Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur

Vergelijkbare documenten
MANAGEMENTSTATUUT TABIJN

van de vereniging voor PC onderwijs te Ureterp Managementstatuut CBS De Opdracht

Managementstatuut (AB-DB model)

Managementstatuut swv Passend Primair Onderwijs Noord- Kennemerland

Vaststellingsdatum bestuurs- en managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2

Managementstatuut SWV Oost Achterhoek 25.02

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Bestuurs- en managementstatuut

Statuut van de algemene directie van de stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in t Gooi

Dit directiestatuut is na overleg met de medezeggenschapsraden door het bestuur van Onderwijsgroep Galilei, bevoegd gezag van

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND VOOR PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS EINDHOVEN EN KEMPENLAND

Managementstatuut Samenwerkingsverband 25.04

Managementstatuut Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland. Artikel 1 Definitiebepaling 2

MANAGEMENTSTATUUT. Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel

a. bestuur: het bestuur van de Stichting Evangelische Hogeschool (EH)

Bestuurs- en directiestatuut Stichting Fluenta

Vaststellingsdatum managementstatuut. Artikel 4 Taken en bevoegdheden directeur 4

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van de mandaatregeling 3. Artikel 3 Taken en bevoegdheden bestuur 3

Vaststellingsdatum managementstatuut 1. Artikel 1 Definitiebepaling 2. Artikel 2 Vaststelling en wijziging van het managementstatuut 2

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING SAMEN TUSSEN AMSTEL EN IJ.

Managementstatuut. Vergaderstuk Begripsbepalingen:

De scholen die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur staan

MANAGEMENTSTATUUT TEN BEHOEVE VAN HET PRIMAIR ONDERWIJS. A. Statuut. Preambule

Samenvatting Governance binnen SWV VO 30 06

Mei 2015 MANAGEMENTSTATUUT

5.5 Managementstatuut

MANAGEMENTSTATUUT STICHTING OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN SCHIEDAM

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Hoofdstuk 24: Managementstatuut Onderwijsgroep Galilei

Managementsstatuut

DIRECTIESTATUUT (versie september 2016)

Managementstatuut voor de directeur van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer 28-07

Managementstatuut. t Baken De Horn De Werkschuit De Toermalijn Piet de Springer.

MANAGEMENTSTATUUT. VCO Midden- en Oost-Groningen.

Door middel van het voorliggende managementstatuut wordt door het bestuur alsnog uitvoering gegeven aan de wettelijke en statutaire verplichtingen.

Managementstatuut Versie

MANAGEMENTSTATUUT Vastgesteld in de bestuursvergadering van 27 juni 2006

MANAGEMENTSTATUUT JOHANNES FONTANUS COLLEGE

Managementstatuut Stichting PRIMO-Opsterland Openbaar primair onderwijs in Opsterland.

Stichting t Rijks, stichting voor regionaal openbaar. voortgezet onderwijs Bergen op Zoom en omstreken,

Directiestatuut. m.i.v. 1 januari Christelijk Lyceum Veenendaal

Managementstatuut van Stichting Lijn 83 primair onderwijs

Managementstatuut van de Stichting Het Baarnsch Lyceum, Scholengemeenschap voor vwo en havo

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

MANAGEMENTSTATUUT. November ENMS, Laan van Poot 353 Den Haag

Dagelijks Bestuurs- en directiestatuut. Stichting Samenwerkingsverband. PO De Kempen

Managementstatuut SWV Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Lelystad-Dronten

4. Managementstatuut Stichting Openbaar Primair Onderwijs Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

MANAGEMENTSTATUUT VAN. VERENIGING voor GEREFORMEERD PRIMAIR ONDERWIJS NOORDOOST - NEDERLAND. December 2012

Directiestatuut. Directeur bestuurder Samenwerkingsverband VO Zuid Kennemerland

Stichting Atrium. Managementstatuut Stichting Atrium

MANAGEMENTSTATUUT 2 februari februari 2018

MANAGEMENTSTATUUT p. 1

Managementstatuut van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi

Managementstatuut VO - PO

Bestuurs- en directiestatuut

Managementstatuut STICHTING VOOR PROT.CHR.SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ON- DERWIJS IN OMMEN EN OMSTREKEN

Artikel 2. Vaststelling en wijzigingen van het managementstatuut

MANAGEMENTSTATUUT HERVORMDE SCHOOLVERENIGING TE NIJKERK

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Directiestatuut voor Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden.

