SLACHTOFFERBEJEGENING BINNEN DE POLITIE



Vergelijkbare documenten
DEEL I DE GEVOLGEN VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN, DE REGELGEVING EN DE VOORZIENINGEN

Slachtofferhulp Brussel-Halle-Vilvoorde Groot Eiland (deelwerking CAW Archipel) Voorstelling dienst

Lokale Politie Brussel-Hoofdstad-Elsene Sylvia Mattens Adviseur/Psycholoog POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Politionele slachtofferbejegening

INFO VOOR NABESTAANDEN. Arne Reynaert TUSSENKOMST GERECHTELIJKE OVERHEDEN

Buurt Informatie Netwerk LIEZEBOS

INFORMATIE GEZOCHT! Communicatie tussen slachtoffers en hulpdiensten na een ramp.


Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Stelling 1: Waardig afscheid nemen kunnen we beter overlaten aan de begrafenisondernemers

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Bestemd voor: Commissie Algemene Zaken, Intercommunales en Bevolking

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie

Mevrouw, Mijnheer, Ik dank u voor de medewerking. Hoogachtend, Lynn Van Houcke

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 92bis, 1;

uitgave december 2011 beroepsgeheim

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

1.2. De naleving en de uitvoering van de akkoorden uit het verleden. Belangrijke akkoorden uit het verleden werden nog niet uitgevoerd.

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hulp bij het herstel. Als slachtoffer kunt u bij. Slachtofferhulp Nederland terecht. voor kosteloze ondersteuning op

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

5 Samenvatting en conclusies

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

1. De partnerrelatie. 1.1 Een relatie in evolutie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Kwaliteitsvolle politiezorg doen we in Heist samen. Een politiestructuur, ten dienst van de burger, werd als dusdanig uitgebouwd en geïmplementeerd.

Dringende Medische Hulpverlening

Rouwverwerking en de politie?! 3SW-MW Wim Peeters

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Verkeersongeluk. Misdrijf. Calamiteit. Praktisch. Slachtofferhulp Nederland Veelzijdig deskundig

2017 SV vragen naar. fax

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

Voor meer info: Hilde Rekkers

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Slachtofferrechten in Europe

Recht en bijstand bij juridische procedures

AANBEVELINGEN VAN HET NATIONAAL FORUM VOOR SLACHTOFFERBELEID STAND VAN ZAKEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

STAGEHANDLEIDING AGENT VAN POLITIE

Bevolkingstevredenheidsonderzoek

Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? STELLINGEN PROJECT: POLITIËLE SCHADEBEMIDDELING EN POLITIE

Kinderdagverblijf Fabeltjesland: gebeurtenissen op 23/01/09.

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Voorstelling project Bemiddeling op School. Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen

Nummer: INF/MDT/1215

DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997

Kunnen vrijwilligers bij de politie aan de slag?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid

Partnergeweld is een strafbaar feit!!!

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

MECHANISMEN EN ORGANEN VAN INTERNE EN EXTERNE CONTROLE OP DE POLITIE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

SAMENWERKINGSAKKOORD GENT

De sociale plattegrond

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

SARiV Advies 2012/29 SAR WGG Advies. 31 oktober 2012

Helpt na een misdrijf, verkeersongeval, calamiteit of bij vermissing

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

PSYCHOSOCIALE ASPECTEN

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken.

LOKALE POLITIEZONE POLDER OPDRACHTBRIEF

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

Centra voor Integrale Gezinszorg

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Zeg ik het of zeg ik het niet?

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Postadres:Waterloolaan BRUSSEL l

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Samenwerkingsprotocol Collectieve Schuldenregeling

verontschuldigd: L. Van den Bossche, I. Faes, E. De Keersmaecker De voorzitter verklaart de zitting voor geopend.

MEMORIE VAN TOELICHTING

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG.

Toegankelijkheid van de CAW s volgens de verenigingen waar armen het woord nemen. April 16

Je rechten na een verkeersongeval. Rechtenbrochure Rondpunt vzw

Subsidiëring van de bezoekruimtes. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Transcriptie:

Academiejaar 2004-2005 SLACHTOFFERBEJEGENING BINNEN DE POLITIE Een vergelijking tussen de zes politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk WERBROUCK Bart Opleiding: SOCIAAL WERK Optie: Maatschappelijk Werk

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF VERKLARENDE WOORDENLIJST 1 INLEIDING...1 1.1 Probleemstelling...1 1.2 Werkwijze...2 2 SLACHTOFFERZORG...4 2.1 Inleiding...4 2.2 Verduidelijking van een aantal begrippen...4 2.2.1 Slachtoffer... 4 2.2.2 Slachtofferhulp... 5 2.2.3 Slachtofferbejegening... 5 2.2.4 Dienst politionele slachtofferbejegening... 6 2.2.5 Slachtofferonthaal... 6 2.2.6 Slachtoffertherapie... 6 2.2.7 Slachtofferzorg... 7 2.2.8 Slachtofferbeleid... 7 2.2.9 Autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk... 7 2.3 Slachtofferschap...7 2.4 Besluit...8 3 SLACHTOFFERZORG BINNEN DE POLITIE...10 3.1 Inleiding...10 3.2 Algemene geschiedenis...10 3.2.1 Inleiding... 10 3.2.2 Geschiedenis... 11 3.3 Regelgeving betreffende de politionele slachtofferbejegening...13 3.3.1 De fundamentele rechten van het slachtoffer... 13 3.3.2 Supranationaal vlak... 15 3.3.2.1 Verenigde Naties: Verklaring over de basisrechten van slachtoffers van misdrijven en van machtsmisbruik 15 3.3.2.2 Raad van Europa: aanbeveling inzake de positie van het slachtoffer binnen het strafrecht en de strafprocedure 15 3.3.2.3 Raad van Europa: aanbeveling inzake de hulpverlening aan slachtoffers en de preventie van victimisering...16 3.3.2.4 Europese Ministerconferentie over fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen...16 3.3.3 Nationaal vlak... 16 3.3.3.1 De ministeriële omzendbrieven OOP 15; 15bis en 15ter (1991, 1994, 1999)...17 3.3.3.2 De wet op het politieambt (1992)...19 3.3.3.3 Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid (1994)...19 3.3.3.4 De wet Franchimont (1998)...20 3.3.3.5 Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg (1998)...20 3.3.3.6 Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (1998)...21 3.3.3.7 Het Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren (2001) en daaraan gekoppeld de ministeriële omzendbrief PLP 10 (2001)...21 3.3.4 3.3.4.1 Arrondissementeel niveau... 22 Omzendbrief van 4 januari 1990...22 3.3.5 Lokaal niveau...22 2

