Handleiding Softstarter AUCOM MSX3



Vergelijkbare documenten
Handleiding Softstarter

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Multi Purpose Converter 20A

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module)

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 785 AL KLIMA. Gebruiksaanwijzing (Opbouw) Omschrijving : MC 785 AL KLIMA Alarm Thermo/Hygrostaat Doc.nr.:

Emotron M20 Asbelastingsmonitor

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

Gumax Terrasverwarmer

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR

Gumax Terrasverwarmer

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type blz 2 en 3

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Alfanet PC-interface 2e gen.

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

Installatie handleiding Emergency Battery System.

HANDLEIDING. SCU209DE / basis ontvanger. Inhoud;

MC 785D-6p in- en opbouw

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem

Gebruikershandleiding

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

GEBRUIKERS HANDLEIDING

VOEDING aps-612_nl 03/17

Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400

DATA SHEET C2-10. Besturing en bescherming van elektrische actuators. DATA SHEET C2-10 A&E Trading b.v. 1

BESCHRIJVING VVVF PRIMA FREQUNTIE REGELAAR

Softstarter Solstart Plus A V

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Inhoudsopgave. 1. Inleiding De ohmmeter 3. Aanwijzingen Klemaanduidingen 5. Opdracht 1 8. Opdracht 2 9. Opdracht 3 10.

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Gebruikershandleiding

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie

Nominale bedrijfsstroom bij een schakelfrequentie van 5 khz en een omgevingstemperatuur van +40 C

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Telescopische TV liften serie John vta

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

2HEAT DHT: OPBOUW DIGITALE THERMO- en HYGROSTAAT

AC CES 700XR HANDLEIDING P. 02

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Serie 78 - Schakelende voedingen

NOS Mini DAC "Octave. Gebruiksaanwijzing. Made by ALL Engineering. Bijgewerkt per

KVE Ronde elektrische kanaalverwarmer

Magic Box-II AL20 Series Introductie

Telescopische TV liften serie John hat

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Handleiding EL500SE. rev.0110

Installatiehandleiding. DEVIreg 132. Elektronische thermostaat.

MATRIX STURING VOOR INDUCTIELUSSEN

Installateurshandleiding

MICROS+ centrale eenheid

Digitale decoder voor magneetartikelen. Installatiehandleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

PS S18/ / PS S50/ / PS S18/ / PS S85/ / PS S85/

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

v.10/ Thermische beveiliging. Alle electrische batterijen zijn voorzien van een dubbele thermische beveiliging :

Digistart D3. Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

DVM830L -- Digitale Mini Multimeter

Technische documentatie

-Sensor Handleiding voor de installateur CO 2. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering. Handleiding voor de gebruiker z.o.z.

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

Serie 77 - Solid state relais (SSR) A

Serie 15 - Elektronische dimmer

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

Technische handleiding

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

elero VarioTec Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed!

Technische handleiding

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Model Isolatie Nuldoorgangsfunctie Indicatie Toegestane uitgangsbelasting. G3PA-210B-VD 10 A bij 19 tot 264 VAC 24 VAC

HYDROVAR. toegenomen flexibiliteit en besturing met De nieuwe generatie

RF-OPTIMA R2 THERMOSTAAT

TV liften serie John 2v

PHONIRO MAIN ENTRANCE

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen

Transcriptie:

Handleiding Softstarter AUCOM MSX3 AUCOM MSX3/MZ/v1.0/1-2002 2 Electro Drive B.V. Wijzigingen voorbehouden

Inhoudsopgave 1. Aandachtspunten...3 2. Algemene beschrijving...4 3. De eigenschappen van de MSX3...5 3.1. Uni-start TVR softstart...5 3.2. Stroombegrenzing (Tri-Slope)...5 3.3. Start met volle spanning...6 3.4. Uni-stop soft stop...6 3.5. Fasebewaking beveiliging...6 3.6. Controle aansluitingen...6 4. Elektrische specificatie...7 5. Maten en gewichten...9 6. Montage...11 6.1. Montage in niet-geventileerde ruimte...11 7. In bedrijf stellen...12 7.1. DIP-Switch Set Up paneel...12 8. Problemen met de starter...13 2

