Internationale bemoeienissen verzieken de situatie in Irak en Syrië. Ludo De Brabander & Soetkin Van Muylem



Vergelijkbare documenten
Oorlog in Syrië en de internationale context

Oorlog in Syrië en de internationale context

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

HET GROTE SYRIË COLLEGE. Paul Aarts Afdeling Politicologie Universiteit van Amsterdam

Waarom Islamitische Staat niet zomaar zal opgeven

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Solidariteitsactie. voor. vluchtelingen. in Syrië. Zondag 22 februari GC De Wildeman Schoolstraat 15, Herent. Koerdische Maaltijd

De politieke veranderingen van de sjiieten voor en na de Baathpartij

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Koos van Dam: 'Rusland is het enige land dat gewoon met Syrië communiceert'

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Italiaanse anarchistes in de rangen van de BÖG.

De Islamitische Staat

Datum 18 december 2013 Betreft Uw verzoek inzake het toenemende sektarische karakter van het conflict in Syrië en de internationale reactie hierop

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

TERRORISME EN ANDERE BEDREIGINGEN VOOR DE NATIONALE VEILIGHEID ALS GEVOLG VAN MILITAIR INGRIJPEN IN IRAK

IS(IS) in crisis? Katern: Analyse

Hoop op democratie in het Midden Oosten

Datum 30 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de onthulling over steun Turkije aan Al Qaeda

Het Syrische Drama. De oorlog in Syrië in Irak. Marcel Kramer

De Koerden en de herdefiniëring van democratie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor wie er nog mocht aan twijfelen

16 november Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

1 Belangrijk in deze periode

IV. Gewelddadig jihadisme en het internationale schaakbord

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Internationale Spectator (jrg. 69) Item 2 van 19 ARTIKEL

Zittingsdocument B8-0109/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

12897/15 rts/sl 1 DG C 2B

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Vals geld in omloop in Limburg: Controleer uw biljetten Blz 3 Sanering sterk vervuilde zones Ford Genk zal 11,4 miljoen euro kosten.

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

INVINCO BENELUX. Chaos in Irak maakt de oliemarkt bloednerveus

Twee jaar na de start van de Arabische revoluties. Uitdagingen voor België en Vlaanderen

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

is tot alles in staat

Lijst van vragen - totaal

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

Irak na Saddam. Hoe de droom van democratie en welvaart in een nachtmerrie van voortdurend sektarisch geweld veranderde

Zittingsdocument B8-0110/2014 ONTWERPRESOLUTIE

Syrië Conferentie MWS : Brussel 9 Maart 2013

De vluchtelingencrisis: oplossingen en inzichten van kinderen

Informatie top 5 van de Ranglijst Christenvervolging 2016

Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN

Henk Kamp - Minister van Defensie 4 mei 2006

Iedereen kan iets doen voor vredee

Syrië, Irak en de aanpak van ISIS. Nikolaos van Dam

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

Het mysterie: Moord op Lumumba

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Hulp aan Syrische vluchtelingen

Koude Oorlog-2 vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Irak/Syrië. Complete mislukking van strategie van het VS-imperialisme

Oorlog in Syrië: achtergrond en toekomstperspectieven

2017 no. 25 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

De echte reden voor de destabilisering van Syrië door ISIS.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Nieuwe Golfoorlog in de maak?

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen

regime kennen tal van voordelen: goedkope huizen, goedkope leningen, goede scholen en gezondheidszorg, et cetera. Er is in Damascus een speciale

De anatomie van de Islamitische Staat

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Zittingsdocument B8-0130/2014 ONTWERPRESOLUTIE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Plein CR Den Haag

Wat: onderdrukking van protesten tegen de regering-assad en de Ba ath-partij van Syrië Later in 2012 burgeroorlog tussen:

Bovendien stel ik vast dat democratie onder een buitenlandse bezetting geen betekenis heeft.