3.4 Besluit...22 4 SLACHTOFFERZORG BINNEN DE ZES POLITIEZONES VAN HET GERECHTELIJK ARRONDISSEMENT KORTRIJK...24 4.1 Inleiding...24 4.2 De zes politiezones...24 4.2.1 Politiezone Vlas...24 4.2.2 Politiezone Grensleie... 25 4.2.3 Politiezone Gavers... 26 4.2.4 Politiezone MIRA... 27 4.2.5 Politiezone MIDOW... 28 4.2.6 Politiezone RIHO... 29 4.2.7 Samenvattend schema... 30 4.3 Bovenlokaal permanentiesysteem voor politionele slachtofferbejegening...30 4.4 Besluit...32 5 SLACHTOFFERZORG BINNEN ANDERE DIENSTEN...33 5.1 Inleiding...33 5.2 Diensten binnen de hulpverlening...33 5.2.1 Inleiding... 33 5.2.2 C.A.W. Stimulans, afdeling slachtofferhulp... 34 5.2.3 Centrum Geestelijke Gezondheidszorg... 35 5.2.4 Vertrouwenscentrum voor kindermishandeling... 35 5.2.5 Vluchthuizen voor mishandelde vrouwen... 36 5.3 Binnen justitie...37 5.3.1 Inleiding... 37 5.3.2 Dienst Slachtofferonthaal bij het parket (SOP)... 37 5.4 Besluit...38 6 BEVRAGING NAAR DE WERKING VAN DE FUNCTIE POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING BINNEN DE ZES POLITIEZONES VAN HET GERECHTELIJK ARRONDISSEMENT KORTRIJK...40 6.1 Inleiding...40 6.2 Doel...40 6.3 Voorbereiding...41 6.4 Voorstelling vragenlijst...43 6.5 Verwerking...44 6.5.1 Inleiding... 44 6.5.2 Persoonlijke gegevens... 44 6.5.3 Slachtofferzorgwerking... 47 6.5.3.1 Algemeen...47 6.5.3.1.1 Samenwerking en ondersteuning... 51 6.5.3.1.2 Wetgeving... 53 6.5.3.2 Overlegstructuren...60 6.5.3.3 Lokale permanentierol slachtofferzorg...63 6.5.3.4 Bovenlokale permanentierol slachtofferzorg...65 6.5.3.5 Veranderingswensen...67 6.5.3.6 Varia...69 6.6 Besluit...69 7 BESLUITEN, KNELPUNTEN EN VOORSTELLEN...74 3

8 LITERATUURLIJST...80 8.1 Boeken...80 8.2 Artikels...80 8.3 Cursussen...80 8.4 Eindwerken...80 8.5 Legistieke bronnen...81 8.6 Rapporten...81 8.7 Brochures...81 8.8 Internet...82 8.9 E-mails...82 8.10 Gespreken en interviews...82 9 BIJLAGEN...83 4

Woord vooraf De eindmeet is gehaald. Wat begon met een aantal ideeën op een blaadje is uitgegroeid tot een persoonlijk gefundeerd werk. Het heeft veel van mezelf gevraagd, maar ik heb ook enorm veel steun, hulp en medewerking gekregen uit allerlei hoeken. Bij deze wil ik een dankwoord uitbrengen aan al die personen, die me hebben geholpen bij het realiseren van dit werk. Eerst en vooral zou ik de korpschef van de politiezone (PZ) Vlas, Stefaan Eeckhout, willen bedanken, voor de goedkeuring van mijn stageaanvraag. Hij heeft er o.a. voor gezorgd dat ik stage heb kunnen lopen in een zeer goed uitgebouwde dienst politionele slachtofferzorg waar er, in functie van mijn eindwerk, enorm veel bruikbare informatie voor handen was. Daardoor is mij veel tijd en werk gespaard gebleven. Zonder zijn goedkeuring was dit eindwerk zeker niet tot stand gekomen. Ik mocht eveneens kennis maken met een aantal andere diensten binnen de politiezone (recherche, interventie, jeugd en gezin). Hiervoor wil ik hem en de desbetreffende directeurs, ook bedanken. Bovendien wil ik ook het ganse politiekorps bedanken voor de goede ontvangst en de vlotte en aangename samenwerking. Ik wil hem overigens feliciteren voor de open mentaliteit die er heerst, binnen dit politiekorps Mijn stagementor, Yves Werbrouck, zou ik willen bedanken voor de praktische informatie, de handige tips en hints, die hij aanbracht. Voor het kritisch lezen van mijn eindwerk en waar nodig bijsturing gaf, die zo de realisatie van mijn eindwerk konden verbeteren. Ik wil hem bedanken voor het vertrouwen dat hij in mij had en voor onze goede wederzijdse verstandhouding. Isabelle Degraeve, mijn stagesupervisor, en haar collega Peter Verboven, van de dienst politionele slachtofferzorg van PZ vlas, verdienen mijn grote waardering. Zij hebben mij met hun kennis en ervaring in het vak, enorm goed geholpen. Als deskundigen stonden zij altijd open om mij te helpen, mijn vragen te beantwoorden en onderdelen van mijn eindwerk kritisch te lezen. Ze boden mij de tijd en ruimte om op de dienst de nodige informatie te verzamelen en stelden een computer ter beschikking om die informatie in een later stadium te verwerken. Ze hebben mij in de wereld van de slachtofferproblematiek binnen gelaten en mij er als een ander mens terug laten uit komen. Ze hebben een nieuw stuk aan mijn persoonlijkheid toegevoegd. Bedankt daarvoor! 5

Verder wil ik stagesupervisor, Isabelle, nog eens apart in de bloemetjes zetten. Eerst en vooral voor het feit dat ze mij wilde begeleiden. Maar vooral omdat zij in haar zwangere toestand en de ongemakken die daar soms bijkomen, mij altijd met hetzelfde enthousiasme heeft bijgestaan. Een woord van dank gaat uit naar de verantwoordelijken voor slachtofferbejegening van de andere vijf politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk: Roselien Vandenheede, Christophe Van Cleven, Gerit Seynaeve, Geert Soete, Maria Seurinck en Siska Casier. Voor hun spontane medewerking aan het invullen van mijn vragenlijst. Door hun bereidwilligheid heb ik een beter zicht gekregen op de werking van de politiezones, ten aanzien van de functie politionele slachtofferbejegening. Hun medewerking was een basisvereiste om een goed gefundeerd eindwerk te kunnen afleveren. Ook de vertegenwoordigers van de hulpverleningsdiensten die zetelen in het welzijnsteam, wil ik bedanken voor de snelle respons op mijn vragenlijst. Een bedanking gaat ook uit naar mijn lastige tantes. Die regelmatig als juryleden bij eindwerkpresentaties, over de nodige kennis en ervaring beschiken op vlak van eindwerken. Als buitenstaander hebben zij met hun correcties, vraagtekens, kantekeningen en opmerkingen, zeer veel bijgedragen tot de structurele, inhoudelijke en taalkundige kwaliteit van mijn eindwerk. Als laatste, maar daarom niet in het minst, wil ik mijn ouders bedanken. In de tijden waar ik het soms moeilijk had, stonden zij altijd klaar om mij met raad en daad bij te staan. Ze konden altijd begrip opbrengen voor de uren die ik achter mijn computer heb versleten en de geïrriteerde momenten die daaruit resulteerden. Het zijn twee mij dierbare personen, die van onschatbare waarde zijn. 6

Verklarende woordenlijst Bv. Calog C.A.W. CBJ CLB CP C.G.G.Z. DPS e.a. FPS HCP HINP i.f.v. INP IPOS ISLP i.v.m. Bijvoorbeeld Administratief en Logistiek kader / Cadre administratif et logisteque Centrum Algemeen Welzijnswerk Comité Bijzondere Jeugdzorg Centrum voor Leerling Begeleiding Commissaris van de Politie Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Dienst Politionele slachtofferbejegening- zorg en andere(n) Functie Politionele Slachtofferbejegening Hoofdcommissaris van Politie Hoofdinspecteur van Politie in functie van Inspecteur van Politie Interzonaal Politioneel Overleg Slachtofferzorg Integrated System for Locale Police In verband met j. Jaar KB NFS o.a. Koninklijk Besluit Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid Onder andere 7