1. Aandachtspunten Deze handleiding is van toepassing op de modellen MSX3-0013 tot en met MSX3-0347. In deze handleiding worden de meest belangrijke technische zaken beschreven. Het is echter de verantwoordelijkheid van de installateur om vast te houden aan de normalisatie (NEN-CE) en -montagevoorschriften uit deze handleiding. Er wordt vanuit gegaan dat montage en in bedrijfstelling wordt uitgevoerd door vakbekwame personen met kennis en kunde van zaken. Aandachtspunten: Zorg ervoor dat tijdens de installatie de aansluitingen voor de MSX3 totaal spanningsloos zijn. Metaaldeeltjes, stof, vocht, warmte en agressieve gassen in de kast kunnen storing veroorzaken, vermijdt deze! Sluit geen uitwendige spanning aan op de stuurstroom aansluitingen van de MSX3. Er is een inwendige 24VDC voeding aanwezig t.b.v. potentiële vrije circuits. Indien Cos phi verbetering moet worden toegepast, dienen deze te worden aangesloten op de voeding van de MSX3. Als de MSX3 in een niet geventileerde ruimte wordt geplaatst dient een bypassmagneetschakelaar gebruikt te worden om excessieve warmteontwikkeling te voorkomen. Controleer na ingebruikneming geregeld de elektrische aansluitingen. 3

2.Algemene beschrijving De MSX3 is een softstarter. Een startsysteem om elektrische draaistroommotoren geleidelijk, met gereduceerde spanning, te laten aanlopen. De vermogenreeks van dit type begint bij 13 Amp. en eindigt bij 1400 Amp. De meest gangbare types worden op voorraad gehouden. In bedrijf zorgt de MSX3 voor: het soepel aanlopen van de motor met belasting een gereduceerde aanloopstroom soepele stop van de motor met belasting een fasebewaking beveiliging Naast deze operationele eigenschappen beschikken de MSX3 softstarters over vele andere geavanceerde functies die de prestatie verhogen en installatie en bediening zeer eenvoudig maken: automatische motor aansluiting analyse en configuratie automatische fasevolgorde analyse en configuratie automatische voedingsspanning uitval analyse en configuratie automatische frequentie analyse en configuratie Uni-Start softstart Stroombegrenzing Aanloop met volledige spanning Auto reset Digitale DIP Switch gebruikersregeling Fout / status indicatie LED indicatoren Relais uitgangen Hoofd magneetschakelaar controle uitgang Overbrugging magneetschakelaar controle uitgang Storingsuitgang 4

3.De eigenschappen van de MSX3 3.1. Uni-start TVR softstart Uni-Start TVR (Timed Voltage Ramp) softstart produceert een snelle opbouw van spanning van nul tot de benodigde startspanning waarna wordt opgebouwd volgens de door de gebruiker geselecteerde stijglijn tot volle spanning bereikt is. De starttijdstijglijn is door de gebruiker in te stellen (2-62 seconden). Uni-Start geeft speciaal voordeel in pomp-toepassingen waar zowel start-als stoptijden kunnen worden geregeld om schokken in de stroom te minimaliseren zonder dat hier speciale pomp start eenheden voor nodig zijn. De startspanning kan door de gebruiker worden ingesteld tussen 10% - 70%. De regelbare startspanning stelt de motor in staat snel het aanzetkoppel te leveren. De aanlooptijd is in te stellen (2-62s) en is afhankelijk van de eigenschappen van de motor. 3.2. Stroombegrenzing (Tri-Slope) De stroombegrenzing (TRI-SLOPE) is bruikbaar om de maximale startstroom met hoge traagheidsbelasting te limiteren/ begrenzen. Gebruik van een verhoogde startspanning en een verlengde starttijd-stijglijn zal de startstroom effectief limiteren tot de benodigde stroom, om de motor de volle snelheid te laten bereiken. 5