Bestuurs- en directiereglement. Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs. in de regio. Heerenveen en Joure

Managementstatuut Voortgezet Onderwijs SCOPE scholengroep

Managementstatuut. Managementstatuut Alliantie VO / pag. 1

Managementstatuut. Esprit Scholen

Bestuursen. Managementstatuut

Managementstatuut. Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

MANAGEMENTSTATUUT Versie Actie Geleding Datum

Managementstatuut. de Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs. 1 juni 2012 Vastgesteld door bestuurder na positief advies GMR

Reglement Raad van Toezicht

Stichting Primair Christelijk Onderwijs Nieuwleusen. Bestuurs- en management reglement

Directiestatuut. Preambule. Begripsbepaling

Managementstatuut MEI 2016 VASTGESTELD DOOR CVB PIETER ZANDT SCHOLENGEMEENSCHAP

Managementstatuut Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam Noord

Reglement College van Bestuur

Directiestatuut van de stichting

Reglement College van Bestuur. Esprit Scholen

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011

Bestuursreglement Zadkine

Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging. versie 14 mei 2018

Managementreglement Mandatering taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden managementteamleden

1.1 De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie en handelt hierbij volgens de richtlijnen van het bestuur.

Reglement van de Raad van Toezicht

BondsVademecum. Hoofdstuk Bondsbestuurs- en directiestatuut

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

Medezeggenschapsstatuut Winkler Prins 2017

Reglement College van Bestuur IJsselgroep

Besturingsfilosofie en managementstatuut

Reglement auditcommissie

Betreft: Voorstel tijdelijke aanpassing managementstatuut d.d

Samenvatting Governance binnen SWV VO 30 06

INHOUD. Bestuurs" en IVIanagementstatuut SWV Utrecht PO. Deze versie van dit statuut is door het bestuur vastgesteld op 5 juli 2018.

Managementstatuut. Stichting Scala College en Coenecoop College

Directiestatuut Domijn

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

Transcriptie:

Directiestatuut CSG Artikel 1. Taakverdeling en structuur 1. De directeur-bestuurder oefent in de rol van bestuur van de stichting de hem bij of krachtens wettelijk voorschrift, statuten of het Reglement directeur-bestuurder verleende taken en bevoegdheden uit, onverminderd het bepaalde in het tweede en het derde lid. 2. De vestigingsdirecteuren oefenen namens en onder verantwoordelijkheid van de directeurbestuurder de bij dit directiestatuut gemandateerde en in de individuele managementovereenkomsten nader omschreven taken en bevoegdheden uit. 3. De vestigingsdirecteuren fungeren als direct leidinggevende van de bij de vestiging behorende teamleiders. 4. De vestigingsdirecteuren en de bij de vestiging behorende teamleiders vormen samen het managementteam van de vestiging. 5. De directeur-bestuurder kan de vestigingsdirecteuren schriftelijk nadere aanwijzingen en richtlijnen geven voor de wijze van uitoefening van de gemandateerde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. 6. De directeur-bestuurder kan schriftelijk en gemotiveerd de mandatering van taken en/ of bevoegdheden en/ of verantwoordelijkheden te allen tijde ongedaan maken. 7. De directeur bedrijfsvoering/controller bewaakt de hieronder beschreven processen, stelt voorstellen op voor een managementovereenkomst, analyseert rapportages, doet voorstellen voor beleidsalternatieven en controleert de besteding van de middelen en de inzet van personeel op rechtmatigheid en doelmatigheid. Artikel 2. Directeur-bestuurder 1. De directeur-bestuurder stelt ten behoeve van de scholengemeenschap een strategisch beleidsplan en als afgeleide daarvan een jaarplan per vestiging vast, en is voor de uitvoering daarvan eindverantwoordelijk. 2. Het strategisch beleidsplan omvat, binnen de randvoorwaardelijke kaders op het terrein van identiteit en kwaliteit, strategische uitspraken betreffende de volgende beleidsterreinen: onderwijs en kwaliteitszorg, personeel en organisatie, huisvesting en beheer, ICT, financiën, en communicatie. 3. De directeur-bestuurder voert de gesprekkencyclus met de vestigingsdirecteuren, de directeur bedrijfsvoering/controller en de bestuurs/directiesecretaresse. 4. Benoeming, ontslag en het treffen van disciplinaire maatregelen zijn voorbehouden aan de directeur-bestuurder, met inachtneming van het gestelde in artikel 11 van de statuten en artikel 8 van het Reglement directeur-bestuurder. 5. De directeur-bestuurder brengt jaarlijks voor 1 juni een jaarverslag uit over het afgelopen kalenderjaar en legt dit voor aan de raad van toezicht op de wijze zoals bedoeld in artikel 13 van de statuten. Het verslag omvat in elk geval de jaarrekening met de bijbehorende begroting, het jaarverslag en overige financiële gegevens. Uit het verslag dient te blijken in hoeverre sprake is van een behoorlijke uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan overheidssubsidie is verleend en van een doelmatige aanwending van de middelen, mede in het licht van het vigerende strategisch beleidsplan. 6. De controller is bevoegd aan de informatie zijn commentaar te hechten en is bevoegd zelfstandig de raad van toezicht in kennis te stellen van zijn vermoedens van onregelmatigheden binnen de stichting dan wel onjuistheden in de verslagen, wanneer hij naar zijn oordeel bij de directeur-bestuurder geen of onvoldoende gehoor vindt voor zijn signalen dienaangaande.

