 4. Wanneer er een gelaagdheid is, kunnen meerdere ophogingsfasen onderscheiden worden, zo ja, uit welke tijd dateren deze? Er zijn geen meerdere ophogingsfasen te onderscheiden in de gelaagdheid van de dijk. Enkel de brokken veen aanwezig in boring 2, 3 en 4 kunnen wijzen op het gebruik van veen plaggen om de dijk op te hogen. Verder leveren de fragmenten aardewerk een te brede datering om een goede periode aan te kunnen duidden. 5. Is direct ónder de dijk nog een veenlaag aanwezig en zo ja, uit welke tijd dateert deze? Direct onder de dijk is bij boring 2, 3,4 en 5 een veenlaag aangetroffen. Deze laag zit vermoedelijk bij boring 1 nog dieper dan het niveau tot waar deze boring is gezet. Doordat de top van een veenlaag vaak is verdwenen is na overleg met dhr. Kleij besloten deze laag niet te dateren maar wel de natuurlijke laag direct op het veen. 6. Wanneer een veenlaag direct onder de dijk aanwezig is, neem daar een monster van voor landschapsreconstructie. Is dit monster bruikbaar voor landschapsreconstructie? Nee, dit monster was niet geschikt voor landschapsreconstructie. 7. In hoeverre vormt de realisatie van de geplande ontwikkeling, die de bodem mogelijk tot maximaal een diepte van 0,8m tot 1,0m beneden het maaiveld gaan verstoren, een bedreiging voor de archeologische waarden? De laag die het meest verstoord zal worden door de geplande ontwikkeling is de verhardingslaag van de dijk. Deze laag is aangebracht in de 20 e eeuw. Door het beperkte oppervlak van de ontwikkeling is de aantasting van de archeologische waarde van het dijklichaam minimaal. Bovendien is vastgesteld dat dit deel van de dijk tot een jongere periode behoort dan voorheen was aangenomen.

26 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 27 6. Conclusie en aanbeveling Binnen het onderzoeksgebied aan de Zuiddijk te Zaandam zal een uitrit worden aangelegd. Hiervoor wordt de ondergrond tot een diepte van 0,8m en 1,0m vergraven worden. Het onderzoeksgebied bevindt zich aan de westzijde van de Zuiddijk wat vroeger de IJ- of Zeedijk was. De aanleg van deze dijk wordt geplaatst in de 13 e eeuw. Ter hoogte van het plangebied zijn 5 boringen gezet tot een diepte tussen 2,75m en 4,40m onder het maaiveld. De bovenste 0,45m tot 1,0m van de dijk bestaat uit een verhardingslaag die in de 20 e eeuw is aangebracht. Naar beneden toe bevinden zich meerdere antropogene kleilagen die door de geringe afmeting enkel een zeer brede datering opleveren. Onder de opgebrachte lagen bevindt zich op een diepte tussen 1,85m en 2,42 -NAP een kleilaag met rechtopstaand riet. De oriëntatie van dit riet wijst erop dat het een natuurlijke afzetting is van een oever. Het riet in deze kleilaag is gedateerd wat een datering opleverde van 1491-1663 n.chr. ±31 jaar. Onder deze natuurlijke kleilaag bevindt zich de oorspronkelijke natuurlijke veenlaag. Deze is aangetroffen op een diepte tussen 2,36m en 3,13 -NAP. Aanbeveling Gelet op de ontgravingsdiepte, het geringe aantal archeologische sporen, het beperkte oppervlak en de aanwezige verhardingslaag worden geen archeologische vervolgstappen aanbevolen. Dit neemt echter niet weg dat indien bij de uitvoer van de graafwerkzaamheden er archeologische resten onverwacht tevoorschijn komen, dit conform de wet op de archeologische monumentenzorg onverlet aan de gemeente Zaanstad gemeld dient te worden. Voor toekomstig booronderzoek aan de Zuiddijk kan aanbevolen worden om over de breedte van de gehele dijk boringen te zetten. Hiermee kan bepaald worden of aan beide zijden van de dijk riet aanwezig is in de bodemlagen. Dit kan verklaren of het riet dat gevonden is in de boringen inderdaad afkomstig is van de oevers van de dijk. Daarnaast kan er zo ook gekeken worden of er uitbreidingen van de dijk naar het oosten toe waren en kan wellicht een oudere fase van de dijk gelocaliseerd worden.