De woelige wateren van de Oostelijke Middellandse Zee

KATERN: PERPETUAL WAR IN HET MIDDEN-OOSTEN? Strijd in Syrië, IS(IS) in crisis? LESSEN VAN HET WARSCHAUPACT NATO SUMMIT WALES

Syrië. Een verleden, en een toekomst? Disclaimer: alle afbeeldingen zijn enkel gebruikt voor educatieve doeleinden en worden niet verder verspreid.

Vervolg en einde van De Koude Oorlog: (10.1 & 10.3)

Wollahkrant. Trump president. Aanslag Nice eist 84 levens. Moeder Teresa heilig verklaard

Beleidsbrief RAAD VOOR DE VLUCHTELING. Syrische vluchtelingen en ontheemden

De Saoedi s deugen niet, integendeel.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

woensdag 23 januari 2013

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37, oktober 2014

Olie crisis? 24 juni 2014

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

stuur te krijgen voor de Koerden van Irak. Ook heeft hij in het verleden gezegd te streven naar een onafhankelijk Koerdistan, wat het uiteenvallen

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 17 september 2002

Betreft: Wob-verzoek gematigde Syrische strijdgroepen

Bram Vrielink en Jim Bloemen 2de

Tijdvak II. november : 30-10:00.

Een gezond wantrouwen in de media is legitiem

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Partij van God. Hezbollah en het conflict in Syrië. Katern: Analyse. Gerben Stormbroek

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Inhoud. Zijn we onze geopolitieke en geo- economische zekerheden kwijt? 11

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis De Koude Oorlog

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

Samenvatting Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 40, november 2015

OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE

Kwantitatief onderzoek naar de houding en opvattingen van Turkse en Marokkaanse jongeren jegens het conflict in Syrië. 1-meting

Transcriptie:

