Is Nederland toe aan een partneralimentatieregeling voor ex-samenwoners?



Vergelijkbare documenten
Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

BELEIDSREGELS VERHAAL

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum:

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

10 stappenplan (echt)scheiding

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet?

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING

Alimentatie. Ministerie van Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MASTERSCRIPTIE Is Nederland klaar voor partneralimentatie voor ex-samenlevers?

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf besluiten; Gelet op het bepaalde in artikel 7, alsmede paragraaf 6.5 Wet werk en bijstand,

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Ex-samenwonenden en het recht op onderhoud. Een onderzoek naar de wenselijkheid een onderhoudsplicht tussen exsamenwonenden

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding. 1 Wat is alimentatie?

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

voor de pensioenregeling van Henkel Nederland B.V. gevestigd te Nieuwegein

De bewijslast in artikel 1:160 BW procedures

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Het proces naar meer eenheid. De wenselijkheid van verplichte partneralimentatie voor de ongehuwd samenwonenden

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 23

Tweede Kamer der Staten-Generaal

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/ FA RK ; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gehuwden en geregistreerde partners zijn altijd fiscale partners.

Veel gestelde vragen over erven

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

Het voorkomen van vermogensrechtelijke problemen bij ongehuwde samenwoners in Nederland

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid?

Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015

Overlijden en uw pensioen

SAMENLEVINGSCONTRACT. Samenlevingsvormen


In dit hoofdstuk lees je bijzondere aandachtspunten waar een scheidend

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

BELEIDSREGEL BIJSTANDSVERHAAL 2015

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Samenwonen, en dan...

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Datum: 17 december 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INFORMATIE SAMENWONEN

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Trouwen, samenwonen en kinderen

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

(Echt)scheiding en uw pensioen

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

HUWELIJK MET INTERNATIONALE ASPECTEN HUWELIJK OVER DE GRENZEN

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Trouwen, samenwonen en kinderen

Burgerlijk wetboek, Boek 1

Huwelijkse. voorwaarden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit College van BenW

Initiatiefnota Partneralimentatie

Wat nu met de (gewijzigde) erfbelasting?

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1

Huisvestingsverordening artikel Urgent woningzoekenden 1. Burgemeester en wethouders kunnen een in het register* ingeschreven woningzoekende

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

ABC Echtscheidingsbemiddeling SCHEIDEN, INKOMEN EN VERMOGEN

Handleiding Samenloop

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IN DE WOLKEN! Wat betekent dat voor uw pensioen? In dienst. Uit dienst. Pensioen ontvangen. Pensioen bij scheiding. Bijna met pensioen.

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet?

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen

Extra inkomen voor uw partner

De nabestaandenregeling van SBZ

Transcriptie:

Is Nederland toe aan een partneralimentatieregeling voor ex-samenwoners? Door: Kicky van Bavel ANR: 361503 Vak: Personen- en familierecht Begeleiders: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Mr. R. de Jong Afstudeerdatum: 26 augustus 2010

Voorwoord Drie jaar geleden kwam ik van de opleiding HBO-Rechten af en had nog niet het gevoel dat ik klaar was met studeren. Ik wilde verder. Dus ging ik een premaster en master volgen aan de Universiteit van Tilburg. Tijdens mijn HBO-Rechten opleiding was mijn interesse al gewekt voor het personen- en familierecht en deze interesse heeft zich verder ontwikkeld op de universiteit. Het idee voor het onderwerp is dan ook ontstaan tijdens de lessen relatierecht. Hierna ben ik me gaan verdiepen in het onderwerp. Het schrijven van deze scriptie heeft me af en toe de nodige stress en kopzorgen bezorgd maar het resultaat ligt nu voor u. Mede door de goede begeleiding van de heer Vlaardingerbroek is deze scriptie geworden zoals hij nu is. Ik wil hem daarvoor dan ook hartelijk bedanken. Verder wil ik mijn ouders en zusje bedanken voor de steun en het geduld dat zij met mij gehad hebben tijdens het schrijven van deze scriptie. En natuurlijk bedankt ik mijn lieve vriendinnen, voor de steun maar ook voor de nodige afleiding waarvoor ze gezorgd hebben. Met deze scriptie sluit ik nu het einde van mijn studententijd af. Mij rest nu niks meer dan u veel leesplezier wensen. Kicky van Bavel Augustus 2010 2

Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 Hoofdstuk 2 Het recht op partneralimentatie na echtscheiding en buiten huwelijk... 7 2.1 Inleiding... 7 2.2 Partneralimentatie na het huwelijk of geregistreerd partnerschap... 7 2.2.1 Behoeftigheid... 7 2.2.2 Draagkracht... 8 2.2.3 Duur van de alimentatieverplichting... 8 2.2.4 Einde alimentatieverplichting... 9 2.2.5 Kritiek op het huidige stelsel van partneralimentatie na huwelijk of geregistreerd partnerschap...10 2.3 Partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen...11 2.3.1. Het samenlevingscontract...11 2.4 Conclusie...12 Hoofdstuk 3 De literatuur en wetshistorie over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen....14 3.1 Inleiding...14 3.2. De literatuur...14 3.3. Wetshistorie...18 3.4 De rechtspraak...19 3.5 Conclusie...20 Hoofdstuk 4 Het recht op partneralimentatie na ongehuwd samenwonen. Een kijkje over de grens. 21 4.1 Inleiding...21 4.2 Canada...21 4.2.1 Manitoba....22 4.2.2 Nova Scotia...22 4.2.3 Ontario...22 4.2.4 Conclusie Canada...24 4.3 Australië...25 4.4 Zweden...25 4.5 De Nederlandse Antillen en Aruba...26 4.6 Conclusie...27 Hoofdstuk 5 Conclusie en aanbevelingen...28 3