28 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Literatuur Bont, C. de & P. Kleij, 2012, Tussen Oer-IJ en Bamestra, Het Zaanse veenmoeras en zijn eerste bewoners vanaf de prehistorie tot ca. 900 n. Chr., in: E. Beukers & C. van Sijl, Geschiedenis van de Zaanstreek, Deventer. Braam, A. van, 1993: Zaandam in de middeleeuwen, Hilversum. Kleij, P., 2009: Archeologienota Zaanstad 2009. Zaandijk. Kleij, P., 2014: PvE Zuiddijk 400. Zaandijk. Stolp, J.J., 2000: Grondsporen. Veertig jaar archeologisch onderzoek in de Zaanstreek. Zaanstad. Websites www.archis2.nl www.dinoloket.nl www.watwaswaar.nl

Bijlagen

30 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Bijlage 1: Archeologische perioden Nieuwe tijd Nieuwe tijd Nieuwe tijd Late-Middeleeuwen Late-Middeleeuwen Vroege-Middeleeuwen Laat-Romeinse tijd B 350-450 A 270-350 Miden-Romeinse tijd Vroeg-Romeinse tijd Late-IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege-IJzertijd Late-Bronstijd Midden-Bronstijd B 1.500-1.100 Vroege-Bronstijd C 1.850-heden B 1.650-1.850 A 1.500-1.650 B 1.250-1.500 A 1.050-1.250 D 900-1.050 C 725-900 B 525-725 A 450-525 B 150-270 A 70-150 B 25-70 A 12-25 12 na Chr.- 250 v. Chr. 500-250 800-500 1.100-800 A 1.800-1.500 2.000-1.800 BRONSTIJD IJZERTIJD ROMEINSE TIJD MIDDELEEUWEN NIEUWE TIJD Laat-Neolithicum B 2.450-2.000 A 2.850-2.450 Midden-Neolithicum B 3.400-2.850 A 4.200-3.400 Vroeg-Neolithicum B 4.900-4.200 A 5.300-4.900 Laat-Mesolithicum 6.450-4.900 Midden-Mesolithicum Vroeg-Mesolithicum 7.100-6.450 8.800-7.100 Laat-Paleolithicum B 18.000-8.800 A 35.000-18.000 Midden-Paleolithicum Vroeg-Paleolithicum 300.000-35.000-300.000 PALEOLITHICUM MESOLITHICUM NEOLITHICUM

