Overdenking op zondag 26 juli, Uw wil geschiede, GHK Lieve mensen, gemeente, zusters en broeders, Tijdens de jaren van mijn theologiestudie in Kampen besloot ik om Belijdenis van mijn Geloof te doen. De toenmalige studentenpredikant ds. Thijs was daarbij zeer behulpzaam en overtuigend. En ter gelegenheid van de dag van mijn Belijdenis kreeg ik van mijn ouders een dichtbundeltje. De bundel heette Brood en Wijn en was geschreven door de Ned. Herv. predikant Geert Boogaard. De teksten waren revolutionair; ze zetten de gangbare theologie op zijn kop. Ze hoorden typisch bij de 70er jaren van de vorige eeuw, waarin op allerlei fronten geworsteld werd met de Wil van God. Maarten t Hart schreef heftig en confronterend in Een vlucht regenwulpen over zondag 10 van de HC: Over een God die uit zijn vaderlijke hand zijn moeder keelkanker had bezorgd. Woedend gooide hij de twee ouderlingen de deur uit die zijn doodzieke moeder bezochten. De dominee Geert Boogaard was het met hem eens en dichtte over Gods wil aangrijpende woorden. Ik wil een van zijn gedichten jullie niet onthouden. Hij noemde het de Almachtige : Dat Hij dit ene deed, Zijn volk wegroepen uit Egypte, almachtig, met een stem een tienmalige, zodat er een nacht kwam anders dan alle andere, Dat Hij dat andere deed, aan dat ene gelijk: Zijn Zoon, een worm, geen man, een gekruisigde, onmachtig, een gestorvene, machteloos, uitroepen uit de dood,
2 Dat God de verwekker is van polio, tuberculose, carcinoom, oorzaak van ongeluk: een dijk die doorbreekt, een oorlog die uitbreekt, een jonge moeder die sterft, een kind dat verdrinkt, nooit zal ik zeggen: Geen noodlot is onze God, geen idee, geen systeem, geen man die het allemaal uitstippelt, nee, gelukkig niet. Er zijn dingen die niet, die nooit uit de handen komen van God, onze Vader. Maar dat al wat er gebeurt en zijn tranen heeft, wacht op Hem, totdat, dat is waar. Elke zin is een soort mokerslag richting de Heidelbergse Catechismus (HC), die vanaf de allereerste zondag ons voorhoudt dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, ja zelfs dat alle dingen mij tot mijn heil moeten dienen. Je loopt met dit soort zinnen met je ziel tegen de hemel. Net als in die bekende, aangrijpende tekst uit Getsemane.
3 Jezus die vertwijfeld bidt: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van mij weg, maar niet mijn wil, maar uw wil geschiede! En we kennen het vervolg! Is het dus Gods Wil dat Jezus gekruisigd zal worden en een wrede marteldood zou sterven? De tekst lijkt die kant op te sturen. Met collega Geert Boogaard kan ik het niet geloven. Zoek ik naar een ander verhaal over Uw Wil geschiede, naar een tegenverhaal. Zoals Pasen, de opwekking een tegenverhaal is bij de marteldood van Jezus. En zo kwam ik uit bij het boek Klaagliederen. Bij die bittere rouwklacht van Israel over haar ballingschap. Bij een tekst die ontstaan is vanuit het diepe lijden van mensen. Juist daar in de diepste diepten van ons menselijk leven moet blijken wat de wil van God is. Niet bij de gloriemomenten van het leven, maar in de duisternis van ons bestaan. Bij teksten ook die Miskotte het tegoed van het Oude Testament noemde. Bij teksten die feitelijk net zo revolutionair zijn als de religieuze poëzie van Geert Boogaard. Want denk het je in: Een volk is ten onder gegaan, steden en velden zijn verwoest. Zelfs de tempel, plaats van Gods Aanwezigheid, ligt in puin. Er zijn duizenden doden. En een groot deel van het volk is gedeporteerd naar streken die niemand kende. Alles is verloren, er is niets meer, geen hoop, geen mogelijkheid op herstel, maar slechts slavernij. Wat zou zo n volk opschrijven? Ik denk allereerst een woedende uithaal naar hun verdrukkers en overwinnaars. Ik denk ook verbittering en gevoelens van wraak en haat tegen alles en iedereen. Ik denk ook een einde aan hun geloof in een God, die dit toelaat, dit laat gebeuren. Ja, nog erger, die dit gewild zou hebben!!! Wie zou nog in zo n God willen geloven? Ik verwacht klaagzangen vol met getier en gevloek uit pure en machteloze woede. Dat is toch wat je mag verwachten? Maar hoor nu toch het gebed in Klaagliederen 5. De aanhef is geen vloek, geen schreeuw, maar roept de Eeuwige toe: Gedenk!!! En dan komt er een lange opsomming van alles wat er gebeurd is.