OBP O.C.M.W. OGP OOP Officier van Bestuurlijke Politie Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Officier van Gerechtelijke Politie Openbare Orde / Ordre Publique p. Pagina PAAZ PLP PSB PST PZ RCK SLB SLH SLO SNM SOP s.p. Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis Police Locale / Lokale Politie Politionele Slachtofferbejegening Politioneel Slachtofferteam Politiezone Regionaal Crisisnetwerk Kortrijk Slachtofferbejegening C.A.W., afdeling slachtofferhulp (Kortrijk) Slachtoffer Slechtnieuwsmelding Slachtofferonthaal Parket Sine pagine / zonder pagina u. Uur V.K. VKO LL WZT Zgn. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Verkeersongeval met Lichamelijke Letsels Welzijnsteam Zogenaamde 8

9

1 1 Inleiding 1.1 Probleemstelling Gedurende de twee jaar dat we, binnen onze opleiding maatschappelijk werk, konden stage lopen, heb ik dit gedaan bij een dienst politionele slachtofferbejegening. Mijn eerste stageperiode was bij de dienst politionele slachtofferbejegening (DPS) van PZ Kouter. Daar kon ik al de nodige positieve en negatieve punten ervaren van een dienst PSB binnen een politieorganisatie. Mijn derdejaars stage kon ik verder zetten bij de DPS van PZ Vlas. De opgedane ervaringen bij PZ Kouter, deden bij mij beseffen dat er op het vlak van slachtofferbejegening nog veel werk aan de winkel is. Deze veronderstelling wilde ik toetsten aan de werkelijkheid en doordat ik mijn stage kon doen bij de DPS van PZ Vlas, leidde dit tot de gedachte: Hoe verloopt de slachtofferzorgwerking binnen de verschillende politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk 1? Naar aanleiding van de politiehervorming in 2001, dient iedere politiezone de functie slachtofferbejegening te implementeren in zijn organisatiemodel. Hoe ze dit moeten doen wordt niet specifiek bepaald. Uit de voorbereidende gesprekken, die ik had met mijn stagesupervisor, kon ik concluderen dat niet iedere zone op dezelfde manier de functie politionele slachtofferbejegening (FPS) invult. Sommige zones hebben zelfs nog geen eigen specifieke dienst. Dit wekte mijn nieuwsgierigheid en zette mij aan om een evaluatie op te maken van de functie politionele slachtofferbejegening binnen de zes politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. Veelal is het de politie die als eerste met slachtoffers wordt geconfronteerd. Er wordt veronderstelt dat zij in staat is de slachtoffers goed op te vangen, maar ook, indien gewenst, de slachtoffers door te verwijzen naar een gespecialiseerde hulpverleningsdienst. Naar mijn aanvoelen hanteert de politie nog teveel de dadergerichte i.p.v. de slachtoffergerichte aanpak, waardoor het slachtoffer veelal in de kou blijft staan. In het kader van de evaluatie van de FPS binnen de zes politiezones, wou ik nagaan hoe de samenwerking politie-hulpverlening en omgekeerd verloopt binnen het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. 1 Zie bijlage 1 1

2 In dit eindwerk zou ik graag nagaan hoe iedere politiezone van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk de FBS implementeert in haar zone, hoe de samenwerking verloopt met de andere zones en met de hulpverlening. Maar vooral waar de verschillen en knelpunten liggen. 1.2 Werkwijze Hieronder wordt de structuur van dit eindwerk nader toegelicht om zo een overzicht te schetsen. In het eerste hoofdstuk wordt er stilgestaan bij mijn probleemstelling en wat er mij toe aanzette om tot deze stelling te komen. Evenals de daaruit voortvloeiende vragen die beantwoord moeten worden, om mijn stelling te kunnen onderbouwen. Het tweede hoofdstuk dient vooral om meer duidelijkheid te scheppen in de verschillende begrippen die er gehanteerd worden binnen het slachtofferlandschap. In het derde hoofdstuk schets ik eerst kort de geschiedenis van het aspect slachtofferzorg bij de politie, om vervolgens de verschillende regelgevingen,wetten, e.d. te bespreken, die betrekking hebben op de functie politionele slachtofferbejegening. Het vierde hoofdstuk geeft een overzicht van de zes politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, specifiek gericht naar de wijze waarop de functie slachtofferbejegening is toegepast in iedere politiezone. Het theoretische deel van mijn eindwerk wordt afgesloten met hoofdstuk vijf. Hierin wordt het aspect slachtofferzorg binnen andere diensten besproken, zowel binnen de hulpverlening als binnen justitie. Evenals hoe de samenwerking kan verlopen met de politie. Hoofdstuk zes is een verwerking van de vragenlijsten, die ik in functie van de doelstelling van dit eindwerk, heb opgesteld. Om een beter beeld te krijgen van de functie politionele slachtofferbejegening binnen het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, werd er een vragenlijst opgesteld gericht naar de verschillende verantwoordelijken voor de functie politionele slachtofferbejegening van de zes politiezones. Een tweede vragenlijst ging naar een aantal hulpverleningsdiensten, met als doel iets meer te weten te komen over het aspect samenwerking met politiediensten Het zevende hoofdstuk is een algemeen besluit. Het is een slotconclusie ten aanzien van mijn probleemstelling, die een aantal knelpunten en voorstellen naar voren wil brengen. 2

3 Een overzicht van de bronnen die werden gebruikt voor het opstellen van dit eindwerk, komen in hoofdstuk acht aan bod. Bijlagen zijn terug te vinden in het negende en laatste hoofdstuk. 3

4 2 Slachtofferzorg 2.1 Inleiding Het is pas de laatste 15 jaar, naar aanleiding van het Heizeldrama, de Bende van Nijvel, de aanslagen van de C.C.C., dat er in ons land een maatschappelijk bewustzijn gegroeid is betreffende de slachtofferzorg. Daar waar men in andere Europese landen sinds lang aandacht besteedt (jaren 70) aan het slachtofferschap, zijn ze in België er halverwege de jaren 80 maar mee gestart (wet Gol 85). Sinds die wet van 85, betreffende de toekenning van hulp door de staat aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, is het bezig zijn met slachtoffers in een stroomversnelling geraakt. Heel wat slachtofferinitiatieven rezen als paddestoelen uit de grond. Ondanks het feit dat er de laatste jaren belangrijke maatregelen genomen zijn die slachtoffers ten goede komen, verloopt het slachtofferbeleid en de zorg voor slachtoffers nog niet optimaal. Met het Samenwerkingsakkoord Slachtofferzorg van 7 april 1998 is toch een poging ondernomen om de diensten die met slachtoffers werken zo goed als mogelijk op elkaar af te stemmen. 2.2 Verduidelijking van een aantal begrippen Hieronder volgt de woorduitleg van een aantal begrippen. Het is de bedoeling om meer duidelijkheid te scheppen in de wereld van de slachtofferhulp. 2.2.1 Slachtoffer Er bestaat geen enkelvoudige definitie van de term slachtoffer. Ieder ander persoon bekijkt het vanuit zijn invalshoek, waardoor iedere definitie relatief blijft. Hier volgen de meest courante definities. Iemand die door de gevolgen van bepaalde handelingen of gebeurtenissen zwaar getroffen wordt (Van Dale woordenboek). Iemand wie het ontgelden moet (Prisma woordenboek). Elk persoon die er terecht of onterecht van overtuigd is een lichamelijke, psychologische of materieel nadeel te ondergaan vanwege een ander, al dan niet gekend persoon, of vanwege een groep, een instelling of een maatschappij en die moeilijkheden ondervindt om deze beleving te wijzigen (definitie van Helbrun). 4