32 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Bijlage 2: Archeologische stappenplan In het stappenplan archeologie wordt aangegeven welk traject bij planvorming bewandeld moet worden als het gaat om het inpassen van archeologische waarden en verwachtingen. Het is van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen en wel voordat men aanvangt met de globale invulling van een plangebied. Het stappenplan gaat uit van een brede inventarisatie van wat er bekend is over de archeologische waarden. Op basis daarvan wordt zeer gericht ingezoomd op voor het plan(gebied) relevante archeologische informatie. Na iedere stap wordt beredeneerd gekozen voor meer diepgaand onderzoek op specifieke plekken, zodat uiteindelijk voldoende bekend is over aanwezige vindplaatsen om gemotiveerde afweging in het ruimtelijke-ordeningsproces te kunnen maken. I. Bureauonderzoek Het doel van bureauonderzoek is het verwerven van informatie - aan de hand van bestaande bronnen - over bekende of verwachte archeologische waarden binnen of relevant voor het plangebied. Daarnaast moet het bureauonderzoek inzicht bieden in eventueel benodigd inventariserend onderzoek (stap II, zie onder). Een bureauonderzoek bestaat uit een archiefen literatuuronderzoek van archeologische en bodemkundige gegevens die bij RCE, provincie, gemeente en/of andere instanties (b.v. universiteiten, musea) bekend zijn over het betreffende gebied. Het Bureauonderzoek dient de volgende aspecten te behandelen: * aangeven wat de aanleiding is voor het bureauonderzoek en om welk gebied het gaat. Dit in verband met het bepalen van het onderzoekskader; * beschrijven van het huidige gebruik van de locatie op basis van beschikbare relevante gegevens; * beschrijven van het historische grondgebruik of de historische ontwikkeling van het gebied op basis van geofysische, fysische en historisch geografische gegevens o een korte impressie over de onstaansgeschiedenis van het landschap o een impressie van de bewoningsgeschiedenis; * beschrijven bekende archeologische waarden o archeologisch waardevolle terreinen zoals deze zijn opgenomen in het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de RCE. Dezelfde terreinen zijn tevens opgenomen op de Archeologische Monumentenkaarten (AMK) van de provincies. Archeologisch waardevolle terreinen genieten wettelijke bescherming (ex artikel 3 en 6 van de Monumentenwet) of dienen een planologische escherming te krijgen binnen het bestemmingsplan; o archeologische vindplaatsen zoals deze in het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de RCE aanwezig zijn. Clustering van vindplaatsen kan wijzen op de aanwezigheid van bewonings-sporen uit het verleden; * beschrijven van de archeologische verwachtingen en opstellen van een gespecificeerd en onderbouwd verwachtingsmodel van de verwachte archeologische waarden: o aan de hand van de door de RCE ontwikkelde Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde of trefkans komen in ieder geval voor een nader archeologisch

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 33 onderzoek in aanmerking; o aan de hand van een meer gedetailleerde provinciale c.q. gemeentelijke verwachtingskaart; * rapportage met daarin advisering ten behoeve van het vervolgtraject gerelateerd aan de verschillende stadia van het planvormingsproces. II. Inventariserend veldonderzoek (IVO) Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het zeer gericht aanvullen en toetsen van de uitkomsten van het bureauonderzoek. Stapsgewijs wordt bekeken óf er archeologische waarden aanwezig zijn en zo ja, wat dan de aard, karakter, omvang, datering, gaafheid, conservering en relatieve kwaliteit is. Ten behoeve van een IVO dient een Programma van Eisen (PvE) opgesteld te worden. In principe wordt het IVO uitgevoerd op basis van een Plan van Aanpak (PvA). Het onderzoek kan bestaan uit de volgende methoden: * non-destructieve methoden: geofysische methoden ; * weinig destructieve methoden: oppervlaktekartering, booronderzoek, sondering (putjes van maximaal een vierkante meter); * destructieve methoden: proefsleuven. Welke methoden (kunnen) worden ingezet hangt af van de locatie en vraagstelling. De onderbouwing voor de in te zetten methoden is in het bureauonderzoek gegeven. Een inventariserend veldonderzoek moet leiden tot een waardering en een archeologisch inhoudelijk selectieadvies. Nadere toelichting onderzoeksmethoden: 1 en 2: Bij non-destructieve methoden moet men denken aan elektrische, magnetische en elektromagnetische methoden, eventueel in combinatie met remote sensing technieken. Bij weinig destructieve methoden gaat het om oppervlaktekartering en booronderzoek. Dit houdt in dat het plangebied wordt gekarteerd door middel van het belopen van akkers en weilanden, waarbij gezocht wordt naar aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Daarnaast wordt door middel van boringen onderzocht hoe het staat met de bodemopbouw, en of er archeologische lagen of indicatoren te onderscheiden zijn. De aangetroffen vindplaatsen kunnen vervolgens nader bekeken worden met een meer diepgaand booronderzoek. Dit levert nadere informatie over de omvang en waardering op. Soms is het nodig om in dit stadium proefputjes te graven. Een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd indien uit de minder destructieve onderzoeksmethoden is gebleken dat er in een plangebied waardevolle archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Door middel van het graven van een aantal proefsleuven kunnen de exacte begrenzing, de datering en de graad van conservering van een vindplaats worden onderzocht. Uit het proefsleuvenonderzoek moet blijken of een vindplaats behoudenswaardig of zelfs beschermenswaardig is. Is dit het geval, dan zal bekeken moeten worden of de vindplaats ingepast kan worden in het plan. Het rijks- en ook het provinciaal archeologiebeleid gaat in eerste instantie uit van behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke in de bodem).

