PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL. mei 2011

Vergelijkbare documenten
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

REGLEMENT. Toeslagregeling per

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Ruil- en afkoopfactoren

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland


Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2019

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Overgangsregeling VPL PME

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Reglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012)

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Uitvoeringsrichtlijn betreffende deelneming bij werken na de ingang van het ouderdomspensioen

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Aanvullend reglement

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Aanvullend reglement. Overgangsregeling VPL

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Prepensioenreglement voor werknemers geboren vóór 1 januari Per 1 januari 2007

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

VPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Reglement Versleepregeling

Reglement Overgangsregelingen Pensioenen /01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 26/09/2014; in werking getreden per 01/01/2015)

WIJZIGINGEN. bpfhibin.nl PENSIOENREGLEMENT - STATUTEN. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Bijlage Pensioenreglement: vervroegings-, uitstel- en uitruilfactoren en afkoopvoeten

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

PREPENSIOENREGLEMENT P-AZL BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN. Artikel Fonds : De te Heerlen gevestigde stichting "Stichting Pensioenfonds AZL".

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Prepensioenreglement Inhoudsopgave

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

PENSIOENREGLEMENT III

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Transcriptie:

PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL mei 2011

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL PREPENSIOENREGLEMENT 2006 VAN TOEPASSING OP DEGENEN DIE: MET PREPENSIOEN ZIJN IN 2006 NOG MET PREPENSIOEN ZULLEN GAAN prepensioenreglement, blz - 1 -

ARTIKEL 1 Werkingssfeer en inleidende bepalingen 1. De bepalingen van dit reglement zijn uitsluitend nog van toepassing op degenen die met prepensioen zijn gegaan en nog zullen gaan in 2006. 2. De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de statuten en in het algemeen reglement zijn ook in dit reglement van toepassing. 3. De deelneming in de prepensioenregeling is voor iedereen op zijn laatst op 31 december 2005 geëindigd, vanaf die datum vindt geen opbouw van rechten meer plaats. ARTIKEL 2 Aanspraken en pensioenen 1. Door de deelneming die voor iedereen uiterlijk 31 december 2005 is geëindigd, is aanspraak ontstaan op een tijdelijk prepensioen (verder: prepensioen) verworven. De totstandkoming van de tot 1 januari 2006 opgebouwde prepensioenaanspraken, de ingegane prepensioenen en de premievrije aanspraken na beëindiging van de deelneming worden beheerst door het bepaalde in het prepensioenreglement dat tot 1 januari 2006 heeft gegolden. 2. Voor de hoogte van het prepensioen gelden de in artikel 38a van de Wet op de Loonbelasting 1964 (wet LB) zoals dat artikel op 31 december 2004 luidde aangegeven maxima. Indien het prepensioen hetgeen volgens de aldaar gestelde maxima is toegestaan zou overschrijden, indien het tot uitkering van het vastgestelde prepensioen zou komen, dan worden de aanspraken op prepensioen actuarieel omgerekend tot een ophoging van het ouderdomspensioen. 3. De aanspraak op prepensioen kan zonder toestemming van de partner niet bij overeenkomst tussen die deelnemer of gewezen deelnemer en het pensioenfonds of de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet, tenzij de partners het recht op pensioenverevening ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten. 4. Elk beding strijdig met het bepaalde in het derde lid is nietig. ARTIKEL 3 Ingang en einde van het prepensioen Het prepensioen gaat in op de prepensioendatum en het eindigt op de eerste dag van de maand, waarin de prepensioengerechtigde 65 jaar wordt, dan wel op de laatste dag van de maand, waarin de prepensioengerechtigde overlijdt. Bij overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer vóór de ingang van het prepensioen vervallen de aanspraken op prepensioen. prepensioenreglement, blz - 2 -