Personen die schade leden door daden of verzuim dat door de wet strafbaar is gesteld. Ook nabestaanden van slachtoffers kunnen in bepaalde gevallen als slachtoffer worden beschouwd. Men mag hierbij geen onderscheid maken naar ras, taal of religie van het slachtoffer (Strategisch plan van een Nationaal Slachtofferbeleid, opgesteld door het Nationaal Forum Slachtofferbeleid en het Ministerie van Justitie, 1996). Al wie zich persoonlijk benadeeld acht door een misdrijf, d.w.z. hij die aantoont dat hij slachtoffer kan zijn in zijn persoon, zijn goederen of zijn eer. Hij moet persoonlijk, zeker en gerealiseerd zijn en in geld waardeerbaar (Verboven P, slachtofferhulpbrochure p.2, 1995). De persoon, evenals zijn verwanten, aan wie materiële, fysische en/of morele schade is toegebracht als gevolg van een handeling of een verzuim dat strafbaar is gesteld door het Strafwetboek of door bijzondere strafwetten (OOP 15ter). Als er in deze tekst wordt gesproken van slachtoffers dan wordt hiermee bedoeld de slachtoffers zoals omschreven in de ministeriële omzendbrief OOP 15ter 2. 5 2.2.2 Slachtofferhulp Slachtofferhulp staat voor de hulp- en dienstverlening aan slachtoffers door een centrum voor slachtofferhulp. Deze hulp kan algemeen of categoriaal zijn. Slachtoffers van (seksueel) geweld, mensenhandel en racisme vereisen immers vaak een specifieke aanpak. (Decreet samenwerkingsakkoord, 7 april 1998). Deze centra voor slachtofferhulp staan in voor het begeleiden (juridisch, praktisch, emotioneel, ) van slachtoffers en hun naast- en/of nabestaanden. Dit gebeurt zowel door professionelen (psycholoog, maatschappelijk assistent, orthopedagoog, ) als door vrijwilligers. Deze centra staan ook in voor structurele opdrachten: sensibilisering, coördinatie van het hulpaanbod, samenwerking en verwijzing. 2.2.3 Slachtofferbejegening Slachtofferbejegening is de dienstverlening aan slachtoffers door politionele en justitiële diensten waarbij de eerste opvang en het onthaal van het slachtoffer evenals het verstrekken van een goede basisinformatie aan een slachtoffer centraal staan (OOP 15ter). 2 Zie bijlage 2 5

2.2.4 Dienst politionele slachtofferbejegening 6 Een dienst binnen de lokale of federale politie die enerzijds instaat voor de sensibilisering en permanente vorming van politieambtenaren inzake politionele slachtofferbejegening en anderzijds voor het bieden van deze slachtofferbejegening, zonder evenwel afbreuk te doen aan de wettelijke verplichtingen inzake slachtofferbejegening van elke individuele ambtenaar (OOP 15ter). De politionele slachtofferbejegening onderscheidt zich van de slachtofferhulp, meer bepaald door de inhoud, intensiteit en frequentie van de contacten met het slachtoffer. Aangezien de psychosociale of therapeutische hulpverlening niet onder de politietaken ressorteert, verwijst de politieambtenaar het slachtoffer door naar de centra (diensten) voor slachtofferhulp erkend door de Gemeenschappen (OOP 15ter). 2.2.5 Slachtofferonthaal Een dienst bij het parket van de rechtbank van eerste aanleg die door de inschakeling van justitieassistenten,de magistraten, evenals het andere personeel van de rechtbank en het parket bijstaat in het organiseren en het verbeteren van de justitiële slachtofferbejegening (OOP 15ter). De diensten zijn opgericht om er voor te zorgen dat slachtoffers en hun gezin binnen het gerecht een humanere opvang en behandeling krijgen, om een tweede victimisering te voorkomen. 2.2.6 Slachtoffertherapie Langdurige en gespecialiseerde hulpverlening die onder andere wordt verleend in daarvoor specifiek door de gemeenschappen of gewesten erkende instellingen (samenwerkingsakkoord; 7 april 1998). Slachtoffers die zeer gespecialiseerde en meer langdurige zorgen behoeven, kunnen een beroep doen op diensten voor geestelijke gezondheidszorg, traumacentra bij universitaire klinieken, psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen, psychiatrische centra en therapeutische gemeenschappen. Ook de politiediensten en de centra slachtofferhulp moeten in deze gespecialiseerde centra terecht kunnen voor deskundig advies, verwijzing en ondersteuning (strategisch plan van een nationaal slachtofferbeleid, 1996, p. 19) 6

2.2.7 Slachtofferzorg 7 De hulp- en dienstverlening in de breedste betekenis, die vanuit de verschillende maatschappelijke sectoren (politionele en justitiële diensten, sociale en medische sector) aan slachtoffers wordt geboden (OOP 15ter). Term die gebruikt wordt als meest algemene omschrijving van de dienst- en hulpverlening aan slachtoffers, vanuit verschillende maatschappelijk sectoren en op verschillende echelons: de opvang of mantelzorg in de eigen omgeving van het slachtoffer (familie, vrienden, ) de bejegening door de politiediensten, de hulpverlening door de huisarts en ruimere medische sector, de hulpverlening door Centra voor Slachtofferhulp en Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Ook in contacten met andere instanties, zoals de verzekeringstussenpersoon, rechtshulpverleners en journalisten is een aspect van slachtofferzorg terug te vinden (Aertsen, 2002, p. 163). Wordt gebruikt als verzamelwoord, als algemene term die alles wat slachtofferbejegening, slachtofferhulp en slachtoffertherapie betreft, overkoepelt. 2.2.8 Slachtofferbeleid Slachtofferbeleid is het strafrechtelijk beleid ten voordele van slachtoffers, waaronder de gerechtelijke slachtofferzorg, en de daden van bestuur van de Staat of de Vlaamse Gemeenschap in verband met slachtofferzorg (samenwerkingsakkoord, 7 april 1998). 2.2.9 Autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk Een voorziening die vanuit een eenheid van beheer en beleid een gediversifieerde verantwoorde hulp- en dienstverlening aanbiedt aan alle personen van wie de welzijnskansen bedreigd of verminderd worden ten gevolge van persoonlijke, relationele, gezins- of maatschappelijke factoren (Bv. Centrum Algemeen Welzijnswerk, Stimulans voor de regio Kortrijk). De opdracht slachtofferhulp wordt als bijkomende taak toegewezen aan een autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk (samenwerkingsakkoord, 7 april 1998). 2.3 Slachtofferschap Veel slachtoffers worden geschokt in hun vertrouwen in medemens en samenleving en ondervinden materiële, lichamelijke en emotionele problemen. De slachtoffers verwachten na de feiten over het algemeen: een menselijke aanpak door alle personen waarmee ze in contact komen, medeleven vanuit de overheid en de samenleving, optimale informatie en een herstel van de geleden materiële en immateriële schade. Deze verwachtingen werden echter in een recent verleden nauwelijks ingelost. 7