3.3. Start met volle spanning De optie om met volle spanning te starten, verzorgt een maximaal startkoppel voor extreme belasting zonder mechanische schade en zonder hoge aanloopstroompieken. 3.4. Uni-stop soft stop De softstarters uit de MSX3-serie zijn uitgevoerd met een door de gebruiker te selecteren en verstelbare Uni-stop soft stop-functie (0 62 sec.). Uni-stop soft stop, decelleratiesnelheid, indien ingesteld, verminderd geleidelijk de spanning en stroom naar de motor waardoor de snelheid vermindert tot nul en de motor stilslaat. 3.5. Fasebewaking beveiliging Om schade vanwege verkeerd om draaien van de motor door incorrecte fasevolgorde van de voedingsspanning te voorkomen, biedt de MSX3 een door de gebruiker selecteerbare fasebewaking beveiliging. 3.6. Controle aansluitingen Om schade door verkeerde installatie te voorkomen, voert de MSX3 een automatische controle uit. Deze controle bestaat uit: Motorconditie Motoraansluitingen Frequentie voedingsspanning Spanningsbereik Voedingsspanning Fasevolgorde 6

4.Elektrische specificatie Figuur 4-1 Aansluitschema MSX3 3 fase 50/ 60Hz voeding L1/1 L2/2 L3/3 T1/1 T2/2 T3/3 Naar motor PE PE 400V±10% 230V±10% A1 A2 A3 PT Start Stop C23 C24 C31 C32 13 14 Naar hoofd magneetschakelaar 23 24 Bedrijf Reset C41 C42 41 42 44 Storing De volgende specificaties zijn gemeenschappelijk voor alle modellen: * Hoofdstroomcircuit: Antiparallel geschakelde thyristoren (volledige sinus aansturing) * Voedingsspanning: BOVENZIJDE aansluiting M6 200 VAC tot 600 VAC (3 fasen) 200 VAC tot 440 VAC (6 fasen) Raadpleeg plaatselijke vertegenwoordiger voor andere voltages * Voedingsfrequentie: 48Hz tot 52Hz, 58Hz tot 62Hz * Stroomclassificatie: Normaal gesproken ligt de uitgangsstroom van de MSX3 vast aan het typenummer. Echter in bepaalde gevallen zal in de praktijk toch een groter type moeten worden gekozen. Dit hangt af van de belasting, temperatuur en de tijd dat de MSX3 uit staat. * Motoraansluiting: ONDERZIJDE aansluiting M6 3 draden en 6 draden * Hulpspanning 230VAC: ONDERZIJDE aansluiting 2 draden 2,5 qmm * Bedienings ingangen: Er zijn drie actieve ingangen van 24 VDC, ±8mA: Startcommando (C23, C24) Stopcommando (C31, C32) Resetcommando (C41, C42) 7

* Relais uitgangen: Er zijn drie relais-contact uitgangen welke belast kunnen worden met 5A/ 250VAC/ 360VA of 5A/ 30VDC ohms: Bedrijfsmelding (23, 24 maakcontact, kan gebruikt worden voor Bypassmagneetschakelaar besturing) Storingmelding (41,42,44 wisselcontact) Hoofdmagneetschakelaar besturing (13, 14 maakcontact) * Indicatoren: Er zijn drie groepen indicatoren op de softstarter te vinden: Figuur 4-2 Overzicht LED's A. Status LED s Power (geel): Stuurstroom is aanwezig Start (groen): De MSX3 levert stroom aan de uitgang en het hoofdcontact (M.C. = Main Contact) relais is geactiveerd. De starter kan in de soft start-, in bedrijf- of de soft stop-mode staan. In bedrijf (groen): De MSX3 levert volle voedingsspanning. Het bedrijf-relais is geactiveerd. Storing (rood): De MSX3 heeft storing en wacht op of een handmatige reset of een auto-reset door een time out. Het trip relais is geactiveerd. B. Stuurstroom ingang LED s Start (geel): Geeft aan een gesloten startcontact. Stop (geel): Geeft aan een gesloten stopcontact. Reset (geel): Geeft aan een gesloten resetcontact. C. Drie fasen analyse LED s De driefase LED s geven de spanningsverschil tussen de voedings- en uitgangsspanning op iedere fase van de starter aan. * Beschermingsgraad IP00 * Omgevingstemperatuur: 0 C tot 45 C (in bedrijf) -5 C tot 65 C (voor opslag) 8