ARTIKEL 4 Vervroegde ingang of uitstel van het prepensioen 1. Op verzoek van de rechthebbende gaat het prepensioen 5 jaar vóór of maximaal 4 jaar na de prepensioendatum in. In deze gevallen wordt het prepensioen verlaagd, respectievelijk verhoogd aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel. Deze tabel is als bijlage bij dit prepensioenreglement gevoegd en maakt daarvan onderdeel uit. 2. De herrekening vindt plaats met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. Het verzoek tot vervroeging van het prepensioen moet 3 maanden vóór de gewenste ingangsdatum, het verzoek tot uitstel moet 3 maanden vóór de prepensioendatum worden ingediend bij het fonds. Het bepaalde in artikel 38a van de Wet op de Loonbelasting 1964 zoals dat artikel op 31 december 2004 luidde wordt hierbij in acht genomen. 3. Het prepensioen kan niet ingaan vóór de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de leeftijd van 55 jaar wordt bereikt en niet op of na de pensioendatum, wel kunnen de aanspraken op prepensioen actuarieel worden omgerekend tot een ophoging van het ouderdomspensioen indien de rechthebbende die uitstel tot de pensioendatum wenste dit kenbaar maakt. 4. Voor de hoogte van het prepensioen gelden de in artikel 38a van de Wet op de Loonbelasting 1964 (wet LB) zoals dat artikel op 31 december 2004 luidde aangegeven maxima. Indien het prepensioen door uitstel het maximum van 100% als bedoeld in het derde lid van dat artikel zou overschrijden, dan worden de aanspraken op prepensioen voor dat meerdere actuarieel omgerekend tot een ophoging van het ouderdomspensioen. Het aldus verkregen bedrag wordt overgedragen naar de ouderdomspensioenvoorziening van de deelnemer. De aanspraken op partnerpensioen blijven door die ophoging ongewijzigd, wat betekent dat artikel 8, eerste lid van pensioenreglement B geen betrekking heeft op het ouderdomspensioen dat resulteert uit de voorbedoelde ophoging. Het totaal van het ouderdomspensioen en het omgerekende prepensioen, met inbegrip van de fiscaal minimaal in te bouwen AOW mogen het fiscale maximum als bedoeld in artikel 38a van de Wet op de Loonbelasting 1964, zoals dat artikel op 31 december 2004 luidde, te weten 100 procent van het laatste pensioengevende loon, niet overschrijden. Op grond van artikel 18a, vierde lid van de Wet op de Loonbelasting 1964 gaat het ouderdomspensioen, in geval dit 100 procent van het laatste pensioengevende loon komt te bedragen, direct in bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. 5. Indien de rechthebbende op de prepensioendatum voor een SV-uitkering in aanmerking komt is uitstel van het prepensioen niet toegestaan. 6. Een verzoek tot vervroeging wordt slechts gehonoreerd indien en voor zover de dienstbetrekking voor het fonds aantoonbaar geheel wordt beëindigd. Dit betekent dat de beëindiging uitsluitend betrekking heeft op het deel van de dienstbetrekking waarop ook het betreffende pensioen betrekking heeft. 7. Een verzoek tot uitstel wordt slechts gehonoreerd indien de dienstbetrekking voor het fonds aantoonbaar wordt voortgezet. 8. De rechthebbende is verplicht elke wijziging in de dienstbetrekking alsmede de beëindiging daarvan direct schriftelijk aan het fonds te melden. Indien de rechthebbende niet heeft voldaan aan zijn meldingsplicht, is hij aan het fonds een direct opeisbare boete verschuldigd. Deze boete is gelijk aan het financiële nadeel, daaronder begrepen (na)heffing van belastingen, dat het fonds lijdt ten gevolge van het hiervoor bedoelde nalaten van de rechthebbende. prepensioenreglement, blz - 3 -

ARTIKEL 5 Deeltijd prepensioen 1. Dit artikel is niet van toepassing op de deelnemer die gebruik maakt van de mogelijkheid vierdaagse werkweek voor 55+ers van artikel 30, onder 11, van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de houthandel, geldend van 1 augustus 2005 tot en met 31 juli 2007. 2. Op verzoek van een rechthebbende gaat het prepensioen vóór of op de prepensioendatum gedeeltelijk in (deeltijdprepensioen). Bij het verzoek gelden de eisen gesteld in artikel 26, eerst lid van het algemeen reglement. 3. Deeltijdprepensioen is slechts mogelijk indien het dienstverband in dezelfde mate vermindert als de mate waarin de rechthebbende met prepensioen gaat. Bij een deeltijd prepensioen van x % van de oorspronkelijke arbeidstijd behoort ten allen tijde een arbeidscontract van 100 x% van de oorspronkelijke arbeidstijd. De rechthebbende is verplicht elke wijziging in de dienstbetrekking alsmede de beëindiging daarvan direct schriftelijk aan het fonds te melden. Indien de rechthebbende niet heeft voldaan aan zijn meldingsplicht, is hij aan het fonds een direct opeisbare boete verschuldigd. Deze boete is gelijk aan het financiële nadeel, daaronder begrepen (na)heffing van belastingen, dat het fonds lijdt ten gevolge van het hiervoor bedoelde nalaten van de rechthebbende. 4. De rechthebbende heeft bij aanvang van het deeltijdprepensioen de keuze tussen 1 dag, 2 dagen of 3 dagen deeltijdprepensioen per week. 5. Na aanvang van het deeltijdprepensioen kan de rechthebbende kiezen voor uitbreiding van het deeltijdprepensioen. Uitbreiding kan alleen met ingang van de eerste dag van de maand gebeuren. De keuze tot uitbreiding betreft uitsluitend: van 1 dag deeltijdprepensioen naar 2 dagen of 3 dagen deeltijdprepensioen of naar voltijdprepensioen of van 2 dagen deeltijdprepensioen naar 3 dagen deeltijdprepensioen of naar voltijdprepensioen of van 3 dagen deeltijdprepensioen naar voltijdprepensioen. De keuze is eenmalig en onherroepelijk en moet uiterlijk 3 maanden vóór de prepensioeningangsdatum schriftelijk aan het fonds worden kenbaar gemaakt, conform het bepaalde in artikel 26, eerste lid van het algemeen reglement. Uiterlijk op de prepensioendatum moet het prepensioen van de rechthebbende volledig ingaan; in het geval er sprake is van uitstel als bedoeld in artikel 4 kan het prepensioen ook na de prepensioendatum nog volledig ingaan, maar niet later dan 1 jaar vóór de pensioendatum. 6. Het gedeelte van het prepensioen dat ingaat op de prepensioendatum wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in het prepensioenreglement dat tot 1 januari 2006 gold. Het gedeelte van het prepensioen dat ingaat vóór en/of het gedeelte dat ingaat na de prepensioendatum wordt herrekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, naar rato van het gedeelte waarvoor het prepensioen ingaat. 7. Indien de deelnemer het gedeeltelijke prepensioen wil combineren met gedeeltelijke voortzetten van de arbeidsovereenkomst, dan moet het fonds vóór de ingangsdatum van het gedeeltelijke prepensioen op de hoogte worden gesteld van de gewijzigde arbeidsovereenkomst. prepensioenreglement, blz - 4 -