Hoewel het slachtofferbeleid en de zorg voor slachtoffers nog niet optimaal verlopen, werden er de laatste jaren belangrijke maatregelen genomen die slachtoffers ten goede komen. Deze politiek steunt op drie pijlers: 3 Op de eerste plaats zijn alle overheidsdiensten, in het bijzonder de politiediensten en de gerechtelijke instanties, verantwoordelijk voor een goede slachtofferbejegening. Hierin staan de eerste opvang van alle slachtoffers, het onthaal en een goede basisinformatie, centraal. Dit voorkomt secundaire victimisering en een verdere vertrouwensbreuk in de overheid. Op het tweede niveau staat het herstel van de materiële en de immateriële schade centraal, inbegrepen het herstel van het vertrouwen in medemens en samenleving. Van belang zijn goede schaderegelingen, conflictbemiddelingen indien mogelijk en slachtofferhulp. Deze laatste kan algemeen of categoriaal zijn. De slachtoffers van (seksueel) geweld, mensenhandel en racisme vereisen immers vaak een specifieke aanpak. In slachtofferhulp zijn verder twee deelniveaus van belang: het vrijwilligerswerk en de slachtofferhulp door professionelen. Een beperkt aantal slachtoffers heeft nood aan slachtoffertherapie, vooral deze van (seksueel) geweld. Dit vergt uiterst gespecialiseerde hulp. Wanneer slachtofferschap leidt tot (eventueel tijdelijk) verlies van vertrouwen in de sociale orde, dan kan men zich inbeelden dat wanneer een persoon na verloop van tijd opnieuw feiten meemaakt, dit wordt beleefd als een bevestiging van de vijandigheid van de onwereld. We spreken dan van herhaald slachtofferschap (Aertsen I. e.a., 2002, p. 14). 8 2.4 Besluit Mensen leven met de illusie van onkwetsbaarheid. We weten dat criminaliteit voorkomt, maar we gaan ervan uit dat het ons wel niet zal overkomen, of we denken dat het probleem in onze omgeving minder ernstig is. Wanneer men slachtoffer wordt, is er plotseling het besef dat met wel degelijk onveilig en kwetsbaar is, dat met geen controle heeft over dergelijke zaken, dat het opnieuw kan gebeuren, Om dit alles een verantwoording en een plaats te geven in het eigen leven, zullen sommige slachtoffers zichzelf de schuld geven of dat anderen uit de omgeving van het slachtoffer, hem of haar de schuld toeschuiven. 4 Door het bijzonder attent zijn voor de zorg, bijstand en hulp op mensenmaat van de verschillende personen en diensten die onder slachtofferzorg vallen, draagt slachtofferzorg bij tot het herstel van het gevoel van welzijn en wordt secundair onwelzijn bij slachtoffers voorkomen. Dit is iets waar wij moeten proberen naartoe te streven. 3 4 Strategisch plan van een nationaal slachtofferbeleid, Ministerie van Justitie, 1996 Aertsen I. e.a., vademecum politiële slachtofferbejegening, 2002, p.12-13 8

9 Net zoals je van een ziekte kunt genezen, kan je ook herstellen van je slachtofferschap. Iets wat we altijd in ons achterhoofd dienen te houden, binnen ons werk als hulpverlener. Men spreekt van herstel wanneer het slachtoffer zich niet langer gehinderd voelt door psychologische gevolgen. 9

10 3 Slachtofferzorg binnen de politie 3.1 Inleiding In onze samenleving kan men tegenwoordig de slachtoffers niet meer over het hoofd zien. Jaren geleden bleef het slachtoffer dikwijls in de kou staan. Men had vooral meer oog voor de dader, dan voor het slachtoffer. Sedert de jaren 80 heeft de overheid meer werk gemaakt van slachtofferbetrokkenheid in de strafrechtsbedeling. Nu kunnen we toch al spreken van een sterk uitgebouwd slachtofferhulpverleningsnetwerk. Ook bij de politie is men niet stil blijven staan en zijn er sedert de jaren 80 specifieke diensten opgericht die instaan voor slachtoffers. In dit hoofdstuk zal ik eerste een korte schets maken van het ontstaan van slachtofferzorg en specifieke diensten slachtofferzorg binnen de politie. Dit moet een korte inleiding zijn op het volgende deel, dat zal gaan over de belangrijkste regelgevingen betreffende politionele slachtofferbejegening. De regelgeving zal besproken worden op zeer verschillende niveaus: supranationaal, nationaal, arrondissement, lokaal. Daar mijn eindwerk gaat over de slachtofferzorg werking van de verschillende politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, lijkt het mij ook interessant om de verschillende werkingen van de zes politiezones, kort uit de doeken te doen. Dit zal voornamelijk in het laatste deel van dit hoofdstuk aan bod komen. 3.2 Algemene geschiedenis 3.2.1 Inleiding Zolang de politie bestaat, is er altijd een dader en een slachtoffer geweest. Dat betekent dat de politie zich altijd al met slachtoffers heeft moeten bezighouden. Reeds voor de aanstelling van maatschappelijk assistenten bij de politiediensten, waren er agenten die slachtoffers op een correcte wijze opvingen. Uiteraard was voor de invoering van de diensten slachtofferhulp de opvang van slachtoffers niet de belangrijkste doelstelling. Alles draaide veeleer om de noden van het onderzoek en het slachtoffer werd benaderd om eventueel meer info te verzamelen over de feiten. 5 5 Henrotay C., colloqium: de rechten van slachtoffers. Stand van zaken in ontwikkeling. Opvang van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, Belgische Senaat, 2002 10

11 Onder invloed van brede maatschappelijke bewegingen, zowel in het buitenland als bij ons, is geleidelijk aan meer aandacht ontstaan voor slachtoffers. Belangrijke stimulansen werden gegeven vanuit de vrouwenbeweging, de wetenschappelijke wereld, bepaalde werkgroepen, de Centra voor Slachtofferhulp en het beleid (Aertsen I., e.a., 2002, p. 168) 3.2.2 Geschiedenis Binnen de politiediensten bestaat van oudsher interesse voor de sociale hulpverlening en diverse items die eerder thuis horen in de welzijnssector. Daar de politie midden in de samenleving opereert, is steeds meer samenwerking en uitwisseling van ideeën en werkmethoden nodig tussen beide sectoren. Sinds de jaren 60 zijn in heel wat stedelijke politiekorpsen sociale diensten opgericht. Het personeel hiervan bestaat uit maatschappelijke assistenten, die de graad van politieassistent bekleden. Deze diensten zijn o.m. actief op het vlak van de jeugdcriminaliteit en de adoptie-, gezins- en echtscheidingsproblemen. Uiteraard zijn zij op de eerste plaats rapporteurs aan het parket of de rechtbank, of uitvoerders van door deze instanties gevraagde taken. Maar in de praktijk zijn zij vaak bezig met bemiddeling, het zoeken naar oplossingen op korte termijn. Kortom: begeleiding en hulpverlening. Reeds lang krijgen zij de zgn. minder interessante sociale opdracht toevertrouwd, die de andere politieambtenaren niet willen opnemen. Zijn zij dan geen hulpverleners? Hun opleiding als maatschappelijk assistent wijst er alleszins op dat zij ook een hulpverlenende taak kunnen uitvoeren. De eersten onder hen waren dertig jaar geleden de pioniers van de sociale dienstverlening vanuit de politie. Vaak werden zij door hun collega s uit de private en openbare hulpverleningsdiensten (en vanuit beleidsinstanties) met een scheef oog bekeken, door hun specifieke plaats als hulpverleners binnen het politiewezen. Niettemin hebben zij baanbrekend werk verricht (en doen dit nog steeds) met betrekking tot de eerste opvang en de begeleiding van diverse probleemsituaties, die vaak eerst bij de politie-instanties terechtkomen. Dit heeft uiteraard te maken met de lage drempel van de politionele instanties, die temidden de samenleving opereren, daar waar de drempel naar diverse private hulpverleningsdiensten veel hoger is. Trouwens, vooral de bevolking uit de lagere sociale klassen vindt gemakkelijker de weg naar deze diensten dan naar moeilijker te bereiken private hulpverlening. 11