Internationale bemoeienissen verzieken de situatie in Irak en Syrië Ludo De Brabander & Soetkin Van Muylem De situatie in Irak en Syrië wordt met de dag complexer. Dat er maar geen einde aan het geweld komt, heeft vooral te maken met de inmenging van internationale en regionale machten in de regio, die in beide landen hun dikwijls tegengestelde belangen uitvechten. Het internationale machtsspel heeft er ook voor gezorgd dat jihadistische netwerken de laatste decennia als paddenstoelen uit de grond schoten. Ontstaan De groei en mondialisering van salafistische jihadistische netwerken is mee in de hand gewerkt door de buitenlandse steun die ze kregen in het kader van de rivaliteiten tussen groot- en regionale machten. Het begon met een geheim CIA-programma in de context van de Koude Oorlog dat de codenaam 'Operation Cyclone' droeg. Onder invloed van zijn nationale veiligheidsadviseur Zbigniew Brzezinski, gaf de Amerikaanse president Jimmy Carter op 3 juli 1979 zijn goedkeuring aan de toekenning van financiële en militaire steun aan de Afghaanse Moedjahedien. Deze islamitisch-fundamentalistische strijders verzetten zich tegen het toenmalige communistische regime in Kaboel dat gesteund werd door de Sovjet-Unie. Het ondersteunend programma van de VS kwam tot stand met behulp van de Pakistaanse geheime dienst (ISI) en van Saoedisch geld. Brzezinski zou later verklaren dat het de bedoeling was van Operatie Cyclone om een Sovjetinvasie uit te lokken, wat een half jaar later (december 1979) ook daadwerkelijk gebeurde. Uiteindelijk gingen er tussen 1979 en 1989 naar schatting 20 miljard Amerikaanse dollars naar de Moedjahedien, onder wie fundamentalistische krijgsheren en oorlogsmisdadigers als Gulbudin Hekmatyar. De Verenigde Staten creëerde zijn eigen monsters. Hekmatyar bijvoorbeeld zou na de terroristische aanslagen van 9/11 (2001) oproepen tot een Jihad tegen de VS. Naar eigen zeggen onderhield hij nauwe banden met Osama Bin Laden en diens Al Qaeda. Een deel van de Afghaanse Moedjahedien zou later trouwens opgaan in de Taliban, die zo in het bezit kwam van door de VS geleverde wapens. De oorlog in Afghanistan fungeerde als een enorme aantrekkingspool voor buitenlandse jihadisten. De internationale jihad was geboren. Tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995) organiseerden de jihadisten zich in een eigen eenheid, die aan de zijde vocht van de Bosniakken (Slavische moslims) van Alija Izetbegovic. Internationale jihadi's zouden daarna ook hun weg vinden naar de oorlog in Kosovo (1998-1999) om te vechten tegen Servië aan de zijde van het Kosovaars Bevrijdingsleger (UCK). In 2011 volgde dan de oorlog in Libië. Telkens zien we hetzelfde patroon waarbij regionale en internationale machten zoals de Verenigde Staten, Saoedi- Arabië, Turkije, Iran of Qatar met hun soms tegengestelde regionale belangen, lokale en internationale Moedjahedien financieel en militair ondersteunen. In het geval van de Verenigde Staten bleek meer dan eens dat er zelfs rechtstreekse banden bestaan tussen overheidsinstanties en Al Qaeda-strijders. Het is ook bekend dat veel van de militaire steun die landen als Turkije, Saoedi- Arabië en Qatar de afgelopen jaren aan de gewapende oppositie in Libië, Irak en Syrië verleenden, rechtstreeks of onrechtstreeks bij radicale salafisten terecht is gekomen. Ayman al-zawahiri, de Egyptische Al Qaeda-ideoloog en sinds de dood van Osama Bin Laden de nieuwe leider van deze internationale terroristische organisatie, schreef kort na de aanslagen van 11 september 2001 een boek waarin hij de strategie van de mondiale jihad uit de doeken doet. Deze strategie vinden we terug in de manier waarop groepen als Islamitische Staat (IS) en Jabhat al Nusra te werk gaan in Irak en Syrië: het viseren van burgerdoelen, het gebruik van zelfmoordaanslagen en vooral het hanteren van moderne media om de mondiale Jihad in verschillende delen van de wereld te promoten, onder leiding van een multi-etnisch en multi-linguïstisch leiderschap. De steun van internationale en regionale machten is een constante in heel deze geschiedenis.