34 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Eventueel: III. Opgraven ofwel archeologisch vervolgonderzoek Indien het niet mogelijk is een behoudenswaardige of beschermenswaardige vindplaats in situ te bewaren, zal het hier aanwezige bodemarchief voor het nageslacht bewaard dienen te worden door middel van een vlakdekkend onderzoek. Alleen dan is deze stap (stap III) noodzakelijk. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 35 Bijlage 3: Boorstaten en raaiprofiel Boring B1 RD-coördinaten: 117703/493313 mv (cm) NAP(m) 0 1,2738 Klei, zwak zandig, bruin/grijs, zwak puinhoudend, mortel 50 0,7738 100 0,2738 50 75 80 85 105 Klei, ma g sil g, bruin, zwak puinhoudend, weinig houtskool, mortel Klei, zwak sil g, bruin, zwak puinhoudend, weinig houtskool, lgrbr gevlekt Klei, zwak sil g, grijs/bruin, zwak puinhoudend, weinig houtskool 150-0,2262 200-0,7262 170 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, ma g puinhoudend, gerijpt, natuursteen, leisteen Klei, zwak sil g, bruin, zwak puinhoudend, zwak glashoudend, weinig houtskool, gerijpt, natuursteen, mortel, V1 210 Klei, zwak sil g, grijs, half gerijpt 250-1,2262 300-1,7262 232 240 270 278 290 320 Klei, zwak sil g, grijs, zwak schelphoudend, met humusvlekken, half gerijpt Klei, zwak sil g, lichtgrijs, half gerijpt, natuursteen Klei, zwak sil g, donkergrijs, zwak schelphoudend, brok verslagen veen Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, horizonten, plag?, mineraalarm veen 350-2,2262 400-2,7262 450-3,2262 370 440 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, gerijpt Klei, zwak sil g, grijs, ongerijpt Klei, zwak sil g, lichtgrijs/bruin, zwak schelphoudend, brok bruin mineraalarm veen Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, veel riet, rechtopstaand natuurlijke oever, V2: monster gedateerd tussen 1491-1663

36 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Boring B2 RD-coördinaten: 117700/493317 mv (cm) NAP(m) 0 0,8412 Klei, zwak zandig, bruin/grijs, zwak puinhoudend, zwak schelphoudend, weinig houtskool, mortel 50 0,3412 100-0,1588 60 90 115 Klei, ma g sil g, bruin/grijs, zwak puinhoudend, zwak schelphoudend, gerijpt Klei, zwak sil g, grijs/bruin, zwak puinhoudend, weinig houtskool, gerijpt Klei, zwak sil g, grijs, gerijpt 150-0,6588 160 168 Klei, zwak sil g, lichtgrijs, gerijpt 200-1,1588 250-1,6588 300-2,1588 185 205 210 230 238 250 260 280 320 Klei, zwak sil g, grijs, half gerijpt Klei, zwak sil g, donkergrijs, half gerijpt, brok verslagen veen, hele schelp, V3 Klei, zwak sil g, donkergrijs, gerijpt Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, half gerijpt, brok ks1 lgrbr Veen, sterk kleiig, donkergrijs, ma g amorf 350-2,6588 345 Klei, zwak sil g, donkergrijs, 242-245 niveau mineraalarm veen bruin, ma g amorf Klei, zwak sil g, ma g humeus, donkergrijs, veraard, nog steeds opgebracht? Klei, zwak sil g, bruin/grijs, gerijpt, brok mineraalarm veen bruin, zat iets hards in de grond, niet in guts resten, rode baksteen Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, veel riet Veen, bruin, mineraalarm veen, ma g amorf, V4

