Hij leerde hen als macht hebbende



Vergelijkbare documenten
4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE. LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 26 januari

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

De Heilige Geest. interpretatie. Gods Woord. en de. van

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

De Bijbel open (12-10)

Jezus, het licht van de wereld

De Bijbel open (22-06)

Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

De Bijbel open (30-11)

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

De Dordtse Leerregels

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

HET WERK VAN DE HEILIGE GEEST

De doop in de Heilige Geest

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

Openbaring 1. Openbaring van God Jezus Christus Openbaring 1:1-3. Jezus. Johannes Wij

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

In het voetspoor van...

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Stel jezelf niet onder de Wet!

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De kern van het christelijke geloof

Kingdom Faith Cursus Het Woord van God

Kennismaking met de bijbel

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

1. De God van Jakob. Lezen: Psalm 146

Bespreken Zondag 26 en 27

6. Uitverkiezing. 6.1 Uitverkiezing is naar de voorkennis Gods

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Waarom zou ik geloven?

"En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

Het begrip van heil, exclusiviteit, heilsnoodzaak van het apostelambt en navolging in de Nieuw-Apostolische Kerk

De Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 1. Artikel 12 t/m 14. Werkboek 3

Ontmoeting met God in de Tabernakel. Zondag 6 juli 2014

Op basis van een aantal teksten uit de brief kunnen we ontdekken wat Paulus bedoeling 2 is.

Dopen - in het Nieuwe Testament

DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! SCHRIFTLEZINGEN:

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

FOR THE SOWER JES.55:10 FOR THE EATER korte Bijbelse boodschappen van. Otis Q. Sellers, Bijbelleraar

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

BASIS THEOLOGIE: GOD WOORD

Bij het gekozen thema: Het verlangen van God heb ik mij in de afgelopen dagen afgevraagd wat is mijn verlangen naar God?

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

Inleiding Christendom

Wat is de eigen en passende aard van ons spreken over God?

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Startbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out

Romeinen 3: Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]

Niveau 1 - Les 14: De kracht van een geestvervuld leven Don Krow

Moslims houden van Jezus

Relatie <> Religie. Beste Galsem,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Ds. J.A. van den Berg. Ds. D. Jongeneel. Ds. J. Lohuis. Ds. E. Gouda. Ds. M. Goudriaan. Ds. M.

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Verder op weg met Jezus

Licht, Leven en Liefde

Studiebijbel OT deel 1 nuttig en degelijk studieboek

De Bijbel open (31-08)

2 Petrus 1. Begin van de brief

Het Pinksterfeest De Geboorte van de Gemeente

Mag ik jou een vraag stellen?

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. Genesis 1:27

Luisteren naar de Heilige Geest

De Bijbel wijst God als de schrijver ervan.

Doel van Bijbelstudie

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent.

Waaruit blijkt dat God geen toeschouwer is, maar dat God door zorg en bewogenheid betrokken is bij het leven van elk mens?

Om wie gaat het? Het evangelie naar Johannes 3:22-4:2. dinsdag 10 maart 2015

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

1 Schuldig tegenover God?

HC zd. 3 nr. 32. dia 1

Leerplan Orthodoxe Godsdienst Secundair Onderwijs - 1 e jaar BSO

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Gemeente in Christus,

Traject24-4 oktober 2015

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

De brief aan de Hebreeën. C. Noorlander

Transcriptie:

