Modelverordening doelmatig- en doeltreffendheid (art. 213a GW)

Vergelijkbare documenten
Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Enschede 2014

Raadsstuk. Onderwerp: 213a verordening Reg.nummer: 2012/469231

Onderzoeksprogramma. ten behoeve van Artikel 213a uitvoering zelfonderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid

Verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Informatievoorziening grondexploitaties

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd.

Voorstel : Vaststelling van: a. de Financiële verordening gemeente Sint Anthonis

Onderzoek ex art. 213a Gemeentewet. De uitvoering van de onderzoeksplicht naar doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Maastricht

Als college willen wij door middel van intern onderzoek inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en uitvoering.

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Enkhuizen

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Controleverordening gemeente Wijk bij Duurstede

Als college willen wij door middel van intern onderzoek inzicht krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en uitvoering.

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.


besluit van de gemeenteraad

VERORDENING voor de controle op het financieel beheer en op de. beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Lelystad

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet

Door de intreding van de dualisering zijn er een aantal dingen veranderd op het gebied van de controle. De belangrijkste wijzigingen zijn:

Financiële Verordening Gemeenschappelijke Regeling Meerstad

Financiële verordening VRU

VERORDENING OP DE ORGANISATIE VAN DE GRIFFIE (geldig vanaf )

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

Tekstuitgave van de verordening op de rekenkamercommissie

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015

Artikel 1. Definities

Besluit vast te stellen de:

De raad van de gemeente Alblasserdam;

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de. inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Weert 2015

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting. organisatie van de gemeente Heemskerk 2008

Besluit van de gemeenteraad

Instructie gemeentesecretaris gemeente Overbetuwe 2011

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 109 van de Waterschapswet, artikel 213 van de Gemeentewet;

Onderzoeksplan art 213a onderzoeken 2019

Verordening op het Auditcomité

VERORDENING op de Rekenkamer voor Lelystad

gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole gemeenten;

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

besluit: BESLUITEN Afdeling: Control Leiderdorp, De raad van de gemeente Leiderdorp;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Controle verordening Regio Twente

REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN

Datum collegevergadering : Stuurgroep Datum raadsvergadering : 14 februari Portefeuillehouder : B. Huizing Volgnummer : 9B.

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2003;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent de rekenkamer Verordening Rekenkamer Utrecht

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Lansingerland; Besluit(en) - In te stemmen met de Verordening Rekenkamer Lansingerland

jaar bijlagenr. commissie(s) categorie/agendanr Bestuur en Middelen B 2 onderwerp

Vastgestelde verordening - Financiële verordening gemeente Zoeterwoude

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

De raad van de gemeente Koggenland; D gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012.

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen

WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 39 BIJL.: Agendapunt: 8. Onderwerp: Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid ex artikel 109a Waterschapswet

Toelichting op de artikelen

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2015

Controleverordening gemeente Enschede 2014

Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Controleverordening artikel 212/213 Gemeentewet en artikel 216/217 Provinciewet. van de RUD Zuid-Limburg

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE. De raad van de gemeente Montfoort;

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2009

Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden

CONTROLEVERORDENING BEDRIJFSVOERINGSORGANISATIE HAVENSCHAP MOERDIJK 2017

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Informatienota. Aan de raad van de gemeente Sliedrecht. Zaaknummer: Sliedrecht, 20 januari Onderwerp: College Onderzoeksplan (COP) 2014

Sector: PF Nr.: De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van, nr ;

Farid Chikar / juni 2017

Reglement van Orde gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid en Zorg Groningen (hierna PG&Z) besluit,

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

Verordening rekenkamercommissie Zwartewaterland 2019 (vastgesteld op 24 januari 2019)

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

dat de wijze van ondersteuning van de rekenkamercommissie is gewijzigd; Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2010

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

Verordening rekenkamercommissie Hulst en Terneuzen. gelezen het voorstel van de Presidia van de gemeenten Hulst en Terneuzen;

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Te besluiten om: 1. De controle verordening 2015 vast te stellen

Beslispunten: 1. Het onderdeel 'verkeersveiligheid' (uit het programma veiligheid) onderzoeken op doeltreffendheid.

Onderwerp: Verordening op de rekenkamercommissie Borger-Odoorn 2011 Evaluatie van de rekenkamerfunctie Borger-Odoorn

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2018

CONTROLE VERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSBEDRIJF AVALEX.

Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden,

Instructie voor de griffier en regels ter zake van de organisatie van de griffie van de gemeente Weert

Onderwerp: Instelling werkgeverscommissie griffie ex artikel 83 Gemeentewet

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2012

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid

besluit: vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie gemeente Heerde 2009

Reglement van orde Rekenkamer West-Brabant

Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie Gemert-Bakel en Laarbeek

Artikel 3. Taken voorzitter

Transcriptie:

Databank Modelverordeningen Modelverordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente X Titel: Modelverordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente X Domein: financiën en economie Beschrijving: Trefwoorden: Onderzoeksfrequentie, Onderzoeksplan, Dualisering, Rapportage, Gemeentewet 213a Datum wijziging: 19-04-2005 Wetgeving: 1. Gemeentewet, art. 213a Modelverordening doelmatig- en doeltreffendheid (art. 213a GW) (versie geldig vanaf 19-04-2005) Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum Terugwerkende Datum ondertekening Kenmerk Betreft inwerkingtreding kracht t/m Bron bekendmaking voorstel 19-04-2005 - Inhoudsopgave Artikel 1 Definities Artikel 2 Onderzoeksfrequentie Artikel 3 Onderzoeksplan Artikel 4 Voortgang onderzoeken Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking Artikel 6 Inwerkingtreding Artikel 7 Citeertitel Toelichting Toelichting op de modelverordening artikel 213 a gw in het algemeen Het nieuwe artikel 213 a Gemeentewet Toelichting op de artikelen Artikel 2 Onderzoeksfrequentie Artikel 3 Onderzoeksplan Artikel 4 Voortgang onderzoek Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking Artikel 6 Inwerkingtreding Artikel 7 Citeertitel Vaststelling De raad van de gemeente... besluit

gelet op artikel 213 a Gemeentewet, vast te stellen: Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente... Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. Doelmatigheid: De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt. b. Doeltreffendheid: De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald. Artikel 2 Onderzoeksfrequentie 1. Het college onderzoekt jaarlijks de doelmatigheid van (onderdelen van) de organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente. Iedere gemeentelijke organisatie-eenheid en gemeentelijke taak wordt minimaal eens in de pm jaar in zijn geheel aan een dergelijke toets onderworpen. 2. Het college toetst jaarlijks de doeltreffendheid van minimaal pm (delen van) programma's en paragrafen. Artikel 3 Onderzoeksplan 1. Het college zendt ieder jaar uiterlijk voor dd.dd. een onderzoeksplan naar de raad voor de in het erop volgende jaar te verrichten interne onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid. 2. In het onderzoeksplan wordt per intern onderzoek globaal aangegeven: o a. het object van onderzoek o b. de reikwijdte van het onderzoek o c. de onderzoeksmethode o d. doorlooptijd van het onderzoek o e. de wijze van uitvoering 3. In het jaarplan wordt aangegeven welke budgetten in de begroting zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken. Artikel 4 Voortgang onderzoeken Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van bijbehorende budgetten. Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

1. De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen. 2. Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen. Artikel 6 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 7 maart 2004 Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente...". Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad dd.dd. de burgemeester, de griffier, Toelichting Toelichting op de modelverordening artikel 213 a GW in het algemeen Artikel 213a Gemeentewet (zie hierna) verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamer gaat het hierbij om een zelfonderzoek. Toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met de instelling van de onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen. Het nieuwe artikel 213 a Gemeentewet Artikel 213 a Gemeentewet 1. Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. De raad stelt bij verordening regels hierover. 2. Het college brengt schriftelijk verslag uit aan de raad van de resultaten van de onderzoeken. 3. Het college stelt de rekenkamer of, indien geen rekenkamer is ingesteld, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, tijdig op de hoogte van de onderzoeken die hij doet instellen en zendt (hem) haar,