5.Maten en gewichten Figuur 5-1 Afmetingen Figuur 5-2 Afmetingen 9

Tabel 5-1 geeft een overzicht van alle leverbare MSX3 soft starters met bijbehorende gewicht. Tabel 5-1 Overzicht van de MSX3 serie Type MSX3 Gewicht (kg) -0009 3-0013 5-0025 5-0034 5-0039 6-0055 9-0073 9-0080 9-0126 10-0136 10-0158 19-0193 19-0223 20-0264 21-0372 21 10

6.Montage Wanneer een softstarter, of een ander object dat warmte ontwikkelt wordt gemonteerd in een geventileerde ruimte, moet een toereikende luchtstroom door de ruimte stromen om te veel aan warmte ontwikkeling binnen de ruimte te voorkomen. Een MSX3 soft starter ontwikkelt circa 4.5 Watt per fasestroom. Tabel 6-1 Overzicht benodigde ventilatie Benodigde volumestroom (m3/ min) voor Motor stroom Warmte ontwikkeling 5 C opwarming 10 C opwarming (4,5W/ A) 10 45 0,5 0,2 20 90 0,9 0,5 30 135 1,4 0,7 40 180 1,8 0,9 50 225 2,3 1,1 75 338 3,4 1,7 100 450 4,5 2,3 125 563 5,6 2,8 150 675 6,8 3,4 175 788 7,9 3,9 200 900 9 4,5 250 1125 11,3 5,6 300 1350 13,5 6,8 350 1575 15,8 7,9 400 1800 18 9 450 2025 20,3 10,1 500 2250 22,5 11,3 550 2475 24,8 12,4 600 2700 27 13,5 6.1. Montage in niet-geventileerde ruimte Wanneer de MSX3 gemonteerd wordt in een ruimte zonder ventilatie dient een overbruggings-magneetschakelaar gebruik te worden genomen om warmteophoping binnen de ruimte te voorkomen. De overbruggings-magneetschakelaar kan een standaard waarde hebben van AC1 omdat deze alleen de nominale stroom van de motor voert. 11

7.In bedrijf stellen 7.1. DIP-Switch Set Up paneel Open beschermingskap van het DIP-Switch Set Up paneel door op de aangewezen plaats op de kap te drukken. Hierdoor verschijnt het DIP Switch Set Up paneel zoals hieronder is afgebeeld. Voor het juist instellen van deze dip-switch s volgt hieronder een beschrijving. Soft Stop Ramp Time. Deze tijd is in te stellen van 0-62 sec. en dient ingesteld te worden aan de hand van de belasting. Deze tijd is verantwoordelijk voor de deceleratie tijd van de motor. Selecteer juiste start methode. Selecteer TVR start voor lage tegenkoppels zoals bijv. voor pompen. Selecteer current limit voor hoge tegenkoppels. Activeer Auto Reset functie indien nodig. Wanneer een storing ontstaat is deze blokkerend totdat een Reset de softstarter weer gereed maakt voor een herstart. Indien resetten niet gewenst is, kan deze functie uitgezet worden. Activeer Phase Sequence Protection functie indien nodig. Selecteer deze functie om verkeerd om draaien van de motor te voorkomen. Soft Start Ramp Time. Deze tijd is in te stellen van 2-62 sec. en dient ingesteld te worden aan de hand van de belasting. Deze tijd is verantwoordelijk voor de acceleratie tijd en de aanloopstroom van de motor. Initial Start Voltage. Hiermee wordt een percentage van de nominale spanning ingesteld (10-70%) wat ervoor zorgt, dat direct na startvrijgave, de regelaar deze ingestelde spanning uitstuurt. Deze optie zorgt ervoor dat de motor een voldoende groot aanzetkoppel kan creëren. 12