5.1 Inleiding...28 5.2 Conclusie...28 5.3 Aanbevelingen...29 Literatuurlijst...33 Boeken...33 Tijdschriftartikelen...34 Elektronische bronnen...34 Kamerstukken...35 Jurisprudentie...35 Nederlandse jurisprudentie...35 Buitenlandse jurisprudentie...35 4

Hoofdstuk 1 Inleiding Tegenwoordig trouwen mensen niet meer zo vaak als vroeger. Vroeger was ongehuwd samenwonen geen optie, maar tegenwoordig is dit algemeen geaccepteerd. Mensen gaan dus ook steeds vaker ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen, soms als proefdraaien voor het huwelijk, soms voor altijd. Er wordt duurzaam met elkaar samengeleefd en er worden kinderen geboren tijdens het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen heeft dus erg veel weg van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Maar als een huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt beëindigt heeft de financieel zwakkere partij in sommige gevallen recht op partneralimentatie. Bij ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen is dit niet het geval. Terwijl ook daar een van de partijen financieel zwakker kan zijn. Bijvoorbeeld doordat een van de partijen zijn of haar carrière op en laag pitje heeft gezet en voor de kinderen is gaan zorgen. In de Nederlandse wet is nog weinig geregeld op het gebied van partneralimentatie na beëindiging ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. En dit terwijl toch jaarlijks ongeveer 70.000 ongehuwd en ongeregistreerd samenwonende paren hun relatie beëindigen. 1 Gegevens wijzen erop dat het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen weliswaar geaccepteerd is, maar dat kennelijk velen het belang van een juridisch contract (nog) niet inzien. 2 Dit betekent dus dat velen geen samenlevingscontract of iets dergelijks afsluiten. Als deze stellen uit elkaar gaan is er in tegenstelling tot bij beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap niets wettelijk geregeld op het gebied van partneralimentatie. Waarom is bij de ontbinding van een huwelijk of geregistreerd partnerschap wel partneralimentatie geregeld in de wet en bij de beëindiging van ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen niet? En hoe zit dit in het buitenland? Zijn er wellicht landen waar dit wel is geregeld en kunnen wij daar een voorbeeld aan nemen. Het doel van mijn onderzoek is om te onderzoeken of het recht op partneralimentatie in Nederland na de beëindiging van ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen verbeterd kan worden. Dit wil ik onderzoeken door middel van jurisprudentie over dit onderwerp te bekijken en rechtsvergelijking te doen met het buitenland om te kijken of er wellicht landen zijn waar het recht op partneralimentatie na beëindiging van ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen al wel wettelijk geregeld is en of we daar een voorbeeld aan kunnen nemen. De landen waarvan ik de wettelijke regelingen ga bekijken zijn Canada, de Nederlandse Antillen en Aruba, Australië en Zweden. 1 Forder & Verbeke, 2005 p. 86. 2 Forder & Verbeke, 2005 p. 87. 5

Mijn centrale onderzoeksvraag luidt dan ook: Moet Nederland een voorbeeld nemen aan landen als Canada, de Nederlandse Antillen en Aruba, Australië en Zweden door een regeling voor het recht op partneralimentatie na beëindiging ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen in de wet opnemen. Ik begin in hoofdstuk twee met het bekijken hoe de partneralimentatie in Nederland is geregeld na een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Dit is belangrijk voor de latere rechtsvergelijking. Zonder te kijken naar hoe de partneralimentatie na het huwelijk of geregistreerd is geregeld kan ik geen goede aanbevelingen doen over hoe de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen moet worden geregeld in de wet. In hoofdstuk drie ga ik op zoek naar de wetshistorie over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Ook bespreek ik in dit hoofdstuk de meningen van een aantal auteurs/wetenschappers over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. In hoofdstuk vier begin ik met de rechtsvergelijking. Zoals ik hierboven al vermeld heb ga ik de wettelijke regelingen van Canada, de Nederlandse Antillen en Aruba, Australië en Zweden bekijken. Ik heb voor deze landen gekozen omdat ik tijdens mijn literatuuronderzoek te weten ben gekomen dat ze in deze landen al regelingen hebben op het gebied van partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd partnerschap. In het laatste hoofdstuk trek ik mijn conclusies uit de voorgaande hoofdstukken en doe ik aanbevelingen of Nederland de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen ook in de wet moet opnemen. 6

Hoofdstuk 2 Het recht op partneralimentatie na echtscheiding en buiten huwelijk 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe het recht op partneralimentatie op dit moment geregeld is in de wet. Hierin maak ik een onderscheid tussen het recht op partneralimentatie na huwelijk of geregistreerd partnerschap en het recht op partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Om een goede aanbeveling over het recht op partneralimentatie bij ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen te kunnen doen zal ook gekeken worden naar hoe het recht op partneralimentatie bij beëindiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap op dit moment is geregeld in Nederland. Daar ga ik eerst naar kijken. 2.2 Partneralimentatie na het huwelijk of geregistreerd partnerschap In Nederland is de rechtsgrond voor de alimentatieverplichting te vinden in de artikelen 1:81 en 1:84 BW. In art. 1:81 BW is de zorgplicht van echtgenoten naar elkaar geregeld, in art 1:84 BW staat dat echtgenoten de kosten van o.a. de huisvestiging, de verzorging en opvoeding van de kinderen gezamenlijk moet dragen. Deze zorgplicht eindigt niet bij een echtscheiding of het einde van een geregistreerd partnerschap. Partneralimentatie kan alleen worden toegekend door de rechter. Dit kan bij het uitspreken van de echtscheiding maar ook nog daarna. De rechter kent alleen alimentatie toe als daarom door een van de partijen verzocht wordt. Als de rechter zo n verzoek om partneralimentatie krijgt kijkt hij naar twee voorwaarden, de behoeftigheid en de draagkracht. Pas als aan deze twee voorwaarden voldaan is, kent de rechter de partneralimentatie toe. 3 2.2.1 Behoeftigheid De rechter kent pas partneralimentatie toe aan de verzoeker als blijkt dat deze behoeftig is. De verzoeker is behoeftig indien hij niet voldoende inkomsten heeft (hetzij uit arbeid hetzij uit vermogen) en zich deze in redelijkheid niet kan verwerven. 4 3 Vlaardingerbroek 2008, p. 164-165. 4 Vlaardingerbroek 2008, p. 164. 7