ARTIKEL 6 Voorwaardelijke indexatie van prepensioenrechten 1. Het fonds kent een voorwaardelijke indexatie van ingegane prepensioenen. Indien aanpassing plaatsvindt dan worden de prepensioenrechten jaarlijks met maximaal het indexcijfer geïndexeerd. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre prepensioenrechten worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke prepensioentoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. 2. Indien de ontwikkeling van het indexcijfer negatief is, wordt dit gesteld op nul. Het bestuur kan slechts tot gehele of gedeeltelijke verhoging aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer besluiten indien en voor zover de middelen van het fonds dit naar het oordeel van het bestuur, gehoord de actuaris, toelaten. Een besluit in enig jaar tot een gehele of gedeeltelijke verhoging vormt geen garantie voor in toekomstige jaren toe te kennen verhogingen en houdt geen beperking in van de beleidsvrijheid die het bestuur ter zake heeft. 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid betekent het volgende: Er is geen recht op toekomstige indexaties; De indexatie van de prepensioenrechten is voorwaardelijk; Het pensioenfonds probeert de prepensioenrechten aan te passen aan het indexcijfer; De indexatie in een bepaald jaar wordt vastgesteld door het bestuur van het fonds. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd; Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. 4. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt een eventueel volgende verhoging berekend over het prepensioenrecht inclusief de eerder ingevolge dit artikel verleende verhoging(en). ARTIKEL 7 Inhoudingen Voor zover nog geen inhouding op de toeslag op grond van de toeslagregeling of op de uitkering op grond van de overgangsregeling heeft plaatsgevonden wordt door het fonds op het prepensioen ingehouden: a. de verschuldigde loonheffing; b. de inkomensafhankelijke bijdrage van de Zorgverzekeringswet; c. de pensioenpremie ingevolge de voor de deelnemer geldende pensioenregeling; prepensioenreglement, blz - 5 -

ARTIKEL 8 Vergoeding pensioen- en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet Op het ingegane prepensioen wordt een vergoeding verleend voor de premie voor de pensioenpremie verleend en/of de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet. ARTIKEL 9 Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als Prepensioenreglement 2006. ARTIKEL 10 Glijclausule Indien en voor zover sprake is van bovenmatigheid van de uit deze regeling voortvloeiende uitkeringen zal de regeling worden aangepast naar een voor de fiscus aanvaardbaar niveau. ARTIKEL 11 Inwerkingtreding Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2006 en is laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2011. ARTIKEL 12 Buitenwerkingtreding 1. Dit prepensioenreglement is met ingang van 1 januari 2015 buiten werking getreden. 2. De prepensioenaanspraken opgebouwd uit hoofde van dit reglement worden per 1 januari 2015 omgezet naar pensioenaanspraken in het nieuwe pensioenreglement (Pensioenreglement 2015). Hierbij worden de bepalingen van artikel 13.3 van Pensioenreglement 2015 in acht genomen. 3. Behoudens het bepaalde in het volgende lid van dit artikel worden de ingegane prepensioenen die uit hoofde van dit reglement zijn opgebouwd beheerst door de bepalingen in dit reglement. prepensioenreglement, blz - 6 -