Salafisme in Irak De Amerikaanse bijdrage aan de groei van de internationale gewelddadige Jihad was niet alleen een gevolg van de structurele steun aan radicale islamisten. Irak kreeg tijdens de Amerikaanse bezetting ook een sektarisch politiek systeem opgedrongen. Washington gaf politieke en militaire steun aan een regime dat een discriminerende en repressieve politiek hanteerde tegenover de soennitische minderheid. De Amerikaanse diplomaat Paul Bremer III, die na de val van Saddam Hoessein als hoofd van de Voorlopige Autoriteit van de Coalitie, het bestuur van Irak op zich nam van mei 2003 tot juni 2004, zorgde voor de volledige ontmanteling of 'deba'athisering' van de Iraakse staat. Hij ontbond het Iraakse leger, beraamde een grootschalig privatiseringsprogramma van de Iraakse economie en kende miljoenencontracten toe aan Amerikaanse reconstructiebedrijven. Bremer moedigde de sektarische politiek (sjiieten, soennieten en Koerden) in het land aan om het nationalistisch verzet te ondermijnen. Hij zorgde daarmee voor een escalatie van het binnenlands geweld. Radicale salafisten pleegden niet alleen aanslagen tegen de 'coalitietroepen' maar viseerden daarnaast ook burgers en streden vanaf 2005 tegen de door sjiitische partijen gedomineerde Iraakse regeringen. Een van de meeste succesrijke salafistische verzetsleiders in Irak, de Jordaniër Abu Musab al-zarqawi, zou zich vanaf eind 2004 met zijn Organisatie voor Monotheïsme en Jihad (de voorloper van IS) bij Al Qaeda aansluiten. De regering in Bagdad voerde de repressie in het soennitische deel van het land op. Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken opereerden doodseskaders verbonden met de radicale sjiitische Badr-militie. Sektarisme werd de basis van elke politieke organisatie in Irak. De regeringen van premier al-maliki (mei 2006- augustus 2014) zetten deze sektarische politiek consequent door. Eind 2012 kwam daartegen een golf van binnenlands protest op gang, dat zich niet beperkte tot de soennitische bevolking van het land. De demonstranten richtten zich tegen de corruptie en brutale repressie van het regime van al-maliki, dat altijd heeft kunnen rekenen op de massale militaire steun van de Amerikanen. De VS werd daarom als het tweede gezicht van de repressie gezien. Hoewel de protestacties vreedzaam verliepen, antwoordde het regime van al-maliki zeer gewelddadig. Dat zorgde onder de soennieten van het land dan weer voor een groeiende steun aan het gewapende verzet van extremistische groeperingen tegen de centrale regering. De ontmanteling van een protestkamp in de centraal gelegen Iraakse stad Ramadi eind 2013, zorgde ervoor dat de spanningen in het land uitmondden in een regelrechte burgeroorlog. Volgens Human Rights Watch vielen er in de volgende maanden vele honderden doden, vooral als gevolg van regeringsbombardementen op opstandige steden als Ramadi en Fallujah. Er werd ook op grote schaal gefolterd en er werden opposanten geëxecuteerd in de gevangenissen. Meer dan 300.000 mensen sloegen op de vlucht. De aanvankelijk onderlinge twisten tussen soennieten van verschillende politieke strekkingen en verschillende stamverwantschappen, maakten plaats voor de gemeenschappelijke soennitische strijd tegen het gehate sjiitische regime in Bagdad. Geleidelijk aan werd ISIS (sinds deze zomer IS) één van de dominante gewapende krachten, niet in het minst omdat voormalige generaals van het geëlimineerde Ba'ath-regime zich aan de zijde van IS schaarden. De verovering van de noordelijke Iraakse stad Mosoel door IS in juni 2014 versterkte het sektarische karakter van het conflict. De Iraakse regering doet in de strijd tegen IS beroep op sjiitische milities die al sinds midden 2013 verantwoordelijk zijn voor het massaal uitdrijven en vermoorden van soennitische burgers in het zuiden van Irak. In het door Koerden bestuurde noorden van Irak heeft de vrees voor IS volgens sommige berichten ook al gezorgd voor een politiek van etnische zuiveringen. Koerdische milities daar, zouden soennieten viseren omdat ze hen ervan verdenken samen te werken met IS. De escalatie van het geweld in Irak betekende de politieke doodsteek voor premier Nouri al-maliki. Onder druk van de Verenigde Staten, maar ook van Iran werd al-maliki in de zomer van 2014 uiteindelijk vervangen door Haidar al-abadi. Volgens VS-president Obama zal al-abadi systematisch de hand reiken aan alle mensen in Irak. Al-Abadi is inmiddels tegemoet gekomen aan een aantal van de soennitische ongenoegens. Hij slaagde er ook in om een akkoord te sluiten over