De Commissie Alimentatienormen heeft in 1978 een aantal omstandigheden genoemd die in redelijkheid aan het verwerven van inkomsten in de weg zouden kunnen staan: verzorging van de kinderen, leeftijd en gezondheidstoestand, de situatie op de arbeidsmarkt en achterstand in scholing en vakopleiding. 5 De commissie ging er in 1978 nog vanuit dat de verzoeker van partneralimentatie een vrouw was, maar dit is inmiddels achterhaald. Het kan ook zijn dat een man een verzoek doet om partneralimentatie, bijvoorbeeld omdat hij altijd thuis is gebleven om voor de kinderen te zorgen. De behoefte aan partneralimentatie kan verminderen of verdwijnen. Bijvoorbeeld bij samenwonen (art 1:160 BW). Bij inkomensvermindering kan de behoefte toenemen. Daarvoor moet de onderhoudsgerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de rechter indienen. De rechter, die een beslissing over de wijziging moet nemen, moet deze beslissing wel motiveren. 6 2.2.2 Draagkracht Voor de hoogte van de alimentatie kijkt de rechter ook naar de draagkracht van de alimentatieplichtige. De rechter houdt met heel veel omstandigheden rekening bij de berekening van de draagkracht, zoals inkomen, vermogen (en dan niet alleen wat de alimentatieplichtige tot beschikking staat, maar ook wat hij zich redelijkerwijze kan verwerven), schulden, wettelijke onderhoudsplicht jegens derden (bijvoorbeeld nieuwe huwelijkspartner, geregistreerde partner, stiefkinderen), alimentatieverplichtingen jegens meer ex-echtgenoten en/of kinderen, de financiële positie van de nieuwe partner en het openvallen van een nalatenschap. Al deze omstandigheden kunnen de draagkracht van de alimentatieplichtige vergroten of verkleinen. 7 In de praktijk wordt er door de rechter gewerkt met de zogenaamde Alimentatienormen om de draagkracht te berekenen. Deze alimentatienormen zijn vastgesteld door de werkgroep Alimentatie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en worden jaarlijks aangepast. 8 2.2.3 Duur van de alimentatieverplichting Voor 1 juli 1994 was er geen limitering op de alimentatieduur. De alimentatie kan toen nog levenslang doorgaan. Na het inwerking treden van de wet limitering alimentatie op 1 juli 1994 5 Vlaardingerbroek 2008, p. 165. 6 Vlaardingerbroek 2008, p. 165. 7 Vlaardingerbroek 2008, p. 166. 8 < http://www.rechtspraak.nl/procedures/landelijke-regelingen/sector-familie-enjeugdrecht/pages/werkgroep-alimentatienormen.aspx>. 8

is de termijn van 12 jaren in de wet gekomen. Deze termijn is oorspronkelijk wel bedoeld als een definitieve termijn. Verlenging van deze termijn kan dan ook alleen in uitzonderingsgevallen. 9 In beginsel is de duur van de alimentatieverplichting 12 jaren, tenzij er door de rechter een andere termijn is ingesteld, art 1:157 lid 4 BW. Hier is wel één uitzondering op. Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk, art 1:157 lid 6. De rechter kan een termijn voor de duur van de alimentatie instellen. Deze termijn mag echter niet langer zijn dan 12 jaren, art 1:157 lid 3 BW. Als hij dit doet mag hij daarbij niet bepalen dat deze termijn niet voor verlenging vatbaar is. De rechter is wel bevoegd de alimentatieverplichting gefaseerd te verminderen gedurende de termijn dat deze nog duurt. 10 De termijn van 12 jaren, art 1:157 lid 4 BW is niet helemaal fataal. Indien de beëindiging van de uitkering ten gevolge van het verstrijken van de in art 1:157 lid 4 BW bedoelde termijn van zo ingrijpende aard is dat ongewijzigde handhaving van die termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van degene die tot de uitkering gerechtigd is niet kan worden gevergd, kan de rechter op diens verzoek alsnog een termijn vaststellen, art 1:157 lid 5 BW. Partijen kunnen zelf in een overeenkomst ook een termijn afspreken, art 1:158 BW. Deze termijn kan wel langer zijn dan 12 jaren. Deze overeenkomst kan voor of na de beschikking tot echtscheiding tot stand zijn gekomen. De alimentatieovereenkomst kan wegens wilsgebreken vernietigbaar zijn, art 3:44 Juncto 3:59 BW. Ook kan de alimentatieovereenkomst door de rechter worden gewijzigd of ingetrokken als zij door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen (art. 1:401 lid 1 BW) of als zij is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven (art 1:401 lid 5 BW). 2.2.4 Einde alimentatieverplichting Als eerste eindigt de alimentatieverlichting natuurlijk als de termijn van de alimentatieverplichting is verstreken. Maar de alimentatieverplichting eindigt ook als de exechtgenoot die de alimentatie ontvangt weer opnieuw in het huwelijk treedt of een geregistreerd partnerschap aangaat (art 1:160 BW). Opmerkelijker is dat ook wanneer de exechtgenoot opnieuw gaat samenleven met een ander als waren zij gehuwd of hadden zij hun partnerschap laten registreren de alimentatieverplichting vervalt. Dit is opmerkelijk omdat 9 Mens 2006, p. 16-19. 10 Vlaardingerbroek 2008, p. 168. 9