Artikel 3. CSG-directie 1. De directeur-bestuurder is belast met de dagelijkse leiding van de scholengemeenschap en draagt zorg voor de eenheid van het op de vestigingen te ontwikkelen beleid. 2. De directeur-bestuurder wijst portefeuilles toe aan de vestigingsdirecteuren. De portefeuillehouders hebben een beleid adviserende rol voor de CSG als totaal. De directeurbestuur neemt de besluiten. 3. De directeur-bestuurder maakt met de vestigingsdirecteuren afspraken over het opstellen en de uitvoering van het jaarplan voor de vestiging. Artikel 4. Vestiging 1. De scholengemeenschap heeft 6 vestigingen met per vestiging een vestigingsdirecteur. Afhankelijk van de omvang van de vestiging worden teamleiders toegevoegd.. 2. De vestigingsdirecteuren en de teamleiders zijn belast met de onderwijsontwikkeling binnen de vestiging en in het bijzonder waar het betreft de uitvoering van het onderwijsbeleid. 3. De vestigingsdirecteuren en de teamleiders zijn belast met de leiding aan de vestiging, waaronder begrepen is de onderwijsontwikkeling voor de vestiging, de coördinatie van de dagelijkse gang van zaken, het beheer van de vestiging. De functionarissen van het bestuursbureau geven daarbij ondersteuning. 4. De vestigingsdirecteuren voeren hun werkzaamheden uit onder eindverantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder, en binnen de kaders die worden gesteld door het strategisch beleidsplan, het op de vestiging betrekking hebbende jaarplan, vigerende wet- en regelgeving. 5. Een vestigingsdirecteur draagt zorg voor de bekendmaking van het door de directeur-bestuurder vastgestelde beleid binnen de organisatie, voor zover dat op de hem toegewezen vestiging betrekking heeft. 6. De vestigingsdirecteuren voeren het overleg met de deelraad als bedoeld in artikel 20 lid 1 van de Wet medezeggenschap op scholen, en met de overlegplatforms van ouders en leerlingen die aan de vestiging verbonden zijn. 7. Een vestigingsleider is bevoegd de correspondentie te voeren met betrekking tot zaken die op de hem toegewezen vestiging betrekking hebben. Artikel 5. Werkgeverschap 1. De directeur-bestuurder draagt zorg voor het voeren van de gesprekkencyclus met de vestigingsdirecteuren, de directeur bedrijfsvoering/controller en de bestuurs/directiesecretaresse conform de procedures die dienaangaande binnen de scholengemeenschap zijn vastgesteld. 2. De vestigingsdirecteuren dragen verantwoording voor de uitvoering van de gesprekkencyclus met de binnen de vestiging werkzame personeelsleden, waaronder in elk geval de teamleiders, e.e.a. conform de procedures die dienaangaande binnen de scholengemeenschap zijn vastgesteld. De teamleiders voeren in beginsel de functionerings- en voortgangsgesprekken met de docenten. 3. Een vestigingsdirecteur is ten opzichte van de medewerkers waaraan hij direct of indirect leiding geeft belast met alle taken en verantwoordelijkheden van het werkgeverschap, met uitzondering van benoeming, ontslag en het treffen van disciplinaire maatregelen.