1 Hij leerde hen als macht hebbende Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond had voor de jaarlijkse predikantenvergadering op 9 januari dr. A. Noordegraaf uitgenodigd om te spreken over Hermeneutische vragen in de omgang met de Heilige Schrift. Hem was gevraagd na te denken over de betekenis van een gereformeerde Schriftbeschouwing temidden van wat door de moderne bijbelwetenschap wordt aangereikt. Valt er van de nieuwe methoden wat te leren of juist niet? En vooral: hoe dient de Schrift zichzelf aan? In de kranten is over het referaat en de discussie die daarop volgde uitgebreid verslag gedaan. Dr. Noordegraaf wilde niet kiezen tussen een schriftkritische visie en een fundamentalistisch biblicisme. Wat hij onder dat laatste verstond, werd in de krantenverslagen niet duidelijk gemaakt. Het zou ons niet verbazen wanneer hij daaronder ook de tot nu toe algemeen gangbare gereformeerde Schriftbeschouwing waarin elke vorm van Schriftkritiek afgewezen wordt, rangschikte. Hij pleitte voor een derde weg : de Bijbel recht doen en tegelijk verantwoord omgaan met de vragen die het moderne bijbelonderzoek op tafel legt. Voor hem is de Bijbel zowel honderd procent Gods Woord als honderd procent mensenwoord. Vanuit die visie wordt het juist spannend. Hij zag ook wel negatieve gevolgen van de Schriftkritiek, maar het positieve overheerste. Hij sprak van een vruchtbare tendens die ons de Bijbel met nieuwe ogen leert lezen. Hij maakt onbevangen gebruik van de methoden en de resultaten van de moderne bijbelkritiek. Hij ligt er niet wakker van als die wetenschap bijvoorbeeld de historiciteit van het spreken van de slang in Genesis 3 of van Jona in de vis in twijfel trekt. Ik doe dat in het vertrouwen dat de Schrift zichzelf bewijst. En dat de bijbeltekst uiteindelijk het laatste woord heeft. Noordegraaf schrikt niet van figuurlijke Jona aldus de kop boven het verslag, de volgende dag in het Nederlands Dagblad. Uit ons bovenstaand artikel Jona, echt gebeurd of een gelijkenis? kan duidelijk zijn dat wij van een dergelijke exegese ook niet zouden schrikken, ware het niet dat Christus in alle duidelijkheid heeft gesproken over Jona als een historisch persoon. In de bespreking van het referaat werd daarop vanuit de vergadering ook gewezen. Dr. Noordegraaf stelde toen, dat Christus dat gezegd heeft naar Zijn mensheid. Jezus was echt, volkomen mens, dat belijden wij. Daarom heeft Hij Zich in Zijn

2 spreken en manier van formuleren aangesloten bij het denken van mensen uit Zijn tijd. Gedachtig aan Bavinck zou je kunnen zeggen wellicht, dat God in Zijn wijsheid gebruik heeft gemaakt van zulk volksgeloof. Dat heb ik niet stellig, maar heel vragenderwijs gezegd. En: We moeten van de uitspraken van Jezus geen hermeneutische (uitlegkundige) regel maken. (ND, 11-1) 1 Dáár zijn we wél van geschrokken. En behoorlijk ook. Dwaalspoor? Voor ons is beslissend wat Christus over de Schrift geleerd heeft. Aan Zijn getuigenis zal ieder zich onderwerpen die Hem erkent als de Waarheid en als Degene Die zeggen kon: Al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekendgemaakt. Wij belijden de onfeilbaarheid van de bijbelschrijvers, en zou dat van Christus dan niet gelden? Hij is de Waarheid en geen bedrog is in Zijn mond geweest. Indien wij Zijn getuigenis inzake de Schrift niet meer aanvaarden, omdat de moderne bijbelkritiek ons tot nieuwe inzichten heeft gebracht, waarom zou Hij dan in andere waarheden wel de hoogste Profeet zijn? Als wij niet op Zijn getuigenis aan kunnen zoals Hij over de Schrift gesproken heeft, waarom dan wel als Hij over Zichzelf en de weg der verlossing spreekt? Wie heeft het ooit gehoord, dat onder gereformeerde naam gezegd is, dat Christus naar Zijn mensheid uitspraken heeft gedaan waarin Hij Zich aansloot bij de opvattingen van de mensen uit Zijn tijd en waaraan wij ons nu dus niet meer gebonden hoeven te weten? Of Hij wist niet beter (dat is volstrekt onaanvaardbaar), óf Hij wist wel beter (en dat is dan wellicht nog erger). Dat doet tekort aan de waarachtigheid van Christus. Dan heeft Hij de mensen van Zijn tijd en nog zovele eeuwen later op een dwaalspoor geleid. Wie deze opvatting aanvaardt, om tot een uitleg van Jona te komen die acceptabel is voor het forum van het moderne Schriftonderzoek, betaalt een dure prijs. Het gaat om de waarheid en betrouwbaarheid van de Mens Christus Jezus. Wij belijden met Zondag 12 van onze Catechismus dat Hij van God de Vader geordineerd is en met de Heilige Geest gezalfd tot onze hoogste Profeet en Leraar, Die ons de verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomenlijk geopenbaard heeft. 1 Na het verslag van de vergadering in de krant van 10 januari plaatste het Nederlands Dagblad een dag later een aanvulling, na overleg met dr. Noordegraaf. In het verslag had gestaan, dat de spreker had gezegd, dat Jezus dat in zijn onvolmaaktheid heeft gezegd als wat de kerk belijdt volkomen mens. De verslaggever zal daar wellicht feit en interpretatie met elkaar verweven hebben. Maar op de juistheid van de aanvulling na overleg die ook gememoreerd is in de verklaring van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond - mogen we vertrouwen.

