Dit examen bestaat uit 19 vragen, een samenvatting en twee schrijfopdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten te behalen.



Vergelijkbare documenten
Examen VMBO-GL en TL 2005

Lezen - Argumenten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Dit examen bestaat uit 24 vragen, een samenvattingsopdracht en twee schrijfopdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen.

Nederlands CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Nederlands CSE GL en TL

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2004

Examen VMBO-GL en TL 2005

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2004

Nederlands CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 21 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 20 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 22 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Nederlands CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 16 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE KB

Examen VMBO-GL en TL 2012

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-C. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands leesvaardigheid

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-KB

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE KB

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Eindexamen Nederlands vmbo gl/tl II

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Tekst 3. Tekst 4. A alleen 1 B alleen 2 C alleen 3. A alle lezers B docenten C politici D werkgevers

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2003

Examenopgaven VMBO-MAVO-C

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005

Nederlands CSE GL en TL

Nederlands CSE GL en TL

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Eindexamen Nederlands mavo D I. Tekst 1 Dank u wel, alstublieft havovwo.nl. -

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2003

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands leesvaardigheid

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Wat voor tekst schrijf je en voor wie?

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Nederlands CSE GL en TL

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Transcriptie:

Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE KB Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een tekstboekje. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen, een samenvatting en twee schrijfopdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 500040-2-621o

TEKST 1 HANDIGE DINGEN 4p 1 Vul de ontbrekende gegevens in het schema in de uitwerkbijlage in. Maak hiervoor gebruik van de informatie uit de tekst Handige dingen. TEKST 2 VERLANGEN NAAR EIGEN HAARD 8p 2 Maak een goedlopende samenvatting van de tekst Verlangen naar eigen haard van maximaal 150 woorden. Besteed daarbij alleen aandacht aan de volgende onderdelen van de tekst: 1 welk verschijnsel door Tony van Vliet werd onderzocht 2 welke twee groepen proefpersonen Van Vliet onderzocht 3 waardoor het verschijnsel ontstaat 4 welke twee factoren invloed uitoefenen op het verschijnsel 5 welke conclusie Van Vliet trekt en welke raad hij geeft. Schrijf je samenvatting in volledige zinnen in de uitwerkbijlage. Gebruik geen telegramstijl. TEKST 3 NEDERLAND VEILIG 1p 3 Welke functie heeft de hond op de foto in deze advertentie? De hond op de foto A laat zien dat je niet groot en sterk hoeft te zijn om onveiligheid aan te pakken. B laat zien dat veiligheid belangrijker is dan welzijn van dieren. C maakt iedereen duidelijk welke sterke dreiging er van dieren uitgaat. D valt op omdat het om een zeldzame soort gaat. 1p 4 Welke doelgroep hebben de makers voor ogen met deze advertentie? A gemeenten, politie en andere instellingen B hondenbezitters C iedereen in de samenleving D slachtoffers 1p 5 Welk doel streeft de overheid voornamelijk na met deze advertentie? De overheid wil de lezer A ertoe aansporen om bij te dragen aan een veiliger samenleving. B ertoe overhalen om een hond aan te schaffen. C ervan overtuigen dat Nederland onveilig is. D informeren over misdaad, vandalisme en overlast. TEKST 4 KLIKKEN IS KWAAD, MELDEN IS GOED 1p 6 Wat is de functie van de schuin gedrukte alinea aan het begin van deze tekst? De schrijver wil met deze schuin gedrukte alinea de tekst inleiden door A een beschrijving van het onderwerp te geven. B een voorbeeld van het te bespreken probleem te geven. C vooraf zijn eigen mening over het onderwerp te geven. D zelf een opvallende uitspraak over het onderwerp te doen. 500040-2-621o 2 ga naar de volgende pagina