de aanstelling van een nieuwe minister van Defensie (een soenniet) en een nieuwe minister van Binnenlandse Zaken (een sjiiet), twee gevoelige posten die onder de tweede regering van Nouri al- Maliki vacant bleven. Maar het blijft nog maar de vraag of het om meer gaat dan louter cosmetische ingrepen. Of al-abadi in staat zal zijn om de sektarische logica te doorbreken die de politiek in Irak ondertussen volledig in haar greep heeft, valt nog af te wachten. De belofte van de nieuwe premier midden september 2014 om een einde te maken aan de regeringsbombardementen op plaatsen waar burgers resideren, wordt alvast niet nageleefd. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken lijkt ook een maat voor niets te zijn. De echte macht binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken ligt nog altijd bij de sjiitische Badr-partij en de daarmee verbonden militie. Het is ook tekenend dat al- Maliki, die de controle uitoefent over de belangrijkste sjiitische milities in het land, in de nieuwe regering blijft zetelen, zij het als vicepremier. Volgens zowel Amnesty International als Human Rights Watch maken de Iraakse sjiitische milities die momenteel in een strijd verwikkeld zijn met Islamitische Staat en daarbij luchtsteun krijgen van de internationale 'coalition of the willing' (waar België ook toe behoort), nog steeds geen onderscheid tussen IS-strijders en gewone soennitische burgers. Vanuit de optiek van veel soennieten is de steun aan IS dus noodzakelijk voor hun eigen overleven. IS in Syrië De aanwezigheid en groei van IS in Syrië houdt zowel verband met de bezetting en de sektarische politiek in Irak, als met de opstand tegen het autoritaire regime in Damascus en de daaropvolgende groeiende interne Syrische verdeeldheid, eveneens op sektarische basis. Abu Bakr al-baghdadi, die sinds 2010 aan het hoofd staat van IS in Irak, besliste kort na het begin van de opstand tegen de Syrische regering van Assad ook een gewapende militie uit te bouwen in Syrië. Deze militie werd opgericht in januari 2012 en kreeg de naam Jabhat al-nusra. Het fundamentalistische soennitische al-nusra Front zou al gauw militaire successen boeken in Syrië. Als gevolg daarvan groeide de aanhang van de militie zienderogen. De Iraakse IS-leider al-baghdadi kondigde in april 2013 de samensmelting van zijn organisatie met Jabhat al-nusra aan, maar zover kwam het nooit. Onenigheid tussen al-baghdadi en de lokale al-nusra-leider in Syrië, Abu Muhammad al-jawlani, leidde tot een definitieve breuk tussen beide organisaties. Deze hele episode zou ook leiden tot een breuk tussen IS en Al Qaeda. De voorloper van IS, de Organisatie voor Monotheïsme en Jihad, zwoer trouw aan Al Qaeda in oktober 2004. In oktober 2013 beval al-qaeda-leider al-zawahiri, die ook tegen een samensmelting van al-nusra en IS was, dat het al-nusra Front voortaan alleen aan het hoofd zou staan van de jihadistische inspanningen in Syrië. Al-Baghdadi weigerde zich daarbij neer te leggen en vertikte het om IS uit Syrië terug te trekken. Na een maandenlange machtsstrijd werd IS door Al Qaeda verloochend. In Syrië begonnen het al-nusra Front en IS elkaar militair te bestrijden. Er was ook een duidelijk politiek verschil tussen beide jihadistische organisaties in het land. Terwijl Jabhat al-nusra vooral focuste op de val van de Syrische president Bashir al-assad, was het doel van IS de oprichting en uitbouw in de regio van een islamitisch rijk of kalifaat. Dit kalifaat werd in de zomer van 2014 trouwens door al-baghdadi uitgeroepen. IS kon in Syrië rekenen op een groeiende populariteit en al-baghdadi zou een meester blijken in zowel het militaire als civiele bestuur van zijn organisatie. De militaire successen oefenden een aantrekkingskracht uit op heel wat milities die tot dan toe samenwerkten in oppositionele platformorganisaties zoals het Vrije Syrische Leger of het door Saoedi-Arabië gesteunde Islamitisch Front. Verschillende milities schaarden zich, met hun door de Golfstaten en Turkije geleverde wapens, aan de zijde van IS. Door de opmars van IS in Syrië en Irak verkreeg de organisatie ook de controle over een deel van de olieproductie. De opbrengsten van de gesmokkelde olie, dienen om de gewapende strijd en de promotie ervan te financieren. Belegering van Kobani Op 16 september 2014 lanceerde IS een zwaar militair offensief in het noorden van Syrië met als