wanneer samenwoners uit elkaar gaan er geen verplichting tot partneralimentatie is. Hieruit kun je afleiden dat er tussen samenwoners wettelijk geen zorgplicht bestaat. Maar ook al is er geen zorgplicht tussen samenwoners, toch vervalt de alimentatieverplichting tussen exechtgenoten als de alimentatiegerechtigde opnieuw gaat samenwonen als waren zij gehuwd of hadden zij een geregistreerd partnerschap. Dit is door de wetgever waarschijnlijk zo geregeld omdat men anders wellicht wacht met een eventueel huwelijk of geregistreerd partnerschap zodat men nog alimentatie van de ex kan ontvangen. 11 Het samenwonen als ware zij gehuwd of geregistreerd kan lastig zijn te bewijzen. Het uitgangspunt is dat de samenleving de kenmerken van een huwelijksverhouding moet dragen. Het gaat hierbij om lotsverbondenheid, samenwoning en wederzijdse verzorging, alsmede het vormen van een economische eenheid. 12 De beëindiging van de alimentatieverplichting op grond van artikel 1:160 BW is definitief. Dit wil zeggen dat deze niet meer kan herleven. Ook niet als de alimentatiegerechtigde niet meer samenwoont of het nieuwe huwelijk of geregistreerd partnerschap is stukgelopen. Partijen kunnen in hun alimentatieovereenkomst wel anders afspreken. Was er sprake van alimentatievermindering of nihilstelling op grond van verminderde behoefte door een samenleving die niet kan worden aangemerkt als een relatie als bedoeld in art 1:160 BW (denk aan kostgangers of (tijdelijke) inwoning van een familielid), dan vervalt de aanspraak van de alimentatiegerechtigde niet definitief. Op grond van wijziging van omstandigheden kan deze later proberen herleving of vermeerdering van de onderhoudsuitkering te verkrijgen (art 1:401 BW). 13 Partijen mogen in een alimentatie-overeenkomst afwijken van het bepaalde in art 1:160 BW. Zo kunnen zij bepalen dat de alimentatieplicht niet zal eindigen bij samenleven door de gerechtigde met een ander als ware zij gehuwd. 2.2.5 Kritiek op het huidige stelsel van partneralimentatie na huwelijk of geregistreerd partnerschap Er is de laatste tijd nogal wat kritiek over het huidige stelsel van partneralimentatie, en dan vooral over de alimentatieduur. Er is al een burgerinitiatief ingesteld door Fred Breet, een man die zelf alimentatie betaalt en de huidige regeling niet meer van deze tijd vindt. 14 Ook 11 Groene serie Personen- en familierecht, art 60 aantekening 3. 12 Vlaardingerbroek 2008, p. 173. 13 Vlaardingerbroek 2008, p. 174. 14 Het burgerinitiatief kan ondertekend worden op <www.referendumalimentatie.nl/>. 10

PvdA Kamerlid Anja Timmer is het eens met Fred Breet dat de huidige regeling veranderd moet worden. Zij wil dat het onderwerp zeker op de politieke agenda van 2010 komt. 15 Ook op de alimentatienormen is kritiek. Fernhout geeft aan dat bij de meeste alimentatiebeschikkingen geen draagkrachtberekening wordt opgenomen. Partijen kunnen dan niet goed zien hoe de rechter tot het alimentatiebedrag is gekomen. Dit geeft niet veel vertrouwen in de rechtspraak. Ook de advocaat kan vaak niet achterhalen hoe de rechter op het alimentatiebedrag is gekomen. 16 De Tremanormen voor alimentatie zijn ontstaan zodat er meer gelijkheid zou komen tussen de verschillende arrondissementen. Dit omdat de wet een leemte kende op het gebied van alimentatienormen. Maar Dijksterhuis geeft in haar artikel: drie keer alimentatiewetgeving voorkomen met rechterlijke alternatieven aan dat de wetgever wel degelijk geprobeerd heeft om alimentatienormen op te nemen in de wet. Alleen de rechterlijke macht heeft zich er steeds tegen verzet. Zij hebben de Tremanormen steeds aangepast. De eerste Tremanormen waren alleen van toepassing als de alimentatiegerechtigde bijstand ontving, ze gingen uit van de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Later zijn de normen ook uitgebreid voor hogere inkomens. Helaas zijn de huidige tremanormen erg complex geworden. 17 In het ergste geval moeten er voor de draagkrachtberekening met 140 variabelen rekening worden gehouden. 18 2.3 Partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen Op dit moment is er wettelijk nog niks geregeld voor partneralimentatie na ongehuwd of ongeregistreerd samenwonen, terwijl er steeds meer mensen ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Wat kunnen deze mensen doen om toch partneralimentatie na hun samenwonen te regelen? Zij kunnen een samenlevingscontract opstellen en in dit contract de partneralimentatie regelen voor als zij uit elkaar gaan. 2.3.1. Het samenlevingscontract Uit gegevens van het CBS blijkt dat steeds meer mensen een samenlevingscontract opstellen. 19 Het samenlevingscontract is niet wettelijk geregeld. Het is een contract tussen 15 Van Reenen 2010 <http://www.rnw.nl/nederlands/article/regeling-partneralimentatie-moet-herzienworden>. 16 Fernhout 2007. 17 Dijksterhuis 2009, p. 20 t/m 25. 18 Fernhout 2007. 19 de Graaf 2010. 11