1p 7 Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van het tekstgedeelte in de regels 32-55? A Argumenten voor het anoniem melden van een misdrijf B Gevolgen van het anoniem melden van een misdrijf C Problemen bij het anoniem melden van een misdrijf D Voorbeelden van het anoniem melden van een misdrijf 1p 8 Dit soort tiplijnen creëert een cultuur van zinloze en dubieuze verdachtmakingen. (regels 88-90) Commissaris Munting is het hiermee niet eens, gezien regels 20-31, en hij heeft daar een argument voor. Citeer de zin waarin dit argument staat. 1p 9 Hij kwalificeert deze als verkoopverhalen. (regels 109-110) Welke mening van Korvinus blijkt uit deze zin? A De kranten en de tv misleiden het publiek met de voorbeelden van successen. B De voorstanders gebruiken de successen om de meldlijn gunstig voor te stellen. C Het grote publiek trekt de voorbeelden van het succes in twijfel. D Wesseling en Munting ontkennen de nadelen van de meldlijn. 1p 10 Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van het artikel Klikken is kwaad, melden is goed weer? A De meldlijn is door de initiatiefnemers bedacht om informatie over misdrijven te verzamelen, maar tegenstanders spreken over klikken en geldverspilling. B De meldlijn is een kliklijn, want mensen kunnen gemakkelijk een valse aangifte doen zonder dat ze het risico lopen vervolgd te worden. C De meldlijn voorziet in een behoefte, want mensen durven tegenwoordig niet zo gemakkelijk naar de politie te stappen uit angst voor represailles. D De meldlijn zal net als in andere landen waarschijnlijk een groot succes worden, doordat de media hun medewerking hebben toegezegd. 1p 11 Een schrijver van een tekst kan gebruik maken van: 1 feiten 2 een eigen mening 3 meningen van anderen Waarvan maakt de schrijver van deze tekst vooral gebruik? A 2 B 1 en 2 C 1 en 3 D 2 en 3 1p 12 Wat is het schrijfdoel van de auteur? A de lezers adviseren B de lezers informeren C de lezers overtuigen van zijn mening D de lezers waarschuwen 500040-2-621o 3 ga naar de volgende pagina

TEKST 5 UITSLAG VAN HET ETEN 1p 13 Wat is de functie van de eerste alinea? De schrijfster wil met alinea 1 de tekst inleiden door A de eindconclusie van de tekst voorop te plaatsen. B een gebeurtenis te vertellen. C haar eigen mening over het onderwerp te geven. D het onderwerp van de tekst aan te kondigen. Gebruik onderstaande informatie voor het beantwoorden van de vragen 14 en 15. We kunnen de tekst tussen de eerste en de laatste alinea verdelen in twee gedeelten: deel 1: alinea s 2, 3 en 4 deel 2: alinea s 5, 6 en 7 1p 14 Met welk kopje kun je de inhoud van deel 1 (alinea s 2, 3 en 4) het beste weergeven? A Oorzaken van allergieën B Risico s van vuil C Schadelijk voedsel D Westerse kinderen 1p 15 Met welk kopje kun je de inhoud van deel 2 (alinea s 5, 6 en 7) het beste weergeven? A Eigenwijze patiënten B Invloed van de mode C Lastige diagnose D Lichamelijke klachten 2p 16 Het toenemen van voedselallergieën heeft bepaalde oorzaken. Noem twee oorzaken die Knippels vermeldt in de alinea s 3 en 4. Gebruik per oorzaak maximaal 5 woorden. 1p 17 Waardoor komen voedselallergieën voornamelijk in de Westerse wereld (Europa en Amerika) voor? In de Westerse wereld A bestaat meer variatie in het eten. B leeft men erg schoon en hygiënisch. C probeert men veel nieuwe producten uit. D wordt te eenzijdig gegeten. 1p 18 Welke van de onderstaande formuleringen geeft het beste aan wat het verband is tussen alinea 6 en 7? A Alinea 6 en 7 vormen samen een opsomming. B Alinea 7 is een herhaling van alinea 6. C Alinea 7 is een uitwerking van alinea 6. D Alinea 7 is een voorbeeld bij alinea 6. 1p 19 Hoe kun je de inhoud van alinea 8 het beste weergeven? Alinea 8 bevat A een advies. B een nieuw gezichtspunt. C een protest. D een samenvatting. 500040-2-621o 4 ga naar de volgende pagina