12 Sedert ongeveer 15 jaar wordt in de opleidingen van de politieambtenaren zeer veel aandacht besteed aan bijvoorbeeld sociale vaardigheden, basisbegrippen uit de psychologie, sociologie en criminologie, en worden zij van in het begin in deze zaken ingewijd. De laatste jaren peilt men zelfs bij de kandidaten die zich aanmelden om bij de politiediensten te komen werken, naar bekwaamheden op dit vlak. Niettemin leidde dit aanvankelijk op het werkveld niet naar de gewenste resultaten, hoewel op het vlak van de eerste opvang van slachtoffers al heel wat is veranderd. Nog al te vaak overheerst echter de hardnekkige, traditionele opvatting over de politieman of vrouw als wetsontziener. Nochtans groeide bijvoorbeeld de belangstelling voor de wijkagenten van de lokale politie, die toch zo dicht bij de bevolking stonden, niet alleen als bron voor het inwinnen van gerechtelijke informatie, maar vooral als probleemoplosser op het terrein. Sedert de tweede helft van de jaren 80 hebben druppelsgewijs een aantal politieambtenaren binnen de reeds hoger vermelde sociale diensten van de toenmalige gemeentepolitie, een aanvang genomen met de uitbouw van de dienstverlening aan slachtoffers (bijv. Genk, Tienen, Aalst). Ook andere politieambtenaren, die niet binnen zo n dienst werkzaam waren, begonnen een preventiewerk, toegespitst op onder meer inbraakbeveiliging (Gent, Mechelen, Kortrijk, Oostende en diverse rijkswachteenheden) en slachtofferhulp (bijv. Kortrijk). Van bij het begin werden in de slachtofferzorg nieuwe technieken toegepast, zoals de outreaching-methode 6, de eerste hulp bij misdrijven, sociale preventie en overlegassistentie. De traditionele hulpverleningsdiensten bleven ondertussen met een problematische hoge drempel kampen, terwijl de politiediensten juist het gedroomde terrein zijn voor de uitbouw van deze dienstverlening, aangezien de slachtoffers daar bij wijze van spreken toestromen. 7 Rika Steyaert 8 stond erop dat slachtoffers van delicten uitdrukkelijk in het besluit van 24 juli 1985 werden vermeld en erkende aldus de opstartende slachtofferzorg in Vlaanderen. Langzaam komt de wetgeving rond slachtofferhulp op gang. Op 26 augustus 1991 wordt één van de belangrijkste omzendbrieven met betrekking tot politionele slachtofferhulp van kracht. De OOP 15 werd gepubliceerd door het ministerie van Binnenlandse zaken. Een tweede versie hiervan (OOP 15bis) verscheen, samen met een informatiebrochure, op 29 maart 1994. Ondertussen werden deze omzendbrieven vervangen door de OOP 15ter van 9 juli 1999. 6 7 8 Zelf de slachtoffers van ernstig misdrijven, zoals inbraken met geweld, contacteren, zonder op diens vraag te wachten. Verboven P., Slachtoffer- en daderzorg: de hulpverleningsstructuren bij politie en justitie, politeia, 1998 Gewezen Gemeenschapsminister van Gezin en Welzijnszorg 12

13 Van alle kanten werden de politiediensten aangespoord meer dienstverlening te bieden. Binnen de toenmalige gemeentepolitie kwam de slachtofferaandacht in een stroomversnelling door de veiligheids- en preventiecontracten. In dit kader waren er begin 95, 27 steden en gemeenten bureaus voor slachtofferbejegening operationeel. Dit bracht de aanstelling mee van meer dan 60 specifieke personeelsleden (burgerpersoneel) voor onder meer de slachtofferbejegening. Tegelijk werd in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken in 1994 voor de opleiding van de toenmalige gemeentepolitie en rijkswacht een syllabus politiële slachtofferbejegening uitgewerkt en werd een trainingsvideo met bijhorende handleiding gerealiseerd. Binnen de voormalige rijkswacht (nu federale politie) werd vanaf januari 1995 in elk district een maatschappelijk werker aangeworven, die naast ander taken actief is (was) op het vlak van de ondersteuning en uitbouw van de slachtofferbejegening in de brigades. 9 De slachtofferhulp vanuit de politiediensten biedt onmiskenbaar een aantal voordelen, zoals: een aantal van de personeelsleden in deze diensten hebben politie bevoegdheid; deze diensten situeren zich bij de bron waar het overgrote deel van de slachtoffers in eerste instantie terechtkomen; essentiële informatie kan vlug geraadpleegd worden (bijv. inzage in het aanvankelijke proces-verbaal, opvragen bevolkings- en rijksregistergegevens); een aantal parketmagistraten stellen meer vertrouwen in deze diensten dan in de traditionele private hulpverlening. 3.3 Regelgeving betreffende de politionele slachtofferbejegening 10 Hieronder wil ik ingaan op de bestaande regelgeving betreffende de positie en de bejegening van het slachtoffer, voor zover deze relevant is voor de concrete taakinhoud van de politie. Het begrip regelgeving dient hier breed opgevat te worden. Het betreft de wetgeving in zowel de enge-formele zin als in de brede-materiële zin. Deze regelgeving werd uitgevaardigd op zeer verschillende niveaus: supranationaal, nationaal, arrondissement, lokaal, 3.3.1 De fundamentele rechten van het slachtoffer Door het Europees Forum voor Diensten aan Slachtoffers werden in 1996 de basisrechten voor slachtoffers van criminaliteit gelanceerd. 9 10 Aertsen I. e.a., vademecum politiële slachtofferbejegening, 2002, p. 169 Aertsen I. e.a., vademecum politiële slachtofferbejegening, 2002, p. 181 13