twee (of meer) personen. 20 De meeste samenlevingscontracten worden bij een notaris opgesteld. Dit hoeft echter niet, men kan het ook zelf opstellen, zonder notaris. Als het samenlevingscontract is opgesteld door een notaris bij notariële akte verbindt de wet daar wel gevolgen aan. Wat kan er zoal in een samenlevingscontract worden opgenomen? Voorbeelden zijn: afspraken over de woning, verdeling van bezittingen, de verdeling van de financiële kosten van de huishouding enz. Ook kan er een regeling voor partneralimentatie in worden opgenomen. Dat de mogelijkheid bestaat om de partneralimentatie op te nemen in het samenlevingscontract betekent niet dat ook iedereen dit doet. Partijen staan er vrij in wat zij in hun samenlevingscontract regelen. De vraag is ook of mensen wel op de hoogte zijn dat zij de partneralimentatie in hun samenlevingscontract kunnen opnemen. Ik heb helaas geen gegevens kunnen vinden van hoeveel mensen de partneralimentatie daadwerkelijk in hun samenlevingscontract opnemen. Wel heb ik met een medewerker van een notariskantoor gesproken. Zij vertelde mij dat zij het nog maar één keer meegemaakt heeft dat partijen de partneralimentatie in hun samenlevingscontract vastlegden. Ook vroeg ik haar of notarissen partijen op de hoogte stelde van de mogelijkheid van het opnemen van een partneralimentatieregeling. Volgens haar is dit niet het geval. In het artikel Exsamenwonenden en het onderhoudsrecht schrijft mevrouw Duijvendijk-Brand dat de notaris de samenwoners hierover wel informeert. 21 Of men goed geïnformeerd wordt over de partneralimentatie door notarissen is dus nog maar de vraag. Dit is natuurlijk geen goede zaak. 2.4 Conclusie Hierboven heb ik beschreven hoe de partneralimentatie in Nederland is geregeld na het huwelijk, het geregistreerd partnerschap en het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. De conclusie die we uit bovenstaande kunnen trekken is dat de partneralimentatie voor na het huwelijk of geregistreerd partnerschap bij wet duidelijk geregeld is. Al komt er uit de praktijk en de politiek wel wat kritiek op de 12 jaren termijn. Voor partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen is wettelijk nog niets geregeld. Partijen kunnen de partneralimentatie wel opnemen in hun samenlevingscontract, maar de keuze is aan partijen zelf om dit wel of niet te doen. De vraag is of partijen van deze mogelijkheid op de hoogte zijn en zo nee, of zij door de notaris die het samenlevingscontract opstelt van deze mogelijkheid op de hoogte worden gebracht. Volgens het artikel van 20 In 2005 werd er voor het eerst een samenlevingscontract opgesteld tussen drie personen. 21 Duijvendijk-Brand 2007, p. 265-272. 12

mevrouw Duijvendijk-Brand geven notarissen wel de voorlichting, volgens de medewerker die ik gesproken heb gebeurt dat op haar kantoor niet. Of partijen goed worden voorgelicht is dus nog maar de vraag. Als partijen niet goed worden voorgelicht is dit natuurlijk erg kwalijk. Als partijen niet op de hoogte zijn van wat zij allemaal kunnen regelen in hun samenlevingscontract dan kunnen zij ook geen goede afweging maken wat erin opgenomen moet worden. 13

Hoofdstuk 3 De literatuur en wetshistorie over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk heb ik beschreven hoe de partneralimentatie op dit moment geregeld is in Nederland. Zoals we zagen is de partneralimentatie na het huwelijk of geregistreerd partnerschap goed geregeld in de wet. De partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen is nog niet wettelijk geregeld. Wel is er de mogelijkheid om dit te regelen in een samenlevingscontract. Volgens Straver is het met twee maten meten (ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen erkennen wanneer het de overheid van pas komt, niet als dit van nut voor de betrokkenen zou kunnen zijn) te begrijpen vanuit de traditionele samenlevingsvisie. 22 Dit heeft Straver in 1974 geschreven, maar het geldt mijns inziens nog steeds. Er zijn anno 2010 voldoende wettelijke regelingen waar het samenwonen wel erkend wordt. Als voorbeeld noem ik de Wet werk en bijstand. In art 3 lid 2 sub a WWB wordt de ongehuwde die samenwoont en met die ander een gezamenlijke huishouding voert gelijkgesteld met iemand die gehuwd is. Dit betekent dat er bij een bijstandsuitkering ook gekeken wordt naar het inkomen van de persoon met wie men samenwoont en een gezamenlijke huishouding voert. Er wordt dus nog steeds met twee maten gemeten, want hier komt het de overheid wel van pas om het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen te erkennen. In dit hoofdstuk ga ik na wat er in de literatuur geschreven is over de partneralimentatie na ongehuwd samenwonen. Verder ga ik in op de wetshistorie over dit onderwerp, zodat ik een weloverwogen aanbeveling kan doen of partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen wel of niet moet worden opgenomen in de wet en zo ja, hoe het dan moet worden opgenomen. 3.2. De literatuur In deze paragraaf bespreek ik de ideeën van verschillende schrijvers over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Een van de personen die voor het regelen van partneralimentatie na ongehuwd samenwonen is, is mevrouw Schrama. Dit komt naar voren in haar boek vermogensrecht 22 Beuckens-Vries 1974 p. 18. 14