Artikel 6. Vertegenwoordiging 1. Een vestigingsdirecteur vertegenwoordigt de scholengemeenschap in het overleg buiten de scholengemeenschap met: a. andere instellingen; b. overlegorganen en belangenorganisaties; c. andere externe partijen; voor zover dat op de hem toegewezen vestiging betrekking heeft, dan wel wanneer het bij de aan hem toebedeelde portefeuille behoort. 2. Een vestigingsdirecteur behartigt de belangen van de scholengemeenschap bij publiek- en privaatrechtelijke instellingen, waaronder begrepen het houden van toezicht op de uitvoering en naleving van overeenkomsten die door de directeur-bestuurder met deze instellingen zijn gesloten, voor zover dat op de hem toegewezen vestiging betrekking heeft, dan wel wanneer het bij de aan hem toebedeelde portefeuille behoort.. Artikel 7. Beheer en begroting jaarplannen 1. Een vestigingsdirecteur stelt jaarlijks een jaarplan op, waarin hij inzicht geeft in de wijze waarop hij uitvoering wil geven aan zijn taken als bedoeld in artikel 4. Het jaarplan bevat in elk geval de beleidsdoelstellingen in relatie tot het door de directeur-bestuurder vastgestelde strategisch beleid voor de scholengemeenschap en de financiële doelstellingen. De jaarplannen bevatten daarnaast in elk geval een paragraaf over ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. 2. De directeur-bestuurder toetst het plan aan de kaders die worden gesteld door het strategisch beleidsplan en de vigerende wet- en regelgeving, en beslist over goedkeuring van het plan. 3. De vestigingsdirecteuren kunnen bij de opstelling van hun jaarplan gebruik maken van inhoudelijke en procesmatige ondersteuning die door de directeur-bestuurder ter beschikking wordt gesteld. 4. Een vestigingsdirecteur stelt binnen de kaders van de schoolbegroting een begroting op voor de vestiging. Deze begroting omvat zowel het onderwijs als de overige beleidsterrein. Hij legt de begroting ter vaststelling voor aan de directeur-bestuurder. Hij doet dat op zodanig tijdstip dat de directeur-bestuurder de begroting voor het komende boekjaar tijdig kan vaststellen. 5. De begroting wordt opgesteld conform de richtlijnen van de directeur-bestuurder en geeft voldoende inzicht in de ontwikkeling van baten en lasten voor zover die op de hem toegewezen vestiging betrekking hebben. 6. Een vestigingsdirecteur draagt overeenkomstig het jaarplan zorg voor de uitoefening van zijn taak. Artikel 8. Beheer en begroting uitgaven 1. Een vestigingsdirecteur is bevoegd uitgaven te doen tot het beloop van de bedragen in de door de directeur-bestuurder vastgestelde begroting. 2. Wanneer een begroting op 1 januari van het jaar waarop zij betrekking heeft niet is goedgekeurd, is de vestigingsdirecteur niettemin bevoegd uitgaven te doen ter voldoening van de lopende verplichtingen. 3. Een vestigingsdirecteur kan suppletoire begrotingen ter goedkeuring voorleggen aan de directeur-bestuurder. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9. Beheer en begroting managementovereenkomst De directeur-bestuurder legt jaarlijks de verwachtingen die hij ten aanzien van het functioneren van de vestigingsdirecteuren heeft, zoals die zijn verwoord in het jaarplan, en de gemaakte afspraken met betrekking tot de facilitering van de vestigingsdirecteuren ten behoeve van de uitvoering van hun taak, schriftelijk vast in een managementovereenkomst. De directeur-bestuurder gebruikt daarbij tevens de evaluatiegegevens uit de met hen gevoerde functionerings- en beoordelingsgesprekken, en de gegevens uit tussentijdse rapportages. Artikel 10 CSG Directieoverleg (CDO) 1. Binnen de scholengemeenschap vormt het directie- en vestigingsdirecteurenoverleg het geïnstitutionaliseerd orgaan van informatie en communicatie tussen de directeur-bestuurder en de vestigingsdirecteuren. 2. Regelmatig, doch tenminste eenmaal per maand, voert de directeur-bestuurder overleg in het directie- en vestigingsdirecteurenoverleg. 3. Het directie- en vestigingsdirecteurenoverleg beoogt; a. het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan de directeur-bestuurder; b. het uitwisselen van informatie; c. het creëren van draagvlak voor nieuw beleid; d. het ontwikkelen van netwerken; e. het bevorderen van collegiale confrontatie voor de directeur-bestuurder, de vestigingsdirecteuren en de directeur bedrijfsvoering/controller; f. het bevorderen van de afstemming tussen vestigingen en het bestuursbureau; 4. De vergaderingen worden voorbereid door de directeur-bestuurder 5. Bij de voorbereiding hoort de zorg voor tijdige verspreiding van de agenda en de bijbehorende stukken, alsmede het bieden van gelegenheid aan de deelnemers agendapunten in te brengen. Artikel 11. Rapportage en verantwoording 1. Een vestigingsdirecteur legt in het maandelijkse werkoverleg met de directeur-bestuurder verantwoording af over de voortgang van de uitvoering van het jaarplan en de begroting van de vestiging, conform de richtlijnen die hiervoor door de directeur-bestuurder zijn vastgesteld. De afspraken van het werkoverleg worden schriftelijk vastgelegd. 2. De controller is bevoegd aan de informatie zijn commentaar te hechten en is verplicht de directeur-bestuurder in kennis te stellen van zijn vermoedens van onregelmatigheden binnen een vestiging dan wel onjuistheden in de verslagen, wanneer hij naar zijn oordeel bij de vestigingsdirecteur geen of onvoldoende gehoor vindt voor zijn signalen dienaangaande.