De rechten van het slachtoffer zijn de volgende: 11 14 Het recht op een eerbiedige en correcte behandeling Het slachtoffer heeft recht op een vriendelijke, correcte en tactvolle behandeling, ongeacht het misdrijf. Nationaliteit, sociale afkomst, politieke overtuiging, religie of seksuele geaardheid mogen geen rol spelen. Dit principe is van toepassing vanaf het vaststellen van de feiten, en ook in geval van andere tussenkomsten (medisch of sociaal). De nabestaanden van een overleden slachtoffer hebben recht op eerbied voor hun rouwproces. Het recht om informatie te krijgen Slachtoffers hebben recht op alle informatie over het verloop van de gerechtelijke procedure, de bijstand van een advocaat, de middelen om schadevergoeding of financiële hulp te krijgen en over de Centra voor slachtofferhulp. Binnen een redelijke termijn hebben slachtoffers het recht zo volledig mogelijk geïnformeerd te worden over de inhoud en het verloop van het dossier. Het recht om informatie te geven Slachtoffers hebben het recht om gehoord te worden. Dit betekent dat zij alle elementen moet kunnen meedelen die nodig zijn voor het beoordelen van de schade. Het is belangrijk voor het onderzoek dat het slachtoffer alle inlichtingen geeft over de feiten en over wat hij na de inbreuk heeft ervaren. Het recht op juridische bijstand en rechtsbijstand Het slachtoffer heeft recht op begeleiding en advies, zodra politie, justitie of hulpverlening tussenkomen. Dit houdt onder meer in dat hij het recht heeft te worden bijgestaan door een advocaat, ook als het slachtoffer niet over voldoende financiële middelen beschikt. Het recht op financieel herstel Slachtoffers hebben recht op herstel van de geleden schade binnen een redelijke termijn. Ze moeten wel de omvang van deze schade aantonen. Is een effectief herstel van de schade niet mogelijk, dan kunnen slachtoffers van opzettelijke gewelddaden om een financiële hulp verzoeken bij de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Het recht op hulp Het slachtoffer heeft recht op aangepaste psychosociale hulp. Deze hulp wordt onder meer verleend door de Centra voor slachtofferhulp. Zij adviseren en begeleiden het slachtoffer op psychosociaal vlak. Het recht op bescherming en respect voor het privé-leven Politie en gerecht moeten het slachtoffer beschermen tegen bedreigingen of wraakacties, onder meer van de dader. Deze bescherming moet van bij het begin, tijdens de ganse duur van het onderzoek, geboden worden aan het slachtoffer. Slachtoffers hebben ook recht op bescherming tegen elke aantasting van hun privé-leven en zeker onmiddellijk na de feiten. 11 Brochure, uw rechten als slachtoffer van een misdrijf, FOD justitie Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid 14

3.3.2 Supranationaal vlak 15 3.3.2.1 Verenigde Naties: Verklaring over de basisrechten van slachtoffers van misdrijven en van machtsmisbruik Deze verklaring werd op 11 november 1985 aanvaard door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het gaat eerder om een princiepsverklaring 12, waarbij de Verenigde Naties aan de nationale regeringen en de internationale instellingen bepaalde aanbevelingen formuleren op het vlak van de wettelijke positie van het slachtoffer, de schadevergoeding en de slachtofferzorg algemeen. Het belang van respectvolle houding en begrip vanwege de politie voor het slachtoffer wordt benadrukt. De Verenigde Naties wensen dat de gerechtelijke procedures beter op de behoeftes van de slachtoffers worden afgestemd. Tenslotte moet het slachtoffer ook beter over zijn rechten worden geïnformeerd. De slachtoffers moeten op bijstand kunnen rekenen, ze moeten worden geïnformeerd over het aanbod van de hulpverlening en de toegang tot de hulpverlening moet worden bevorderd. Door tot een algemeen beleid te komen en de wetgeving constant aan te passen, wil men bereiken dat de victimisering wordt beperkt. Deze verklaring bevat nog geen concrete richtlijnen voor het politiewerk. Wel biedt ze een algemeen kader, waaruit impliciet de belangrijke taakvelden van de politie kunnen afgeleid worden. Zo worden het belang van de informatie onderstreept, het nemen van onmiddellijke (beschermings)maatregelen, het meewerken aan schadeherstel, de bijstand en de doorverwijzing naar de hulpverlening. 3.3.2.2 Raad van Europa: aanbeveling inzake de positie van het slachtoffer binnen het strafrecht en de strafprocedure Ook deze aanbeveling is juridisch niet afdwingbaar. Ze werd opgenomen door de Raad van Ministers van de Raad van Europa op 28 juni 1985. In de aanbeveling worden concrete voorstellen geformuleerd om de positie van het slachtoffer te verbeteren in de verschillende fasen van de strafrechtsgang, zowel op wettelijk vlak als in de praktijk. 12 De bepalingen van deze verklaring kunnen juridisch niet afgedwongen worden van de regering of van een andere instantie. 15

16 Verder wordt nog aanbevolen om, in de verschillende fasen van de procedure, het verhoor van het slachtoffer zodanig te doen, dat er erkenning wordt gegeven aan zijn persoonlijke situatie, zijn rechten en zijn waardigheid. Ook wordt aandacht gevraagd voor de bescherming van het privé-leven van het slachtoffer, o.a. ten opzichte van de media. 3.3.2.3 Raad van Europa: aanbeveling inzake de hulpverlening aan slachtoffers en de preventie van victimisering Op 17 september 1987 keurde de Raad van Ministers deze aanbeveling goed. Voor de politie wordt het belang van de doorverwijzing naar de hulpverlening beklemtoond. Ook hulpverlening door vrijwilligers, eventueel professioneel begeleid, wordt aangemoedigd. Aan de overheid wordt gevraagd om inspanningen te leveren op het gebied van criminaliteitspreventie. 3.3.2.4 Europese Ministerconferentie over fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen In deze verklaring wil men zich richten tot een meer specifieke doelgroep, nl. vrouwen die het slachtoffer werden van fysiek of seksueel geweld. Het hoofddoel was vooral om te komen tot een geïntegreerde aanpak waarin wetgever, politie, justitie, hulpverlening en wetenschappelijk onderzoek samenwerken. Deze eindverklaring werd op 14 en 15 maart 1991 te Brussel, door 16 Europese ministers bevoegd voor de problematiek van geweld op vrouwen, opgesteld. 3.3.3 Nationaal vlak Omzendbrief OOP 15 van 26 augustus 1991 Wet op het politieambt (art. 46) van 15 augustus 1992 Omzendbrief OOP 15bis van 29 maart 1994 Wet Franchimont van 12 maart 1998 Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg van 7 april 1998 Wet ter organisatie van een geïntegreerde politiedienst (art. 123) van 7 december 1998 Omzendbrief OOP 15ter van 9 juli 1999 Koninklijk Besluit van 17 september 2001 tot de vaststelling van de organisatie en de werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren Omzendbrief PLP 10 van 9 oktober 2001 16