4 Maar het klinkt hier niet als pure feiten. Er is een groot verschil tussen wat wij geschiedenis noemen en wat gedenken is. Geschiedenis is vooral het verhaal van iemand anders; gebeurtenissen die elders plaatsvonden. Gedenken is mijn verhaal; gebeurtenissen die op de een of andere manier aan mij gebeurden. Verhalen uit de geschiedenis vertellen de historie. Verhalen die wij gedenken vertellen over mijn identiteit, over wie ik ben. Het gedenken vormt mijn identiteit, onze identiteit. Israel roept de Eeuwige op om te gedenken, om alles wat er gebeurd is ook te lezen als Gods eigen verhaal! God wordt emotioneel meegetrokken in het verhaal van Israëls ballingschap. En daarnaast houdt Israel zichzelf ook een spiegel voor. Er is niet alleen klaaglied, maar ook schuldbelijdenis. Eerst klinkt Onze vaderen hebben gezondigd en wij, wij hebben hun ongerechtigheden moeten torsen. Maar verderop is het breder: Wee toch ons dat we zo hebben gezondigd, klinkt het. De tekst is eigenlijk uniek, want overwonnen volkeren kijken vrijwel nooit naar zichzelf. Het is altijd de ander die alles mis heeft gedaan. Hier kijken mensen naar zichzelf, naar hun eigen fouten en tekortkomingen. En ze beseffen de gevolgen daarvan voor henzelf. Niet alleen ballingschap, maar zegt de tekst prachtig: ons hart is mat geworden en onze ogen zijn verduisterd. De analyse is haarscherp en vrijwel zonder parallellen in dit soort geschriften. Ballingschap is niet Gods wil die geschied is, maar hebben wij over onszelf afgeroepen. En de tekst eindigt met ontroerende zinnen die feitelijk bidden Uw wil geschiede! Het wordt zo verwoord: Help ons terugkeren, Ene, tot U, dan keren wij terug. Maak onze dagen nieuw zoals eens. Uw wil geschiede is dat mensen zich keren, tot inkeer komen. Het revolutionaire van de bijbelse geschriften ligt precies hierin. Dat God niet vanuit de hemel regeert en aan de touwtjes trekt met heil en onheil, met armoede en rijkdom, met ziekte en gezondheid, met dood en leven, maar dat wij mensen onze verantwoordelijkheid nemen tegen onheil, tegen armoede, tegen ziekte en tegen de dood. Eigenlijk gaat het steeds bij die eerste beden uit het Onze Vader om hetzelfde principe: Uw naam geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw Wil geschiede betekent,
5 dat wij ons leven heiligen, dat het Koninkrijk in ons en door ons groeit, dat Gods Wil door ons gedaan wordt in daden van liefde en recht en goedheid en gerechtigheid. Daar en nergens anders ligt de sleutel tot verstaan. Ook van Jezus bede in Getsemane. Het is niet Gods wil die hem aan het kruis brengt, maar het is zijn keuze om trouw te blijven aan zijn principes, zijn overtuiging, zijn geloof. En de paasmorgen is het tegenverhaal over Gods Wil die geschiedt. een gestorvene, machteloos, uitroepen uit de dood, Zo omschreef Geert Boorgaard het heel precies. Ten slotte nog dit. Ik weet dat er soms geen antwoorden zijn op alle moeilijke vragen van ons bestaan. Er gebeurt teveel wat ons doet twijfelen, aarzelen, wanhopen soms en vloeken. Daarom schreef Geert Boogaard zijn laatste woorden en zei: Maar dat al wat er gebeurt en zijn tranen heeft, wacht op Hem, totdat, dat is waar. Amen.