3 We citeren ook hier weer ds. J. Jonkman uit De Wekker van 24 januari, en we zijn er verblijd over dat De Wekker onmiddellijk zulke duidelijke taal heeft laten horen: Men kan niet tegenwerpen dat ook Jezus niet alles heeft geweten of Zich heeft aangesloten bij de gangbare opvatting over Jona. Wil men die kant uit dan doet men ernstig tekort aan het feit dat Jezus de Gezalfde is met de Heilige Geest. Hij is onze hoogste Profeet en Leraar. Niemand had macht en wijsheid om de Schrift zo uit te leggen als Hij. ( ) We kunnen er veilig van uitgaan dat wat Jezus aan uitleg van de Schriften heeft gegeven volkomen betrouwbaar is. Symbolische taal? In de Bijbel hebben we, zei dr. Noordegraaf, te maken met kerugmatische, zo u wilt profetische geschiedschrijving, waarbij feit en interpretatie met elkaar verweven zijn. ( ) De scheppingsdagen. Het verhaal van de val - profetische verkondiging in symbolische en metaforische taal van het feit van de breuk met God, aldus dr. Noordegraaf. De schrijver van Genesis 3 heeft wel degelijk de bedoeling een feit te beschrijven, maar hij doet dat in een taalkleed dat voor mensen in de antieke cultuur helder was. In de vergadering waren blijkens de krantenverslagen heel wat mensen het met de spreker niet eens. Tot hen zei hij: Wie het verhaal van Jona of de schepping als echt gebeurd wil beschouwen, mijn zegen heeft hij. De Waarheidsvriend van 23 januari bevatte een mededeling van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Daarin wordt de onrust betreurd die gerezen is als gevolg van de publicaties over de predikantenvergadering. Gezegd wordt, dat het hoofdbestuur naar mogelijkheden zoekt om samen op verantwoorde wijze de bezinning inzake het Schriftgezag voort te zetten. Wanneer we daarbij een ongevraagd advies mogen geven, dan is dat, dat men zich bij deze bezinning onvoorwaardelijk laat leiden door het getuigenis van Christus en de apostelen over de Schrift. Volledig aanvaard Christus heeft niet alleen de boodschap, maar ook de feitelijke historie volledig aanvaard. Hij haalde telkens geschiedenissen uit het Oude Testament aan en Hij geloofde de historiciteit onvoorwaardelijk, tot in de kleine onderdelen. Hij sprak over Adam en Eva als historische personen, over de instelling van het huwelijk in het paradijs, over de eerste broedermoord. Dan kunnen professoren en predikanten elkaar toeroepen, gelijk op de bewuste vergadering geschiedde toen het over het paradijs ging, ben je er ook bij geweest?, maar onze hoogste Profeet en Leraar is erbij geweest!