voor ongehuwde samenlevers 23 maar ook in haar artikel Ongehuwd samenleven: het stiefkind van het familierecht 24 In dit artikel pleit zij voor een grondige herziening van het huidige familierecht om ook de ongehuwde (ex)samenwoners een sterkere positie te geven. Zij geeft in dit artikel geen oplossingen, maar zegt alleen maar dat er iets moet veranderen aan het huidige stelsel. Het is jammer dat mevrouw Schrama geen oplossing geeft want anders had ik die wellicht kunnen meenemen in mijn scriptie. Ook mevrouw van Duijvendijk- Brand heeft een artikel geschreven over partneralimentatie na ongehuwd samenwonen. 25 Zij komt in dit artikel tot de conclusie dat veel ongehuwde en ongeregistreerde samenwoners onwetend zijn over het feit dat er wettelijk niets geregeld is op het gebied van partneralimentatie. Zij weet niet precies hoe groot het probleem is, maar dat er onwetendheid is staat vast. In het artikel vraagt mevrouw Van Duijvendijk-Brand zich af of wettelijk ingrijpen de oplossing is en of dit niet op gespannen voet staat met de contractsvrijheid. 26 Veel partijen kiezen er expres voor om geen huwelijk of geregistreerd partnerschap aan te gaan zodat er geen juridische gevolgen aan hun relatie worden verbonden. Door de partneralimentatie na het ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen toch vast te leggen in de wet hebben partijen die keuze niet meer. Dat de keuze mogelijk in een aantal gevallen onvoldoende doordacht is, vormt naar de mening van mevrouw van Duijvendijk-Brand onvoldoende reden om de contractsvrijheid overboord te zetten. 27 Hier heeft mevrouw van Duijvendijk-Brand mijns inziens een goed punt. Er zijn genoeg stellen die er expliciet voor kiezen om geen huwelijk of geregistreerd partnerschap aan te gaan. Zij willen geen juridische gevolgen aan hun relatie verbinden. Als de wetgever ook regels gaat opstellen voor samenwoners is die keuze weg. Een oplossing zou kunnen zijn dat samenwoners kunnen kiezen of zij de regelingen voor samenwoners van toepassing willen verklaren op hun relatie of niet. Deze keuze kunnen samenwoners in Zweden ook maken. 28 Op de Zweedse regeling kom ik in het volgende hoofdstuk nog uitvoerig terug. Iemand die wel een voorstander is van de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen is Dorn. Hij maakt het onderscheid tussen incidenteel en permanent samenwonen. Het incidenteel samenwonen wordt volgens Dorn veelal vooraf gegaan aan het permanent samenwonen. Pas als het permanent samenwonen wordt verbroken is er recht op partneralimentatie. Het permanent samenwonen moet dan aan dezelfde eisen voldoen als de eisen die de Hoge Raad stelt voor beëindiging van de 23 Schrama 2000, p. 181. 24 Ars aequi 2006-10, p. 724-726. 25 Duijvendijk-Brand 2007, p. 265-272. 26 Duijvendijk-Brand 2007, p. 265-272. 27 Duijvendijk-Brand 2007, p. 265-272. 28 Brattström, 2009, p. 348. 15

alimentatieplicht bij samenwonen van een ex-gehuwde of ex-geregistereerd partner met een ander, dus een volledige tot lotsverbondenheid leidende levensgemeenschap, welke het kenmerk is van een normaal huwelijk. Voor een regeling van partneralimentatie na ongehuwd samenwonen is het van belang om te weten wanneer het samenwonen aanving. Dit is moeilijker te bewijzen dan bij een huwelijk. Dorn maakt ook nog het onderscheid tussen incidenteel en permanent samenwonen. Het lijkt mij lastig om aan te tonen wanneer het incidenteel samenwonen overgaat in permanent samenwonen en dus hoe lang de eventuele partneralimentatie moet duren. Als eenmaal vast komt te staan hoe lang het samenwonen geduurd heeft moet de regeling er volgens Dorn als volgt uitzien. De duur van het recht op partneralimentatie zou gelijk moeten zijn aan de periode dat de samenwoning heeft bestaan. Maar wel met een maximum. Dus analoog aan artikel 1:157 lid 3 en 4 en 6. Bij de aanwezigheid van een kind zou de termijn op het maximum moeten worden gesteld. Dorn vindt het verder van belang dat bepaald moet worden wat het niveau van de alimentatie moet zijn. Is een alimentatie die voldoende is om van te leven genoeg, of moet er worden gekeken naar het leefniveau ten tijde van de samenwoning en de alimentatie daarop aanpassen? De alimentatie zou in ieder geval op bijstandsniveau moeten zijn. Dit om (zo mogelijk) sociale diensten te ontlasten. Dorn geeft ook aan dat het niet onredelijk zou zijn de alimentatie ten minste vast te stellen op het inkomen voor het begin van de samenleving. Dit zou moeten wanneer de samenleving heeft gedwongen het verwerven van dat inkomen prijs te geven en geen mogelijkheid bestaat die inkomensbron weer aan te boren, al geeft hij wel aan dat er bewijscomplicaties kunnen zijn. 29 Hiermee bedoelt Dorn dat wanneer de ene partner de carrière heeft opgegeven om voor het huishouden of de kinderen te zorgen de alimentatie vastgesteld zou moeten worden op het inkomen dat de partner verdiende voordat hij of zij stopte met werken. De partneralimentatienormen voor ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen die Dorn voorstelt zijn lager dan die na huwelijk of geregistreerd partnerschap. Bij de partneralimentatienormen na huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt er namelijk gekeken naar de verdienste tijdens het huwelijk, Dorn kijkt naar voor het samenwonen of het bijstandsniveau. Het vraagstuk over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen speelt al langere tijd. In 1983 schreef Minkenhof al over dit onderwerp. 30 In eerste instantie vindt zij niet dat er recht op partneralimentatie moet zijn. Er wordt toch al veel te veel beschermd. 31 Al zou het volgens haar bij uitzondering wel anders kunnen. Hiervoor heeft zij drie minimumeisen. 29 Forder & Verbeke 2005, p. 282-283. 30 Henriquez & Breemhaar e.a. 1983 p 121. 31 Henriquez & Breemhaar e.a. 1983 p 121. 16