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 37 Boring B3 RD-coördinaten: 117695/493322 mv (cm) NAP(m) 0 0,2204 Klei, zwak zandig, bruin, zwak puinhoudend, mortel 50-0,2796 100-0,7796 150-1,2796 200-1,7796 250-2,2796 300-2,7796 350-3,2796 45 60 90 120 136 190 200 220 224 240 250 280 320 335 340 Klei, zwak sil g, grijs/bruin, zwak puinhoudend, weinig houtskool, gerijpt Klei, zwak sil g, lichtgrijs, zwak schelphoudend, gerijpt Klei, zwak sil g, lichtgrijs, zwak schelphoudend, half gerijpt, op 123 verbrande klei Klei, zwak sil g, grijs, zwak schelphoudend, half gerijpt, brok mineraalarm veen bruin sterk amorf, tur es Klei, zwak sil g, lichtgrijs/bruin, half gerijpt, stuk hout op 190 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, zwak schelphoudend, weinig houtresten, gerijpt Klei, zwak sil g, grijs, weinig houtresten Veen, bruin, brok mineraalarm veen Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, gerijpt, aardewerk V5 Klei, zwak sil g, ma g humeus, lichtbruin/grijs, weinig plantenresten, gerijpt, stuk hout op 250 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, weinig houtskool, half gerijpt Klei, zwak sil g, grijs/bruin, half gerijpt, laagje mineraalarm veen ca 1cm, br, weinig mortel, weinig schelp, hout op 325 V6 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs Veen, bruin, mineraalarm veen, afgetopt

38 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam Boring B4 RD-coördinaten: 117692/493327 mv (cm) NAP(m) 0 0,0256 50-0,4744 100-0,9744 150-1,4744 30 50 80 105 110 130 140 155 165 Klei, ma g sil g, grijs/bruin, zwak puinhoudend, weinig aardewerk, V7 Klei, zwak sil g, grijs/bruin, zwak roesthoudend, gerijpt, doorworteling Klei, zwak sil g, grijs, weinig plantenresten, half gerijpt Klei, zwak sil g, grijs, half gerijpt Klei, zwak sil g, zwak humeus, donkergrijs, humeus niveau Klei, zwak sil g, grijs, half gerijpt, klein brokje mineraalarm veen br 200-1,9744 250-2,4744 200 227 250 258 Klei, zwak sil g, grijs/bruin, veel riet, schakeling mineraalarm veen br sterk amorf Klei, zwak sil g, bruin/grijs, veel riet Veen, bruin, mineraalarm veen ma g amorf Klei, zwak sil g, lichtgrijs/grijs, V8, weinig riet 300-2,9744 310 Klei, zwak sil g, grijs, weinig houtresten, half gerijpt, pijpaarde, V9 350-3,4744 370 Klei, zwak sil g, zwak humeus, grijs Klei, zwak sil g, zwak humeus, lichtgrijs Klei, zwak sil g, grijs/bruin, weinig houtresten, weinig houtskool Veen, bruin, abrupte overgang mineraalarm veen sterk amorf

Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam 39 Boring B5 RD-coördinaten: 117688/493331 mv (cm) NAP(m) 0-0,1546 50-0,6546 30 Klei, zwak zandig, bruin/grijs, zwak puinhoudend, kunststof Klei, ma g zandig, donkergrijs, beton 100-1,1546 100 Klei, zwak sil g,, zwak schelphoudend, half gerijpt, afwisselende lagen k1 dgr-gr 150-1,6546 170 Klei, zwak sil g, lichtbruin/grijs, weinig riet 200-2,1546 250-2,6546 250 275 Veen, bruin, mineraalarm veen, sterk amorf

40 Inventariserend veldonderzoek Zuiddijk 400 Zaandam