4. De ingegane prepensioenen worden: - aangepast conform het bepaalde in artikel 8 van het nieuwe pensioenreglement (Pensioenreglement 2015); en - gekort conform het bepaalde in artikel 1.8 van het nieuwe pensioenreglement. prepensioenreglement, blz - 7 -

Bijlage behorende bij art. 4 van het prepensioenreglement Deze tabel maakt onderdeel uit van het prepensioenreglement en is geldig van 1 juni 2011 tot 1 juni 2014. Tabel inzake vervroegen/uitstellen Prepensioen resterend prepensioen t.o.v. 1 prepensioen: Ingangs- Maand leeftijd 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 55 0,462 56 0,523 57 0,599 58 0,696 59 0,823 60 1,000 1,018 1,036 1,055 1,075 1,096 1,117 1,139 1,162 1,186 1,211 1,237 61 1,265 1,293 1,322 1,352 1,384 1,418 1,453 1,490 1,529 1,570 1,614 1,659 62 1,708 1,758 1,811 1,868 1,928 1,992 2,061 2,135 2,214 2,299 2,390 2,490 63 2,598 2,713 2,838 2,976 3,127 3,295 3,482 3,691 3,927 4,195 4,502 4,859 64 5,276 5,755 6,331 7,034 7,914 9,044 10,552 12,662 15,828 21,103 31,655 63,310 Deze tabel maakt onderdeel uit van het prepensioenreglement en geldt met ingang van 1 juni 2011 tot 1 juni 2014. Voor de toepassing van deze tabel wordt het volgende in acht genomen: Voor de hoogte van het prepensioen gelden de maxima die in artikel 38a van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) zoals dit artikel op 31 december 2004 luidde zijn aangegeven. Indien het prepensioen door uitstel het maximum van 100% als bedoeld in het derde lid van dat artikel zou overschrijden, dan worden de aanspraken op prepensioen voor dat meerdere actuarieel omgerekend tot een ophoging van het ouderdomspensioen. Het aldus verkregen bedrag komt louter ten goede van het ouderdomspensioen (partnerpensioen blijft ongewijzigd) en wordt overgedragen naar de ouderdomspensioenvoorziening van de deelnemer. Duidelijk mag zijn dat in het geval van overheveling naar het ouderdomspensioen zoals hiervoor bedoeld de uitruilfactoren niet zonder meer toegepast kunnen worden op de prepensioenaanspraken bij de berekening van het resultaat in prepensioen op de latere leeftijd. De aanspraken op partnerpensioen blijven door die ophoging ongewijzigd. Het totaal van het ouderdomspensioen en het omgerekende prepensioen, met inbegrip van de fiscaal minimaal in te bouwen AOW mogen het fiscale maximum als bedoeld in artikel 38a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dit artikel op 31 december 2004 luidde, te weten 100 procent van het laatste pensioengevende loon, niet overschrijden. Op grond van artikel 18a, vierde lid van de Wet op de loonbelasting 1964 gaat het ouderdomspensioen in geval dit 100 procent van het laatste pensioengevende loon komt te bedragen direct in bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. prepensioenreglement, blz - 8 -

Bij de berekening van de factoren wordt uitgegaan van de actuariële grondslagen voor de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Dat zijn de volgende actuariële grondslagen: Actuariële grondslagen vanaf 1 juni 2011 Interest Sterfte Gehuwdheid : op basis van de rentetermijnstructuur van 30 september 2010, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. : volgens de Prognosetafel 2010-2060 van het AG. Binnen deze tafel wordt gerekend met sterfteprognoses met verwachte verbetering in de levenskansen van 2010 tot en met het jaar 2060. Hierbij wordt rekening gehouden met ervaringssterfte (Towers Watson 2010). : voor uitgesteld partnerpensioen, behorend bij niet ingegaan ouderdomspensioen wordt het systeem van onbepaalde partner gehanteerd, uitgaande van een partnerfrequentie zoals opgenomen in de AG-tafels Gehele Bevolking Mannen en Gehele Bevolking Vrouwen 1985-1990 voor iedere leeftijd tot en met de pensioenleeftijd. De partnerfrequentie is op de pensioendatum op 100% gesteld. Na de pensioenleeftijd neemt de partnerfrequentie af volgens sterftetafel van de verzekerden. Wezenpensioen: ter dekking van het risico voor wezenpensioen wordt de voorziening voor het latent partnerpensioen, behorend bij nog niet ingegaan ouderdomspensioen, verhoogd met 5%. Leeftijden : de leeftijden worden op maanden nauwkeurig vastgesteld. Leeftijdsverschil: het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man ouder dan vrouw). Uitkeringen : bij de waardering van de aanspraken is uitgegaan van de veronderstelling dat de pensioenuitkeringen continu geschieden. prepensioenreglement, blz - 9 -