doel de verovering van de stad Kobani, die sinds de zomer van 2012 onder Koerdische controle stond. Tegen 2 oktober waren de militieleden van IS er in geslaagd om 350 Koerdische dorpen en stadjes in de omgeving van Kobani in te nemen. Zeker 300.000 Syrische Koerden sloegen op de vlucht. Een groot deel van hen belandde in het naburige Turkije, dat sinds het uitbreken van de Syrische oorlog eind 2011 al een constante stroom van Syrische vluchtelingen had zien arriveren. Toen de vluchtelingen uit Kobani en omgeving in Turkije toestroomden, huisvestte dat land al zo'n 400.000 andere Syrische ontheemden. De Syrisch-Koerdische strijders van het YPG, de Volksbeschermingseenheden, probeerden zich tegen de opmars van IS richting Kobani te verzetten, maar moesten alsmaar meer terrein prijsgeven. Eind september slaagde een groep Turkse Koerdische strijders erin Kobani te bereiken en zo het Syrisch Koerdische Volksbeschermingsleger te versterken. Op 6 oktober penetreerden IS-jihadisten Kobani en de volgende weken ontstond een stedelijke guerrilla-oorlog. Tegen 9 oktober controleerde IS een derde van de stad (vooral het oostelijke deel) en de dag daarop rukten de ISstrijders op naar het stadscentrum. Op 13 oktober 2014 controleerde IS de helft van de stad. Ondertussen werden luchtaanvallen uitgevoerd door de Verenigde Staten en zijn bondgenoten op IS-posities in en rond Kobani. Tussen 13 en 15 oktober voerde de VS 39 luchtaanvallen uit, wat de Koerdische strijders de ruimte bood om lichte vooruitgang te boeken in de door IS gecontroleerde gebieden. Eind oktober liet Turkije 20 wagens met 150 Iraaks-Koerdische strijders de grens met Syrië oversteken om te gaan vechten tegen IS in Kobani. Ze hadden zware wapens met zich meegebracht. Er werden ook enkele tientallen leden van het Vrij Syrisch Leger doorgelaten door Turkije. Een commandant van het Vrij Syrisch Leger stelde begin november dat er zo'n 320 leden van zijn militie aanwezig waren in de stad. Ondanks de gezamenlijk inspanningen stond 60% van Kobani begin november nog altijd onder IS-controle. De Iraaks-Koerdische regionale regering in Noord-Irak stuurde daarop een aantal vrachtwagens met wapens en munitie om de Syrische Koerden bij te staan in hun strijd. IS liet op zijn beurt extra manschappen aanrukken. Midden november kon het Volksbeschermingsleger de bevoorradingsroute van IS afsnijden en de militie gedeeltelijk terugdringen. IS blijft echter tegenoffensieven lanceren en begin december 2014 woedde de strijd om Kobani nog altijd volop. 'Coalition of the willing' De publieke executies van een aantal Amerikaanse en Britse staatsburgers en de verovering van de Iraakse stad Mosoel in de zomer van 2014 door IS, zorgden voor een kleine kentering in de Amerikaanse politiek ten opzichte van Syrië. Plotseling werd de strijd tegen IS in Irak en Syrië prioritair en was de val van de Syrische president Bashir al-assad dat opeens veel minder -hoewel dit laatste officieel ontkend werd. De Verenigde Staten verzamelde in augustus 2014 een groep landen van uiteenlopend pluimage en met verschillende belangen in een internationaal samenwerkingsverband, de 'coalition of the willing', dat de strijd met IS moest aangaan. Deze coalitie bevat ook vijf Arabische landen: Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Bahrein en Jordanië. Maar behalve het gemeenschappelijke doel om te strijden tegen IS en zelfs dat is twijfelachtig heerst er vooral onenigheid binnen de coalitie. De Turkse premier Tayyip Erdogan -die slechts schoorvoetend tot de 'coalitie van welwillenden' toetrad- dringt al vele maanden aan op de installatie van een 'no-fly-zone' boven een deel van Syrië, waar dan het gros van de Syrische vluchtelingen die nu in Turkije in vluchtelingenkampen verblijven, zou kunnen worden ondergebracht. Frankrijk deelt dit streven met Turkije. Met de steun van de coalitie aan de Koerdische strijders die zich in Syrië tegen IS verzetten, vreest Erdogan een versterking van de Koerdische PKK in Turkije en op langere termijn de oprichting van een onafhankelijke Koerdische staat op het grondgebied van Irak, Syrië, Iran en zelfs Turkije. De PKK is de belangrijkste Koerdische Partij in Turkije. Ze vecht al jarenlang een conflict uit met de regering in Ankara en onderhoudt nauwe banden met de Syrische Democratische Unie Partij (DYP) en diens gewapende vleugel YPG (het Volksbeschermingsleger) die volop verwikkeld is in de strijd met IS in Kobani. Turkije is dus niet zo tuk op het geven van bijstand aan de Koerden in Syrië en