3.3.3.1 De ministeriële omzendbrieven OOP 15; 15bis en 15ter (1991, 1994, 1999) 17 Deze omzendbrieven bespreek ik samen in één onderdeel omdat ze elkaar aanvullen en opvolgen.. De OOP 15 werd op 26 augustus 1991 uitgevaardigd door de toenmalige minister van Buitenlandse zaken. De omzendbrief had tot doel de dienstverlening aan en de doorverwijzing van slachtoffers van misdrijven te verbeteren. In deze omzendbrief wordt de rol van de politie in de slachtofferbejegening een eerste maal geschetst en het hulpverleningsaanbod van de Vlaamse en Franse gemeenschap beschreven. Deze omzendbrief geeft ook zes richtlijnen weer op welke wijze de politie aan de behoeften van slachtoffers van misdrijven kan tegemoet komen: De politie moet aangepaste materiële omstandigheden creëren voor het opvangen van slachtoffers. De politieambtenaar besteedt zorg aan het contact met het slachtoffer, door zich begrijpend en geduldig op te stellen. Op die manier wordt de kans op secundaire victimisering 13 beperkt. Ze moeten een korte toelichting geven inzake de gerechtelijke procedure, de schadevergoedingsmogelijkheden en de mogelijkheden tot rechtsbijstand. In een aantal gevallen kan het nodig zijn informatie te geven omtrent technopreventie of andere maatregelen. Aansluitend bij het geven van informatie zal er in sommige gevallen direct praktische hulp moeten worden geboden. De slachtoffers die dat wensen verwijzen naar een gepaste hulpverleningsinstantie. In de omzendbrief OOP 15bis, daterend van 29 maart 1994, werd de wettelijke taak van de politiediensten inzake slachtofferbejegening verder uitgewerkt, daarbij rekening houdend met de evaluatie van de omzendbrief OOP 15. Tevens was het de bedoeling de politiële taak beter af te lijnen, teneinde overlappingen te vermijden en de samenwerking te bevorderen met andere diensten zoals de Centra voor Slachtofferhulp en slachtofferonthaal bij het parket. In deze omzendbrief worden de richtlijnen voor de politiediensten behouden, maar worden ze opgesplitst enerzijds op het niveau van de leiding van de politiediensten en anderzijds op het niveau van de politieambtenaar. 13 Naast de gevolgen van het eigenlijke delictuele gebeuren - de primaire victimisering ervaren slachtoffers van misdrijven in vele gevallen een bijkomende benadeling. Ze worden onheus behandeld of voelen zich niet erkend in hun contacten met de sociale omgeving, met allerlei diensten en instellingen. Hierdoor kan het slachtoffer zich een tweed maal slachtoffer voelen. Men spreekt dan van secundaire victimisering. 17

De omzendbrief OOP 15ter van 9 juli 1999 vervangt de twee voorgaande omzendbrieven. Naar aanleiding van de diverse wettelijke en administratieve initiatieven sinds 1994 ten einde de positie van slachtoffers die op verschillende overheden een beroep doen te verbeteren en de samenwerkingsakkoorden inzake slachtofferzorg tussen de federale staat en de Vlaamse Gemeenschap alsook tussen de federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, was het nodig de bestaande richtlijnen te actualiseren en te verfijnen. De omzendbrief beschrijft de opdrachten van de politiediensten inzake slachtofferbejegening op drie verschillende niveau: Op het niveau van de korpschef en de korpsleiding: Een verantwoordelijke officier aanstellen die zal instaan voor de folluw-up van het slachtofferbeleid, zorgen dat het personeel gevormd en gesensibiliseerd wordt, de nodig technische- en organisatorische middelen ter beschikking stellen, een geactualiseerde lijst van de hulpverleningsdiensten permanent ter beschikking stellen van het politiepersoneel en het organiseren van debriefings om leden van het politiekorps die met ernstige misdaden werden geconfronteerd psychologisch te ondersteunen. Op het niveau van de politieambtenaar: Het bieden van een goede opvang, praktische bijstand en informatieverstrekking, het degelijk kunnen opstellen van een proces-verbaal en indien nodig hercontacteren van het slachtoffer. Op het niveau van de dienst politiële slachtofferbejegening: Politieambtenaren in hun opdrachten adviseren en bijstaan, sensibilisering inzake slachtofferbejegening, voortgezette opleidingen inzake slachtofferbejegening, ondersteuning bieden aan politieambtenaren zonder evenwel de taak van de politieambtenaar over te nemen, tussenkomen bij zeer ernstig slachtofferschap of bij emotionele crisissituaties waarbij de politieambtenaar het slachtoffer niet alleen of niet op optimale wijze kan bijstaan., hercontacteren van slachtoffers van misdrijven en hen op een correcte en efficiënte wijze doorverwijzen, contacten verzorgen met hulpverlenende instanties en deelnemen aan overlegstructuren. In de omzendbrief is eveneens een model van doorverwijzing opgenomen en wordt er vermeldt dat de politiediensten aan de overlegstructuren binnen het gerechtelijk arrondissement moeten deelnemen. Deze overlegstructuren zijn: 14 De Arrondissementele raad: Deze raad werd opgericht naar aanleiding van de wet over het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot slachtofferzorg. De raad moet zorgen voor de concretisering en de uitvoering van de afspraken in het akkoord. Ook moet ze de samenwerking tussen de bevoegde diensten ondersteunen en opvolgen. Indien er zich op lokaal vlak problemen zouden voordoen, moeten deze worden gemeld aan de bevoegde overheid en moet er een oplossing worden gezocht. Tijden de bijeenkomsten kunnen er ook ideeën en ervaringen tussen de verschillende diensten worden uitgewisseld. De raad komt in Kortrijk maar 2 maal per jaar samen en heeft geen zo n grote impact. 18 14 Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord, Belgisch Staatsblad, 1998 18

Welzijnsteam: Iedereen die in de regio met een taak rond slachtofferhulp is belast, wordt hierin samengebracht om een regeling te treffen i.v.m. de details rond de samenwerking en de taakverdeling. Zij spelen op hun beurt informatie door naar de arrondissementele raad en stellen de agenda op voor deze raad. Dit is nodig voor de dagelijkse samenwerking tussen de diensten. Het Welzijnsteam te Kortrijk, is sinds kort samengesmolten met het welzijnsteam van Roeselare. Het team wordt voorgezeten door C.A.W. stimulans, afdeling slachtofferhulp en bestaat uit een justitieassistent van het SOP, een verantwoordelijke voor de PSB van de zes politiezones, de verantwoordelijke slachtofferzorg binnen de federale politie, iemand van een opvangtehuis voor vrouwen, iemand van het C.G.G.Z., iemand van het V.K., iemand van de dienst welzijn van de provincie en iemand van het vluchthuis Roeselare. 15 19 3.3.3.2 De wet op het politieambt (1992) Artikel 46 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt bepaalt dat iedere politieambtenaar in staat moet zijn om een correcte en efficiënte ondersteuning aan slachtoffers te bieden. Deze taak bestaat uit een correcte opvang van het slachtoffer, een praktische bijstand, het verschaffen van informatie, een exacte opstelling van het proces-verbaal, de verwijzing van het slachtoffer naar de gespecialiseerde diensten en een eventuele hercontactname van het slachtoffer. Dit artikel 46 is van toepassing op alle politieambtenaren, alsook op het burgerpersoneel tewerkgesteld binnen het politiekorps. 16 In de omzendbrieven OOP 15bis en 15ter wordt deze wet verder uitgewerkt. 3.3.3.3 Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid (1994) Dit forum werd op 16 juni 1994 door de minister van Justitie geïnstalleerd. Het is een ontmoetingsplaats voor veel regionale en federale partners die werken rond slachtofferzorg. Het Forum streeft er naar om de fundamentele rechten van slachtoffers te bevorderen en de inspanningen om deze concreet te vertalen in de wetgeving en de dagelijkse realiteit te ondersteunen. Het forum heeft verschillende adviezen en aanbevelingen over uiteenlopende aspecten van het slachtofferbeleid. Na vijf jaar heeft dit forum een stand van zaken opgemaakt i.v.m. het slachtofferbeleid in België. Deze bundel passen ze om de twee jaar aan en brengen hem uit onder de titel Aanbevelingen van het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid Stand van zaken. De laatste dateert van 29 april 2004. Deze bundel is bedoeld als werkinstrument voor de evaluatie van het slachtofferbeleid in België en een indicator voor de nog noodzakelijke veranderingen. 15 16 Zie bijlage 5 Omzendbrief OOP 15ter betreffende politiële slachtofferbejegening, Belgisch Staatsblad, 1999 19