1p 20 Wat is het doel van Geertje Dekker met deze tekst? Zij wil de lezer A ertoe aanzetten bewuster met voedsel om te gaan. B informeren over het verschijnsel voedselallergie. C overtuigen van het gevaar van voedselallergie. D waarschuwen voor nieuwe producten. SCHRIJFOPDRACHTEN RIJK EN ARM Verplaats je in de volgende situatie en bedenk daarbij dat je telkens je eigen naam en/of adres en/of woonplaats moet invullen, als er in een opdracht je, jij of jou(w) staat. Jouw klas heeft zes weken aan een project Rijk en arm gewerkt tijdens de lessen maatschappijleer. Jullie hebben je beziggehouden met thema s als honger en overvloed, hulpprogramma s in de Derde Wereld en delen en geven. Het project moet afgesloten worden met een activiteit die door de klas georganiseerd wordt. Het is de bedoeling dat deze activiteit iets oplevert voor de Derde Wereld. Jullie zijn aan het nadenken over een plan, als het volgende krantenartikeltje je aandacht trekt: Zoetermeer op de fiets Van een van onze verslaggevers Zoetermeer Inwoners van Zoetermeer zullen massaal deze maand hun auto s in het weekend laten staan. Zij doen dit in het kader van de Gaeens-fietsen-week, een initiatief van de gemeente Zoetermeer die hiermee het autoprobleem op een opvallende manier onder de aandacht wil brengen. De gemeente stuurde al haar inwoners een brief met daarin het verzoek om 4 weken lang de auto in het weekend te laten staan. Meer dan de helft van de inwoners heeft positief gereageerd op dit verzoek. Deelnemers krijgen een fietstas als ze deelnemen aan de fietsweekenden. De milieubewuste actie van de gemeente moet uiteindelijk leiden tot een bewuster gebruik van de auto. Men hoopt te bereiken dat de inwoners zullen ontdekken hoe fijn het is om te fietsen. Je legt je klasgenoten het plan voor om een week lang iedereen op de fiets naar school te krijgen. Alle deelnemers moeten zich laten sponsoren door ten minste twee mensen van thuis of uit hun omgeving. De opbrengst van deze fietsweek moet dan besteed worden aan een goed doel in Afrika. Je klasgenoten zijn direct enthousiast. Om te beginnen lijkt het jullie verstandig een brief te schrijven aan de directie van de school, waarin jullie: toestemming vragen om de fietsweek te organiseren vertellen wat de aanleiding is voor jullie idee uitleggen met welk doel jullie een fietsweek voor de school willen organiseren uiteenzetten wat het idee inhoudt voorstellen wanneer jullie de fietsweek willen organiseren uitleggen hoe jullie leerlingen en personeel op de hoogte willen stellen twee argumenten noemen waarom de fietsweek een succes zal worden. Let op: de laatste opdrachten van dit examen staan op de volgende pagina. 500040-2-621o 5 ga naar de volgende pagina

12p 21 Brief Schrijf in de uitwerkbijlage de brief naar de directie namens je klas. Je schrijft de brief vanaf je huisadres. Gebruik voor de geadresseerde de volgende adresgegevens: Naam van je school Postbus 33400 4888 EE Plaats van je school Twee weken later hebben jullie een positief antwoord ontvangen van de directie. De fietsweek kan doorgaan. Dat betekent dat jullie leerlingen, directieleden, docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten gaan informeren over jullie plan. Dit gaan jullie doen door middel van affiches die overal in de school worden opgehangen. Bij die affiches willen jullie deelnameformulieren leggen. Iedereen die wil meedoen, moet vóór de herfstvakantie een ingevuld formulier inleveren bij de administratie. Op het formulier moeten de voorletter(s) en de achternaam ingevuld worden, de klas of de functie op de school, de reden waarom iemand wil meedoen, de namen van de sponsors, de sponsorbedragen en het vervoermiddel waarmee de deelnemer gewoonlijk naar school komt. Je geeft het formulier een passende titel. 6p 22 Deelnameformulier Maak het deelnameformulier in de uitwerkbijlage. Zorg voor voldoende ruimte om te antwoorden. 500040-2-621o* 6 ga naar de volgende pagina einde