1. langdurige samenleving op de basis van huishoudelijke partij (ongehuwd samenwonen). Voor het langdurig samenleven is volgens Minkenhof een termijn van minimaal tien jaren vereist. En dan ligt het er nog aan hoe oud de persoon is als men uit elkaar gaat. Iemand van dertig kan namelijk nog wel aan de slag om geld te verdienen maar voor iemand die vijfenveertig is, is dit lastiger; 2. behoeftigheid; 3. causaal verband tussen de behoeftigheid en de positie van huishoudelijke partij (ongehuwd samenwonen). Minkenhof geeft aan dat het primair een zaak van eigen risico is. Men kan er vanuit gaan dat als men gaat samenwonen dit niet levenslang hoeft te duren. Toch geeft zij aan dat zij het niet volstrekt onredelijk zou vinden om bij langdurig samenleven een wettelijke verplichting te creëren voor de andere partij om enige bijdrage te leveren tot het onderhoud van de expartner, wanneer deze dat na beëindiging van de relatie nodig heeft, mits de ander het kan betalen. De rechter kan dan bepalen of de omstandigheden aanleiding zijn om alimentatie toe te kennen. De criteria waarna de rechter kan kijken zijn de duur van de samenwoning, de behoeftigheid en het causaal verband. 32 Hierbij wil ik wel opmerken dat toen Minkenhof in 1983 dit schreef alleen het huwelijk tussen man en vrouw mogelijk was. Het geregistreerd partnerschap en het huwelijk tussen hetzelfde geslacht was nog niet ingevoerd. Wellicht dat Minkenhof het bovenstaande voorstel anno 2010 niet meer zou aanbevelen. Toch is het nuttig om naar haar voorstel te kijken. Vooral de drie minimumeisen die zij voorstelt zouden nu nog gebruikt kunnen worden. In 1982 schreef Van der Burght 33 over de onderhoudsplicht en alimentatieplicht tussen samenwoners. Volgens hem kan men in tal van gevallen wel aannemen dat er een onderhoudsplicht is tussen samenwonende, ook al is dit niet wettelijk geregeld. Bijvoorbeeld als een van de partners zijn carrière stopzet om voor de kinderen te gaan zorgen. Partijen spreken dan onderling af dat de ene partner de andere onderhoudt. Van der Burght vindt dat indien een van de partijen door te gaan samenwonen voor zijn of haar onderhoud afhankelijk wordt van de andere partner, op die partner een zekere onderhoudsplicht komt te liggen. Tenzij partijen ander zijn overeengekomen. Hij vindt ook dat men uit bovenstaande kan concluderen dat partijen over de onderhoudsplicht een stilzwijgende afspraak hebben gemaakt. Volgens Van der Burght is het niet ondenkbaar dat de onderhoudsverplichting ook na het beëindigen van het samenwonen voor een bepaalde tijd zal voortbestaan. Bijvoorbeeld als een van de partners de carrière in de ijskast zet en voor de kinderen is gaan zorgen, deze partner heeft daardoor een carrièreachterstand opgelopen. 32 Henriquez & Breemhaar e.a. 1983 p. 123-124. 33 Hidma e.a. 1982 p. 49-51. 17

Van der Burght wijst er wel op dat hij niet stelt: samenleven leidt tot alimentatieaanspraken. Hij betoogt dat men vaak kan vaststellen dat partijen een samenleving aanvangen in de verwachting c.q. in de veronderstelling, dat men elkaar of de een de ander zal onderhouden tijdens de relatie. Leidt vervolgens deze verhouding daartoe, dat de onderhouden partner zodanig afhankelijk van de debiteur is geworden, dat eerstgenoemde na beëindiging niet zelfstandig in zijn onderhoud kan voorzien, dan kan op de partner-debiteur de verplichting rusten op enigerlei wijze zijn ex-partner bij te staan. 34 Van der Burght pleit er dus voor dat als uit de relatie een onderhoudsplicht is ontstaan, deze niet zomaar stopt als partijen uit elkaar gaan. Deze onderhoudsplicht kan nog doorlopen in de vorm van partneralimentatie. Hoe lang de onderhoudsplicht nog doorloopt laat hij in het midden. Ook Forder is een voorstander van partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen. Zij geeft in haar boek: het informele huwelijk: de verbondenheid tussen mens, goed en schuld aan dat het Nederlands Burgerlijk Wetboek zou moeten voorzien in de bevoegdheid van de rechter om, ten laste van de ex-partner, alimentatie aan een ex samenwoner toe te kennen, indien er sprake is van economische afhankelijkheid die het gevolg is van de wijze waarop de partners aan hun relatie invulling hebben gegeven. 35 Verdere bespreking van haar boek: het informele huwelijk: de verbondenheid tussen mens, goed en schuld komt in het volgende hoofdstuk aan bod. Dit omdat er veel rechtsvergelijking bij komt kijken. 3.3. Wetshistorie In dit hoofdstuk was ik van plan om ook de wetshistorie van de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen te bespreken. Maar helaas heb ik hier eigenlijk niks over kunnen vinden. Ik heb naar Kamerstukken gezocht over het onderwerp maar heb niks kunnen vinden. Ik vind het best opmerkelijk dat er in al die jaren nog niet over dit onderwerp gesproken is in de Tweede Kamer, terwijl er in de literatuur door verschillende schrijvers al wel aandacht aan is besteed. Wel is er op 11 september 2008 een motie ingediend door Tweede Kamerlid de Wit van de SP. In deze motie geeft hij aan dat er niks geregeld is voor partners die een duurzame relatie hebben, ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen en geen samenlevingscontract hebben. Hij vindt dat voor deze groep een regeling moet komen omdat het nu soms tot onrechtvaardige situaties leidt. Hij geeft aan dat er in Hongarije en Zweden al regelingen zijn 34 Hidma e.a. 1982 p. 50. 35 Forder 2000, p. 20. 18

