Nieuwe Vlaamse af : regeling in de personenbelasting (inkomsten geldt een nieuwe Vlaamse voor al wie beroepsactief is en personenbelasting betaalt in een gemeente van het Vlaams Gewest. Deze stijgt geleidelijk van 125 euro ( inkomsten tot maximum 200 euro (vanaf 2010 - inkomsten ). Door de verrekening van deze belastingvermindeirng in de bedrijfsvoorheffing vanaf 2007, stijgt in principe het nettoloon van al wie werkt. Waarom deze Vlaamse? Alle beroepsactieve inwoners van het Vlaams Gewest genieten binnenkort een Vlaamse voor activiteitsinkomens. Deze heeft 3 doelstellingen : een lastenverlaging op arbeid een verhoging van de activiteitsgraad in Vlaanderen wegwerken van de werkloosheidsval Een bestaat nu enkel voor vervangingsinkomen (werkloosheidsuitkering, ziekteuitkering,...). Voor het inkomen uit arbeid (loon) bestaat geen. Loon wordt hierdoor vaak zwaarder belast dan een even groot vervangingsinkomen. Voor wie geldt deze belastingsvermindering? Het belastingvoordeel geldt voor elke natuurlijke persoon die : a) beroepsactief is Beroepsactieve personen zijn : werknemer ambtenaar zelfstandige beoefenaar van een vrij beroep b) en Personenbelasting (PB) betaalt c) en in het Vlaams Gewest woont Deze beroepsactieve persoon moet voor het betrokken van de PB belastbaar zijn in een gemeente van het Vlaams Gewest. De beoordeling hiervan gebeurt op basis van de toestand op 1 januari van het. Enkel deze dag telt, volgens de Memorie van Toelichting. Voor welke activiteitsinkomens? De Vlaamse geldt enkel voor activiteitsinkomens of beroepsinkomsten. Om dit activiteitsinkomen te bepalen, worden niet meegeteld: pensioenen, renten en dergelijke toelagen vervangingskomsten zoals bv. : - ziekte-en invaliditeitsuitkeringen
- werkloosheidsuitkeringen - uitkeringen wegens beroepsziekte en arbeidsongeval - uitkeringen wegens loopbaanonderbreking - uitkeringen wegens vervroegde uittreding - brugpensioenen - moederschapspuitkeringen. beroepsinkomsten die afzonderlijk worden belast zoals bv. - opzeggingsvergoedingen - sommige achterstallen - bepaalde pensioenkapitalen huwelijksquotiënt voor de echtgenoot van een gehuwde 1-verdiener. Het meewerkinkomen van de echtgenoot van een zelfstandige, telt wel mee als activiteitsinkomen. Hoe de berekenen? Voor een goed begrip van de, zijn 2 elementen van belang: de hoogte van het activiteitsinkomen en het bedrag van de. Om de te genieten, moet het activiteitsinkomen steeds een bepaald minimumjaarbedrag bereiken. Voor de aanslagjaren en geldt ook een jaarlijks maximumbedrag. 2010 geldt geen maximum-activiteitsinkomen. Het bedrag van de stijgt geleidelijk in de tijd. De start met 125 euro ( ) en bereikt het maximum van 200 euro vanaf 2010. Enkel voor aanslagjaren en : hoeveel bedraagt het jaarlijks activiteitsinkomen? Het gaat steeds om het nettobedrag van de beroepsinkomsten. Dat wil zeggen het brutobedrag van de beroepsinkomsten, na aftrek van : de sociale bijdragen de werkelijke of forfaitaire beroepskosten De geldt steeds voor een jaarlijks activiteitsinkomen van minimum 5.500 euro. Wie geen belastingen betaalt, omdat hij een te laag beroepsinkomen heeft of omdat hij veel kinderen ten laste heeft, geniet deze dus niet. Tot en met, geldt de enkel voor activiteitsinkomens tot een bepaald maximumbedrag. 2010 gelden geen maximumbedragen meer.
Schematisch : ) 2010 (vanaf ) Maximumactiviteitsinkomen 21.000 : 125 21.000 : 150 Geen maximumactiviteitsinkomen : steeds 200 Bedrag volledige De is een forfaitair vast bedrag. Dit bedrag kan niet proportioneel worden verminderd. Voorwaarde hiervoor is wel dat het maximum-activiteitsinkomen niet meer bedraagt dan 21.000 euro (aanslagjaren en ). ) 2010 (vanaf ) Bedrag volledige 125 150 200 Enkel voor aanslagjaren en : bedrag gereduceerde Bedraagt het activiteitsinkomen meer dan 21.000 euro, dan geldt voor de aanslagjaren en een gereduceerde, de zogenaamde beperkte opstapregeling. Deze opstapregeling betekent dat het volledige bedrag van de verminderd wordt. Hiervoor moet het activiteitsinkomen zich situeren tussen 21.000 euro en 22.250 euro ( ) of 22.500 euro ( ).
Schematisch ziet de gereduceerde er als volgt uit : ) 2010 (vanaf ) Maximumactiviteitsinkomen opstapregeling Gereduceerde 22.250 125-10 % bedrag overschrijding (= 10 % boven maximum 22.250 ) 22.500 150-10 % bedrag overschrijding (= 10 % boven maximum 22.500 ) -- -- 2010 is geen opstapregeling meer voorzien. 2010 geldt enkel de 200, indien het jaarlijks activiteitsinkomen minimum 5.500 bedraagt. Het volledig plaatje van de in schema (inkomsten (inkomsten ) 2010 (vanaf inkomsten ) Min. activiteitsinkomen 5.500 5.500 5.500 Max. 21.000 21.000 -- activiteitsinkomen (voor volledige ) Bedrag volledige 125 150 200 Max. 22.250 22.500 -- activiteitsinkomen (voor gereduceerde ) Bedrag gereduceerde -- 125-10 % overschrijdin g (= 10 % boven max. 22.250 ) 150-10 % overschrijding (= 10 % van bedrag boven max. 22.500 ) Belangrijk! De kan nooit meer bedragen dan het bedrag van de belasting waarop de vermindering wordt toegekend. Deze lastenverlaging vormt dus geen terugbetaalbaar belastingkrediet.
Voor gehuwde en wettelijk samenwonende partners die een gemeenschappelijke aanslag krijgen, geldt de voor elke gehuwde/wettelijk samenwonende partner apart. Gehuwden en wettelijk samenwonenden die beiden beroepsactief zijn, genieten dus beiden deze vermindering. Belastingvermindering ook al in de bedrijfsvoorheffing! Deze zal ook verrekend worden in de bedrijfsvoorheffing. Hierover bestaat een akkoord tussen de Vlaamse overheid en de Minister van Financiën. Hierdoor stijgt het nettoloon van al wie beroepsactief is en woont in het Vlaams Gewest. De verrekening in de BV gebeurt, volgens de Memorie van Toelichting, vanaf inkomsten 2007. De verrekening van deze in de BV vereist een aanpassing van de Bijlage III door de fiscus. Volgens de Memorie van Toelichting buigt de fiscus zich hierover in augustus-september 2006. Over hoe de concrete uitvoering zal gebeuren in Bijlage III, is nog niets bekend. wanneer geldt de? De geldt vanaf in de personenbelasting. De verrekening van deze belastingsvermindering in de bedrijfsvoorheffing gebeurt vanaf 2007. Bronnen: Gedr. St., Vlaams Parlement, 2005-2006, nr. 805; decreet van 30 juni 2006 houdende de invoering van een forfaitaire vermindering in de personenbelasting, B.S., 26 september 2006.