vindt zich meer in de ondersteuning van de Syrische moslimbroeders, net zoals Qatar. Beide landen hopen dat steun aan de Syrische moslimbroeders hun machtsposities in de regio kan versterken, maar dat plaatst hen lijnrecht tegenover Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) die dan weer een groeiende invloed van de moslimbroeders in de regio vrezen. De regeringen van deze landen willen immers niet dat de beweging van de moslimbroeders in Riyad of Abu Dhabi voet aan wal krijgt en zo hun eigen macht bedreigt. Deze angst verklaart tevens de steun van Saoedi-Arabië en de VAE aan het regime van de Egyptische generaal al-sisi. Hij verdreef de moslimbroeders vorige zomer immers succesvol van de macht in Egypte. Turkije De verschillen in prioriteiten en belangen binnen de coalitie worden ook geïllustreerd door de diplomatieke spanningen tussen de Verenigde Staten en Turkije. Vooral de grote terughoudendheid van Ankara om effectief een rol op te nemen in de coalitie is tekenend. Turkije heeft de afgelopen jaren een open grenspolitiek gehanteerd ten opzichte van gewapende strijders die richting Syrië trokken om president Bashar al-assad van de macht te verdrijven. Dit blijft namelijk de echte en belangrijkste prioriteit van Ankara. De door Turkije fel gepromote no-fly-zone boven Syrië moet niet alleen zorgen voor een gebied waar de Syrische vluchtelingen opgevangen kunnen worden, maar moet ook dienen als toevluchtsoord voor de gewapende Syrische oppositie. De VS houdt zich rond beide Turkse doelstellingen wat meer op de vlakte sinds de strijd tegen IS een beleidsprioriteit geworden is. Een ander aspect van de lakse Turkse grenspolitiek is het feit dat de olie-inkomsten van IS er is sprake van meer dan een miljoen dollar per dag verloopt via Turkije. In fel contrast hiermee bleek Turkije erg moeilijk te overtuigen om zijn grenzen open te stellen voor (Koerdische) strijders die de val van Kobani moeten helpen voorkomen. Terwijl vluchtelingen vanuit Syrië toegelaten werden, gebruikte Turkije regelmatig waterkanonnen en traangas om te voorkomen dat Turks-Koerdische vrijwilligers de grens overstaken om te gaan vechten in de Noord-Syrische Koerdische stad. Erdogan plaatste het Koerdische Volksbeschermingsleger ook publiekelijk op dezelfde hoogte als IS -een even hard te bestrijden kwaad- omwille van de banden met de PKK. De VS zag zich op een bepaald moment zelfs verplicht om de Koerdische verdediging van Kobani vanuit de lucht met wapens te bevoorraden, hoewel de stad zich vlak aan de grens met Turkije bevindt. Daarop braken er protesten uit in verschillende Turkse steden tegen het gebrek aan steun van de Turkse overheid aan de Koerden.