Periodiek onderzoek onderscheidenlijk hen, een afschrift van een verslag als bedoeld in het tweede lid. Het college moet periodiek toetsen of bij de uitvoering van het gemeentelijk beleid - bijvoorbeeld op het gebied van milieu, leefbaarheid, openbaar vervoer en huisvesting - wordt voldaan aan de eisen van doelmatig en doeltreffend bestuur. Ook dient het college periodiek te onderzoeken of de inrichting van de gemeentelijke organisatie (in brede zin, de personeelsformatie, de informatievoorziening, de administratieve organisatie) en het gemeentelijk middelenbeheer aan de gestelde eisen voldoet. Het interne functioneren van derden die betrokken zijn bij de uitvoering van het gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling of een privaatrechtelijke rechtspersoon waarin de gemeente deelneemt, of een gesubsidieerde instelling of opdrachtnemer die taken uitoefent) valt niet onder de reikwijdte van artikel 213a Gemeentewet; wél kan vanuit het oogpunt van de gemeente in het kader van artikel 213a de vraag aan de orde zijn of de gekozen wijze van taakuitoefening doeltreffend en doelmatig is. Het is in de nieuwe Gemeentewet de verantwoordelijkheid van de raad om regels te stellen die waarborgen dat deze onderzoeksverplichting op een zinvolle wijze wordt ingevuld. Relatie met lokale rekenkamer(functie) Het verkrijgen van inzicht in de doelmatigheid en doeltreffendheid vereist voortdurend informatie en aandacht. Om onderzoek naar een doelmatig en doeltreffend beheer mogelijk te maken, dient het college een aantal (organisatorische) maatregelen te treffen. De controle op en de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer geschieden dus primair door de raad en het college zelf. Daarnaast doen de lokale rekenkamers (of degenen die de rekenkamerfunctie vervullen) onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het beheer. De rekenkamer kan op grond van het gestelde in artikel 213a Gemeentewet gebruik maken van de resultaten van de onderzoeken van het college. Ook kan de rekenkamer zonodig een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven. Onderwerp van onderzoek Systematisch wordt onderzocht of de gemeente bereikt wat zij wilde bereiken (doeltreffendheid) en of dit tegen zo laag mogelijke kosten is gebeurd (doelmatigheid). Zoals uit het artikel blijkt, moet speciale aandacht worden besteed aan doelmatigheid en doeltreffendheid. Onderwerp van de onderzoeken is het door het college gevoerde bestuur. De kaders en doelen die de raad gesteld heeft kunnen niet los gezien worden van het bestuur dat het college voert. Deze kaders hebben immers invloed op de mate waarin een doelmatig en doeltreffend bestuur mogelijk is. Het door de raad geformuleerde beleid zal dus, als dat relevant is, kunnen worden betrokken in het onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid.

De onderzoeken als bedoeld in artikel 213a Gemeentewet kunnen verschillende onderwerpen en vormen hebben. Te denken valt aan het meten van de effecten van begrotingsprogramma's, aan de hand van tevoren bepaalde indicatoren. Dat kunnen meetbare en telbare prestaties zijn. Ook kan worden gedacht aan meningspeilingen in enigerlei vorm en andere 'zachtere' meetmethoden. Naast de vraag óf de doelstellingen zijn gehaald kan worden onderzocht of dat gebeurd is met een zo efficiënt mogelijk gebruik van middelen. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van benchmarking. Een andere activiteit die in het kader van dit artikel zou moeten plaatsvinden, is het doorlichten van de beheersprocessen, zoals de doelmatigheid van de interne controle. Regels voor periodiek onderzoek Het college is verplicht de onderzoeken te verrichten en hiervan verslag uit te brengen. De rol van de raad bij deze onderzoeken is een kaderstellende. De verordening die de raad vaststelt, conform artikel 213a Gemeentewet, bevat deze kaders. De raad bepaalt de regels in deze verordening, waaraan het college op hoofdlijnen moet voldoen. De raad stelt ook vast hoe hij bij de onderzoeken betrokken wordt en daarover geïnformeerd wordt. De modelverordening is op deze uitgangspunten gebaseerd. Toelichting op de artikelen Artikel 2 Onderzoeksfrequentie In artikel 2 wordt het college opgedragen onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. De raad eist een minimaal aantal uit te voeren interne onderzoeken per jaar van het college. Hierbij wordt een scheiding aangebracht tussen onderzoeken naar de doelmatigheid en onderzoeken naar de doeltreffendheid. De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. De uitvoering wordt gedaan door ten eerste de gemeentelijke organisatie, zodat deze onderzoeken zich ten eerste richten op de organisatieeenheden van de gemeente. Een tweede ingang voor de doelmatigheidsonderzoeken is de procesgang. Hiervoor kan men kijken naar de gemeentelijke taken. Het voordeel hiervan is dat ook de doelmatigheid van de uitvoering van gemeentelijk beleid en het beheer van middelen door derden wordt onderzocht. Om te verzekeren dat alle onderdelen van de gemeente op doelmatigheid worden onderzocht, verplicht het artikel dat ieder onderdeel van de gemeente en elke gemeentelijke taak minimaal eens in de zoveel jaar worden onderzocht. Hier kan iedere gemeente zelf de gewenste periode aangeven. Aanbevolen wordt eenmaal in de twee raadsperioden. De onderzoeken naar de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma's of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma's omvatten of delen daarvan. Ook kan het paragrafen van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten. Artikel 3 Onderzoeksplan