4 Christus heeft gesproken over Noach en de zondvloed, over de verwoesting van Sodom en Gomorra, over de vrouw van Lot, over de brandende braambos, over het wonder van de koperen slang, over het wonder van het manna in de woestijn. Tegenwoordig zou men vragen, of we dat ook nog moeten geloven, dat het elke nacht, behalve op de sabbat, manna regende rond de tenten der Israëlieten. Dat kun je veel beter zien als profetische verkondiging in symbolische en metaforische taal. Ja, dat lost een heleboel moeilijkheden op met lastige catechisanten en ongelovige buitenkerkelijken. Maar voor Christus was het gewoon geschiedenis. En zo tal van feiten meer waarin Gods hand openbaar werd, al heeft ons moderne verstand met die wonderen misschien moeite. Christus haalde die wonderen des Allerhoogsten aan ter waarschuwing, of ter vertroosting. Daarom is het een onjuiste tegenstelling, als dr. Noordegraaf stelt: Waarom in Jona alle aandacht steeds voor die vis? Het gaat in Jona niet om de vis, maar om de boodschap. Juist omdat het om de boodschap gaat, gaat het ook om de vis. En wanneer iemand beweert dat het maar de vraag is of Christus het echt zo gezegd heeft ( Ben je erbij geweest? ), hoe kunnen we dan het getuigenis der evangelisten van andere uitspraken van Christus nog voor waar en betrouwbaar aannemen? Bavinck Dr. Noordegraaf noemde (H.) Bavinck, maar daar begrijp ik niets van. Bij Bavinck geen spoor dat Christus Zich, omdat Hij echt mens was, in Zijn spreken en manier van formuleren heeft aangesloten bij het denken van mensen uit Zijn tijd. Integendeel. Bavinck achtte een dergelijke opvatting juist een grote dwaling in de leer aangaande de twee naturen van Christus en heeft er ernstig tegen gewaarschuwd. Want deze opvatting van dr. Noordegraaf is niet nieuw. Ze maakte honderd jaar geleden, in Bavincks tijd, opgang onder de zg. ethischen. Men noemde ze de accommodatieleer. 2 Accommodatie is aanpassing. Ondenkbaar voor de Zoon van God. Want Hij heeft Zich bij tal van geliefde opvattingen onder het volk juist niet aangepast en het conflict niet gemeden. Hij heeft de vormendienst en het volksgeloof van Zijn dagen niet gespaard. We denken aan de strijd over de tempel, de sabbat, de 2 Men zie het artikel Accommodatieleer van de hand van prof. F. W. Grosheide in de tweede druk van de Christelijke Encyclopedie (1956). Hij omschrijft deze als de leer, dat in de eerste plaats Jezus en de apostelen, dan ook de Bijbelheiligen in het algemeen, verschillende dingen hebben gesproken, die op zichzelf onjuist waren, doch waarin ze zich hoewel beter wetend, schikten naar hun tijdgenoten. Grosheide schrijft: De accommodatieleer schokt het geloof in Jezus. In zijn Hermeneutiek (blz. 132) merkt Grosheide op, dat de accommodatieleer feitelijk al bij Spinoza voorkomt en verwijst hij naar de principiële bestrijding ervan door B. de Moor.

5 wet. Hoe scherp klonk het uit Zijn mond: Gij hebt gehoord dat van de ouden gezegd is, maar Ik zeg u. We laten hier twee uitvoerige citaten van Bavinck volgen. Wij doen dat ten eerste om te laten zien dat Noordegraaf zich volstrekt ten onrechte op Bavinck beroept, en ten tweede omdat Bavinck beter dan wij kan formuleren waarom het hier gaat. Zijn protest ging namelijk verder dan alleen de Schriftleer. Hij schroomde niet om te stellen dat het hier gaat om een dwaling waarin Christus Zelf aangerand wordt. Ver te boven Gereformeerde dogmatici hebben altijd geprobeerd met de uiterste terughoudendheid te schrijven over de twee naturen in de ene Persoon van Christus. Christus is tegelijk God en Mens. Dat is alleen maar te belijden en te aanbidden. Ons verstand schiet hier ten enenmale tekort. De vereniging van Godheid en mensheid is voor ons een verborgenheid. De gereformeerde theologie heeft altijd beleden dat Christus ten volle Mens was, naar ziel en lichaam ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde. Hij heeft niet gezondigd, en Hij kon ook niet zondigen, want Zijn mensheid was volkomen heilig. Hij was waarachtig Mens, maar als gevolg van de allernauwste vereniging van de twee naturen in één Persoon heeft Zijn mensheid een kennis bezeten die de kennis van engelen en mensen ver te boven gaat. In de theologie wordt dat de communicatio charismatum (mededeling der Geestesgaven) genoemd. In dat verband schrijft Bavinck: Zo lag achter het menselijk bewustzijn van Christus nog de diepte Gods, die door dat menselijk bewustzijn slechts allengs en altijd op beperkte wijze kon heenschijnen. Hieruit mag echter niet afgeleid, dat Jezus op verschillende terreinen dwalen kon. Wel wordt dit tegenwoordig in wijde kring geleerd, om aan Jezus autoriteit inzake Zijn beschouwing van de bezetenheid, Zijn eschatologische voorspellingen, en vooral ook in betrekking tot het Oude Testament te ontkomen. Maar men randt hiermede de Christus Zelf aan. Want wel is het waar, dat Jezus geen onderwijs gaf in enige menselijke wetenschap en daartoe ook niet op aarde gekomen is. Hij kwam om ons de Vader te verklaren en Zijn werk te volbrengen. Maar daartoe diende Hij die Vader in Zijn openbaring en werken ook te kennen, en dus ook te weten of het Oude Testament Gods Woord was, al dan niet. Dit was geen kennis van zuiver wetenschappelijke, maar van religieuze aard, en voor het geloof der gemeente van het hoogste belang. Wie in dit opzicht aan Jezus dwaling toeschrijft, komt niet alleen met Zijn Goddelijke natuur, maar ook met Zijn profetisch ambt in strijd en met al de getuigenissen, waarin Hij Zijn leer aan de Vader toeschrijft, Joh. 7:16; 8:26, 28, 38; 12:49, 50, enz. (H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek, vierde druk, 1928, III, 298).