voor als ongehuwde stellen uit elkaar gaan. 36 In de motie geeft de Wit aan dat het vooral gaat om het vermogen dat men samen heeft opgebouwd en dat niet per se verdeeld hoeft te worden als men uit elkaar gaat. Als de vrouw jarenlang thuis is gebleven en de man carrière heeft kunnen maken kan dit tot een onrechtvaardige situatie leiden. De Wit noemt de partneralimentatie niet in zijn motie, hij geeft alleen maar aan dat er onderzocht moet worden wat de mogelijkheden voor een regeling zijn. Naar mijn mening zou de partneralimentatie wellicht een oplossing kunnen zijn voor de situatie die hierboven geschetst is. Of partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen daadwerkelijk moet worden ingevoerd in Nederland kan ik nu nog niet zeggen. Bij mijn aanbevelingen kom ik hierop terug. 3.4 De rechtspraak Ook de jurisprudentie heeft zich uitgesproken over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenleven. Zo is bepaald dat ongehuwd samenwonenden in principe niet onderhoudspichtig jegens elkaar zijn, niet tijdens de relatie en ook niet na de beëindiging hiervan. 37 Kijkend naar de wet is dit een logische uitspraak aangezien nergens in de wet geregeld is dat samenwonenden onderhoudsplichtig naar elkaar zijn. Maar als je naar de opmerkingen van Van der Burght kijkt is er ook wel wat voor te zeggen dat er wel een onderhoudsplicht bestaat tussen samenwoners. Het kan worden gezien als een soort stilzwijgende afspraak tussen partijen. Recent heeft de Hoge Raad zich nogmaals uitgesproken over de partneralimentatie en het samenleven met een ander als waren zij gehuwd. 38 In deze zaak ging het over een vrouw die partneralimentatie ontving maar terwijl ook samenwoonde met een andere man. Volgens art 1:160 BW eindigt de alimentatieplicht als men gaat samenwonen met een ander als waren zij gehuwd. De vrouw voerde aan dat er tussen haar en haar vriend geen financiële verwevenheid bestond maar aangezien zij dit niet kon bewijzen heeft de Hoge Raad in dit arrest nogmaals bevestigd dat als men samenwoont als waren zij gehuwd, de alimentatieplicht voor de ex-echtgenoot komt te vervallen. Een vereiste voor een samenwoning als waren zij gehuwd is dus financiële verwevenheid. 36 Kamerstukken II 2007-2008, 28 867, nr. 21. 37 HR 22 februari 1985, NJ 1986, 82, HR 9 januari 1987, NJ 1987, 927 en Rb Groningen 9 januari 1979, NJ 1979, 351. 38 HR 18 juni 2010, LJN: BM1075. 19

3.5 Conclusie In het voorgaande zijn er verschillende meningen over de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen aan bod gekomen. Er is in de loop van de jaren al redelijk veel over dit onderwerp geschreven. Daarom is het naar mijn mening opmerkelijk dat er in de politiek nog geen aandacht aan besteed is. In ieder geval niet uitgebreid want ik heb er niks over kunnen vinden, niet in Kamerstukken en ook niet in de literatuur. In de literatuur is het onderwerp, partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen wel uitgebreid besproken. Over de vraag of er een wettelijke regeling moet komen zijn de meningen verdeeld. Maar als er een wettelijke regeling zou komen, zou dit niet zomaar ingevoerd kunnen worden. Als eerste is er de contractsvrijheid. Veel partners kiezen er voor om niet te trouwen en geen geregistreerd partnerschap aan te gaan. Zij maken bewust de keuze om geen juridische gevolgen aan hun relatie te verbinden. Het is maar de vraag of dit een verstandige keuze is en of de partners op de hoogte zijn van alle feiten. Er zijn natuurlijk ook genoeg partners die niet nadenken over de juridische gevolgen en gewoon onwetend zijn. De overheid zou deze stellen kunnen beschermen door regels voor ongehuwd en ongeregistreerde stellen op te stellen, zoals de partneralimentatie. Als er al besloten wordt om een regeling voor partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen in te voeren, dan is het nog de vraag hoe deze regeling moet gaan luiden. Het lijkt mij logisch dat men een aanzienlijke tijd moet hebben samengewoond voor er recht op partneralimentatie bestaat. Of er een wettelijke regeling moet komen en hoe deze dan moet luiden, daar ga ik in mijn laatste hoofdstuk bij de aanbevelingen dieper op in. In het volgende hoofdstuk bekijk ik de wettelijke regelingen voor de partneralimentatie na ongehuwd en ongeregistreerd samenwonen van een aantal landen die deze al wel hebben. 20