Symptoom Mogelijke oorzaak Actie Indicatie 3-fase LED s branden niet of branden niet allemaal even sterk. Indicatie 3-fase LED s branden even sterk. Power LED brandt niet Verkeerde motor aansluiting 1 of meerdere fasen ontbreekt Thyristor kapot Verkeerde fase volgorde Frequentie valt buiten specificaties Verkeerde stuurspanning 8.Problemen met de starter De LED s geven aan dat er een spanningsverschil bestaat tussen UL-UT De fase waarbij een afwijkende spanning gemeten wordt is dus ook zichtbaar d.m.v. desbetreffende LED. Controleer de motor aansluitingen. Zelfde actie als hierboven. Contoleer de voeding aansluitingen Zelfde actie als hierboven. Verwijder alle hoofdstroom aansluitingen van de softstarter. Meet de isolatieweerstand van elke fase in beide richtingen met een 500V meetinstrument. De gemeten weerstand moet ±33kORbedragen. Indien deze weerstand ruim hieronder ligt dan is zeer waarschijnlijk de thyristor kapot. Indien deze ruim hierboven ligt dan is mogelijk de control PCB kapot. Verander de fase aansluitvolgorde van de softstarter. Indien geen fasebewaking nodig is, dan dient deze uitgeschakelt te worden m.b.v. desbetreffende dip-switch. Controleer de inkomende netfrequentie. Controleer de stuurspanning op de transformator ingangen A1+A2 of A2+A3. De spanning moet overeenkomen met de specificaties va de MSX3. Controleer alle zekeringen in de stuur en vermogen circuits. Stuurstroom zekering kapot Power LED brandt niet Transformator kapot Dit kan gemeten worden door de secundaire spanning van de transformator te meten. Verwijder de kap van de MSX3 maak de witte connector los die bevestigd zit op de main control PCB. De spanning tussen de 2 oranje draden moet 18VAC(±4V) bedragen en de spanning tussen de paarse en elke oranje draad moet 9VAC(±2V) bedragen. Motor wil niet starten Stuurstroom circuit verkeerd Verkeerde stuurspanning Controleer de bedienings ingang status indicatoren. De stop en reset bedienings ingangen moeten gemaakt zijn, voordat de MSX3 een start commando accepteert. Controleer desnoods met een multimeter. Controleer de stuurspanning op de transformator ingangen A1+A2 of A2+A3. De spanning moet overeenkomen met de specificaties va de MSX3. Ongecontroleerde start Cos fy correctie Cos fy correctie mag alleen plaatsvinden aan de ingang van de MSX3. Aanloopstroom te hoog Starttijd stijglijn instelling Indien deze tijd verhoogd wordt, zal de aanloopstroom kleiner worden. Gebruik van de stroombegrenzing functie zorgt ook voor een lagere aanloopstroom. Start spanning instelling Dit veroorzaakt dat, indien deze op een hogere waarde is ingesteld dan benodigd, een lagere acceleratie tijd. Hierdoor wordt de aanloopstroom aanzienlijk hoger. Soft stop werkt niet Verkeerde stop circuit Voor de juiste aansluiting van het stopcircuit, zie hiervoor de specificaties. Let er op dat er geen startcommando aanwezig is. Stoptijd daallijn instelling Controleer de dip-swithes van de stoptijd instelling. Idien deze alle op nul zijn ingesteld dan is er geen soft stop. Foutieve motor werking Te grote softstarter wordt gebruikt voor kleine motor Wanneer te grote softstarter wordt gebruikt voor kleine motor, dan is het mogelijk dat de stroom die er vloeit, te klein is om de thyristoren in geleiding te krijgen. 13