6 Religieuze waarheid Ook in zijn behandeling van de Schriftleer gaat Bavinck hierop in (I, 367): Het is volkomen waar, dat Jezus Zich in engere zin niet bewogen heeft op het gebied der wetenschap. Hij kwam op aarde om ons de Vader te verklaren en Zijn werk te volbrengen. Maar de inspiratie der Schrift, waarover Jezus Zich uitspreekt, is geen wetenschappelijk probleem maar een religieuze waarheid. Indien Hij hierin gedwaald heeft, heeft Hij Zich vergist op een punt dat ten nauwste samenhangt met het religieuze leven, en kan Hij ook in religie en theologie niet meer erkend worden als onze hoogste profeet. De leer van het Goddelijk gezag der Heilige Schrift vormt een gewichtig bestanddeel in de woorden Gods, die Jezus verkondigd heeft. Indien Jezus iets geschreven had, zou Hij daarbij geen bijzondere assistentie des Heiligen Geestes hebben nodig gehad. Hij had de inspiratie als een buitengewone gave niet nodig, wijl Hij de Geest ontving niet met mate, Joh. 3:34, de Logos was, Joh. 1:1 en de volheid Gods lichamelijk in Hem woonde, Kol. 1:19; 2:9. Zie ook I, 364, waar hij benadrukt, dat Christus en de apostelen de Schrift des Ouden Testaments onvoorwaardelijk als waar en Goddelijk erkenden, ook in haar historische bestanddelen, en de historische verhalen des Ouden Testaments worden telkens aangehaald en onvoorwaardelijk geloofd, waarbij Bavinck ook Jona noemt. Almacht Wat voor winst kan de moderne bijbelkritiek nog aanbrengen, wanneer deze ons afbrengt van dit onvoorwaardelijk geloof, zodat wij het in hoogmoedige eigenwijsheid beter menen te weten dan Christus? Dr. Noordegraaf zei het, blijkens de krant niet stellig, maar heel vragenderwijs. Gelukkig. Dat biedt uitzicht op een ruiterlijke terugneming. Het is waar, ons verstand kan soms de grootste moeite hebben om bepaalde dingen uit de Bijbel te aanvaarden. Maar we herinneren nogmaals aan de rake opmerking van drs. K. Exalto die we in het voorgaande artikel citeerden: Zijn (Luthers) geloof hielp hem over alle ergernissen van de menselijke rede heen. In een ingezonden stuk in het RD werd het eenvoudig zo gesteld: Voelen wij ons A. D. 2003 nu echt te geleerd om kinderlijk te geloven: De Heere beschikte een grote vis om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten? Wat geloven wij van de almacht Gods? Want Hij leerde hen als macht hebbende, en niet als de schriftgeleerden, Matth. 7:29. L. M. P. Scholten

(StandVastig maart 2003, p. 19, 20, 31) 7