Artikel 12. Vernietiging of schorsing van besluiten 1. Besluiten van een vestigingsdirecteur, de directeur bedrijfsvoering/controller of een teamleider, kunnen wegens strijd met enige geldende regel en/ of wegens (mogelijke) schade aan de belangen van de stichting en/of de scholengemeenschap door de directeur-bestuurder bij schriftelijk gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk worden vernietigd. 2. De directeur-bestuurder kan een besluit van een vestigingsdirecteur, de directeur bedrijfsvoering/controller of een teamleider, dat naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt, na overleg met de betreffende functionaris, bij schriftelijk gemotiveerd besluit voor ten hoogste één maand geheel of gedeeltelijk schorsen. Indien binnen de in de eerste volzin bedoelde termijn door de directeur-bestuurder geen besluit als bedoeld in het eerste lid is genomen, vervalt de schorsing. Artikel 13. Werkingsduur 1. Dit directiestatuut wordt vastgesteld door de directeur-bestuurder treedt in werking op 1 augustus 2017 en heeft een werkingsduur van twee jaar. Tenminste vier maanden voor de expiratiedatum zal door de directeur-bestuurder de vestigingsdirecteuren en de directeur bedrijfsvoering/controller worden bezien of aanpassing wenselijk of noodzakelijk is. Indien wijziging niet noodzakelijk of wenselijk blijkt wordt de werkingsduur van rechtswege met twee jaar verlengd. 2. Op voorstel van de directeur-bestuurder, kan ook tot tussentijdse wijziging worden overgegaan. 3. Indien gedurende het overleg over aanpassing van dit statuut de geldigheidsduur verstrijkt, blijft het vigerende statuut van kracht totdat een nieuw statuut is vastgesteld. 4. Dit statuut, dan wel een aanpassing daarvan, treedt niet in werking dan nadat het ter advisering aan de medezeggenschapsraad is voorgelegd overeenkomstig het bepaalde in het van toepassing zijnde medezeggenschapsreglement, en de goedkeuring van de raad van toezicht heeft verkregen overeenkomstig het bepaalde in de statuten, het Reglement van de raad van toezicht en het Reglement van de directeur-bestuurder. Artikel 14. Slotbepaling In gevallen waarin dit statuut niet voorziet, alsmede in geval van geschillen over de uitleg of de toepassing van dit statuut, beslist de directeur-bestuurder.