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college. Vanzelfsprekend zal de raad willen weten wat de plannen zijn, en ook gelegenheid willen hebben om deze te bespreken en als hij dat nodig acht invloed uit te oefenen. Hierin voorziet het onderzoeksplan. Het onderzoeksplan moet een volledig beeld geven van de voorgenomen onderzoeken, zij het uiteraard nog globaal. De onderzoeken in het onderzoeksplan worden per onderzoek uitgewerkt. Het onderzoeksplan wordt aangeboden aan de raad, en de raad kan het ter bespreking agenderen, maar het wordt door het college vastgesteld. In de verordening kan worden aangegeven wat in een onderzoeksplan in ieder geval moet worden opgenomen. De onderwerpen genoemd in het tweede lid kunnen als volgt worden toegelicht: a. Het object van een onderzoek wordt dusdanig omschreven dat duidelijk aangegeven is wat de afbakening van het onderzoek is. Daarbij worden bij de doelmatigheidsonderzoeken duidelijk de scheidslijnen aangegeven ten aanzien van de te onderzoeken procedures en instrumenten. Bij de doeltreffendheidsonderzoeken worden duidelijk de scheidslijnen met andere beleidsvelden aangegeven. b. De reikwijdte van ieder onderzoek strekt zich in beginsel uit over alle organen (raad, college), organisatie-eenheden en instellingen waarvoor de gemeente bestuurlijk verantwoordelijk is of waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. De reikwijdte kan in het onderzoeksplan worden ingeperkt door het aangeven van het te onderzoeken tijdsvak en de te onderzoeken organen, organisatie-eenheden en instellingen. De reikwijdte van onderzoeken moet van te voren duidelijk worden aangegeven. Aangegeven moet worden welk tijdvak wordt onderzocht en welke organisatie-eenheden en niet gemeentelijke instellingen bij het onderzoek worden betrokken. c. Hier wordt aangegeven welke methoden gebruikt zullen worden (benchmarking, enquête, enzovoorts). d. Een inschatting van de duur van het onderzoek, eventueel onderverdeeld in fasen. e. Onderzoeken kunnen in opdracht van het college worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen dienen te worden ingebouwd, waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd. Dat betekent dat van het onderzoek wel mag worden uitgevoerd door functionarissen die in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. De analyse en de aanbevelingen tot verbetering echter moeten zoveel als mogelijk onafhankelijk tot stand komen en uitgevoerd worden door functionarissen die niet in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. Artikel 4 Voortgang onderzoek De bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met de inhoud van de programma's van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om in deze paragaaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

Met de instelling van de onderzoeken beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in rapporten voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de verslagen die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit echter geenszins uit dat de raad, als hij dat wenst, de rapporten ontvangt zodra ze zijn vastgesteld. Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering, daarom is in deze modelverordening opgenomen dat evaluatie en aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage, en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat maatregelen moet nemen tot verbetering. Het college moet een plan van verbetering opstellen en uitvoeren. Het plan van verbetering wordt uiteraard ook ter kennisgeving aan de raad gestuurd. Artikel 6 Inwerkingtreding Volgens de Gemeentewet moet deze verordening per 7 maart 2003 zijn vastgesteld. De raad kan indien nodig bij raadsbesluit het vaststellen van de verordening met maximaal een jaar uitstellen. Artikel 7 Citeertitel In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen. Vaststelling De ondertekening van uitgaande stukken van de raad door de burgemeester is in het nieuwe duale bestel gehandhaafd (artikel 75, lid 1 Gemeentewet). Door de komst van de griffier zijn de taken van de gemeentesecretaris gewijzigd. De secretaris hoeft niet meer aanwezig te zijn bij de vergaderingen van de raad. Deze taak wordt overgenomen door de griffier (artikel 107b Gemeentewet). Door deze wijziging is het niet meer de secretaris, die alle uitgaande stukken van de raad mede ondertekent. De griffier moet de uitgaande stukken van de raadsvergaderingen medeondertekenen (artikel 107c Gemeentewet). 2006 Sdu Uitgevers bv